Grappig, in mijn herinnering was het Hans Jansen die toen via deze stelling won. Dat het Gerard was maakt me extra nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag waarom hij nu niet voor deze standaardpositie koos.Hanco Elenbaas wrote:Op het WK 1988 in Paramaribo won Gérard Jansen van de Braziliaan José Maria da Silva Filho een 5 om 2 dammeneindpel met de door jou gegeven vangstelling. Frans Hermelink schreef in het WK boek op blz 123 het onderstaande bij die partij:

Is de Woldouby toch gewonnen?
- Jan Pieter
- Posts: 2432
- Joined: Sat Sep 27, 2003 05:37
- Real name: Jan Pieter Drost
Rik Twilhaar legt uit hoe het ookal weer in klassieke standen zatJan Pieter wrote:Grappig, in mijn herinnering was het Hans Jansen die toen via deze stelling won. Dat het Gerard was maakt me extra nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag waarom hij nu niet voor deze standaardpositie koos.Hanco Elenbaas wrote:Op het WK 1988 in Paramaribo won Gérard Jansen van de Braziliaan José Maria da Silva Filho een 5 om 2 dammeneindpel met de door jou gegeven vangstelling. Frans Hermelink schreef in het WK boek op blz 123 het onderstaande bij die partij:
http://www.troesoe.nl/
Last edited by mikkeltje on Sat Feb 11, 2006 21:49, edited 1 time in total.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
de Volkskrant, 11 februari 2006
Gérard Jansen werpt nieuw licht op Woldouby
Ton Sijbrands
Volgende week zaterdag, wanneer de elfde en laatste ronde van de clubcompetitie wordt afgewerkt, zal duidelijk worden welke vereniging zich landskampioen mag noemen. De kans is evenwel groot dat de titel voor de eerste maal in de geschiedenis naar Van Stigt Thans gaat. Tenslotte hebben de Schiedammers een vol punt meer dan het Amsterdamse Hiltex.
Mocht Hiltex inderdaad achter het net vissen, dan is het niet moeilijk het moment aan te wijzen dat de competitie feitelijk besliste. Dat deed zich namelijk in de negende ronde voor, toen Hiltex in de wedstrijd tegen Heijting Huissen een schijnbaar zekere overwinning alsnog in een 10-10 gelijkspel zag omgebogen.
Spelbreker was Huissen-speler Gérard Jansen, die vriend en vijand verraste door in zijn duel met collega-grootmeester Hein Meijer de roemruchte Woldouby-stelling, die theoretisch als remise te boek staat, wel degelijk tot winst te voeren! Waarbij de omstandigheid dat hij daar 9½ uur en 115 zetten voor nodig had, de door Jansen geleverde topprestatie wat mij betreft alleen maar meer cachet verleent.
Hieronder de beslissende fase van deze partij die, als zij ons al niet dwingt ons oordeel over ‘de Woldouby’ drastisch bij te stellen, op z’n minst een aantal intrigerende vragen opwerpt.
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396751911.png[/img]
Zo stond het na Jansen 44ste zet 42-38. Omdat zwart na 44...12-17?! 45.38-33! 17-21?? (veel meer verdediging biedt 45...26-31) 46.39-34 kansloos ten onder gaat, moet Meijer iets bijzonders ondernemen:
44...24-29 45.39-33 12-17 46.33x24 17-21! 47.38-33! 23-29 48.28-23! 19x39 49.24x44 18-23! 50.27-22 13-18! 51.22x13 14-19!! (conform de theoretische aanbevelingen) 52.13x24 21-27 53.32x21 16x27 54.24-20(!) 23-28 55.20-14 27-31 56.14-10! 31x42 57.10-5! 28-33 58.25-20!
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396753532.png[/img]
De aanzet tot een stoutmoedig plan: wit gaat - uiteraard met het nodige beleid - ’gewoon’ vijf dammen halen!
