SIJBRANDS OVER THIJSSEN-MEIJER en VALNERIS-MEIJER

Discussies over damsport (in het Nederlands)
Post Reply
User avatar
Hanco Elenbaas
Posts: 18872
Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49

SIJBRANDS OVER THIJSSEN-MEIJER en VALNERIS-MEIJER

Post by Hanco Elenbaas »

Belangwekkende partij van Meijer
de Volkskrant, Sport, 8 december 2001
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Drie ronden voor het einde van het Bijlmer-toernooi zag het ernaar uit dat
Hein Meijer regelrecht op de toernooizege afstevende. De Amsterdamse
grootmeester was zojuist door een overwinning op Ndjofang naar een
prachtige score van 9 uit 6 geklommen en ging alleen aan de leiding, vóór
Thijssen en wereldkampioen Tsjizjov.

Toen kwam er een kink in de kabel. Meijer verloor een lange partij van de
ontketende Samb en zag zijn laatste twee ontmoetingen (met Boezjinski
en Kalmakov) in remise eindigen. Daardoor bleef er uiteindelijk niet meer
over dan een nog altijd fraaie, met Samb (officieel tweede) en Tsjizjov
(officieel vierde) gedeelde tweede plaats, één punt slechts achter
Thijssen.

Van de drie partijen die Meijer in Amsterdam won, maakte die tegen oud-
wereldkampioen Valneris onbetwist de meeste indruk. Maar daarover
volgende week méér. Vandaag geef ik het intrigerende, vanuit openings-
theoretisch oogpunt buitengewoon belangwekkende duel waarin Meijer op
de tweede speeldag de latere toernooiwinnaar versloeg.

Thijssen-Meijer

(Bijlmer-toernooi 2001)

1.34-30 20-25 2.30-24 19x30 3.35x24 18-22 4.31-26 14-19 5.40-35 19x30
6.35x24 10-14
Image

7.24-20

In de 'stampartij' Holstvoogd-Andreiko, Jalta 1963, werd hier met 7.45-40
voortgezet. Maar sinds H. Jansen-Bastiaannet, NK 1980, wordt de 2x2 ruil
naar 20 als wits beste mogelijkheid beschouwd. Er zijn de afgelopen
twintig jaar een kleine tweehonderd(!) partijen mee gespeeld, waarvan
Gérard Jansen en Jeroen Kos (de laatste is 'recordhouder' met liefst 11
praktische toepassingen) het grootste deel voor hun rekening namen.
De vraag welke kleur deze nogal ondoorgrondelijke openingsvariant de
beste kansen biedt, is nog lang niet definitief beantwoord.

7...15x24 8.33-28 22x33 9.38x20 12-18 10.42-38 7-12 11.37-31 14-19
12.20-15 5-10 13.47-42 10-14 14.39-33 19-24
Image

Verzekert zich eerst van veld 24 alvorens het centrum te bezetten.
Een heel ander idee is 17-21x21, waarop in baanbrekende partijen als
Wiersma-Binenbaum 1982 en Dibman-Vatoetin 1983 met de manoeuvre
32-27x27 werd vervolgd.

15.41-37 14-19 16.46-41 18-23 17.31-27 13-18 18.36-31 8-13
Image

Opnieuw een belangrijk keuzemoment. In een partij tegen Clerc (NK
1986) koos Meijer voor een opbouw met 9-13.

19.41-36 2-8 20.45-40 24-29 21.33x24 19x30 22.38-33 13-19 23.43-38
9-13 24.40-35 17-21 25.26x17 11x22 26.35x24 19x30
Image

Met 1 op 7, 44 op 43 en - meest wezenlijke verschil - 50 op 45, kwam
deze stelling voor in Tholel-Boom, halve finales NK 1995. Na 28.43-39
13-19 29.49-44 8-13 kreeg zwart de beste kansen, al zou de partij
uiteindelijk remise worden.

