Na zeven woelige jaren Damtitel weer in handen Guno Burleson
door Stan Herewood
Uit: SPRTSCOPE, 2/03/2011
Guno Burleson heeft in 2004 – een jaar waarin hij alles won wat te winnen viel – afstand gedaan van de damtroon. Daarna heeft hij zeven jaar op de reservebank gezeten, tot hij zondag opnieuw de troon besteeg als winnaar van het Persoonlijk Landskampioenschap dammen 2011.
Het verschil tussen het kampioenschap in 2004 en zijn jongste titel is volgens Guno Burleson dat 2004 een vruchtbaar jaar was. “Ik won tien toernooien. Dat was mijn meest succesvol jaar op nationaal gebied.”
dWT foto / Stefano Tull
Na zeven woelige jaren heeft Guno Burleson de damtroom opnieuw weten te bestijgen.-.
In de zeven woelige jaren tussen de twee kampioenschappen heeft de dammer in een zichtbaar emotionele stemming zijn pijlen gericht op toenmalige besturen van de Surinaamse Dambond. Die zouden hem de woestijn hebben ingejaagd, door wat hij noemt tegenwerking op raciale gronden. “Ik heb geen wrokgevoelens. De mensen denken dat mijn onthullingen te maken hebben met diepgewortelde onlustgevoelens.”
dWT foto / Claudio Barker
Guno Burleson (l) staat op het punt een zet te doen in de barragepartij tegen Rinaldo Kemnaad om het Persoonlijk landskampioenschap dammen 2011.-.
Hij blijft lang stilstaan bij wat hij typeert als het onrecht dat hem is aangedaan. Hij spreekt over bestuurlijke onderdrukking. “Ik begrijp dat de waarheid soms pijnlijk is om aan te horen. Ik heb liever tien vijanden dan dat ik de waarheid verzwijg.”
dWT foto / Stan Herewood
De top vijf van het Persoonlijk Landskampioenschap dammen 2011: Gaetano Nahar (vijfde), (vertegenwoordiger Gerson Bendt), Rinaldo Kemnaad (semikampioen), Guno Burleson (kampioen) en John Sadiek (vierde).-.
Burleson kondigt de verschijning van een boek aan. Daarin zal gedetailleerde informatie staan over de bestuurders bij de dambond en de mate waarin hij werd tegengewerkt.
De nieuwe kampioen schrijft zijn afwezigheid op het hoogste podium aan drie factoren toe: zijn eigen wedstrijdvorm, weggeefpartijen en de motivatie van spelers die toeneemt als ze tegen mij dammen en afneemt als ze tegen anderen dammen. “Het is een samenspel der dingen. Soms overheerst het ene het andere. Als ik me meer ga verdiepen, meer inzet, denk ik dat in de toekomst de negatieve factoren minder invloed zullen hebben op mijn prestaties.”
De claim op de titel heeft lang op zich laten wachten. “Ik heb de overtuiging niet onder te doen voor andere dammers en dat sterkte mij door te gaan, ondanks de tegenslagen. Zelfsuggestie helpt, want je speelt dammers weg en dan gaat het opeens mis door weggeefpartijen. Als de eerder door mij genoemde factoren een rol spelen en je weet dat je harder moet werken om daarvan niet afhankelijk te zijn, lukt het wel de tegenslagen te verwerken.”
Tijdens het Persoonlijk Landskampioenschap dammen 2011 in de Vereniging Officiers Sociëteit (VOS) kreeg Burleson veel ondersteuning van personen als Frank Playfair, Rudi Waldring, Romeo Maatsen en Giwani Zeggen, die hem dagelijks belden.
Het kampioenschap is onmiddellijk na de titelstrijd tot de kleine uren gevierd in de VOS. Vanuit het buitenland kwamen felicitatieboodschappen.
Zijn moeder, vriendin en zoon waren de eerste personen die hij het blijde nieuws via de telefoon bracht. “Niet alleen bij mij was de spanning gebroken, maar ook zij zaten vol spanning te wachten op het verlossende telefoontje dat grote opluchting bracht. Ik voelde de vibratie via de telefoon, een grote opluchting.”
Organisatie
De titelstrijd werd in een sudden death sneldampartij beslist, omdat Burleson en Rinaldo Kemnaad na de laatste ronde elk met zestien punten waren geëindigd. Omdat ook de denkpartij remise eindigde, moest de sudden death-ontmoeting de doorslag brengen.
Burleson heeft moeite met het aantal barragepartijen. Op een algemene ledenvergadering zegt hij hierop gewezen te hebben. Hij stelde drie denkpartijen voor en bij remise drie sneldampartijen van tien minuten. En pas als er dan nog geen winnaar was, zou sudden death toegepast moeten worden.