58...42-47 59.20-15! 33-38 60.44-39! 38-42 61.30-25! 47-36 62.39-34! 36-18 63.34-30 42-48 64.5-28 18-45 65.28-46 48-39 66.30-24 39-50 67.24-20 26-31 68.20-14 31-36 69.14-10 50-6 70.10-5 6-22 71.5-32 22-50 72.15-10 50-6 73.10-4 6-50 74.4-15 50-6 75.15-47 6-50 76.25-20 50-6 77.20-15 45-34 78.15-10 34-45 79.10-4 6-50 80.35-30 45-1 81.30-25 50-6 82.25-20 6-50 83.20-15 50-6 84.15-10 6-50 85.10-5
Dat het eindspel van vijf dammen tegen twee altijd wint, is inmiddels genoegzaam bekend. Maar naar een ‘5x2’ met een extra schijf voor de minderheidspartij - een type eindspel dat zich tot dusver uitsluitend in Scholma-Bies, Westerhaar 1985, heeft voorgedaan – is bij mijn weten nog nimmer onderzoek verricht.
85...50-6 86.32-38! 6-50 87.5-37 50-6 88.4-27! 6-50 89.37-26! 50-6 90.46-5
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396755139.png[/img]
Omdat wit nu zowel na 90...6-50 als na 90...1-45 de beide zwarte dammen zou uitvangen (in het eerste geval doet hij 91.5-23!, 92.47x33! en 93.26x37 +, in het tweede 91.5-28! en 92.47x29! enz.), had Meijer niet beter dan met 90...36-41 in de overgang naar een zuivere 5x2 te berusten.
Dat eindspel zou Jansen (die de partij overigens fors had kunnen bekorten door niet 90.46-5 maar 90.46-41! te spelen...) zo’n 25 zetten later in winst omzetten. Vanuit de stelling D2,D3 versus D6,D29,D36,D37,D49
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396766342.png[/img]
volgde namelijk 112.37-48!! (zonder vrees voor 112...2-19 113.29-20! + of 112...3-14 113.6-11! +) 112...3-26 113.6-11! 2x16 114.29-38! 16x43 115.49x32, waarna zwart het opgaf zonder 115...26-3 116.32-21 + af te wachten.
De fase tussen de 55ste en 90ste zet laat evenwel diverse vragen onbeantwoord. Zoals: a) had zwart nog kunnen ontsnappen door tijdig de ‘tric-trac’ te verlaten?; b) zou wit óók hebben gewonnen wanneer zwart schijf 26 níet naar veld 36 had overgebracht?; c) had zwart kunnen voorkomen dat wit al zijn schijven tot dam kroont?; d) was het na 55...27-32 (in plaats van het gespeelde 55...27-31) wél remise geworden? En de veruit belangrijkste vraag luidt natuurlijk: e) betekent dit heel misschien dat de Woldouby – of anders op z’n minst de vertakking die met 44...24-29 van start gaat - tóch gewonnen is?
Op al deze vragen hoop ik over enkele weken terug te komen.
Gérard Jansen werpt nieuw licht op Woldouby
Ton Sijbrands
Volgende week zaterdag, wanneer de elfde en laatste ronde van de clubcompetitie wordt afgewerkt, zal duidelijk worden welke vereniging zich landskampioen mag noemen. De kans is evenwel groot dat de titel voor de eerste maal in de geschiedenis naar Van Stigt Thans gaat. Tenslotte hebben de Schiedammers een vol punt meer dan het Amsterdamse Hiltex.
Mocht Hiltex inderdaad achter het net vissen, dan is het niet moeilijk het moment aan te wijzen dat de competitie feitelijk besliste. Dat deed zich namelijk in de negende ronde voor, toen Hiltex in de wedstrijd tegen Heijting Huissen een schijnbaar zekere overwinning alsnog in een 10-10 gelijkspel zag omgebogen.
Spelbreker was Huissen-speler Gérard Jansen, die vriend en vijand verraste door in zijn duel met collega-grootmeester Hein Meijer de roemruchte Woldouby-stelling, die theoretisch als remise te boek staat, wel degelijk tot winst te voeren! Waarbij de omstandigheid dat hij daar 9½ uur en 115 zetten voor nodig had, de door Jansen geleverde topprestatie wat mij betreft alleen maar meer cachet verleent.
Hieronder de beslissende fase van deze partij die, als zij ons al niet dwingt ons oordeel over ‘de Woldouby’ drastisch bij te stellen, op z’n minst een aantal intrigerende vragen opwerpt.
