Piet Bouma wrote:reiger56 wrote: Per partij worden tien punten verdeeld:
10-0 (winst), 7-3 (drie schijven voorsprong), 6-4 (twee schijven voorsprong), 5-5 (remise). De verwachting is dat met deze telling het aantal remises verder zal dalen.
Om eens naar de inhoud te gaan en niet over personen te discussieren:
Henk en Reiger: waarom is er gekozen voor een zo'n ingewikkelde verdeling van 10 punten?
Is het onderstaande niet een optie:
2-0
1 3/4 - 1/4
1 1/2 - 1/2
1-1
Ik geef het toe: de mogelijkheid tot gelijk eindigen van spelers zal groter worden. Maar het traditionele van twee punten blijft wel gehandhaafd. En moet die puntenoverwinning niet wat dichter naar die overwinning toe!
He ja Piet, inhoud, heerlijk!
Allereerst wil ik even toelichten hoe een en ander tot stand is gekomen. In Schiedam werd ik benaderd door Kees Thijssen die mij vroeg of we in Delft de puntenoverwinning niet konden toekennen bij twee in plaats van drie schijven. Gezien de zeer sterke bezetting vreesde hij namelijk dat er bij drie schijven ook nog veel remises zouden vallen. Uiteraard had hier ik wel oren naar, maar ik zou dan liever verder differentieren. Ten eerste vanwege de eindspelletjes die al bekend zijn van de huidige puntenoverwinning. Ten tweede omdat een verdere differentiering ook interessant vergelijkingsmateriaal oplevert. Zijn wij dammers niet allen eeuwige studenten?
Voor Kees geen probleem. Daarna ben ik gaan praten met al die andere grote jongens daar in Schiedam. Van Georgiev en Tsjizjov was al bekend dat zij op topniveau toewillen naar een verdere differentiering. Voor hun WK match 2004 had Georgiev voorgesteld:
2-0
1,3-0,7
1,2-0,8
1,1-0,9
1-1
Hier wordt de puntenoverwinning dus juist dichter bij de remise gelegd. Ik denk dat dit vooral uit psychologische overwegingen is gebeurd. Zoals je weet hadden wij in februari jl. in Delft de telling:
10-0
8-2
7-3
6-4
5-5
In wezen hetzelfde principe dus, maar dan de puntenoverwinning juist opgewaardeerd. Voor Kees en ook Erno Prosman zijn dit soort tellingen geen bezwaar. Schwarzman en Samb wilden ook wel een stap verder gaan, maar een puntenoverwinning met 1 schijf voorsprong was voor hen nog een brug te ver. Zo is daar in de tuin van Jan van Stigt Thans onder aangename omstandigheden een compromis gesmeed. Uiteraard is ook gesproken over de precieze cijfers. Kees Thijssen is, zoals bekend, bijvoorbeeld niet gecharmeerd van grote uitslagen. Veel dammers niet, het kost hen moeite daaraan te wennen.
We hebben staan goochelen met allerlei kleinere uitslagen, maar dan krijg je onvermijdelijk meerdere breuken en dat vonden de meesten toch ook niet mooi. Tsjizjov opperde in 2001 al eens onder een etentje (ik meen zuiglam met peren, maar het kan ook schnitzel met spercieboontjes zijn geweest) een evolutie van de puntentelling in de verdere toekomst (een jaar of vijftig, schatte de Grote Meester) waarbij elk materieel voordeel zou worden beloond. 'En dan bijvoorbeeld tien punten verdelen', sprak hij achteloos. Om vier jaar later de details te laten bespreken door werkmieren als Piet Bouma en Henk de Witt. En gelijk hadtie, Tsjizjov wordt betaald om grootmeesterlijk te dammen, niet om details in te vullen.
Overigens is het perspectief van Tsjizjovs toekomst toch veel eerder in beeld dan hij vier jaar geleden zelf kon hebben bevroed.
Zo is het gekomen, Piet. Moest De Witt dit niet eerst voorleggen aan het organisatiecomite? Uiteraard. Maar dat bleek een formaliteit. Wanneer de Grote Meesters zelf bereid zijn om elkaar pijn te doen, althans op het dambord, teneinde het volk meer spanning en vermaak te bieden, dan grijp je die kans toch met beide handen aan? Of niet soms?
De precieze uitslagen, wel of niet halfjes, wel of niet kwartjes, puntenoverwinning dichter bij remise, of juist dichter bij de gewone winst, daar kun je nog lang en breed over stoeien. Ik denk dat jouw voorstel met halfjes en kwartjes ook heel goed kan en dat men daar snel aan zal wennen. Ik althans heb er weinig moeite mee.
Ik merk dat ik al weer zeer lang van stof ben. Vergeef het mij, het komt voort uit enthousiasme. En daar wil ik dit nog wel even over kwijt. De grootmeesters waar wij nu over spreken staan open voor verandering en het zijn zeer flexibele kerels. Hier is echt sprake van een enorme cultuuromslag! Volgens mij is dit nog veel te weinig doorgedrongen tot vele dambestuurders en 'gewone' dammers. Deze grootmeesters snappen dat er iets moet gebeuren en doen niet moeilijk over precieze uitwerking, voorbereidingstijd en andere details. Met deze mensen kunnen wij voort, Piet.
Leuk trouwens weer eens wat van je gehoord te hebben.
Oant sjen!