Goedemoed exit bondsraad
Posted: Sat Feb 07, 2004 00:03
Leeuwarden, 26-01-04
Aan de leden van de Bondsraad en het bestuur van de KNDB
Geachte heren,
Per direct trek ik mij terug uit de Bondsraad.
Sinds langere tijd worstelde ik met mijn zitting in de bondsraad, omdat mij duidelijk werd dat mijn functie in de bondsraad lastig is te combineren is met mijn functies als trainer en speler.
Op de eerste bondsraadvergadering waarop gestemd werd, moest ik naar een trainersdag. De laatste vergadering moest ik spelen in de HF NK.
Wat de doorslag heeft gegeven om mij uit de BR terug te trekken, zal ik nu uit de doeken doen.
De gang van zaken rondom het royement heeft mij gekwetst en beschadigd.
Het gemak waarmee ik als actief lid, mij voortdurend inzettend voor de damsport, zonder enig vorm van onderzoek of proces achteloos ben weggeworpen als een stuk vuil heeft mij gechoqueerd.
Uit de manier waarop tijdens de jongste vergadering dit royement is behandeld, trek ik de conclusie dat onze voorzitter Ebbo de Jong eigenlijk niks geleerd heeft van de zaak.
Diverse blunders worden verzwegen:
Om te beginnen: Er is niet eens een aanklacht ingediend! Dat vond onze ijverige bondsdirecteur, die de brief ondertekende, niet nodig om mij levenslang te geven! En de rest van het bestuur is het kennelijk ook niet opgevallen dat veroordeling zonder proces niet in een democratisch bestel thuishoort.
Een aanklacht wegens belediging kan in onze rechtstaat alleen ingediend worden door de beledigde partij. Niemand anders kan een dergelijke aanklacht indienen, maar de KNDB wijkt af van deze democratische gang van zaken. In dit geval had alleen de heer Jan Groeneveld een aanklacht in kunnen dienen en wel bij de Tuchtcommissie.
Dat het door de GDB voorgestelde royement een stinkend zaakje was, hadden de KNDB en de heer Haijtink wel kunnen opmaken uit de fax van de GDB aan het BB met het verzoek om spoed te maken met het royement “met het oog op de wedstrijd van zaterdag.� Hiermee geeft de GDB dus toe dat ze graag Apeldoorn wilden duperen. De GDB maakte misbruik van de min of meer toevallige omstandigheid dat ik voor een Gelderse club uitkom. De heer Haijtink hanteerde het zelfs als een argument voor zijn opzienbarend snelle handelswijze (dezelfde dag dat de GDB het royement aanvroeg postte Haijtink de brief dat de KNDB het royement overnam) dat hij door de GDB onder druk werd gezet! Mensen onder druk zetten is een normale gang van zaken binnen de KNDB. Wat voor het gezonde verstand een tegenargument zou zijn is voor de heer Haijtink een argument om de zaak eens lekker snel door te zetten. Het is mij volkomen duidelijk geworden dat de heer Haijtink zijn eigen wens om mij te straffen een doorslaggevende rol heeft laten spelen om de zaak zo snel mogelijk erdoor te drukken.
Aangezien alleen de heer Groeneveld zelf de TC kan inschakelen, is het royement rechtsongeldig. Een 3-daagse schorsing handhaven is dan ook absurd. Stuitend is dat wordt gerept van een alarmfunctie. Daarmee spreekt Ebbo zichzelf dus tegen, want op de KNDB-site staat vermeld dat ik wordt beschouwd als nooit geroyeerd. Daarmee zegt Ebbo dat het eigenlijk toch wel terecht is dat ik gestraft werd. Daarmee weigert Ebbo de hand in eigen boezem te steken. Daarmee verdoezelt Ebbo zijn geschutter, zijn minachting voor de statuten en de (actieve) leden van de KNDB. Ondanks dat het bestuur geen tuchtzaak kan afhandelen, is de wil van Ebbo wet.
Ten onrechte rept Ebbo op de KNDB-site van waarschuwingen aan mijn adres van de bondsraad. In werkelijkheid wordt verwezen naar een vraag (!) van – of all persons! – Josef Linssen tijdens de rondvraag. Ebbo maakt hier een officiële waarschuwing van om zijn eigen fouten goed te praten.