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396751911.png[/img]
Zo stond het na Jansen 44ste zet 42-38. Omdat zwart na 44...12-17?! 45.38-33! 17-21?? (veel meer verdediging biedt 45...26-31) 46.39-34 kansloos ten onder gaat, moet Meijer iets bijzonders ondernemen:
44...24-29 45.39-33 12-17 46.33x24 17-21! 47.38-33! 23-29 48.28-23! 19x39 49.24x44 18-23! 50.27-22 13-18! 51.22x13 14-19!! (conform de theoretische aanbevelingen) 52.13x24 21-27 53.32x21 16x27 54.24-20(!) 23-28 55.20-14 27-31 56.14-10! 31x42 57.10-5! 28-33 58.25-20!
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396753532.png[/img]
De aanzet tot een stoutmoedig plan: wit gaat - uiteraard met het nodige beleid - ’gewoon’ vijf dammen halen!
58...42-47 59.20-15! 33-38 60.44-39! 38-42 61.30-25! 47-36 62.39-34! 36-18 63.34-30 42-48 64.5-28 18-45 65.28-46 48-39 66.30-24 39-50 67.24-20 26-31 68.20-14 31-36 69.14-10 50-6 70.10-5 6-22 71.5-32 22-50 72.15-10 50-6 73.10-4 6-50 74.4-15 50-6 75.15-47 6-50 76.25-20 50-6 77.20-15 45-34 78.15-10 34-45 79.10-4 6-50 80.35-30 45-1 81.30-25 50-6 82.25-20 6-50 83.20-15 50-6 84.15-10 6-50 85.10-5
Dat het eindspel van vijf dammen tegen twee altijd wint, is inmiddels genoegzaam bekend. Maar naar een ‘5x2’ met een extra schijf voor de minderheidspartij - een type eindspel dat zich tot dusver uitsluitend in Scholma-Bies, Westerhaar 1985, heeft voorgedaan – is bij mijn weten nog nimmer onderzoek verricht.
85...50-6 86.32-38! 6-50 87.5-37 50-6 88.4-27! 6-50 89.37-26! 50-6 90.46-5
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396755139.png[/img]
Omdat wit nu zowel na 90...6-50 als na 90...1-45 de beide zwarte dammen zou uitvangen (in het eerste geval doet hij 91.5-23!, 92.47x33! en 93.26x37 +, in het tweede 91.5-28! en 92.47x29! enz.), had Meijer niet beter dan met 90...36-41 in de overgang naar een zuivere 5x2 te berusten.
Dat eindspel zou Jansen (die de partij overigens fors had kunnen bekorten door niet 90.46-5 maar 90.46-41! te spelen...) zo’n 25 zetten later in winst omzetten. Vanuit de stelling D2,D3 versus D6,D29,D36,D37,D49
[img]http://fmjd.org/dias2/save/11396766342.png[/img]
volgde namelijk 112.37-48!! (zonder vrees voor 112...2-19 113.29-20! + of 112...3-14 113.6-11! +) 112...3-26 113.6-11! 2x16 114.29-38! 16x43 115.49x32, waarna zwart het opgaf zonder 115...26-3 116.32-21 + af te wachten.
De fase tussen de 55ste en 90ste zet laat evenwel diverse vragen onbeantwoord. Zoals: a) had zwart nog kunnen ontsnappen door tijdig de ‘tric-trac’ te verlaten?; b) zou wit óók hebben gewonnen wanneer zwart schijf 26 níet naar veld 36 had overgebracht?; c) had zwart kunnen voorkomen dat wit al zijn schijven tot dam kroont?; d) was het na 55...27-32 (in plaats van het gespeelde 55...27-31) wél remise geworden? En de veruit belangrijkste vraag luidt natuurlijk: e) betekent dit heel misschien dat de Woldouby – of anders op z’n minst de vertakking die met 44...24-29 van start gaat - tóch gewonnen is?
Op al deze vragen hoop ik over enkele weken terug te komen.
-
- Posts: 76
- Joined: Wed Nov 02, 2005 23:09
- Contact:
Wel een beetje kort door de bocht van JP om mijn opgeworpen vraagstelling af te doen als 'much ado about nothing'. Zie de rubriek van Ton Sijbrands.
Enne, het door JP afgekeurde nieuwtje 24-20 wordt door de maestro juist voorzien van een (!).
