Voordracht van Driek van Wissen bij de afsluiting van het Kroda NK 2005 in Groningen op 16 april 2005:
Waarde vrienden van de nobele damsport,
Toen onlangs de perschef van dit kampioenschap mij verzocht om hier bij de afsluitende bijeenkomst enige stichtelijke woorden tot u te richten, heb ik onmiddellijk ja gezegd, maar dat niet zozeer omdat ik, sinds kort, dichter deze vaderlands ben, maar vooral omdat ik, sinds jaar en dag, als schoolmeester een karig belegde boterham verdien en als schoolmeester op jaren kun je natuurlijk een oud-leerling niks weigeren.
Maar anders had ik het, laat ik maar zeggen waar het op staat, waarschijnlijk niet gedaan. En daar had ik zo mijn redenen voor gehad. Op de eerste plaats de naam van dit kampioenschap, "het Kroda NK dammen 2005". Het Kroda-toernooi, dames en heren, hoe verzin je het? Nou ja, het antwoord ken ik wel, dat verzin je niet zelf als organisatie, dat doet je alleen maar om de goedgevige persoon die met een vrachtwagen vol euro's hier langs is geweest te vriend te houden, voor wat hoort wat, zeggen ze hier in Groningen. Dat was vroeger al zo met het beroemde brintatoernooi. Maar het gaat er mij vooral om wat voor bedrijf hier achter steekt. Die brinta bijvoorbeeld kon mijn goedkeuring nog wel wegdragen, al is mijn jeugd daar ook voor een groot deel door verpest. Maar brinta daar werd je sterk van en sportief, daar kon je zelfs een elfstedentocht mee winnen. Maar wat moet ik nou met Kroda? Ik had er trouwens nog nooit van gehoord. Maar in het programmaboekje las ik met wat voor bedrijf we hier van doen hebben. Kroda, dames en dammers, is een vleesveredelingsbedrijf.
Een vleesveredelingsbedrijf, ik wist eerlijk gezegd niet eens dat je vlees kunt veredelen. En dat je bij Albert Heyn naast de ordinaire vleeswaren ook biefstukken en karbonades kunt kopen die van adel zijn. En ik vraag mij ook af of ik die edele biefstukken en karbonades wel zou kopen, want het klinkt me nogal onnatuurlijk en dubieus in de oren. Want dat je vlees eventueel edel kunt maken ken ik bij nader inzien alleen bij aangeschoten wild, bij herten en hazen. Dat vlees moet je geloof ik een paar dagen buiten laten luchten, dan wordt het adellijk, maar dat betekent in feite dat je het gewoon een beetje moet laten wegrotten.
Daar komt nog bij dat ik ook een taalkundig bezwaar heb tegen het zogenaamde veredelen. Dat zit 'm in de woordvorming. Veredelen bestaat namelijk uit het werkwoord "edelen", iemand edel maken, en het voorvoegsel "ver". Maar dit voorvoegsel "ver" heeft in principe altijd een negatieve betekenis. Vergelijkt u maar eens de volgende woordparen, woorden met en zonder "ver-": gissen en vergissen, dwalen en verdwalen, gokken en vergokken. In alle gevallen maakt het voorvoegsel "ver-" het er niet beter op, dan gaat er iets mis. Zo kan men ook geld beuren en het verbeuren en een vrouw kan een man leiden en hem verleiden. En mijn kapper heeft mij laatst volledig verknipt, mijn huisarts heeft mij dikwijls naar de verkeerde specialist verwezen en, het spijt me dat ik het zeggen moet, prinses Margriet is onderhand totaal ver-pieterd. En dus betekent ver-edelen ook verkeerd edel maken. Zo behaagt het Hare Majesteit bijvoorbeeld elk jaar bij gelegenheid van haar moeders verjaardag een aantal personen door middel van een lintje tot ridder te slaan, dan edelt zij deze mensen, maar als daar laat ons zeggen een graaiende topmanager bij is die net weer een bonus van 1 miljoen euro heeft opgestreken of een dammer die het NK dammen alleen maar ziet als een goede gelegenheid om flink te gaan stappen, dan maakt zij de verkeerde mensen edel, dan ver-edelt zij hen.
