Frans de Jonge wrote:In de Arbitershandleiding wordt gesproken over een overeen te komen plus/min remise door de spelers. Er wordt met geen woord gerept over een rol voor de arbiter. Als arbiter meng ik me dan ook niet in een door spelers al dan niet overeengekomen plus/minremise. Ik ga er van uit dat de spelers op dit niveau de spelregels kennen. Maar blijkbaar in de praktijk dus niet. Gezien de mogelijk grote consequenties kunnen de spelregels wel wat aanscherping gebruiken.
Voor de spelers is het reglement bepalend, niet de arbitershandleiding. De arbitershandleiding is niet bepaald foutloos.
Ha Henk,
Dat laatste is niet relevant, immers ook de reglementen zijn niet foutloos. De bedoeling van de arbitershandleiding is wel dat er eenduidig wordt gehandeld en niet dat iedere arbiter het reglement op eigen wijzegaat interpreteren.
Nee Frans, daar is een groot verschil tussen.
Ook als er fouten in het SWR staan dan kunnen spelers daar rechten aan ontlenen. Het SWR is voor de spelers bindend. Dat geldt zeker niet voor de arbitershandleiding.
Ook de arbiter moet in de eerste plaats zich houden aan het SWR. De handleiding is zoals de naam al doet vermoeden: een handleiding, maar geen reglement.
henk stoop wrote:
Ook als er fouten in het SWR staan dan kunnen spelers daar rechten aan ontlenen. Het SWR is voor de spelers bindend. Dat geldt zeker niet voor de arbitershandleiding.
Ook de arbiter moet in de eerste plaats zich houden aan het SWR. De handleiding is zoals de naam al doet vermoeden: een handleiding, maar geen reglement.
Er is toch ook een billijkheidsclausule opgenomen in het SWR? Het lijkt mij in ieder geval niet redelijk om nu de uitslag die de spelers overeenkwamen te veranderen. Zeker niet als Provoost doordat hij dacht dat het geen plusje was gewoon 1-1 noteerde. Je kunt iemand moeilijk matsen die de regels niet kent. Als hij het plusje al noteerde, wordt het een ander verhaal.
15.2
Bij een remise kan in aanvulling op de standaard puntentelling (1 1) ook een verfijndere punten-
tel-ling worden gebruikt, die aangeeft dat de partij is geëindigd in een stand die voor de ene speler
voordelig en voor zijn tegenstander nadelig is.
Een voorbeeld hiervan is de plus/min remise. Een partij die volgens artikel 9 in remise is geëindigd
geldt als een plus remise wanneer een speler een blijvende voorsprong heeft opgebouwd van
minstens drie schijven, waarbij een dam voor twee schijven telt. De tegenstander boekt een min
remise.
De spelers kunnen ook volgens artikel 9 en 13.3 een plus/min remise met elkaar overeenkomen.
Dit reglementsartikel is zeer slecht geformuleerd. Het is ongedefinieerd wat een blijvende voorsprong betekent, en dus is het onmogelijk om op grond daarvan vast te stellen of een partij in een plus/min remise is geeindigd. De beste oplossing lijkt me overigens nog steeds om de hele plus/min remise in de prullenbak te gooien.
15.2
Bij een remise kan in aanvulling op de standaard puntentelling (1 1) ook een verfijndere punten-
tel-ling worden gebruikt, die aangeeft dat de partij is geëindigd in een stand die voor de ene speler
voordelig en voor zijn tegenstander nadelig is.
Een voorbeeld hiervan is de plus/min remise. Een partij die volgens artikel 9 in remise is geëindigd
geldt als een plus remise wanneer een speler een blijvende voorsprong heeft opgebouwd van
minstens drie schijven, waarbij een dam voor twee schijven telt. De tegenstander boekt een min
remise.
De spelers kunnen ook volgens artikel 9 en 13.3 een plus/min remise met elkaar overeenkomen.
Dit reglementsartikel is zeer slecht geformuleerd. Het is ongedefinieerd wat een blijvende voorsprong betekent, en dus is het onmogelijk om op grond daarvan vast te stellen of een partij in een plus/min remise is geeindigd. De beste oplossing lijkt me overigens nog steeds om de hele plus/min remise in de prullenbak te gooien.
De formulering kan zeker beter, als je een plus/minremise overeenkomt volgens de regels is dit een blijvende voorsprong. De partij is immers geëindigd.
Het zijn niet allen koks die lange messen dragen.....
15.2
Bij een remise kan in aanvulling op de standaard puntentelling (1 1) ook een verfijndere punten-
tel-ling worden gebruikt, die aangeeft dat de partij is geëindigd in een stand die voor de ene speler
voordelig en voor zijn tegenstander nadelig is.