Enne, het door JP afgekeurde nieuwtje 24-20 wordt door de maestro juist voorzien van een (!).
Last edited by E. van Dusseldorp on Sun Feb 12, 2006 01:38, edited 1 time in total.
- Jan Pieter
- Posts: 2432
- Joined: Sat Sep 27, 2003 05:37
- Real name: Jan Pieter Drost
Zoals je kunt lezen heb ik wel enig voorbehoud gemaakt, en bovendien, als je mijn reactie zo kort door de bocht vond, had je dat ook wel meteen mogen melden. Dat je pas in actie komt nadat Sijbrands de partij geanalyseerd heeft, doet me denken aan de muis die samen met een olifant over de brug loopt en zegt: "Wat stampen wij toch."E. van Dusseldorp wrote:Wel een beetje kort door de bocht van JP door mijn opgeworpen vraagstelling af te doen als 'much ado about nothing'. Zie de rubriek van Ton Sijbrands.
Enne, het door JP afgekeurde nieuwtje 24-20 wordt door de maestro juist voorzien van een (!).
-
- Posts: 76
- Joined: Wed Nov 02, 2005 23:09
- Contact:
De uitdrukking 'much ado about nothing' betekent volgens mijn woordenboek 'veel geschreeuw en weinig wol'.Jan Pieter wrote:Zoals je kunt lezen heb ik wel enig voorbehoud gemaakt, en bovendien, als je mijn reactie zo kort door de bocht vond, had je dat ook wel meteen mogen melden. Dat je pas in actie komt nadat Sijbrands de partij geanalyseerd heeft, doet me denken aan de muis die samen met een olifant over de brug loopt en zegt: "Wat stampen wij toch."E. van Dusseldorp wrote:Wel een beetje kort door de bocht van JP om mijn opgeworpen vraagstelling af te doen als 'much ado about nothing'. Zie de rubriek van Ton Sijbrands.
Enne, het door JP afgekeurde nieuwtje 24-20 wordt door de maestro juist voorzien van een (!).
Nu ik heel misschien toch gelijk heb (of althans in de buurt van het gelijk zit) probeer je je eruit te redden door met een metafoor de lachers op je hand te krijgen.
Als ik dan een muis ben, dan ben ik wel een slimme of misschien wel telepatische muis. Want mijn rubriek die op dezelfde dag verscheen als de bovenstaande Sijbrandsrubriek is weliswaar van een lager niveau, maar gaat wel over hetzelfde onderwerp.
Opmerkelijke parallel: het door jou verafschuwde 24-20 voorzien van een (!). Telepatisch?
Voor de belangstellenden alvast mijn rubriek dd. 11-2-2006 die ik nog niet op mijn site heb gezet.
Damrubriek 11 februari 2006
Wint ‘Woldouby’ toch?
Eric van Dusseldorp
Wereldrecords spreken altijd tot de verbeelding. Op 21 januari jongstleden speelden Gérard Jansen en Hein Meijer een ongeëvenaarde zeeslang van een partij die op de kop af 9 uur en 32 minuten duurde. Het was tijdens de wedstrijd Huissen-Hiltex en de belangen waren groot. Bij een 11-9 overwinning zou het Amsterdamse Hiltex ongehinderd kunnen doorstoten naar de landstitel. Maar WK-ganger Jansen trok uiteindelijk aan het langste eind en de 10-10 was een lelijke streep door de rekening van de dammers uit de hoofdstad die het kampioenschap nu niet meer in eigen hand hebben.
Het was ook niet zomaar een partij. Na 44 zetten stond de beruchte Woldouby-stand op het bord. Deze klassieke positie is tientallen jaren onderwerp van studie geweest. Is de positie nu gewonnen voor de speler met de tempoachterstand of zit er nog een uiterst benauwde remise in?
Het laatste woord was van de Rus Kosminski. Hij was het die, alweer tientallen jaren geleden, aantoonde dat de slechter staande partij met een triple-offer een nipt gelijkspel kan behalen. Deze remise is, ondanks diverse pogingen daartoe, nimmer weerlegd. De suggestie dat de stelling wellicht toch gewonnen is komt bij de hedendaagse dammer net zo ongeloofwaardig over als het idee dat er een hogere berg op de wereld is dan de Mount Everest. Tot 21 januari 2006…

Zie diagram 1.