Maar al deze bezwaren zijn nog tot daar aan toe. Een nog principiëlere misstap vind ik het feit dat een nationaal kampioenschap in een denksport, dat naar mijn idee een hommage dient te zijn aan de menselijke geest, een kampioenschap waarin juist de geest veredeld wordt, zijn naam leent aan een bedrijf, hoe sympathiek ook op zichzelf, dat niet verder komt dan het vlees, of dat nou edel is of niet. En zo worden door dit onoverbrugbare dualisme waarschijnlijk bepaalde vooroordelen tegen het dammen an sich, die volgens mij nog vrij algemeen bestaan, nog weer eens bevestigd en versterkt.
Vooroordelen die ik zelf ook tot voor kort gekoesterd heb. Maar het komt natuurlijk omdat ik het damspel nooit echt onder de knie heb gekregen. Goed, ik weet wel dat je een damschijf schuin naar links of rechts moet schuiven en dat meerslag geldt voor damslag of omgekeerd en dat dammen een heel inefficiënt spel is omdat het gespeeld wordt op een bord met honderd velden waarvan er maar vijftig gebruikt worden, maar de diepere geheimen van uw veredelde sport zijn mij nooit deelachtig geworden. Dat komt natuurlijk omdat ik in mijn vroege jeugd geen oom Jan heb gehad die, zoals het hoort, zijn neefje leerde dammen. Of beter gezegd, ik had wel een oom Jan en die vrijgezelle oom Jan nodigde mij ook wel regelmatig uit bij hem thuis waar hij mij zou leren dammen, maar wat hij dan voor de dag haalde waren geen dambord plus schijven, maar vieze boekjes. En toen mijn oppassende ouders daar eenmaal achter kwamen verboden ze mij per direct alle omgang met ome Jan, die mij zou leren dammen. En zo is het gekomen.
Ik heb het trouwens ook altijd een raar woord gevonden, dammen. We hebben hier namelijk te maken met een stuitende versimpeling van de werkelijkheid. Een dam, dat weet ik ook nog wel, krijg je in uw geval namelijk als je reglementair verantwoord twee schijven op elkaar zet, dus je kunt al een dam bouwen met twee damstenen. Leg dat maar eens aan echte dammenbouwers uit in Bangladesh of zo, dan vraag je om overstromingen. Nee, de illusie dat je met twee stenen een fatsoenlijke dam kunt aanleggen is even groot als de gedachte dat je met twee bakstenen een muur kunt bouwen of dat je met twee druppels een glas bier kunt vullen.
Wel, ook deze taalkundige analyse draagt mijns inziens bij tot het al eerder genoemde vooroordeel jegens de damsport, het vooroordeel dat het eigenlijk maar een onnozel en simpel spelletje is. Ik zeg bewust spelletje, omdat dat woord een duidelijke gevoelslading heeft. Als je dammen betitelt als een spelletje en niet als een denksport, is dat voor u in wezen een belediging, dan neemt men de bezigheid niet voldoende serieus. En ik neem dan ook aan dat u zich tegen zulk een benaming verzet, al is het wellicht beter de kwalificatie als een soort geuzennaam op te vatten. Het is vergelijkbaar met de sport tafeltennis, die ook vaak door onwetende buitenstaanders geringschattend wordt aangeduid als pingpong. Daar heb ik zelfs ooit een gedicht over geschreven dat mutatis mutandis, dat is Latijns, volgens mij zeer toepasselijk is. Ik zal het tussen neus en lippen door even laten horen. Het gedicht is getiteld "Pingpong" en luidt als volgt:
Wanneer in plaats van tafeltennis
Van pingpongspel gesproken wordt,
Zegt men dat het de spreker schort
Aan eerbied en sportieve kennis.
Want wie een rechtgeaarde fan is
Doet heus zijn favoriete sport
- Zo redeneert men - niet te kort
Door zulk een vorm van heiligschennis.
Toch is het juist dit vooroordeel
Waarom ik mij maar liever reken
Onder de lasteraars en leken
En mijn deskundigheid verheel.