Of ook Meijer op 27.48/49-43 met 27...13-19 28.43-39 8-13 had
gereageerd, of dat hij wellicht aan 6-11-17 de voorkeur zou hebben
gegeven, is mij niet bekend. Het lijkt mij echter dat de 2x2 terugruil
waartoe Thijssen overgaat, het meest aan de positionele eisen van de
stand voldoet:

27.33-29(!) 23x34 28.32-28 22x33 29.38x40 30-35 30.40-34
Image

Maar dit schijnbaar vanzelfsprekende zetje is wel degelijk voor discussie
vatbaar. Misschien was het profylactische 30.31-26!?, bedoeld om
30...6-11 met 31.37-31!? te beantwoorden, verstandiger geweest.
Nu wordt de opmars van 6 naar 17 op z'n minst hinderlijk voor wit.

30...6-11(!) 31.49-43 11-17(!) 32.43-38 13-19(!) 33.44-39 1-6(!)
Image

Opnieuw zo'n speldenprikje dat de tegenstander voor allerlei (opbouw)
problemen plaatst. Zo kunnen, in verband met de wending 4-10 en 6-11+,
de schijven 37 en 39 niet spelen. Bovendien moet wit op 38-33 rekening
houden met afwikkelingen als 4-10 en 35-40.

Nu is het waar dat 34.38-33 op dit eigenste moment nog niet onspeelbaar
is, omdat wit na 34...4-10(?) 35.15x4 35-40 36.4x11 40x47 gedwongen
maar sterk 37.11-28! doet: 37...19-24(??) is dan uitgeschakeld door het
geestige 38.39-33!!, 39.28-23!!, 40.27-21 en 41.31x2 +.
Maar na 34.38-33 17-21(!) zou hij verplicht zijn op te stoten met 35.27-22
18x27 36.31x22, daar 35.37-32? materiaal verliest door 35...4-10! en
36...21-26 +.

34.48-43 19-23!
Image

Maar dit is allang geen speldenprik meer: veeleer hebben we hier met
een regelrechte oorlogsverklaring te maken! Immers: 'normale' zetten
heeft wit niet meer, getuige de volgende variantjes:

1) 35.38-33? 4-10! 36.15x4 35-40! 37.4x11 40x49! 38.11-22 (er is niet
beter) 38...49x21 39.22-4 (of 39.22-18 23-28! en 40...8-12 +) 39...12-17!
40.31-26 8-12! 41.4-18 21-32!! 42.37x19 12x14 met schijf- en partijwinst.

2) 35.50-44? 4-10!! (ook nu) 36.15x4 23-29! 37.4x11 29x49 38.11-2
35-40! 39.2x44 49x35 en zwart heeft een winnende dam-voor-twee-
stukken.

35.27-22(!)

Derhalve de enige.

35...17x28 36.31-27?
Image

Maar dit is niet het beste vervolg.
Wit had de geofferde schijf beter direct kunnen terugwinnen met
36.38-33(!) Bijvoorbeeld 36...8-13 37.33x22 18x27 38.31x22 3-9
39.42-38(!) 23-29 40.34x23 13-18 41.22x13 9x29 42.37-32(!) en het
gevaar van een vijandelijke doorbraak-naar-dam lijkt bezworen.

Thijssens plan om schijf 28 middels 36.31-27, 37.37-31 en 38.27-21
zodanig te heroveren dat de zwarte randschijven op 25 en 35 nimmer tot
leven komen, blijkt niet te realiseren, althans nìet bij de adequate manier
waarop Meijer reageert:

36...6-11!
Image

Zo houdt zwart zijn voordeel vast.
Het voor beiden sterkste vervolg luidt nu namelijk 37.38-33 8-13
38.33x22 23-29! 39.34x23 18x29,
Image
analysediagram

waarna zwart een even sterke als kansrijke aanval tegen de witte rechter
vleugel in handen heeft. Maar of die aanval hem in alle varianten de winst
zou hebben gebracht, laat zich zelfs na uitvoerige analyse onmogelijk
vaststellen. Ter illustratie geef ik slechts drie spelgangen; uit twee
daarvan komt zwart zegevierend te voorschijn, in de laatste daarentegen
ontsnapt wit als door een wonder:

40.42-38 29-34 (het is goed te bedenken dat dit maar één van de vele
speelwijzen is, al betreft het natuurlijk wèl het meest voor de hand
liggende plan) 41.39x30 25x34 42.36-31 34-40 43.31-26 40-45 44.43-39
(belet 44...35-40 nog even door 45.50-44! en 46.38-33 =) 44...3-9 (in
aanmerking komt ook 44...11-17 45.22x11 16x7)
Image
analysediagram

en nu:
1) 45.38-33? 12-17!! en nu een laatste splitsing:

1.1) 46.37-31 17x28 47.33x22 13-18! 48.22x13 9x18 49.39-33
(of 49.26-21 35-40! +) 49...11-17! 50.33-29 35-40 51.29-24 40-44
52.50x39 45-50 53.39-34 en nu zou zelfs al 53...4-10(!!) en 54...17-21! +
kunnen.

1.2) 46.33-28 35-40! en wit lijkt niet beter te hebben dan met 47.50-44 en
48.28-23 enz. te vluchten in een (verloren) 6x4 dammeneindspel.

2) 45.38-32! (om 45...12-17 met 46.39-34! 17x28 47.32x23 = te kunnen
beantwoorden) 45...13-18 46.22x13 9x18 47.32-28 11-17 48.39-33/34!
35-40 49.33/34-29! 40-44 50.50x39 45-50 51.39-33! 18-22 (er dreigde
52.29-23!, 53.37-31 en 54.27x7 =) 52.27x7 17-22 53.28x17 50x2
54.29-23! 2-13 (zwart lijkt nu op winst te staan, bijvoorbeeld 55.37-32?
13-36! enz. +; maar 55.37-31!! 13x36 56.26-21!! 16x27 57.23-18
36-31/41(!) 58.15-10! en 59.18-12 =.

Maar Thijssen, die het - als zo vaak - te kwaad heeft met de klok
(2 minuten voor 14 zetten!!), heeft domweg geen tijd meer om welke
wonderbaarlijke redding dan ook boven tafel te krijgen:
Image


37.37-31??

Een blunder die de partij een abrupt einde doet nemen.

37...23-29!!

Dit was de (verborgen) bedoeling van Meijers vorige zet. Zonder
38.34x32 4-10! 39.15x4 12-17 40.4x22 17x48 + af te wachten, gaf
Thijssen zich gewonnen.

Copyright: Sijbrands, T.


Hein Meijers finest hour
de Volkskrant, Denksport, 15 december 2001
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Vorige week liet ik zien hoe Hein Meijer, die in de jongste editie van het
Bijlmer-toernooi op de met Samb en Tsjizjov gedeelde tweede plaats
eindigde, toernooiwinnaar Thijssen versloeg. Maar zijn finest hour
beleefde Meijer ongetwijfeld in de vierde ronde van de ijzersterk bezette
tienkamp, toen hij oud-wereldkampioen Guntis Valneris gedecideerd naar
de nederlaag speelde. Het meest verbazingwekkende aan die partij,
waarin Meijer in zowel sportief als speltechnisch opzicht een regelrechte
topprestatie neerzette, was wel dat Valneris niet eens aan een (dammen)
eindspel toekwam: na nog geen drieënhalf uur spelen (de bedenktijden
luidden 1.45 om 1.43) was alles over!