Zwart: H. Meijer – Wit: G. Jansen
De theoretische remise is (24-29) 39-34 (29x40) 35x44 (23-29, verhindert 28-23) 44-39 (29-34) 39-33 en hier gaf internationaal grootmeester M. Hisard het eens op tegen R. Clerc. Remise is evenwel (19-23!, niet te verwarren met het verliezende 19-24?, het pseudo-Kosminski-offer dat evengoed enkele keren gespeeld is.) 28x17 (34-40) en wit kan van alles proberen, maar winst zit er niet meer in.
Gerard Jansen koos niet voor deze variant, maar voor een oudere vertakking die eveneens als kansrijk, maar nog juist als remise werd beschouwd.
Partij:
44. 24-29; 45. 39-33(!) Een afwijking dus van het verwachte 39-34.
45…, 12-17; 46. 33x24, 17-21; 47. 38-33! (geen 24-20 vanwege 18-22), 23-29; 48. 28-23, 19x39; 49. 24x44, 18-23; 50. 27-22, 13-18; 51. 22x13, 14-19; 52. 13x24, 21-27; 53. 32x21, 16x27;
Een belangrijk moment. Deze stelling is eerder voorgekomen in de partij A. Schwarzman – J. van den Akker (2000). Er volgde toen 25-20 en het werd opvallend snel remise: (23-28) 20-14 (27-31) 14-9 (31x42) 9-4 (28-32) 24-19 (32-37) 19-13 (37-41) 4-15 (41-47) 13-8 (26-31) 8-3 (31-37) 30-24 (47-36) 3-25 en remise. Jansen komt met een min of meer nieuwe zet.
54. 24-20(!), 23-28; 55. 20-14, 27-31;
Meijer gaat er op dezelfde manier langs als Van den Akker. Een alternatief is (27-32). Wit haalt nu vijf dammen zonder dat eigenlijk duidelijk is wat zwart fout doet.
56. 14-10, 31x42; 57. 10-5, 28-33; 58. 25-20, 42-47; 59. 20-15, 33-38; 60. 44-39, 38-42; 61. 30-25, 47-36; 62. 39-34, 36-18; 63. 34-30, 42-48; 64. 5-28, 18-45; 65. 28-46, 48-39; 66. 30-24, 39-50; 67. 24-20, 26-31; 68. 20-14, 31-36; 69. 14-10, 50-6; 70.10-5, 6-22; 71. 5-32, 22-50; 72. 15-10, 50-6; 73. 10-4, 6-50; 74. 4-15, 50-6; 75. 15-47, 6-50; 76. 25-20, 50-6; 77. 20-15, 45-34; 78. 15-10, 34-45; 79. 10-4, 6-50; 80. 35-30, 45-1; 81. 30-25, 50-6; 82. 25-20, 6-50; 83. 20-15, 50-6; 84. 15-10, 6-50; 85. 10-5, 50-6; 86. 32-38, 6-50; 87. 5-37, 50-6; 88. 4-27, 6-50; 89. 37-26, 50-6; 90. 46-5,
Dit wint, omdat na het gedwongen schijfoffer (anders volgt altijd een kleine combinatie, bijvoorbeeld (6-50) 5-23, 47x33 en 26x37) een uiterst lastig maar wel gewonnen 5-om-2 dammeneindspel overblijft. Sneller had 46-41 gewonnen volgens dezelfde combinatieprincipes.
Over het verdere verloop valt veel te zeggen, maar dat valt buiten het kader van deze rubriek. Jansen verzuimde ergens sneller te winnen en Meijer had de afvangst kunnen rekken tot meer dan 25 zetten waarna hij reglementair remise had kunnen opeisen!
