Het Hindelooper taaltje is dan ook niet te verstaan, en dat in het nabij gelegen Molkwerum (het vroegere Friese doolhof, omdat "alle huizen zonder enige regel en orde, zoo door elkander gelegen, alsof zij uit de lucht gevallen of uit een zak geschud waren") ook niet, het lijkt zelfs niet op het Fries of stadsfries. Makvaer zou dan van Molquerents komen, want "nu ook vermeende hij eenigszins te kunnen begrijpen waarom men bij het damspel van Molkwerumsch spelen sprak, daar de verstrooide en verspreide wijze, op welke de schijven in het damspel dan, geplaatst worden, eenige overeenkomst hebben met de wonderbare ongeschiktheid van de ligging der Molkwerumsche huizen door elkander".
Aldus opgetekend in ca. 1663 in een stukje over ene ds. Blommesteyn, hetgeen we aantreffen in een verhaaltje over het dorp Lollum in "De Historie gaat door Het Eigen Dorp" van A. Algra.
Dit citaat van Algra bewijst dat er in 1663 al de Friese damvariant werd gespeeld. Volgens dr Arie van der Stoep werd het Poolse damspel (op 100 ruiten en met achterwaartse slag) aan het eind van de 17e eeuw bedacht en deze variant is nu het internationale damspel.
Het is plausibel dat er op het 100-ruitenbord in eerste instantie Oer Alles werd gespeeld en dat Hollanders die dit spel zagen, hun damspel van het 64-ruitenbord overgezet hebben naar 100 ruiten. Ze voerden toen meteen de achterwaartse slag in, maar niet de overdwarse en rechte slagen, want dat was ze te onoverzichtelijk. De eigengereide Friezen leefden lange tijd geisoleerd van de buitenwereld. Ze zijn vanaf het begin van de 17e eeuw blijven dammen op zijn Fries. Men had het gewoon over dammen, een andere variant bestond niet in Fryslan tot aan 1900.
Molkwerum heet in het Fries Molkwar. Fryslan dreef wel handel met Denemarken en Zweden en zo is het te verklaren dat in Denemarken wordt gesproken van Makvaer als het gaat om Fries dammen. In Zweden heet het Friese damspel Marquern.