Vandaag de dubbel ronde overleefd tegen Provoost en Baliakin. De partij tegen Baliakin was nogal spectaculair.
De bovenstaande stelling is een bekende opening van de laatste tijd. Wit heeft acht tempi gepakt zonder al teveel concessies te hebben hoeven doen. Ik heb de zwarte stand ook wel gespeeld in correspondentie partijen. Het werd nooit wat. Baliakin Heeft wat gevonden na de ruil 19-23x23. Het is belangrijk om dit snel te doen. De meeste zwartspelers doen eerst 11-17 en gaan dan nadenken. Veel zwartspelers doen (na 11-17 41-37) de vreemd ogende, maar gezonde manoeuvre 19-23x24.
Het bezwaar van eerste 11-17 is dat wit op tijd is in de variant 47-42 19-23x23 46-41 10-14 41-37 5-10 35-30 20-25 40-35 14-19 30-24x24. Er ontstaat dan een open Roozenburg. Gantwarg is een grote liefhebber van de open Roozenburg, maar met een enorme ontwikkelingsachterstand blijkt de boel niet erg goed uit de verf te komen, zoals in het Drostsysteem wel het geval is. Baliakin stuurt aan op een gesloten Roozenburg en brengt daarmee de witspeler op de rand van de afgrond.
In deze stand wordt zowel 35-30 als 33-28 gespeeld. Meestal doet wit eerst 41-37 en gaat dan kijken hoe verder. Dat is dus een beetje te laat. Na 41-37? 14-19! 33-28 20-24 kan wit niet spelen op veld 33, vanwege elementaire zetjes. De witte stand is vanwege de enorme ontwikkelingsvoorsprong niet geschikt voor tempo klassiek. Een zet als 34-30 is dus onder deze omstandigheden dramatisch slecht.
Wit moet hier kiezen uit direct 33-28 of 35-30. Na 33-28 11-17x28 14-19 41-37 10-14 heeft wit een stuk op 28 plus een berg tempi. Hij kan door het stuk op 28 niet eenvoudig het tempoklassieke karakter van de stand verbreken. De uitval naar 23 is prematuur. Ik speelde daarom 35-30 20-25 41-37. Dat is wat bedenkelijk, omdat zwart nu precies op tijd is om de stand een gesloten karakter te geven via 14-20!
Wit besluit nu om een 'geweigerde Roozenburg' te spelen. Na 30-24 12-17!! 33-28 9-14x23 kan wit het centrum niet aanvullen. Er volgde daarom 40-35 10-14 44-40. Dit werd gespeeld na een flinke denkpauze.
Wederom komt 30-24 nauwelijks in aanmerking, vanwege 14-19 44-40x24 11-17 40-35!? (Direct 33-28 komt in aanmerking. Na 4-10 en 18-22 ontstaat druk tegen de witte voorpost. Het is vermoedelijk niet van beslissende betekenis, maar je speelt het liever niet.) 4-10! met de bedoeling de achterloop 33-28 andermaal op te vangen met 9-14x23.
Wel een redelijke zet is (40-35 10-14) 33-28! 14-19 37-31. Dat verhindert het opkomen van schijf 11. In de partij maakte ik mij ten onrechte zorgen over 11-17!? 27-22x11 1-6 29x18x29 en 30-24x24! en wit staat uitstekend.
Hier andermaal een lastige beslissing. In de partij werd 33-28 gespeeld (Dat dreigt o.a. met het zetje 29-24, 30-24, 28-22 en 34-30x29x25). Dat geeft weliswaar tegenspel, maar geeft zwart ook twee tempi terug. Het alternatief is 37-31. Na 17-21 33-28 21-26 heeft wit 30-24x24x31 4-10 en 18-22x22 een redelijk houdbare stand. De aanval tegen schijf 24 ziet er gevaarlijker uit dan hij is.
Lastiger vond ik 17-22 31-26x27 12-17 30-24! 7-11? (en 1-6 met uitwisseling van schijf 23 tegen schijf 27.). De computer geeft onmiddellijk het zetje 34-30! etc. aan met een probleemloze stand.
Opgemerkt werd dat 33-28 18-22 29x18 22x31 36x27 13x31 37x26 20-24 heel erg slecht is voor zwart.
In deze stand hield zwart eerst nadrukkelijk zijn hand boven schijf 2. Dat verbaasde mij zeer. Later koos hij voor de scherpe zet 4-10. Na 2-7 30-24x24 heeft zwart geen enkele aanval tegen de witte voorpost. Controleer dat zelf. Hij kan er driemaal op en wit kan driemaal opvangen, daarna heeft zwart geen geschikte voortzetting.
Na 4-10 weer een half uurtje gedacht. Het wegspelen van schijf 43 naar 38 is niet bijster aantrekkelijk, omdat het verbreken van de opsluiting na 20-24x24 39-33 door 34-29 stuit op extra complicaties door het gaatje op 43. De gespeelde zet 37-31 geeft wit nieuwe dynamiek. Zwart reageerde met de hergroepering 20-24x14. Kennelijk zag hij geen brood in de opsluiting 20-24x24.
Nog opmerking over de stand is, dat 4-10! 30-24x24 9-14x23 42-38 23-28 en 10-14 erg goed is voor zwart. Wit heeft een valse staart. Er dreigt de hergroepering 14-19x9. Daarna is het witte probleem permanent. Na 34-30x30 heeft zwart de schijfwinst 18-22.
De verdienste van 37-31 is vooral dat zwart weinig heeft aan 21-26. Wit laat slaan en krijgt allerlei mogelijkheden op de lange vleugel.
In deze stand verzon ik (39-33 14-20) 33-29. Ik kreeg daarvoor veel lof toegezwaaid na de partij. M.i. is het de enige, die in aanmerking komt. De rest is compleet kansloos. Zwart komt anders altijd tot een klassieke stand met beslissend tempovoordeel. Opgemerkt werd, dat in deze stand 39-33 14-20 30-25 verlies door 19-24 en 13-19. Maar als wit eerst 30-25 zou hebben gespeeld en pas na 15-20 de zet 39-33, dan is 20-24 34-29x20 10-15 in positioneel opzicht direct fataal.
Tijdens de partij en in de demonstratiezaal werd de wending 39-33 15-20 33-29 20-24x25 34-29 25x34 20-24 opgemerkt. Wit komt voor een schijf op veld 20, terwijl zwart de schijven 31 en 32 opraapt. Vermoedelijk is de stand heel erg slecht voor wit.
In deze stand heeft wit de bekende hergroepering 34-29. Iedereen inclusief ik dacht, dat het verhinderd was door 25x34 27-22x7x22 12-18x27 en er dreigt hel en verdoemenis. Echter 29-24x24 is speelbaar volgens de computer. Ik verzon daarom 44-39 23-29x39 31-26 1-7x21!? (Beter is 13-19x21) 38-33 13-19 39-34?! 8-13!? (7-12 is beter) 33-29!! 20-24x24* 42-38 21-26* 38-33! 7-12 27-22x14* 3-9 12-17x27 40-34 24-29 34x23 26-31 23-19 en 28-22=