Chub, een stralende damvedette
Van onze verslaggever Ab Schreijnders
PERNIS - Pas dinsdagochtend bij het ontbijt in Pernis hoort Tanja Chub dat ze voor de derde keer damkampioene van Nederland kan worden. Enkele uren later is het zover.
<center>

Grootmeester uit Bovenkarspel na voorlaatste ronde al zeker van derde titel
Zie ze zitten zwoegen, de tien vrouwen bij het NK dammen. Het is een zwaar toernooi, hoe lieflijk de lokatie Pernis, het dorp onder de rook van Rotterdam, ook is. Veel levert het allemaal niet op. De winnares krijgt precies 300 euro voor tien dagen hard werken. Minus een rustdag, dat wel.
Alleen Tanja Chub hoeft zich dinsdag niet erg in te spannen. Ze loopt vrolijk rond, na haar snelle zege in de achtste en voorlaatste ronde op Sarah Rijgersberg. Ze is weer Nederlands kampioene, na de titels in 1998 en 2001.
Chub (35), uit Oekraïne afkomstig maar al tien jaar in Nederland, hoort pas die ochtend bij het ontbijt dat ze nu al kans maakt op de eerste plaats. Collega Barbara Graas licht haar in.
Bij een gelijk aantal punten beslist niet het onderlinge duel tussen Chub en haar enig overgebleven concurrente Vitalia Doumesh , toevallig vandaag, maar de meeste zeges. Zij wint ook, het verschil blijft twee punten. Maar Doumesh is door een zwakke start, drie remises, altijd in het nadeel. Chub staat op zeven zeges, Doumesh op vijf.
Stralend neemt de grootmeester dinsdagmiddag de felicitaties in ontvangst. Een drankje slaat de archiefmedewerkster bij de rechtbank in Haarlem af. ‘Ik heb maandag voor de dopingcontrole twee liter moeten drinken. Dat lijkt me genoeg voor twee dagen.’
Doumesh kijkt heel wat sipper. De Nederlands kampioene van 1997, in Letland geboren, wordt zeker tweede, maar veel rust krijgt ze niet. Ze reist woensdagavond nog naar Zutphen en logeert een nacht bij Nina Hoekman. Donderdag staat het tweetal een lange reis te wachten. In Keulen stappen ze op het vliegtuig dat beiden naar Bari brengt. Vandaar is het nog 150 kilometer naar Latronico, waar zaterdag het WK begint. En dat duurt ook twee weken.
Chub heeft voor het toernooi in Italië afgezegd. Weer lacht ze. Ze is vijfenhalve maand in verwachting, zegt ze. En omdat ze kortgeleden van Hoorn naar Bovenkarspel is verhuisd, heeft ze nu andere zorgen. De kinderkamer inrichten bijvoorbeeld. ‘Maar ik blijf wel tot het laatst toe voor mijn club uit Schiedam spelen, hoor. We kunnen kampioen worden.’ Haar gezicht betrekt een beetje als ze hoort dat de laatste competitieronde begin maart is. ‘Ach, misschien zijn we dan al kampioen.’
Sarah Rijgersberg speelt ook competitie, in de op een na hoogste klasse, bij DOS uit haar woonplaats Delft. Ze debuteert bij het NK en doet het voortreffelijk. ‘Maar vandaag tegen Chub was het niks, mijn slechtste partij.’
De studente bedrijfseconomie aan de Hogeschool in Den Haag heeft nog een andere passie: voetbal. Ze speelt in het derde elftal van KFC’71, als linksback. ‘Voor de lol, het is goed voor mijn conditie.’ Rijgersberg is een fervente PSV-fan, al heeft ze nooit een wedstrijd van Hiddinks mannen in het stadion gezien. ‘Ik volg alles op tv.’ Ze showt haar polsbandje. Het is een soort horloge, maar de tijd kun je er niet op zien. Wel het logo van de Eindhovense club.’
De jongste deelneemster – Rijgersberg is 20 – strijdt vandaag met de veruit oudste, Barbara Graas (53), om de derde plaats. De analiste bij het Zaans Medisch Centrum heeft slechts twee keer een NK gemist. Het is vast een record. In Hotel Restaurant Catering ‘De Sluiskop’ van Pernis staat voor de 33ste maal de titel op het spel.
Graas is vijfvoudig kampioene uit de oertijd van het dammen voor vrouwen, in de jaren zeventig. De meeste deelneemsters in Pernis waren toen nog niet geboren. Ze vindt het leuk tussen die zeven twintigers. Alleen Doumesh, Chub en zijzelf natuurlijk zijn ouder.
Graas doet mee totdat ze eruit gespeeld wordt, zegt ze. Als enige troggelde ze de nummer één een punt af. Chub is volgens Graas terecht kampioene. ‘Bij haar denk je steeds, er gebeurt niet zoveel. Maar dan, in ogenschijnlijk neutrale standen, komt ze in het voordeel. Dat vind ik zo knap van haar.’