Ik blijf gewoon van pingpong spreken
Wanneer ik tafeltennis speel.
Wel, waarde damvrienden, met mutatis mutandis van zo-even bedoelde ik dat u ook met opgeheven hoofd in dit gedicht het woord tafeltennis zou kunnen vervangen door damsport en pingpong door spelletje. Laat ze maar kletsen, zou ik zeggen. Want die vooroordelen, daar moet u zich maar niet te veel van aantrekken. Vooroordelen, ik zei het al, die ik zelf ook tot voor kort gekoesterd heb. Dat komt natuurlijk omdat ik na de traumatiserende ervaringen met oom Jan mij enigermate bekwaamd heb in het schaakspel. En wij schakers zien in onze hoogmoed met onverholen minachting neer op de arme stakkers die doorgaans met opgespaarde en zwart of wit geverfde bier- of coladopjes misbruik maken van de b-kant van ons prachtige schaakbord. Want het damspel kan natuurlijk niet tippen aan de schaaksport. Niet alleen maken wij wel functioneel gebruik van alle velden, schaken is, tenminste dat dacht ik, ook veel moeilijker omdat wij gebruik maken van zeer verschillende stukken met zeer verschillende verplaatsingsmogelijkheden. En het voorstel van Bobby Fischer, die het schaken een nieuwe impuls wil geven en daarom de schakers de vrijheid wil gunnen om al hun verschillende stukken bij de beginopstelling een eigen voorkeursplaats te geven, zou bij het dammen vanwege de saaie uniformiteit niets maar dan ook niets uithalen.
Nu ik het toch over Bobby Fischer heb, kom ik ook automatisch bij een ander zij het verwant vooroordeel. Want u kunt van Bobby Fischer zeggen wat u wilt, maar gek is hij in elk geval. En hij is geen uitzondering. Een beetje goeie schaker is, dat is althans de algemene overtuiging, behoorlijk onaangepast en geschift. Hoe vreemder hoe beter zullen we maar zeggen. Maar dammen is, zo redeneert men, een simpel en saai spelletje en dus zijn dammers ook simpele en saaie figuren, daar is geen lol aan te beleven. Ik moet u eerlijk bekennen, waarde damvrienden, dat ik er enige jaren geleden zelfs een gedicht aan heb gewijd. Dat was als ik het wel heb ik toen mij ter ore kwam dat er toen tijdens het NK dammen dopingcontroles werden uitgevoerd, iets wat ik overigens tot op de dag van vandaag nog steeds tamelijk lachwekkend vind. Goed, hoe het ook zij, ik schreef toen een versje, getiteld "Gatver dammen!" En dat versje gaat als volgt:
Ze zitten als versteen achter hun bord
Met starre blik en zwaarvergroeide lijven
Hun geest gevuld met veertig platte schijven;
Ja, dammen is de allersaaiste sport.
En daarom vind ik die controles jammer.
Een beetje dope zou goed zijn voor een dammer.
Goed, dat schreef ik toen, Ik weet nu wel anders. Wat die zogenaamde saaiheid van de dammers betreft heb ik vooraf zoveel inside-informatie gekregen dat ik het genoemde vooroordeel voor alle deelnemers aan dit NK stuk voor stuk met vaak opmerkelijke en pikante bijzonderheden zou kunnen weerleggen, maar om redenen van privacy zal ik dit niet doen, ik ben tenslotte niet in dienst bij SBS6. Maar u kent ongetwijfeld de verhalen zelf.
Maar ook het vooroordeel ten aanzien van de damsport op zichzelf valt gemakkelijk onderuit te halen. In vergelijking met schaken is dammen, daar ben ik inmiddels wel achter, in wezen veel moeilijker. Er zijn argumenten te over, je hoeft het programmaboekje van dit NK maar op te slaan en je hebt er al een. Daar las ik immers dat de hoofdsponsor, u weet wel van Kroda bv, de oprichter/directeur/eigenaar eerst fanatiek geschaakt heeft, toen enkele jaren gedamd heeft, maar - ik citeer - "dammen doet hij nu niet meer". De conclusie ligt voor de hand: dammen was voor deze vleesveredelaar te moeilijk, hij is maar weer gewoon gaan schaken en vanuit een soort schuldgevoel, omdat hij het dammen zo deerlijk onderschat heeft, heeft hij zich voorgenomen de damsport tot het einde der tijden te sponsoren.