90. . ., 36-41; 91. 5x46, 6-50; 92. 27-36, 1-6; 93. 26-21, 50-11; 94. 21-27, 11-2; 95. 46-32, 2-11; 96. 27-16, 11-50; 97. 32-23, 6-39; 98. 23-1, 39-48; 99. 1-23, 50-6; 100. 36-9, 6-50; 101. 47-36, 50-45; 102. 23-14, 45-1; 103. 16-32, 1-6; 104. 38-24, 6-50; 105. 32-27, 48-39; 106. 9-18, 39-48; 107. 18-1, 50-6; 108. 24-29, 48-26; 109. 27-49, 26-3; 110. 14-37, 6-11; 111. 1-6, 11-2; 112. 37-48, 3-26; 113. 6-11, 2x16; 114. 29-38, 16x43; 115. 49x32, . . . en de zwartspeler gaf het op. Zijn dam wordt uitgevangen.
Betekent dit dat de Woldoubystand bij het beste spel toch gewonnen is? Dat is nog niet helemaal gezegd. Misschien moet zwart het toch hebben van het iets minder logisch ogende (en door topspeler J. van den Akker ook niet gespeelde) 55. . . 27-32. Studies zullen dat moeten uitwijzen. Wie voelt zich geroepen?
Last edited by E. van Dusseldorp on Sun Feb 12, 2006 01:46, edited 1 time in total.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Goed werk Eric, dank je! Ton Sijbrands is waarschijnlijk dankzij jou aan het nieuwtje van Jansen gekomen.E. van Dusseldorp wrote: Voor de belangstellenden alvast mijn rubriek dd. 11-2-2006 die ik nog niet op mijn site heb gezet.
Damrubriek 11 februari 2006
Wint ‘Woldouby’ toch?
Eric van Dusseldorp
Wereldrecords spreken altijd tot de verbeelding. Op 21 januari jongstleden speelden Gérard Jansen en Hein Meijer een ongeëvenaarde zeeslang van een partij die op de kop af 9 uur en 32 minuten duurde. Het was tijdens de wedstrijd Huissen-Hiltex en de belangen waren groot. Bij een 11-9 overwinning zou het Amsterdamse Hiltex ongehinderd kunnen doorstoten naar de landstitel. Maar WK-ganger Jansen trok uiteindelijk aan het langste eind en de 10-10 was een lelijke streep door de rekening van de dammers uit de hoofdstad die het kampioenschap nu niet meer in eigen hand hebben.
Het was ook niet zomaar een partij. Na 44 zetten stond de beruchte Woldouby-stand op het bord. Deze klassieke positie is tientallen jaren onderwerp van studie geweest. Is de positie nu gewonnen voor de speler met de tempoachterstand of zit er nog een uiterst benauwde remise in?
Het laatste woord was van de Rus Kosminski. Hij was het die, alweer tientallen jaren geleden, aantoonde dat de slechter staande partij met een triple-offer een nipt gelijkspel kan behalen. Deze remise is, ondanks diverse pogingen daartoe, nimmer weerlegd. De suggestie dat de stelling wellicht toch gewonnen is komt bij de hedendaagse dammer net zo ongeloofwaardig over als het idee dat er een hogere berg op de wereld is dan de Mount Everest. Tot 21 januari 2006…
Zie diagram 1.
Zwart: H. Meijer – Wit: G. Jansen
De theoretische remise is (24-29) 39-34 (29x40) 35x44 (23-29, verhindert 28-23) 44-39 (29-34) 39-33 en hier gaf internationaal grootmeester M. Hisard het eens op tegen R. Clerc. Remise is evenwel (19-23!, niet te verwarren met het verliezende 19-24?, het pseudo-Kosminski-offer dat evengoed enkele keren gespeeld is.) 28x17 (34-40) en wit kan van alles proberen, maar winst zit er niet meer in.
Gerard Jansen koos niet voor deze variant, maar voor een oudere vertakking die eveneens als kansrijk, maar nog juist als remise werd beschouwd.
Partij:
44. 24-29; 45. 39-33(!) Een afwijking dus van het verwachte 39-34.
45…, 12-17; 46. 33x24, 17-21; 47. 38-33! (geen 24-20 vanwege 18-22), 23-29; 48. 28-23, 19x39; 49. 24x44, 18-23; 50. 27-22, 13-18; 51. 22x13, 14-19; 52. 13x24, 21-27; 53. 32x21, 16x27;
Een belangrijk moment. Deze stelling is eerder voorgekomen in de partij A. Schwarzman – J. van den Akker (2000). Er volgde toen 25-20 en het werd opvallend snel remise: (23-28) 20-14 (27-31) 14-9 (31x42) 9-4 (28-32) 24-19 (32-37) 19-13 (37-41) 4-15 (41-47) 13-8 (26-31) 8-3 (31-37) 30-24 (47-36) 3-25 en remise. Jansen komt met een min of meer nieuwe zet.