Valneris-Meijer

(Bijlmer-toernooi 2001)

1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.34-30 14-19 5.40-34 5-10
6.30-25 10-14 7.33-29 17-22
Image
8.44-40 22-27 9.31x22 18x27 10.29x18 12x23 11.32x21 16x27
Image
12.41-37 7-12 13.50-44 1-7 14.46-41 12-18 15.39-33 8-12 16.44-39
11-17 17.37-31 6-11 18.31x22 17x28 19.33x22 18x27
Image
20.41-37 13-18 21.38-33 9-13 22.34-30 4-9
Image
23.39-34 11-17 24.43-38 17-21 25.34-29 23x34 26.40x29 19-23
27.49-44 23x34 28.30x39
Image
18-23 29.39-34 12-18 30.44-40 14-19 31.25x14 9x20
Image
32.33-29 3-9 33.37-31 2-8 34.31x22 18x27 35.29x18 13x22
36.38-33 9-14 37.42-37 8-13 38.48-42
Image


38...20-24!
Image




Dwingt wit tot een hoogst onaangename keuze tussen 39.34-29 en
39.34-30. Maar dit laatste verliest zeker, getuige de varianten die na
39...13-18 40.42-38 18-23 mogelijk zijn:
Image
analysediagram

1) 41.40-34 23-29! 42.34x23 19x39 43.30x10 15x4 44.45-40 21-26
(zonder vrees voor 45.37-32 39-43! +) 45.40-34 39x30 46.35x24
22-28! enz. +.

2) 41.37-32 23-28! 42.32x23 19x39 43.30x10 15x4 44.40-34 39x30
45.35x24 22-28! 46.24-19 4-9! 47.45-40 28-32 met winst, onder meer
omdat zwart op 48.19-13 niet met schijf 9 slaat (49.36-31! =) maar in
plaats daarvan 48...32x43!! 49.13x4 21-26/43-48 + doet.

3) 41.47-42 21-26 42.30-25 23-28! 43.33-29 24x33 44.38x29 19-23!
45.29x18 22x13 46.42-38 (anders 46...28-33! +) 46...26-31! 47.37x26
28-32 enz. met winnende doorbraak naar dam.

Image

39.34-29 14-20 40.40-34 7-12 41.33-28 22x33 42.29x38 12-18
Image

43.45-40 18-23! 44.37-31
Image

Relatief hardnekkiger was 44.34-30 20-25 45.40-34, al had zwart dan
vermoedelijk eveneens gewonnen.

44...20-25 45.31x22 24-30 46.35x24 19x39 47.36-31 25-30 48.42-37
Image

Valneris speculeert nog even op 48...30-35??, waarop wit met 49.47-41!,
50.38-33! en 51.31-27 alsnog zou ontsnappen.
Maar na Meijers adequate reactie is de witspeler volmaakt kansloos.
Daarom had hij iets beter 48.31-26 kunnen proberen. Al twijfel ik er niet
aan dat zwart ook in dat geval zou hebben gewonnen, zeker na
48...21-27! 49.22x31 30-35 50.40-34 39x30.
Image
analysediagram

Twee spelgangen ter illustratie:

1) 51.38-32 23-29! (om wit geen gelegenheid tot 52.32-28! en 31-27x17
te geven) 52.26-21 35-40 53.21-17 40-44 54.17-11 (op 54.17-12 volstaat
54...44-50! 55.12-7 15-20!, bijvoorbeeld 56.7-1 30-34 +) 54...44-49
55.31-27 13-18! 56.11-6 (of 56.42-38 18-22/29-33! en 57...29-33/18-22+)
56...18-22 57.27x18 49x9! 58.6-1 (er dreigde 9-18-1) 58...9-3! 59.1x25
15-20 60.25x14 3x25 +.

2) 51.38-33 23-29! 52.33x24 30x19 53.26-21 35-40 54.21-17 40-44
55.17-11 44-49! 56.11-7 19-24! (verhindert damhalen op zowel 1 als 2)
57.47-41 13-18! 58.41-36 18-23 59.31-26 49-40! 60.42-37/38 23-28!
61.7-1 40-45 en na het gedwongen 62.37/38-32 28x37 63.1-6 37-42 enz.
wint zwart probleemloos door overmacht.

48...23-29!
Image

Meijer laat zich niet de geringste onnauwkeurigheid ontglippen.

49.37-32 30-35 50.31-27 35x44 51.27x16 44-50

Wit geeft het op.


Copyright: Sijbrands, T.
Post Reply