Ook moet ik in deze kwestie denken aan de beroemde Nederlandse schaker Jan Hein Donner, u kent hem wellicht nog, die ooit een opzienbarend artikel heeft geschreven met als titel: "Waarom vrouwen niet goed kunnen schaken". Hij had er geloof ik allerlei redenen voor, maar het kwam er natuurlijk stiekem op neer dat vrouwen daar te dom voor zijn. Maar zie, vandaag de dag strijden in de schaaksport de vrouwen mee tot op het hoogste niveau, er zijn voorbeelden te over. Maar volgens mij is dat bij dammen nog niet het geval. Conclusie: vrouwen zijn niet te dom om heel goed te kunnen schaken, hoogstens om heel goed te kunnen dammen. Want dammen is moeilijker.
En dat komt natuurlijk gek genoeg door de simpelheid, tenminste de ogenschijnlijke simpelheid. De schijven zijn allemaal hetzelfde, de verplaatsingsmogelijkheden zijn beperkt, een kind kan de was doen, zou je denken. Maar u hier weet allemaal wel beter, de eenvormigheid en beperktheid van het damspel leidt juist tot veel grotere diepgang. Daarom staat het record simultaan blind spelen, als ik goed ben ingelicht, bij schaken ook veel scherper dan bij dammen. Niet omdat schakers slimmer zijn, nee, omdat dammen een veel grotere geestelijke inspanning vergt.
Het is eigenlijk pas kort geleden, geachte toehoorders, dat ik tot dit inzicht gekomen ben. En wel door een zeer persoonlijke ervaring. Het is u wellicht bekend: enige tijd geleden ben ik op ordentelijke democratische wijze verkozen tot dichter des vaderlands, een fraaie zij het enigermate ironische eretitel, die eigenlijk niet zo verschrikkelijk veel voorstelt, maar daar gaat het nou niet om. Wat ik wil zeggen is dat mij uitverkiezing in de zogenaamd betere literaire kringen nogal wat commotie heeft gewekt: verbazing, afkeer en vooral waarschijnlijk jaloezie. En daar is ook over geschreven. Men vond mijn poëzie welbeschouwd maar niks, ik werd neergezet als een onnozele rijmelaar die niets meer kon dan af en toe een uiterst simpel versje afscheiden. Elke diepgang was mij naar hun idee vreemd. En toen ik dat las, werden de zaken mij opeens duidelijk. Ik zag hier, mutatis mutandis, dat is wederom Latijns, dezelfde opstelling als van de schaker tegenover de dammer. Het lijkt allemaal zo eenvoudig en rechtlijnig, we doen niet moeilijk, het is goed te volgen, maar pas op, er steekt een heleboel achter. En doe het maar eens na. Dus al die elitaire literaire critici die mij tevergeefs natuurlijk probeerden neer te sabelen waren vergelijkenderwijs in feite de zelfingenomen schakers die onterecht neerzien op het dammen en ikzelf, ik ben eigenlijk de dammer onder de dichters. Eenvoud, ogenschijnlijke eenvoud, is kennelijk altijd verdacht. En even goed zou ik dus bijvoorbeeld Jan Marijnissen de dammer onder de politici kunnen noemen, Hennie Huisman de dammer onder de tv-presentatoren en Jaap Stam de dammer onder de voetballers. Als u begrijpt wat ik bedoel.
