Wieger Wesselink wrote:
Otgonbayar-Podolski
Dit is een bekende klassieke stelling, die zweeft op het randje van winst of remise. Zelf geloof ik nog steeds dat het remise is, maar ik meen mij nu vaag te herinneren dat Sijbrands daar anders over denkt. Een paar jaar geleden heeft hij dit volgens mij in een rubriek behandeld, ik weet niet meer naar aanleiding van welke partij. De hoofdvariant luidt zoiets als
34-29 23*34 30*39 18-23 39-34 12-18 27-22 18*27 35-30 24*35 33-29 13-18 29-24 19*39 28*10 39-44 10-04 18-22 04-15 21-26 32*21 26*17
met een lastig te beoordelen stand. Eerlijkgezegd geef ik Otgonbayar niet zo veel overlevingskansen in dit eindspel.
Onbekende Twardziak vindt weg naar remise
de Volkskrant, Sport, 21 mei 2005 (pagina 44)
Ton Sijbrands
Zoals aangekondigd verdiepen we ons nogmaals in de partij Baljakin-Stokkel uit het NK 2005. In dat klassieke duel was na Baljakins 43ste zet de volgende cijferstand ontstaan: tien zwarte schijven op 11/14, 16, 19, 21, 23, 24 en 26; tien witte schijven op 27, 28, 30, 32, 33, 35, 37, 38, 43 en 44.
Stokkel speelde hier 43...23-2 9, welk noodschot hem na 4 4.3 0-25 ! (belet 44...29-34 door 45.44-39 +) 44...11-17 45.43-39! 12-18 46.28-23 op schijf-en – uiteindelijk – partijverlies kwam te staan. Toch liet het zich goed begrijpen dat de zwartspeler zijn toevlucht tot 43...23-29 nam: zijn enige serieuze alternatief bestond uit het vervolg 43...12-18 44.43-39! 11-17 45.44-40! 17-22 46.28x17 21x12, waarop wit met 47.33-28! de stelling van het eerste diagram op het bord zou hebben gebracht.
Zie diagram 1 In deze 9x9-stand moet zwart wel iets bijzonders doen, want bij een 'normaal' vervolg gaat hij onherroepelijk aan zijn ontwikkelingsvoorsprong (3 tempi) ten onder. Men zie: 47...12-17 48.39-33! (pareert de remise-dreiging 48...16-21 en 49...18-22 door 50.16-11 +) 48...17-21(??) 49.40-34! en zwart kan het opgeven.
Er zit daarom niets anders op dan in de stand na (47...12-17) 48.39-33 twee volle schijven te geven en in een hachelijk eindspel te vluchten. Nu lijkt het alsof zwart op twee verschillende manieren naar dat dubbeloffer-van-Dussaut kan toewerken, maar dat is niet zo. Want op 47...24-29?, een zet die al in februari 1962 door de 12-jarige Albert Pater werd gespeeld en die 43 jaar later in de partij Valneris – Hoogteijling voor de tweede maal op het bord zou komen, wint wit geforceerd door de aangeboden schijfwinst (48.39-33) te negeren en terug te ruilen met 48.40-34!! 29x40 49.35x44.
Na 49...14-20 50.30-25 20-24 51.39-33! wordt de open wond op veld 14 zwart te allen tijde fataal. Bijvoorbeeld 51...12-17 52.25-20! DIAGRAM 1 24x15 53.33-29 23x34 54.27-21 16x27 55.32x14 + (Sijbrands-Pater 1962) of 51...23-29 52.44-40! + (Valneris – Hoogteijling, Cannes 2 0 05 ).
Absoluut gedwongen is dus 47...12-17 48.39-33 16-21 49.27x16 24-29 50.33x24 18-22 51.38-33, waarmee de stand van het tweede diagram is bereikt.
Zie diagram 2 In deze stelling staat zwart opnieuw voor een belangrijke keuze: moet hij 51...22-27 of 51...23-29 spelen? Het laatste ligt het meest voor de hand (met 51...23-29 wint hij immers materiaal terug) maar heeft het bezwaar dat wit zich via
DIAGRAM 2
52.16-11! 29x27 53.11-7! 22x33 54.7-2! een weg naar de damlijn b aant.
En dat niet alleen: ook vlecht hij er de verschrikkelijke dreiging 55.30-25 + mee in de stand. Daardoor zou het verder kunnen gaan als in de demonstratiepartij Sijbrands-Hisard die in januari 1967 in het Zuid-Franse Alès gespeeld werd: 54...27-31 55.37-32 14-20 56.24x15 33-39 57.32-27! 31x22 58.2-16! 26-31 59.15-10 31-36 60.10-5 +.
Maar als zwart met 51...22-27(!) 52.32x12 23x41 voor de alternatieve, meer kostbare overgang naar het eindspel kiest, lijkt winst voor wit minder zeker te worden. Bijvoorbeeld 53.12-7 41-47 54.33-29 47-36! (maar vooral niet 54...26-31?? wegens 55.29-23! en 56.7-2 +, zoals – zij het met schijf 40 op veld 50 – het slot luidde van Wiersma-Baba Sy, WK 1972), waarna in de Poolse competitiepartij P. Kus -J. Twardziak 1997 vervolgd werd met 55.7-1(?) 13-18! 56.24x22 36x45 enz. =.
Toegegeven: op het moment van damhalen was de terugruil 55.30-25! 19x30 56.25x34! vele malen kansrijker geweest. Maar ook in dat geval is zwart na 56...26-31 57.7-2 13-19 58.2x24/30 31-37 nog lang niet uitgepraat – ik zou werkelijk niet durven zeggen wat het 6x3-eindspel precies waard is!
Ziedaar dus hoe Stokkel zich – op z'n minst – hardnekkiger had kunnen verweren. En plotseling begrijp ik óók waarom in het programmaboekje van het jubilerende Amersfoorts Damgenootschap, dat deze zomer vijftig jaar bestaat, van een ontmoeting met 'Poolse topspelers' wordt gerept.
'Topspelers uit Polen?', was mijn eerste, nogal infame reactie. Maar inmiddels weet ik beter: waar Baba Sy, Hisard, Stokkel, Hoogteijling en Pater allen het spoor bijster raakten, vond de volkomen onbekende Twardziak feilloos de weg naar remise!
Copyright: Sijbrands, T.