En een excuus tussen de regels door dat niet gevolgd wordt door een verzoenend gesprek, heeft voor mij geen waarde. Het is domweg niet echt, niet oprecht.
Dat Ebbo het niet nodig achtte om het volledig dagelijks bestuur in kennis te stellen, ook daarover geen woord van spijt. Ebbo heeft de andere bestuursleden voor schut gezet. Zelfs de wedstrijdleider was niet op de hoogte! Nochtans schrijven de statuten voor dat het gehele dagelijks bestuur gekend moet worden.
Ebbo meent dat hij iemand kan schorsen omdat iets naar zijn mening niet deugt. Omdat Ebbo de term NSB-er zóó beladen acht, mocht ik geroyeerd worden. Echter, de mening van de voorzitter van de KNDB is niet van belang. Nogmaals: De rechter, in dit geval de TC, moet hierover oordelen.
De eerste brief werd dus ondertekend door Haijtink, een tweede brief over de kwestie werd ondertekend door Ebbo zelf, nog steeds niet zich bewust dat hij namens het bestuur moest optreden, niet namens zichzelf. Ebbo heeft de rest van het bestuur hiermee beschadigd. Dankzij de stijfkoppigheid van Ebbo om het royement terug te draaien traden Leen de Rooij en Richard Koot af.
Inmiddels hebben ook Ruurd Wuestman en Henk de Witt de brui eraan gegeven.
Buiten en in de damwereld werd smalend gesproken over de onnozele handelswijze van het KNDB-bestuur. Dit komt het imago van de damsport nou niet bepaald ten goede.
De dag dat ik door Ebbo op het matje werd geroepen, was Ebbo niet in staat om de gewraakte zin correct te citeren. Tot tweemaal toe lepelde Ebbo een onjuiste zin op, die 2 woorden extra bevatte, die de betekenis van de zin volledig veranderden. Dit is tekenend voor de onzorgvuldige handelswijze van het KNDB-bestuur (lees: Ebbo) in deze kwestie.
Of het gebruik van de term NSB-er werkelijk zo zwaarbeladen is, zoals Ebbo mij voorhield, is maar de vraag. Henk de Witt noemde in zijn brief aan de bondsraad al twee gevallen waarin de term (of een equivalente term) gebezigd werd in de pers. Ik vernam zelf dat in het programma Kopspijkers ten overstaan van miljoenen kijkers iemand lachend voor NSB-er werd uitgemaakt. Op de radio hoorde ik onlangs dat een kunstenaar in Amsterdam ervan beticht werd NSB-praktijken te bezigen (Hij verspreidde formulieren met de vraag of mensen bereid zouden zijn om illegalen aan te geven).
Oud-voorzitter Anton Schotanus zei: “Hoe moet je zo’n man (JG) anders noemen?�
Ik wil maar aangeven dat de mening van één iemand hier niet de doorslag kan geven. Er zal een rechter moeten beslissen. In dit geval dus, en dan alleen als Groeneveld zich beledigd voelde, de tuchtcommissie.
Door in deze zaak tegen alle statuten en democratische principes in de damwereld in opschudding te brengen, werd de heer Groeneveld juist beschadigd in plaats van verdedigd. Iedereen zal zich afgevraagd hebben waarom ik het gedrag de heer Groeneveld vergeleek met dat van een verrader. Echter het verklikkersgedrag van dammers blijft onbesproken binnen de KNDB, maar 3 verkeerde letters, dat is verschrikkelijk erg.
Ik zou het niet op prijs stellen dat als ik beledigd wordt, de KNDB of een provinciaal bestuur een zaak hiervan maakt! Dat blaast de hele zaak op tot enorme proporties en brengt de zaak onder de aandacht van een enorm publiek. De uitspraak op de babbelbox, twee dagen later al gerectificeerd, was oorspronkelijk voor een zeer select publiek te lezen, maar werd nu de wereld ingegooid.
Een vorige tuchtzaak tegen mij door bestuurslid van de GDB Henk Stoop werd door mij gewonnen. Stoop had mij aangeklaagd, omdat ik hem in een brief aan toenmalig bondsvoorzitter Theo van den Hoek, van chantagepraktijken had beticht. De TC kwam echter tot de conclusie dat ik mij terecht zorgen had gemaakt, aangezien bewezen werd geacht dat Stoop diverse malen mensen op ongepaste wijze zwaar onder druk had gezet om mijn positie als trainer en later als WK-begeleider te ondermijnen. De stelselmatige ondermijning van mijn positie als trainer en begeleider komt voort uit ongefundeerde haatgevoelens jegens mij, omdat ik de heer Stoop terecht heb beschuldigd in een ver verleden van smaad. (Stoop geeft dit zelf aan in zijn aanklacht.) De heer Stoop ging namelijk 3 jaar, al dreigend en manipulerend, door met het zonder bewijs beschuldigen van een jeugdspeler.