Dus uiteindelijk is er niks van mijn vooroordelen overgebleven, integendeel, en ben ik blij dat ik toch ja gezegd heb op het eervolle verzoek om hier een afsluitend woord tot u te richten. Ik voel immers een warme verwantschap. Lang leve de damsport, zou ik zeggen, en dat er nog maar veel mooie Nederlandse Kampioenschappen mogen volgen, al worden ze ook gesponsord door een vleesveredelingsbedrijf, het doel heilig uiteindelijk de middelen. En ik hoop ook maar, al heb ik het toernooi niet gevolgd, want ik kan nog steeds niet dammen, dat dit NK een mooi NK geweest is en dat dit NK, om met de woorden van uw voorzitter uit het programmaboekje te spreken, "een eigen plaats krijgt op de ranglijst van de mooiste kampioenschappen." En al snap ik bij god niet hoe je ooit zo'n ranglijst zou kunnen opstellen, ik neem aan dat het net zo gaat bij de Olympische Spelen. Daar worden bij de afsluitingsceremonie de Spelen van dat moment onveranderlijk uitgeroepen tot de beste Spelen tot nu toe. En daarom denk ik ook dat we straks het glas kunnen heffen op de beste Kroda NK Dammen 2005 tot nu toe.
Ik dank u voor uw aandacht.
Groningen, 16 april 2005

Poëzie en proza
- Klaas van der Laan
- Posts: 898
- Joined: Wed Sep 24, 2003 13:19
- Real name: Klaas van der Laan
Re: Poëzie en proza
Ik kende tot nu toe alleen het versje. Dat was grappig, ook al vond ik het een messteek in de rug van de damliefhebber. Nu ik de hele toespraak heb kunnen lezen, is Van Wissen zeer in mijn achting gestegen. En de afsluiter is ronduit geweldig.Klaas van der Laan wrote: Voordracht van Driek van Wissen bij de afsluiting van het Kroda NK 2005 in Groningen op 16 april 2005:
Waarde vrienden van de nobele damsport (...)
En daarom denk ik ook dat we straks het glas kunnen heffen op de beste Kroda NK Dammen 2005 tot nu toe.
... And I'll bury my soul in a scrapbook...
Leonard Cohen
Leonard Cohen
- Klaas van der Laan
- Posts: 898
- Joined: Wed Sep 24, 2003 13:19
- Real name: Klaas van der Laan
Schaaksonnet
Gisteren gelezen in het Dagblad van het Noorden:
Vier uren is de toegemeten tijd
voor het volvoeren van de veertig zetten
Ik buig mijn hoofd en richt mij naar de wetten
van deze kleine maat van eeuwigheid.
Door die beperking voel ik mij bevrijd-
ontkomen aan de netelige netten
van donkere dagelijksheden die beletten
dat ik mij aan het heldere in mij wijd.
Dit zijn de stille uren die ik steel-
ik zoek en vind een wijkplaats, elke keer
als zorg en onrust zich te heftig melden.
Het tikken van de schaakklok wordt een deel
van helende geborgenheid wanneer
de wereld krimpt tot vierenzestig velden.
(Bert Meijer, oktober 1992)
Vier uren is de toegemeten tijd
voor het volvoeren van de veertig zetten
Ik buig mijn hoofd en richt mij naar de wetten
van deze kleine maat van eeuwigheid.
Door die beperking voel ik mij bevrijd-
ontkomen aan de netelige netten
van donkere dagelijksheden die beletten
dat ik mij aan het heldere in mij wijd.
Dit zijn de stille uren die ik steel-
ik zoek en vind een wijkplaats, elke keer
als zorg en onrust zich te heftig melden.
Het tikken van de schaakklok wordt een deel
van helende geborgenheid wanneer
de wereld krimpt tot vierenzestig velden.
(Bert Meijer, oktober 1992)
Flow with the Go
- Klaas van der Laan
- Posts: 898
- Joined: Wed Sep 24, 2003 13:19
- Real name: Klaas van der Laan
Schaakpoëzie
Bij het opsporen van bovenstaand sonnet ontdekte ik een prachtig site met veel schaakpoëzie enz.: http://www.scacchis.nl/
Ook interessant voor dammers.
Ook interessant voor dammers.
Flow with the Go
Re: Schaakpoëzie
Wanneer de wereld krimpt tot 64 veldenKlaas van der Laan wrote:Bij het opsporen van bovenstaand sonnet ontdekte ik een prachtig site met veel schaakpoëzie enz.: http://www.scacchis.nl/
Ook interessant voor dammers.
Mooi geformuleerd!
Heaven is no location, but a state of mind