Een voorbeeld hiervan is de plus/min remise. Een partij die volgens artikel 9 in remise is geëindigd
geldt als een plus remise wanneer een speler een blijvende voorsprong heeft opgebouwd van
minstens drie schijven, waarbij een dam voor twee schijven telt. De tegenstander boekt een min
remise.
De spelers kunnen ook volgens artikel 9 en 13.3 een plus/min remise met elkaar overeenkomen.
Dit reglementsartikel is zeer slecht geformuleerd. Het is ongedefinieerd wat een blijvende voorsprong betekent, en dus is het onmogelijk om op grond daarvan vast te stellen of een partij in een plus/min remise is geeindigd. De beste oplossing lijkt me overigens nog steeds om de hele plus/min remise in de prullenbak te gooien.
25 zetten regel zou afdoende moeten zijn als definitie van blijvend.
Artikel 44
In spoedeisende situaties waarin dit reglement en de wedstrijdvoorwaarden niet voorzien, of waarin een letterlijke toepassing van de reglementen tot een onbedoelde en algemeen als on-rechtvaardig ervaren uitkomst leidt, mag de wedstrijdleiding, of namens de wedstrijdleiding de arbiter, zelf een beslissing nemen.
Artikel 47
Ieder lid van de bond wordt geacht het Spel- en Wedstrijdreglement te kennen.
Artikel 44 lijkt me de billijkheidsclausule. Op basis van beide artikelen lijkt het me dat de uitslag niet meer gewijzigd kan worden. Beide spelers zijn tenslotte akkoord gegaan met een reguliere puntendeling. Dat Provoost er geen plusje van maakt, is zijn probleem. Hij moet de regels maar kennen.
Artikel 44
In spoedeisende situaties waarin dit reglement en de wedstrijdvoorwaarden niet voorzien, of waarin een letterlijke toepassing van de reglementen tot een onbedoelde en algemeen als on-rechtvaardig ervaren uitkomst leidt, mag de wedstrijdleiding, of namens de wedstrijdleiding de arbiter, zelf een beslissing nemen.
Ik vermoede al dat je naar dit artikel ging verwijzen. Artikel 44 is bedoeld voor spoedeisende zaken waarin het swr niet volstaat. Dat betekent dat de arbiter bewust een beslissing neemt voor iets waarin het swr niet voorziet.
Maar het reglement voldoet hier wel. Kwestie van goed lezen.
En de arbiter heeft hier geen bewuste beslissing genomen op basis van artikel 44. Als de arbiter dit wel heeft gedaan dan weet hij dat hij dit beroep op artikel 44 ook moet melden bij de wedstrijdleiding.
Artikel 44
In spoedeisende situaties waarin dit reglement en de wedstrijdvoorwaarden niet voorzien, of waarin een letterlijke toepassing van de reglementen tot een onbedoelde en algemeen als on-rechtvaardig ervaren uitkomst leidt, mag de wedstrijdleiding, of namens de wedstrijdleiding de arbiter, zelf een beslissing nemen.
Ik vermoede al dat je naar dit artikel ging verwijzen. Artikel 44 is bedoeld voor spoedeisende zaken waarin het swr niet volstaat. Dat betekent dat de arbiter bewust een beslissing neemt voor iets waarin het swr niet voorziet.
Maar het reglement voldoet hier wel. Kwestie van goed lezen.
En de arbiter heeft hier geen bewuste beslissing genomen op basis van artikel 44. Als de arbiter dit wel heeft gedaan dan weet hij dat hij dit beroep op artikel 44 ook moet melden bij de wedstrijdleiding.
Er staat toch geen tijd in? Dus de wedstrijdleiding kan even later ook nog iets aan de hand van dit artikel doen lijkt me... Het moge duidelijk zijn dat het SWR nog vele verbeterpuntjes kent. Wel ben ik benieuwd of Provoost of iemand anders nog protest gaat aantekenen.
In het licht van deze reeds eerder gevoerde discussie: de partij LUdwig tegen Scholma. Sommige mensen vonden dat Provoost alsnog zijn pluisje moet krijgen. Moet het plusje van Ludwig nu ook ongedaan gemaakt worden in de ogen van diezelfde mensen. Of moeten we dit weer zien als een ander situatie.
Voor de goede orde: van mij hoeft het uiteraard niet. Als beide spelers dezelfde uitslag op het notatie biljet invullen en dit als volwassen overeenkomen, dan is dat wat mij betreft bindend.
Behalve den man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.