De heer stoop had in het laatste geval (begeleiding WK aspianten 2003) ook Jeanine van der Horst “afgeperst� (sic). Net als ikzelf heb ik de kwestie aangekaart bij Theo van den Hoek, omdat Stoop opnieuw pogingen deed mij aan de kant te zetten als jeugdbegeleider op het WK aspiranten 2003. Theo negeerde de melding van Jeanine dat zij afgeperst werd (Stoop kwam met een pakket aan dreigementen wat er zou gebeuren als de KNDB mij niet als begeleider zou vervangen) en ik kreeg te verstaan dat Theo aan het einde van zijn ambtstermijn geen zin meer had in zo’n lastige kwestie!
De heer Stoop klaagde mij aan en verloor. Vandaar dat de GDB geen zin had om de officiële kanalen te bewandelen, men zou weer kunnen verliezen, maar mij zodra een gelegenheid zich voordeed royeerde.
De heer Linssen kon door Nadine van Tiel telefonisch gevraagd naar in het eenregelig briefje genoemde artikel, op grond waarvan men mij royeerde, geen antwoord geven op de vraag wat er in dat bewuste artikel stond. (De statuten van de GDB waren ook niet beschikbaar op de site van de GDB.) Ook wist hij te melden dat deze gang van zaken inderdaad niet zo fraai was, maar terugdraaien zou een beetje vreemd zijn.
De non-statutaire proeftijd waarmee de GDB nu aankomt, is het zoveelste bewijs dat bestuurders maar wat doen. Regels zijn voor hen onbelangrijk. Leden van de KNDB kunnen zonder vorm van proces worden geroyeerd.
Welnu, ik heb geen zin om mij nog langer in een dergelijke slangenkuil te begeven.
Groetend,
Tjalling Goedemoed
Aan de leden van de Bondsraad en het bestuur van de KNDB
Geachte heren,
Per direct trek ik mij terug uit de Bondsraad.
Sinds langere tijd worstelde ik met mijn zitting in de bondsraad, omdat mij duidelijk werd dat mijn functie in de bondsraad lastig is te combineren is met mijn functies als trainer en speler.
Op de eerste bondsraadvergadering waarop gestemd werd, moest ik naar een trainersdag. De laatste vergadering moest ik spelen in de HF NK.
Wat de doorslag heeft gegeven om mij uit de BR terug te trekken, zal ik nu uit de doeken doen.
De gang van zaken rondom het royement heeft mij gekwetst en beschadigd.
Het gemak waarmee ik als actief lid, mij voortdurend inzettend voor de damsport, zonder enig vorm van onderzoek of proces achteloos ben weggeworpen als een stuk vuil heeft mij gechoqueerd.
Uit de manier waarop tijdens de jongste vergadering dit royement is behandeld, trek ik de conclusie dat onze voorzitter Ebbo de Jong eigenlijk niks geleerd heeft van de zaak.
Diverse blunders worden verzwegen:
Om te beginnen: Er is niet eens een aanklacht ingediend! Dat vond onze ijverige bondsdirecteur, die de brief ondertekende, niet nodig om mij levenslang te geven! En de rest van het bestuur is het kennelijk ook niet opgevallen dat veroordeling zonder proces niet in een democratisch bestel thuishoort.
Een aanklacht wegens belediging kan in onze rechtstaat alleen ingediend worden door de beledigde partij. Niemand anders kan een dergelijke aanklacht indienen, maar de KNDB wijkt af van deze democratische gang van zaken. In dit geval had alleen de heer Jan Groeneveld een aanklacht in kunnen dienen en wel bij de Tuchtcommissie.
