Vanaf morgen is Huissen twee weken lang de belangrijkste plaats in damland want in het Koelhuis gaan dertien mannen en een vrouw de strijd aan om de Nederlandse titel. Hopelijk zal het niet invoeren van de voordeelremise in de finale hetzelfde effect opleveren als het in de halve finale deed. Daar werd door interessant spel aangetoond dat het damspel ook zonder kunstgrepen nog steeds erg boeiend kan zijn. Maar alles valt of staat met de instelling van de spelers, zeker dit toernooi.
Het mooie is dat er in het deelnemersveld wel heel veel kanshebbers op de titel zijn. De debutanten Chub (Dammer van het jaar 2003) en Kuijvenhoven (juniorenkampioen 2003) zijn dat natuurlijk niet. Datzelfde geldt voor de altijd razendsnelle en vaak ook attractief spelende Barkel, de avonturier Boom en Van de Akker. Laatstgenoemde plaatste zich de laatste jaren met speels gemak en indrukwekkend spel maar in de finale wil het maar niet lukken.
Alle andere spelers zijn in staat mee te doen in de strijd om de titel. Werkt de magie van Hans Jansen nog een keer ? Zet Scholma zijn goede partijen om in punten of verspeelt hij ze zoals zo vaak in de voor hem traditionele tijdnood ? Zegeviert de wilskracht en het zelfvertrouwen van Heusdens ? De rekenkracht van Gerard Jansen of Rob Clerc, in hun respectievelijk 19e en 29e(!) NK ? Of de geniale Prosman met zijn fluwelen spelvoering en fenomenale stellingsbegrip ?
Kees Thijssen won in februari het toernooi in Cannes, voor Baljakin, Valneris, Schwarzman en Tzjizjov. Kan hij zijn vorig jaar behaalde titel prolongeren ? Of wordt het 'gewoon' de man met veruit de hoogste rating in dit gezelschap, de van geboorte Witrus Alexander Baljakin ? Juniorenwereldkampioen 1980, tweede op het WK 1986 en brons in 1992, 1994 en 1996.
Deze geweldenaar lijkt de te kloppen man. Een koele kikker die ogenschijnlijk als een computer emotieloos en meedogenloos tegenstanders tot wanhoop drijft. Maar niets menselijks is hem vreemd, twee fragmenten om de 'Hollanders' een hart onder de riem te steken.
Wit: Schwartzman
Zwart: Baljakin
In deze beroemde (remise-)partij kregen beide spelers een winstkans, beiden misten ! Baljakin kreeg als eerste de kans, na 40. 27-22 had hij kunnen winnen door (14-20) 41. 25x14 (05-10) 42. 14x05 (12-18) 43. 05x28 (18x36) 44. 34x23 (26-31) 45. 37x26 (16-21) 46. 26x17 (11x42).
Wit: Baljakin
Zwart: J. Schouten
Instructief te zien hoe wit voordeel haalt met 1. 34-29! (25x34) [na (23x34) is de zwarte stand helemaal uit balans, dus neemt zwart de schijfwinst aan] 2. 43-39 (34x43) 3. 49x38 (23x34) 4. 40x29 (09-13) [er dreigde 35-30 en 29-23 en na (20-25) en (09-13) drukt wit met 33-29 (19-24 of?) gevolgd door 38-33 als en harmonica in elkaar] 5. 31-27 (02-08) [de dam met 28-23 en 38-33 wint niet] 6. 45-40 (08-12) 7. 40-34 (11-17) 8. 34-30 (05-10) [iets anders is er ook niet] alles tot nu toe even strak gespeeld en dan ... 9. 48-43?? [mist de winst met 28-23, 30x08, 29-24, 27-21, 32x43 maar erger nog is dat zwart nu remise had kunnen maken met (16-21!), (19-23), (12x03) en (14x34)] (26-31??) 10. 37x26 en zwart gaf op.
[rubriek Ingo Greveraars in Eindhovens Dagblad, 3 april 2004]