Grootmeester nat na waterdoop en borstslag in Brunssum'98.
Voor het eerst sinds vele jaren was ik weer in de gelegenheid mijn vakantie te combineren met een damtoernooi. De laatste keer, ruim elf jaar geleden alweer, vlak voor de geboorte van mijn oudste zoon Erik, had ik in Parijs de beste partij van mijn leven gespeeld met remise tegen de latere wereldkampioen Guntis Valneris. Ik eindigde dat toernooi zelfs op een gedeeld (met o.a. Koeperman) dertiende plaats. Dat is het mooie van dat soort toernooien. Als je "toevallig" de goeie keuzes maakt, problemen tijdig voelt aankomen, kun je als huis-tuin-en-keukendammer met wat onderschatting door de tegenstander en een gunstige loting geschiedenis schrijven.
Geïnspireerd door het fragment in het prismaboekje "Ton Sijbrands Dammer": Veeleer zal hij het nimmer vertoonde, Het Nieuwe, naar voren tracht te brengen; hij doet een beroep op zijn creativiteit, in filosofische termen uitgedrukt: hij schept "Transzendenz". In werkelijkheid ontbreekt de categorie van het "Novum" helaas maar al te vaak, zelfs onder grootmeesters , vindt ik het leuk om openingsvarianten te ontwikkelen. Daarbij heb ik verschillende verbeteringen en weerleggingen van de bestaande theorie gevonden. Helaas krijg ik ze op mijn niveau zelden op het bord. Maar in zo'n toernooi kun je er nog wel eens een geschoolde speler mee verrassen.
08-08-98 H.Vroom (1120)- K. van der Laan 1-1

Dit is de standaardpositie na de opening: 1.32-28 20-25 2.37-32 15-20 3.41-37 10-15 4.46-41 5-10 5.31-27 19-23 6.28x19 14x23 7.33-28 9-14 8.28x19 14x23 9.39-33 10-14 10.44-39 13-19 11.33-28 8-13 12.39-33 2-8 13.36-31 17-21 14.41-36 21-26 15.49-44 4-9 gebaseerd op de partij Korchow-Andreiko 1972.
Meestal werd hier tot voor kort altijd 44-39 gespeeld met na 12-17 goede mogelijkheden voor zwart. Dat heb ik tientallen keren op het bord gehad met goede resultaten.
Toen ik meer dan 20 jaar geleden deze opening analyseerde, signaleerde ik de zet 16.47-41!? en maakte de aantekening: "Dit verplicht zwart welhaast tot 23-29 enz., maar is waarschijnlijk geen bezwaar aangezien Sijbrands deze zet bij zijn analyses niet eens noemt." Bijzonder verrast was ik dan ook toen Wiersma tijdens een demonstratie bij de match Tzjizjow-Clerc onthulde dat zwart door deze kromme zet toch praktisch onoverkomelijke problemen krijgt. Dat was dus een groot lek in mijn openingsbehandeling! En inderdaad, wekenlang heb ik intensief gezocht naar een weerlegging. Maar uiteindelijk vond ik toch een smal glibberig ontsnappingspaadje met varianten tot voorbij de 40e zet. Die vindt je nooit tijdens een partij. Maar ik kon tenminste gewoon mijn opening blijven spelen. Om de kans te vergroten deze varianten als eerste op het bord te krijgen zette ik meteen alle 7 partijen uit Turbodambase met deze opening op mijn dam-homepage op internet. Als lokaas. De damrubriek van Auke Scholma van 18 juli 1998 in het Nieuwsblad van het Noorden, waarin hij de partij Tchoub-Kamyshleeva besprak en de problemen van zwart aantoonde, was voor mij het teken dat deze variant ondertussen breder bekend was en dat ik in Brunssum hierop moest rekenen. Vooraf heb ik daarom alle varianten nog maar eens goed gerepeteerd. En niet voor niets! Want al in mijn eerste partij met zwart speelde Vroom 16.47-41 maar sloeg na 23-29 17.33x24?! 19x39 44x33 met ongeveer gelijkwaardige stand. Maar dit kan toch niet de bedoeling zijn van 16.47-41? Wat er na 17.34x23 enz. kan gebeuren zou mijn eerstvolgende partij met zwart al laten zien, want toen kreeg ik deze variant meteen al weer op het bord. Zie hier het nut van theoriestudie! Toch merkwaardig. Eerst krijg je het 15 jaar niet op het bord en dan opeens 2 partijen achter elkaar. Is dit de tijdgeest?
Het voordeel van het Zwitsers-systeem is dat je na een slechte score de volgende dag kunt herstellen tegen een zwakkere tegenstander. Erik echter meldde 's-avonds, toen hij bij de caravan terugkwam van de kantine (met flipperkast), waar de loting voor de volgende dag wordt opgehangen, dat ik tegen J. van der Borst moest. Ik realiseerde me direkt dat ik tegen een grootmeester alleen mijn weerstandspunten kon opvoeren. Hij was slecht gestart door twee van de eerste drie partijen te verliezen. Aan de andere kant wist ik dat hij met zwart vaak dezelfde openingen speelt. Dat kon dus een mooie partij worden. En inderdaad. Ik kreeg zelfs de eerste diagramstand weer op het bord met 16.47-41 23-29. Hij speelde natuurlijk wel: 17.34x23 18x29 18.33x24 20x29 met het kansrijke 19.44-39 14-20 20.50-44 9-14 21.35-30 25x34 22.39x30... Maar nadat ik á tempo reageerde met 22...3-9!! (Inderdaad Auke) dacht hij maar liefst drie kwartier na over zijn volgende zet. Na: 23.30-25 19-24 24.40-35 13-19 had hij al meer dan anderhalf uur verbruikt en ik minder dan een half uur. Voor mij was dit een geruststellend teken dat hij wanhopig naar de vermeende winst zocht. Er volgde: 25.27-22 8-13 26.31-27 12-17 27.36-31 7-12 28.41-36 17-21 29.44-40 12-18 30.40-34 29x40 31.35x44 24-29 32.43-39 1-7 zie volgend diagram.
10-08-98 J. van der Borst (1445) - K. van der Laan 0-2

Met nog maar 5 minuten vergreep John zich aan: 33.44-40? waarna ik toesloeg met: 29-33! 34.38x29 18-23 35.29x18 11-17 36.22x2 13x35 37.2x30 35x24 met gewonnen stand. Na: 38.48-43 9-13 39.42-38 24-29 40.43-39 13-19 41.45-40 19-23 ging hij door de klok. Tsjakka! Ik denk dat dit nu mijn beste partij ooit is. Hier kan ik weer jaren mee vooruit.
In de diagramstand was een mogelijk vervolg: 45-40 7-12 40-35 20-24 39-33 12-17 44-40 15-20 48-43 19-23 28x10 17x48 25x3 48-25 40-34 29x40 35x44 18-23 10-5 23-28 32x23 21x41 36x47 26x48 met remise.