Dat het door de GDB voorgestelde royement een stinkend zaakje was, hadden de KNDB en de heer Haijtink wel kunnen opmaken uit de fax van de GDB aan het BB met het verzoek om spoed te maken met het royement “met het oog op de wedstrijd van zaterdag.� Hiermee geeft de GDB dus toe dat ze graag Apeldoorn wilden duperen. De GDB maakte misbruik van de min of meer toevallige omstandigheid dat ik voor een Gelderse club uitkom. De heer Haijtink hanteerde het zelfs als een argument voor zijn opzienbarend snelle handelswijze (dezelfde dag dat de GDB het royement aanvroeg postte Haijtink de brief dat de KNDB het royement overnam) dat hij door de GDB onder druk werd gezet! Mensen onder druk zetten is een normale gang van zaken binnen de KNDB. Wat voor het gezonde verstand een tegenargument zou zijn is voor de heer Haijtink een argument om de zaak eens lekker snel door te zetten. Het is mij volkomen duidelijk geworden dat de heer Haijtink zijn eigen wens om mij te straffen een doorslaggevende rol heeft laten spelen om de zaak zo snel mogelijk erdoor te drukken.
Aangezien alleen de heer Groeneveld zelf de TC kan inschakelen, is het royement rechtsongeldig. Een 3-daagse schorsing handhaven is dan ook absurd. Stuitend is dat wordt gerept van een alarmfunctie. Daarmee spreekt Ebbo zichzelf dus tegen, want op de KNDB-site staat vermeld dat ik wordt beschouwd als nooit geroyeerd. Daarmee zegt Ebbo dat het eigenlijk toch wel terecht is dat ik gestraft werd. Daarmee weigert Ebbo de hand in eigen boezem te steken. Daarmee verdoezelt Ebbo zijn geschutter, zijn minachting voor de statuten en de (actieve) leden van de KNDB. Ondanks dat het bestuur geen tuchtzaak kan afhandelen, is de wil van Ebbo wet.
Ten onrechte rept Ebbo op de KNDB-site van waarschuwingen aan mijn adres van de bondsraad. In werkelijkheid wordt verwezen naar een vraag (!) van – of all persons! – Josef Linssen tijdens de rondvraag. Ebbo maakt hier een officiële waarschuwing van om zijn eigen fouten goed te praten.
En een excuus tussen de regels door dat niet gevolgd wordt door een verzoenend gesprek, heeft voor mij geen waarde. Het is domweg niet echt, niet oprecht.
Dat Ebbo het niet nodig achtte om het volledig dagelijks bestuur in kennis te stellen, ook daarover geen woord van spijt. Ebbo heeft de andere bestuursleden voor schut gezet. Zelfs de wedstrijdleider was niet op de hoogte! Nochtans schrijven de statuten voor dat het gehele dagelijks bestuur gekend moet worden.
Ebbo meent dat hij iemand kan schorsen omdat iets naar zijn mening niet deugt. Omdat Ebbo de term NSB-er zóó beladen acht, mocht ik geroyeerd worden. Echter, de mening van de voorzitter van de KNDB is niet van belang. Nogmaals: De rechter, in dit geval de TC, moet hierover oordelen.
De eerste brief werd dus ondertekend door Haijtink, een tweede brief over de kwestie werd ondertekend door Ebbo zelf, nog steeds niet zich bewust dat hij namens het bestuur moest optreden, niet namens zichzelf. Ebbo heeft de rest van het bestuur hiermee beschadigd. Dankzij de stijfkoppigheid van Ebbo om het royement terug te draaien traden Leen de Rooij en Richard Koot af.
Inmiddels hebben ook Ruurd Wuestman en Henk de Witt de brui eraan gegeven.
Buiten en in de damwereld werd smalend gesproken over de onnozele handelswijze van het KNDB-bestuur. Dit komt het imago van de damsport nou niet bepaald ten goede.
De dag dat ik door Ebbo op het matje werd geroepen, was Ebbo niet in staat om de gewraakte zin correct te citeren. Tot tweemaal toe lepelde Ebbo een onjuiste zin op, die 2 woorden extra bevatte, die de betekenis van de zin volledig veranderden. Dit is tekenend voor de onzorgvuldige handelswijze van het KNDB-bestuur (lees: Ebbo) in deze kwestie.
Of het gebruik van de term NSB-er werkelijk zo zwaarbeladen is, zoals Ebbo mij voorhield, is maar de vraag. Henk de Witt noemde in zijn brief aan de bondsraad al twee gevallen waarin de term (of een equivalente term) gebezigd werd in de pers. Ik vernam zelf dat in het programma Kopspijkers ten overstaan van miljoenen kijkers iemand lachend voor NSB-er werd uitgemaakt. Op de radio hoorde ik onlangs dat een kunstenaar in Amsterdam ervan beticht werd NSB-praktijken te bezigen (Hij verspreidde formulieren met de vraag of mensen bereid zouden zijn om illegalen aan te geven).
Oud-voorzitter Anton Schotanus zei: “Hoe moet je zo’n man (JG) anders noemen?�
Ik wil maar aangeven dat de mening van één iemand hier niet de doorslag kan geven. Er zal een rechter moeten beslissen. In dit geval dus, en dan alleen als Groeneveld zich beledigd voelde, de tuchtcommissie.
Door in deze zaak tegen alle statuten en democratische principes in de damwereld in opschudding te brengen, werd de heer Groeneveld juist beschadigd in plaats van verdedigd. Iedereen zal zich afgevraagd hebben waarom ik het gedrag de heer Groeneveld vergeleek met dat van een verrader. Echter het verklikkersgedrag van dammers blijft onbesproken binnen de KNDB, maar 3 verkeerde letters, dat is verschrikkelijk erg.
Ik zou het niet op prijs stellen dat als ik beledigd wordt, de KNDB of een provinciaal bestuur een zaak hiervan maakt! Dat blaast de hele zaak op tot enorme proporties en brengt de zaak onder de aandacht van een enorm publiek. De uitspraak op de babbelbox, twee dagen later al gerectificeerd, was oorspronkelijk voor een zeer select publiek te lezen, maar werd nu de wereld ingegooid.
Een vorige tuchtzaak tegen mij door bestuurslid van de GDB Henk Stoop werd door mij gewonnen. Stoop had mij aangeklaagd, omdat ik hem in een brief aan toenmalig bondsvoorzitter Theo van den Hoek, van chantagepraktijken had beticht. De TC kwam echter tot de conclusie dat ik mij terecht zorgen had gemaakt, aangezien bewezen werd geacht dat Stoop diverse malen mensen op ongepaste wijze zwaar onder druk had gezet om mijn positie als trainer en later als WK-begeleider te ondermijnen. De stelselmatige ondermijning van mijn positie als trainer en begeleider komt voort uit ongefundeerde haatgevoelens jegens mij, omdat ik de heer Stoop terecht heb beschuldigd in een ver verleden van smaad. (Stoop geeft dit zelf aan in zijn aanklacht.) De heer Stoop ging namelijk 3 jaar, al dreigend en manipulerend, door met het zonder bewijs beschuldigen van een jeugdspeler.
De heer stoop had in het laatste geval (begeleiding WK aspianten 2003) ook Jeanine van der Horst “afgeperst� (sic). Net als ikzelf heb ik de kwestie aangekaart bij Theo van den Hoek, omdat Stoop opnieuw pogingen deed mij aan de kant te zetten als jeugdbegeleider op het WK aspiranten 2003. Theo negeerde de melding van Jeanine dat zij afgeperst werd (Stoop kwam met een pakket aan dreigementen wat er zou gebeuren als de KNDB mij niet als begeleider zou vervangen) en ik kreeg te verstaan dat Theo aan het einde van zijn ambtstermijn geen zin meer had in zo’n lastige kwestie!
De heer Stoop klaagde mij aan en verloor. Vandaar dat de GDB geen zin had om de officiële kanalen te bewandelen, men zou weer kunnen verliezen, maar mij zodra een gelegenheid zich voordeed royeerde.
De heer Linssen kon door Nadine van Tiel telefonisch gevraagd naar in het eenregelig briefje genoemde artikel, op grond waarvan men mij royeerde, geen antwoord geven op de vraag wat er in dat bewuste artikel stond. (De statuten van de GDB waren ook niet beschikbaar op de site van de GDB.) Ook wist hij te melden dat deze gang van zaken inderdaad niet zo fraai was, maar terugdraaien zou een beetje vreemd zijn.
De non-statutaire proeftijd waarmee de GDB nu aankomt, is het zoveelste bewijs dat bestuurders maar wat doen. Regels zijn voor hen onbelangrijk. Leden van de KNDB kunnen zonder vorm van proces worden geroyeerd.
Welnu, ik heb geen zin om mij nog langer in een dergelijke slangenkuil te begeven.
Groetend,
Tjalling Goedemoed