Burleson vond het toernooi sterk bezet. “Partijen zijn geanalyseerd en met trots kan gezegd worden dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat partijen zijn weggegeven. Het is een onbevlekt toernooi geweest in tegenstelling tot het vorig jaar, toen tien dammers partijen hadden weggegeven. Dat heeft me de das omgedaan. Het doet pijn. Ik ben toen vijfde geworden.”
Volgens de kampioen was dat van vorig jaar geen unicum. “In 1991 was er sprake van een groot omkoopschandaal en kwamen er harde bewijzen op tafel. In 2010 ging het om favoritisme om anderen te benadelen. Ze zullen in het reine moeten komen met hun geweten.”
Burleson heeft een goed gevoel overgehouden dit jaar na de partijen tegen Dheeradjdutt Somai, Harrypersad Laldjietsingh en Hugo Kemp. “Somai heb ik hardhandig aangepakt en heel mooi weggespeeld. Dat geldt ook voor Laldjietsingh en Kemp, die een taaie tegenstander was.” De kampioen praat vol lof over de progressie die jeugddammer Gaetano Nahar doormaakt.
Over de organisatie van het toernooi in de VOS merkt Burleson op dat er voortaan alles aan moet worden gedaan om in een hotel te kunnen spelen, omdat het veel meer rust geeft en er minder lawaai is. Door andere activiteiten in de VOS was er geluidsoverlast, wat soms dammers uit hun concentratie haalde. De plaats waar gespeeld wordt geeft ook cachet aan het toernooi.
Damliefhebbers van hoog tot laag wonen de wedstrijden bij. Het aanbrengen van grote demonstratieborden kunnen overlast door het publiek voorkomen, omdat de toeschouwers op een grotere afstand de partijen kunnen volgen.
Burleson geeft ook de voorkeur aan betere geldprijzen. Hij stelt voor 1.000, 600 om 400 US dollar voor de eerste, tweede en derde plaats.
Pan-Am
Het Pan-Amerikaans kampioenschap staat voor de deur. Het regionaal toernooi vindt van 14 maart tot en met 1 april plaats op Curaçao. De Nederlandse Internationaal Grootmeester en ex-wereldkampioen Harm Wiersma zal Burleson en semikampioen Rinaldo Kemnaad tot aan hun vertrek klaarstomen.
Burleson hoopt niet dat dezelfde cd zal worden afgedraaid over het gaan naar het toernooi en zorgen dat winst wordt behaald, zonder een optimale voorbereiding. “Willen de mensen dat dammers het maximale halen uit de Pan-Am-wedstrijden, dan zal er niets moeten ontbreken aan de voorbereiding.”
Burleson stelt dat hij nog twee weken de tijd heeft om zich voor te bereiden. “Tijd speelt een rol, evenals de faciliteiten. De voorbereiding is de basis voor prestaties. Een vriend zei tegen mij: ‘den man wan sen’ yu fu kis’ tigri nanga anu’. Ik kan geen prognose doen. Pas als de voorbereiding prima is.”
Professioneel
Over inrichting van een professioneel damleven merkt Burleson op dat, wat de faciliteiten betreft, Suriname op een amateuristisch niveau zit. Hij meent een professionele aanpak te hebben als het gaat om de opvatting over het spel. “Maar de condities ontbreken om van een professionele beoefening te spreken.”
Materiële en financiële voorzieningen en tijd zijn volgens hem nodig om de gewenste condities te benaderen. “Overheid, de dambond en het bedrijfsleven zullen er over moeten nadenken om meer vrije tijd, materiële en financiële middelen beschikbaar te stellen aan dammers voor een professionelere aanpak.
Burleson denkt dat een deel van de Surinaamse dammers rijp daarvoor is. “Zeker een viertal dammers is er klaar voor. Het meest realistische is dat een groep dammers twee of drie jaren in Nederland gaat wonen en dammen waar Russen en Afrikanen intussen vertoeven. Voordat je denkt kom je op een hoger niveau.”
Op basis van criteria moet worden nagegaan wie daarvoor in aanmerking komen, zegt Burleson. “Zo'n stage zal van grote positieve invloed zijn op de rest van de dammers in Suriname.”
Over zijn eigen toekomst zegt hij dat hij een inzicht heeft bereikt waarmee hij het wereldniveau kan bereiken. “Dat inzicht is wel nog niet in overeenstemming met wat ik neerzet op het bord. Het is nog niet geperfectioneerd. Als ik me een paar jaren onder de grootmeesters bevind en train, zal dat tot uiting komen op het bord.”
Het inzicht heeft hij volgens eigen zeggen verworven door studie. “Russen en Afrikanen hoeven dat niet te doen, omdat ze al van kindsbeen af de inzichten hebben verworven. In onze situatie is dat niet zo. Je moet dat inzicht op je eigen manier zelf verwerven. Ik weet niet of ik moet geloven in een natuurtalent, maar wat vaststaat is dat waar een wil is, er een weg is. Je kan de top bereiken door inzet en een ijzeren wil.”.-.