Piet Bouma wrote: Effecten zijn niet zo goed te voorspellen, zoals Henk Stoop stellig suggereert. Hangt er ook weer vanaf hoeveel partijen men in een kwartaal speelt.
Het beste is zoiets met praktijkvoorbeelden aan te geven.playforstacks wrote:Met een beetje logica kun je wel verzinnen dat per kwartaal de rating over een grotere periode langzamer stijgt en dat een jeugdspeler die steeds beter word minder snel op zijn werkelijk rating terecht komt.
1. per kwartaal zal de turbo-factor aanzienlijk kleiner zijn dan per jaar + er word het kwartaal erna van een hogere nieuwe rating uit gegaan wat er voor zorgt dat je minder rating wint omdat er van een hogere rating wordt uitgegaan.
Code: Select all
Stan Brink Aanvang Wed Punten Verw. Sc. Gem. Trat TPR Turbofact Factor Stijging Eindrating
seizoen 2011/2012 900 29 38 18,52 1056,83 1170,83 18,54 18,54 361,16 1261
3e kwartaal 2011 900 16 21 10,87 1047,75 1162,75 18,14 16 183,73 1062
4e kwartaal 2011 1062 5 10 5,76 1019,33 1414,33 22,62 7,5 31,82 1094
1e kwartaal 2012 1094 3 3 3,18 1072 1072 nvt 7,5 -1,38 1093
2e kwartaal 2012 1093 5 4 4,49 1128 1056 nvt 7,5 -3,68 1089
Jan Groenendijk Aanvang Wed Punten Verw. Sc. Gem. Trat TPR Turbofact Factor Stijging Eindrating
seizoen 2011/2012 1190 41 54 42,2 1176,56 1293,56 10,18 10,18 120,1 1310
3e kwartaal 2011 1190 10 14 6,76 1046,4 1196,4 nvt 7,5 54,3 1244
4e kwartaal 2011 1244 9 12 9,43 1219,4 1342,4 nvt 7,5 19,3 1263
1e kwartaal 2012 1263 4 2 4,28 1237,25 1044,3 nvt 7,5 -16,7 1246
2e kwartaal 2012 1246 18 26 19,29 1213,95 1380,9 11,75 11,75 78,8 1325
De berekening van Stan Brink (roadrunner van het vorige seizoen, d.w.z. dat hij de hoogste stijging had van alle spelers) in kwartalen geeft de stelling van Henk Stoop en playforstacks perfect weer.
Stan krijgt alleen in het 3e kwartaal 2011 een turbofactor mee en moet het bij de overige kwartalen doen met de factor 7,5. Met betrekking tot het 4e kwartaal 2011 moet opgemerkt worden, dat de turbofactor nooit hoger mag worden dan het aantal partijen (huidige systematiek) en dat hij daardoor terugvalt op de factor 7,5 (standaard voor spelers met minder dan 125 partijen). Dat bedoelde ik ook wel een beetje met hangt er van af hoeveel partijen je in een kwartaal speelt. De laatste twee kwartalen valt Stan zelfs terug. Logisch ook wel, want toen waren zijn prestaties ook wat minder.
De berekening van Jan Groenendijk, een groot talent, en ook wel duidelijk dat die in rating moet stijgen, geeft een heel ander beeld.
De kwartaalberekeningen overstijgen uiteindelijk de jaarberekening!! Dat zijn dan die effecten, die je moeilijk kunt inschatten. Jan presteert in de eerste twee kwartalen redelijk (in 4e kwartaal 2011 net geen turbofactor). Derde kwartaal is gewoon slecht en hij zakt dan zelfs in rating. Het vierde kwartaal (dus 2e kwartaal 2012 met NK Junioren en Salou) presteert Jan bovenmaats met een TPR van 1381. En ondanks zijn hogere aanvangsrating (1246) krijgt hij een hogere turbofactor in dat kwartaal, dan over het gehele seizoen en haalt hij een eindrating van 1325 (ipv 1310 op basis van de jaarberekening).
Tja, wat moeten we daarmee. Verwachte logica komt dus niet uit. Het blijkt dat jeugdratingen op kwartaal zich anders gedragen dan op jaar. De een fors omlaag de ander nog hoger.
Eigenlijk zou je de eerste vijftig van de stijginglijst (mits gebaseerd op turbofactor) gewoon (maar zo gewoon is dat niet, want dit heeft mij in twee avonden al flink wat tijd gekost om dit in Excel vrijwel handmatig te berekenen – dus: fouten voorbehouden) eens op jaarberekening en kwartaalberekening moeten analyseren. En mogelijk moet je dat voor een paar jaar doen.
Eén opmerking nog: Stan Brink zijn rating daalt dit seizoen in het eerste kwartaal met maar liefst 50 punten.
En ook die van Nick Waterink (tweede op de stijgingslijst van vorig seizoen), zakt met 44 punten. Dan zou je bijna kunnen concluderen dat een jeugdrating gebaseerd op de jaarberekening met een turborating wel eens te ver door kan schieten. Maar evenzeer kan men natuurlijk zeggen dat het praktijkvoorbeeld van Jan Groenendijk geselecteerd en gezocht is. Dus echte conclusies zou je pas met veel meer onderzoek kunnen maken.
Maar stellig op basis van verwachte logica of gewoon een opmerking van “Iemand wiens speelsterkte stijgt heeft baat bij één keer per jaar een nieuwe rating en niet één keer per kwartaal.”, tja daar is de ratingsystematiek gewoon te complex voor.
Ik denk eigenlijk dat pas na zo’n 125 ratingpartijen (en daarna meestal die rustige factor 5) de rating(berekening) zich wat voorspelbaarder zal gedragen.
En dat is natuurlijk een mooi brugje naar de start van dit topic. Waarom worden vrouwenwedstrijden niet meegerekend in de algemene FMJD-rating? Want playforstacks ook veteranenwedstrijden boven de 50 jaar (ja, ik mag dit jaar eindelijk meedoen!) worden meegeteld in die algemene FMJD-rating. En daar ben jij ook gewoon voor uitgesloten. De eindstelling is gewoon: hoe meer waarnemingen, hoe nauwkeuriger de verwachte speelsterkte op rating. Dus niks staat de FMJD in de weg om die vrouwenwedstrijden mee te tellen.