54. 24-20(!), 23-28; 55. 20-14, 27-31;
Meijer gaat er op dezelfde manier langs als Van den Akker. Een alternatief is (27-32). Wit haalt nu vijf dammen zonder dat eigenlijk duidelijk is wat zwart fout doet.
56. 14-10, 31x42; 57. 10-5, 28-33; 58. 25-20, 42-47; 59. 20-15, 33-38; 60. 44-39, 38-42; 61. 30-25, 47-36; 62. 39-34, 36-18; 63. 34-30, 42-48; 64. 5-28, 18-45; 65. 28-46, 48-39; 66. 30-24, 39-50; 67. 24-20, 26-31; 68. 20-14, 31-36; 69. 14-10, 50-6; 70.10-5, 6-22; 71. 5-32, 22-50; 72. 15-10, 50-6; 73. 10-4, 6-50; 74. 4-15, 50-6; 75. 15-47, 6-50; 76. 25-20, 50-6; 77. 20-15, 45-34; 78. 15-10, 34-45; 79. 10-4, 6-50; 80. 35-30, 45-1; 81. 30-25, 50-6; 82. 25-20, 6-50; 83. 20-15, 50-6; 84. 15-10, 6-50; 85. 10-5, 50-6; 86. 32-38, 6-50; 87. 5-37, 50-6; 88. 4-27, 6-50; 89. 37-26, 50-6; 90. 46-5,
Dit wint, omdat na het gedwongen schijfoffer (anders volgt altijd een kleine combinatie, bijvoorbeeld (6-50) 5-23, 47x33 en 26x37) een uiterst lastig maar wel gewonnen 5-om-2 dammeneindspel overblijft. Sneller had 46-41 gewonnen volgens dezelfde combinatieprincipes.
Over het verdere verloop valt veel te zeggen, maar dat valt buiten het kader van deze rubriek. Jansen verzuimde ergens sneller te winnen en Meijer had de afvangst kunnen rekken tot meer dan 25 zetten waarna hij reglementair remise had kunnen opeisen!
90. . ., 36-41; 91. 5x46, 6-50; 92. 27-36, 1-6; 93. 26-21, 50-11; 94. 21-27, 11-2; 95. 46-32, 2-11; 96. 27-16, 11-50; 97. 32-23, 6-39; 98. 23-1, 39-48; 99. 1-23, 50-6; 100. 36-9, 6-50; 101. 47-36, 50-45; 102. 23-14, 45-1; 103. 16-32, 1-6; 104. 38-24, 6-50; 105. 32-27, 48-39; 106. 9-18, 39-48; 107. 18-1, 50-6; 108. 24-29, 48-26; 109. 27-49, 26-3; 110. 14-37, 6-11; 111. 1-6, 11-2; 112. 37-48, 3-26; 113. 6-11, 2x16; 114. 29-38, 16x43; 115. 49x32, . . . en de zwartspeler gaf het op. Zijn dam wordt uitgevangen.
Betekent dit dat de Woldoubystand bij het beste spel toch gewonnen is? Dat is nog niet helemaal gezegd. Misschien moet zwart het toch hebben van het iets minder logisch ogende (en door topspeler J. van den Akker ook niet gespeelde) 55. . . 27-32. Studies zullen dat moeten uitwijzen. Wie voelt zich geroepen?
Zelfs nu weet men nog niet zeker of "de Woldouby" gewonnen is of remise. Zo moeilijk is dammen dus.
-
- Posts: 76
- Joined: Wed Nov 02, 2005 23:09
- Contact:
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Jan Pieter
- Posts: 2432
- Joined: Sat Sep 27, 2003 05:37
- Real name: Jan Pieter Drost
Volgens mij kun je de uitdrukking het best vertalen met 'een storm in een glas water'. De vertaling 'veel geschreeuw weinig wol' lijkt me zeer ongebruikelijk en de negatieve klank die daar in zit, heb ik in elk geval niet bedoeld.E. van Dusseldorp wrote:De uitdrukking 'much ado about nothing' betekent volgens mijn woordenboek 'veel geschreeuw en weinig wol'.
Dat jij je rubriek hieraan gewijd hebt, wist ik uiteraard niet. Op mij kwam het over alsof je mijn stelling pas durfde te weerspreken toen je je geruggesteund voelde door Sijbrands. Vandaar mijn vergelijking met de muis, een vergelijking die dus niet terecht is.E. van Dusseldorp wrote:Als ik dan een muis ben, dan ben ik wel een slimme of misschien wel telepatische muis. Want mijn rubriek die op dezelfde dag verscheen als de bovenstaande Sijbrandsrubriek is weliswaar van een lager niveau, maar gaat wel over hetzelfde onderwerp.
Laten we maar weer over gaan tot waar het werkelijk om gaat, de Woldouby. Ik ben zeer benieuwd naar de rubriek van Sijbrands waarin hij de openstaande vragen gaat beantwoorden. Mijn gevoel zegt nog steeds dat het remise is, maar we zullen zien.
Dat Jeroen van den Akker destijds ook 27-31 heeft gespeeld, verbaast me overigens. Bij het eindspel van die partij was ik nota bene als toeschouwer aanwezig en ik herinner me nog hoe Schwarzmann met de digitale vlag op vallen (volgens mij 13 seconden voor 10 a 15 zetten) remise voorstelde, een aanbod waar Jeroen eens rustig over nadacht alvorens hij het accepteerde. Waarschijnlijk wel terecht concludeerde hij dat het niet zou lukken om Schwarzmann door de vlag te rammen.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
55...27-32 zal vermoedelijk wel remise opleveren.Jan Pieter wrote: Laten we maar weer over gaan tot waar het werkelijk om gaat, de Woldouby. Ik ben zeer benieuwd naar de rubriek van Sijbrands waarin hij de openstaande vragen gaat beantwoorden. Mijn gevoel zegt nog steeds dat het remise is, maar we zullen zien.
Dat Jeroen van den Akker destijds ook 27-31 heeft gespeeld, verbaast me overigens. Bij het eindspel van die partij was ik nota bene als toeschouwer aanwezig en ik herinner me nog hoe Schwarzmann met de digitale vlag op vallen (volgens mij 13 seconden voor 10 a 15 zetten) remise voorstelde, een aanbod waar Jeroen eens rustig over nadacht alvorens hij het accepteerde. Waarschijnlijk wel terecht concludeerde hij dat het niet zou lukken om Schwarzmann door de vlag te rammen.
PeterHt wrote:Hein had het erover dat de zet 55... 27-31 beter had kunnen worden vervangen door 27-32.
Stand na 55. 20-14
Zou het daarbij draaien om beheersing van de lange lijn?
Nu het hier toch over damrubrieken gaat, even het volgende: gisteren kwam mij de damrubriek van het Noordhollands Dagblad onder ogen met fragmenten uit de Halve Finales (d.d. 04-02-2006).
EricvD, is het geheel toevallig dat je drie diagrammen en een cijferstand gebruikt die ik reeds hier in de thread over Halve Finales heb genoemd, of kan ik binnenkort een deel van je rubrieksvergoeding zien verschijnen?! [img]images/smilies/icon_wink.gif[/img]
EricvD, is het geheel toevallig dat je drie diagrammen en een cijferstand gebruikt die ik reeds hier in de thread over Halve Finales heb genoemd, of kan ik binnenkort een deel van je rubrieksvergoeding zien verschijnen?! [img]images/smilies/icon_wink.gif[/img]
-
- Posts: 76
- Joined: Wed Nov 02, 2005 23:09
- Contact:
Doe ik niet moeilijk over. Mail me je gironummer maar.PeterHt wrote:Nu het hier toch over damrubrieken gaat, even het volgende: gisteren kwam mij de damrubriek van het Noordhollands Dagblad onder ogen met fragmenten uit de Halve Finales (d.d. 04-02-2006).
EricvD, is het geheel toevallig dat je drie diagrammen en een cijferstand gebruikt die ik reeds hier in de thread over Halve Finales heb genoemd, of kan ik binnenkort een deel van je rubrieksvergoeding zien verschijnen?! [img]images/smilies/icon_wink.gif[/img]