
Vandaag de laatste ronde van Cannes. Ik speelde tegen Creval. 25 jaar geleden speelde ik ook tegen hem in Parijs. In de tussentijd heeft hij weinig internationaal gespeeld. Een interessante klassieke positie is ontstaan. Het stuk op 36 heeft soms heel merkwaardige consequenties.
In deze stand heb ik als laatste zet 50-44 gespeeld. Dat had volkomen positionele bedoelingen. Op 17-22 overwoog ik de drie om drie 32-28 en 33-29x26 met gemakkelijker spel voor wit. In de tijd van mijn tegenstander nog eens gekeken naar de andere mogelijke consequenties van de zet 17-22. Ik ontdekte het niet geheel onbekende zetje 39-34, 42-37, 41-37, 47-41, 32-28x36x1.

Na afloop waren mijn tegenstander en ander Fransen nog uren bezig met de partij. Nog wat variantjes laten zien. In deze stand ging mijn tegenstander verder met 21-26. Dat had geen bijzondere bedoelingen. Hij hoopte op zetjes naar 48. Maar die kwamen er niet in.
Een belangrijk alternatief is 11-17. Dat dreigt met de twee om twee 18-22x22. Wit kan dat op twee manieren tegengaan met sluiten van 33 en met het schijnoffer 27-22 18x27 37-31 13-18 31x11 16x7 32-27x37. Vermoedelijk staat wit dan niet echt lekker meer. Het gaat om de bezetting van veld 27 en aanval met de lange vleugel. Het een lukt nog wel. Het ander is een illusie.
Logischer is 11-17 39-33 24-29x29. Ook dan heeft wit de manoeuvre 27-22 18x27 37-31 Een voor de hand liggend verloop leek mij 15-20x7 28-22 21-26 44-39 20-24. Ik moet het de computer nog vragen, maar het zou best eens aardig kunnen zijn voor wit. Andere mogelijkheden zijn de ruil 38-33x33 en 40-34x34. We hebben dit soort klassieke standjes op de toptraining gehad. Maar tijdens de partij had ik nog geen mening over de uitkomst ervan. De moeilijkheid is, dat de standen niet bekend zijn zoals de Woldouby e.d. Er zijn veel vergelijkbare manoeuvres mogelijk. Maar de tempo berekeningen pakken geheel anders uit. Opgemerkt wordt, dat wit in geval van nood het extra tempo 47-42 heeft.

De partij ging verder met (21-26) 39-33 (11-17) 44-39 (17-21) 40-34. Dat is een standaardzet in klassieke standen. Door de bijzondere opstelling van het witte centrum kijkt deze ook naar de Ghestem. De afwikkelingen ingeleid met 23-28 zijn nu nooit wat. Dat ligt wat anders als zwart op 28-22!? alert reageert met 24-29x29. Het is dan lastig om veld 28 te bereiken met wit. Bv 40-34x34!? 15-20 39-33 20-24 34-30 14-20x20 49-44 20-25 44-39x30 23-29 en zwart loopt uit de omklemming.
Zwart koos voor de ruil 24-30. De vraag of 24-29 beter is, kan ik nu nog niet beantwoorden. Ik moet het de computer vragen. De resulterende klassieke posities met een extra schijf op 36 moeten stuk voor stuk helemaal tot het einde worden doorgerekend. Formules werken niet. Na de partijvoortzetting was het redelijk snel gedaan. Er volgde 24-30x40 45x34 14-20x20* 28-22! 4-9!? 49-44 en zwart heeft nauwelijks meer geschikte zetten om de dreiging 33-29 gevolgd door 22-17 en 27-22 eruit te houden. Spelen op 24 is vanzelfsprekend verhinderd door de blokzet. Je kunt nog kijken naar 20-25 33-29 19-24x14 39-33 15-20 33-29 20-24x25 etc.
De moegestreden zwartspeler besloot daarom tot de afwikkeling 23-28x41 42-37x27 26-31 34-29 16-21x27? (Grappig is op 3-8 de damgeefcombinatie 47-41) 43-38 en zwart kan opgeven.