5 om 2: Hermelink's A5-je

Post Reply
User avatar
mikkeltje
Posts: 391
Joined: Tue Oct 19, 2004 21:53
Location: Diemen
Contact:

5 om 2: Hermelink's A5-je

Post by mikkeltje »

Deze week werd er in de chat gesproken over de 5 om 2 naar aanleiding van de partij van Lemmen - Boomstra. Hermelink heeft over de 5x2 ooit een verrassend stukje geschreven in het WK boek 1988. Omdat ik daarvan voor het clubblad van Troesoe ooit een kleine bewerking had gemaakt, beloofde ik een paar chatters het artikel te plaatsen op het forum (het WK boek heb ik helaas niet meer).

edit: boek is weer terecht, originele tekst in het Surinaamse WK boek 1988, pagina 146, nav G.Jansen - J.M. da Silva

------------------

Wat schuift het - jaargang 1 - nummer 4 - september 1999

Vijf om twee eindspel

Tijdens het ORDINA open 1999 raakte ik naar aanleiding van een partij, die mij ontschoten is, in gesprek met een aantal spelers over de vijf om twee. Alex Mathijssen wist de oplossing niet, Frank Barten kwam met één variant, zelfs Schwarzman moest volstaan met het antwoord: “dat is toch allemaal bekend”. Ik wist van trainingen dat Frans Hermelink zich ooit heeft bezig gehouden met het comprimeren van de vijf om twee theorie in een handzaam A-5’je. Ik ben op zoek gegaan naar dit A-5’je en kon niet bedenken waar ik de theorie op korte termijn vandaan moest halen, totdat die ik in het WK boek 1988 tegen kwam.

Ik laat Frans Hermelink aan het woord:
“Is de materie omtrent de 5x2 dammeneindspelen zo ondoorgrondelijk en ontoegankelijk voor ‘gewone’ dammers als velen het doen voorkomen? Stellig niet! De oplossing die Van Kesteren in 1941 bedacht, is bij mijn (FH) weten nimmer in een gerespecteerd damblad verschenen. Het feit dat een reeks van auteurs er nadien een hoop onzin aan heeft toegevoegd , wijst er op dat zijn prestatie wellicht niet uitblonk door overzichtelijkheid en logica. Keller vertrouwde mij eens toe dat Van Kesteren’s versie op een half kantje kon worden samengevat!”.


Hermelink gebruikt vervolgens drie diagramstanden om de theorie uit te leggen De diagrammen beschrijven de stadia die wit achtereenvolgens dient te doorlopen. Het uiteindelijke doel is dat wit de middellijn verovert. De diagrammen staan hieronder afgebeeld.

Diagram 1: Diagram 2: Diagram 3:
Image Image Image

Hermelink vervolgt: Diagram 1 zal de meeste dammers bekend voorkomen. Zwart heeft twee zetten:

1. 1. ..... 46-23 2. 15-10 05x19 3. 47-41 19x46 4. 48-37

2. 1. ..... 46-14 2. 47-20 14x25 3. 15-10

Met wit aan zet wordt in diagram 1 gewonnen via:
1. 17-22 46-14 en weer 47-20

Uiteraard is diagram 1 ontoereikend als algemeen winstsysteem. De zwarte dammen hoeven niet op de middellijn te staan. Waar het om gaat is de stand uit diagram 3 te bereiken. Die positie wordt de ‘Van Kesteren positie’ genoemd.

De stand uit diagram 2 is gemakkelijk te bereiken. Vanuit die stand wordt de ‘Van Kesteren positie’ bereikt door de zetten
1. 49-16 2. 22-6 3. 48-26 4. 18-22

Zwart moet dus ergens tijdens deze zettenreeks van de middellijn af. Maar zwart heeft amper verweer tegen het witte plan. Enkele voorbeelden:

In diagram 2 plaats 46 op 35. Wit bereikt de Van Kesteren positie door
1. 49-16 05-46 (op 1. ..... 5-14? 2. 22-44 3. 18-27) 2. 22-06 46-05 Wederom is spelen op 14 verboden. 3. 48-26 35-30 4. 18-22;

Hoofdzaak is dat zwart niet in kwadrant één (1-6-50-45-1) staat. Van de resterende velden die bijvoorbeeld dam 5 zou kunnen bezetten komen slechts in aanmerking: 2, 35, 25, 48, 36, 41 en 47.

Indien zwart in kwadrant twee (2-35-49-16-2) zou staan, hanteert wit, vanuit diagram 3, het volgende winstsysteem.
1. Plaats 5 op 2: 1.22-27 46-05 2. 06-01 02-35* 3. 15-10 26x08 4. 01-07
2. Plaats 5 op 35: 1. 22-27 46-14 2. 27-36 35-02 (los staan is verboden wegens 3. 36-09 4. 06-17 Zwart kan dus niet uit kwadrant twee ontsnappen!) 3. 36-27 02-35 4. 06-01 14-46 5. 01-45 46-05* 6. 15-10 7 26x08 5. 45-07

Staat zwart niet in kwadrant twee dan past wit vanuit de Van Kesterenposite (diagram 3) het volgende schema toe:
1. 16-27 2. 27-36 3. 36-47 4. 22-17 5. 26-48 waarmee de opstelling van diagram 1 is bereikt.

Alleen als zwart in kwadrant drie (3-25-48-26-3) staat, moet wit enigszins van dit schema afwijken. Ter illustratie:
1. Plaats 5 op 36: 1. 16-27 36-41 2. 27-36 41-05* 3. 36-47 46-14* (van belang is alleen dat zwart niet via de velden 32, 23 of 19 naar kwadrant één of twee ontsnapt!) 4. 22-17 14-46 5. 26-48
2. Plaats 5 op 48: 1. 16-27 46-05 2. 22-17! 05-46 3. 27-31 48-25 4. 31-42 46-05 5. 42-47 25-14 6. 26-48

Diagram 4
Image

Volledigheidshalve vermeldt Hermelink wat er gebeurt als wit veld 36 onbewaakt laat.

De stand uit diagram 4 is de enige opstelling die zwart van veld 36 kan verdrijven:
1. Wit aan zet: 1. 20-09! 36x04 2. 47-36 05-46* 3. 33-39 46-05* 4. 15-10 50x22
2. Zwart aan zet: 1. ..... 05-46 (los staan is verboden wegens 2. 47-41 of 2. 20-09 en 3. 15-10) 2. 50-39 46-05 3. 39-44 05-46 4. 44-50 46-05* 5. 20-09
Post Reply