Vandaag een opening gespeeld, die Schwarzman mij enige tijd geleden adviseerde in het wereldkampioenschap correspondentiedammen. Soms was Alexander er weken achter elkaar en dan weer een tijdje niet. Het gevolg was, dat ik op een gegeven moment zonder enig werkelijk begrip van de stelling verkeerd verder ging en slechts na een maandenlange wanhopige verdediging een puntje kon redden. Zie ook
http://home.hetnet.nl/~dammen/WCDA_Buis.htm
De diagramstand behoort tot het complex openingen, dat tegenwoordig naar Schwarzman wordt vernoemd door Ton Sijbrands. Meestal heeft de zwartspeler eerst de opmars 36-31-27 afgewacht alvorens de hekstellingformatie op de andere vleugel op te zoeken. In de diagramstandstand heeft wit nu het alternatief 37-31x31. Na ampele overweging werd toch weer voor 12.36-31 11-16 gekozen. Een belangrijke stand is dan ontstaan. Na 13.31-27 speelt men tegenwoordig niet meer 13...5-10, maar 13...19-24. Tijdens het wereldkampioenschap kwam de variant 14.37-31 26x37 15.42x31 13-19A 16.41-37 21-26 17.46-41 9-13 18.41-36 4-9(?) (18...5-10 is waarschijnlijk beter) 19.28-22 5-10 20.22-18 op het bord in de partij Pierre - Podolski en wit staat waarschijnlijk beter. A. Op 21-26 kan wit gunstig afwikkelen. Na 15...1-6 16.31-26 7-11 17.26x17 11x31 18.41-36 12-17 19.36x27 14-19 staat zwart waarschijnlijk beter. Echter hinderlijk is 15...1-6 15.34-30x30
In de diagramstand kan wit zijn tegenstander voor zijn met 12.36-31 11-16 13.29-24. Volgens Alexander moet zwart dan met schijf 20 slaan. Na 13...19x30 14.35x24 20x29 15.34x23 heeft zwart geen omsingeling tegen schijf 23. Na 13.29-24 20x29 14.34x23 15-20 moet 15.39-34! Anders komt zwart tot een kansrijke omsingeling. Het dammetje 15...21-27; 25-30; 13-18 en 4-10x50 is natuurlijk te duur.
Diagram 2 is de kenmerkende positie. Zwart kan aan de lange vleugel niet verder komen door het zetje 17...20-24? 18.28-22 en 34-30x10. Bijgevolg moet er gespeeld worden op de andere vleugel. Jasper speelde 17...1-6 18.41-36 7-11. Dat had ik eerlijk gezegd nooit eerder gezien. Vaker heeft zwart 17...7-11 18.41-36 12-17 gespeeld. Meestal volgt er 27-22, waarna zwart weer een beslissing moet nemen. Op 19...8-12 kan de woeste uitval 20.23-18 en 34-30x18 gevolgd door de consolidatie 36-31-27. De waarde van de stand is niet helemaal duidelijk. Niemand heeft het naar mijn weten ooit gespeeld. In mijn partij voor het WK speelde Jaap Buis 19...2-7, waarop ik de fout in ging met 20.33-29 19-24 21.39-33 13-19. Alexander geeft aan, dat wit verder moet gaan met 20.34-29 20-24 21.29x20 15x24 22.39-34 of 20.34-29 19-24 21.40-34 13-19 en eventueel 23-18. In vergelijking tot mijn partij heeft wit een sterker centrum en speelmogelijkheden op de korte vleugel.
De zettenreeks 17...1-6 18.41-36 7-11 19.27-22 20-24 is bekend volgens mijn tegenstander. Wit kan afwikkelen met 22-18(?) resp. 22-17! De stand na 20.22-17 11x22 21.28x17 19x28 22.32x23 14-20 (of?) 23.23-19 12-18 24.19x30 21x12 is ongeveer gelijkwaardig. Dus wat teleurstellend voor beiden. Tijdens de partij heb ik nog gekeken naar de zetten 36-31 en 46-41. Het dammetje 17...1-6 18.41-36 7-11 19.46-41 26-31 etc. is niet erg best voor zwart, maar als witspeler laat je het wellicht liever niet toe. Zelf maakte ik mij zorgen over 19.36-31 11-17 20.46-41 20-24 21.41-36 6-11 en naderhand wordt een keertje veld 8 ontruimd voor de terugruil 12-18x8. De hangende schijf op 11 is vaak een probleem voor het eindspel. Mijn tegenstander gaf de voorkeur aan het directe 21...13-18 met gevaarlijke aanval tegen schijf 23.
Dit is de stand op 48ste zet. De laatste belangrijke beslissing, die wit moet nemen voor de tijdcontrole. Er zijn twee zetten. Gespeeld werd 48.37-31? 7-11 49.31-26 11-16 50.45-40 13-18 51.39-33 17-22 (Op 9-14 volgt het offer 26-21 en 24-19 met wat voordeel voor wit) 52.38-32 22x31 53.26x37 18-22 54.37-31 23-29 55.32-27 29x38 56.27x18 39-43 57.24-19 en wit was heel erg blij met de uiteindelijk bereikte kleine 4-6 nederlaag.
Veel beter is de beginzet 48.45-40. Er ontstaat dan een net om de zwarte stelling, waaruit hij zich slechts met moeite kan redden. Een variant is 48.45-40 9-14 49.40-34 7-11 50.34-30 14-20 51.39-33 20x29 52.33x24 23-28 53.30-25 11-16 54.27-22 28-33 55.22x11 33x31 56.11-7 met Delfts voordeel voor wit. Aangegeven werd op (48.45-40) 13-18 49.40-34 7-11 50.34-30 11-16 51.30-25 17-21 het dammetje 27-22, 38-32 en 39-33x3 en wit moet nog hard werken voor de punten. Beter is 51.37-32. Als zwart in dit verloop ergens de tussenzet 9-13 meeneemt, dan staat hij zelfs verloren. Bijvoorbeeld: 50...9-13? 51.30-25 11-16 52.37-31 17-21/17-22 53.38-32 met dodelijke plakker.