3.3 Aanpassing van de veertig zetten-regel
Een van de doelstellingen van de driepuntenregeling was om spelers tot langer doorspelen
te stimuleren en het overeenkomen van een grootmeester-remise na veertig zetten te
ontmoedigen. Blijkens het onderzoek van de Werkgroep Evaluatie is dat effect niet bereikt.
Toch blijkt uit de enquête van Eric van Dusseldorp dat velen de veertig-zettenregel als een
bruikbaar instrument zien om het aantal remises te beperken. Door verschillende enquêtedeelnemers
is zelfs voorgesteld om de veertig-zettenregel verder aan te scherpen tot een
vijftig-zettenregel: spelers zouden dan geen remise mogen overeenkomen voor de eerste
tijdcontrole. De redenering daarbij is, dat aan twee spelers die na (bijvoorbeeld) wederzijds 41
zetten en elk 1.59 uur bedenktijd tot remise besluiten, verweten kan worden dat ze zich “aan
de tijdcontrole hebben onttrokken�, terwijl ze in de resterende 9-zetten-in-1-minuut nog best
een fout hadden kunnen maken.
Nu gebleken is dat doelstelling 1a (stimuleren van langer doordammen, tegengaan van snelle
remises) via de indirecte weg van stimulering door de driepuntentelling niet is bereikt, ligt het
voor de hand die doelstelling door een algemenere spelregelwijziging af te dwingen:
VOORSTEL 3
Wijziging van artikel 13.5 in:
“De wedstrijdvoorwaarden kunnen bepalen dat een partij waarin remise wordt
overeengekomen voordat wederzijds een bepaald aantal zetten is gedaan, voor beide
spelers verloren zal worden verklaard.�
