Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
-
- Posts: 1136
- Joined: Sun Nov 02, 2003 00:02
Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
Vernieuwen:
dammers zijn er blijkbaar nooit aan toe
Het toverwoord voor een aantal dammers is vernieuwen. De tot nu toe gepresenteerde plannen hebben echter allen drie dingen gemeen:
- De visie achter het geheel ontbreekt volledig.
- Er is absoluut niet nagedacht over de consequenties van de plannen.
- Tot nu toe zijn er bijna alleen cosmetische veranderingen voorgesteld, van echte vernieuwing is totaal geen sprake.
visie
Voordat je het dammen gaat vernieuwen moet je je eerst realiseren wat dat dammen nu eigenlijk is. In het kort is dammen te omschrijven als een individuele denksport, waarbij de nadruk ligt op rekenvaardigheid. Specifieke kenmerken zijn verder dat het damspel een hoge remisemarge heeft en dat de regels en het spelmateriaal eenvoudig zijn. Deze kenmerken dienen de uitgangspunten te zijn voor de vernieuwing.
individueel
Dammen is een individuele sport. De verwachting is dan ook dat de dambond in haar wedstrijdkalender de nadruk legt op individuele toernooien en kampioenschappen. Niets is echter minder waar. Allerlei teamwedstrijden voeren de boventoon. Bovendien leggen de teamwedstrijden een grote claim op de damkalender, waardoor er onvoldoende ruimte overblijft voor individuele kampioenschappen. Waar we bij andere individuele sporten (met uitzondering van schaken) zien dat teamwedstrijden in kleine competities met slechts enkele spelers worden gespeeld, worden dammers geacht allemaal aan deze teamcompetities deel te nemen. Als je daarnaast beseft dat er veel kleine damverenigingen zijn dan is het niet meer dan logisch om de gehele damcompetitie te spelen met viertallen, en dan bijvoorbeeld niet meer dan acht teams per competitiegroep. Ik heb echter geen illusies. Deze gedachtesprong zal voor de meeste dammers een onoplosbare kortsluiting in de hersens opleveren.
denksport
Dammen is een denksport, en denksporten hebben een aantal wezenlijke kenmerken die van belang zijn bij het vaststellen van het beleid van de bond.
Allereerst zijn denksporten vooral doe-sporten en geen kijksporten. Voor de gemiddelde toeschouwer is kijken naar dammen hetzelfde als kijken naar groeiend gras. Er is niks aan. Dit gegeven heeft als consequentie dat de damsport als wedstrijdsport nauwelijks interessant is voor sportprogramma's op televisie. Het is daarom verspilde energie als dammers toch proberen om toernooien en kampioenschappen te 'verkopen' aan TV-makers.
Denksporten kun je beoefenen tot op hoge leeftijd. Dit gegeven heeft voordelen en nadelen. Er zijn verhoudingsgewijs minder mensen die in hun leven gaan wedstrijddammen dan het ledenaantal van de KNDB doet vermoeden. Een voordeel is dat dammers hun sport gemiddeld langer beoefenen dan de meeste fysieke sporters. Hierdoor heeft de dambond verhoudingsgewijs meer leden. Als dammers net zo lang lid bleven als de gemiddelde judoka dan zou de KNDB nu minder dan 3000 leden hebben. Een nadeel is dat topspelers langer aan de top blijven. Publicitair is het veel interessanter als er vaker een wisseling aan de top plaats vindt. Een veel belangrijker nadeel is echter dat de dambond nauwelijks beschikt over goed kader met voldoende tijd. Vrijwel alle kaderleden zitten zelf nog minstens één keer per week achter het bord. Hierdoor heeft de dambond een groot gebrek aan bestuursleden, arbiters, trainers, enz. enz..
remisemarge
Dammen wordt over de hele wereld gespeeld, in honderden verschillende varianten. Al deze varianten hebben een remisemarge, de grootte van deze marge varieert echter per speltype. Het damspel zo als wij het meestal spelen heeft een vrij grote remisemarge. Hierdoor is de sport publicitair nog minder aantrekkelijk. Als in een kampioenschap de meeste partijen in remise eindigen dan zullen niet-dammers het dammen niet meer serieus nemen en zelfs belachelijk maken. Zodra bekende sportverslaggevers dit gaan doen, zoals Mart Smeets in het verleden heeft gedaan, zal dit beslist negatief werken op het imago en ledental.
Een deel van de dammers beschouwt de grootte remisemarge als een gegeven en heeft geen behoefte om hier iets aan te doen. Het behalen van een remise is voor velen een positief resultaat. Veel dammers dammen juist omdat ze dan een sport beoefenen waarbij ze weinig verliezen.
Een kleiner deel van de dammers wil wel iets aan doen aan de remisemarge, maar weigert de consequenties daarvan te aanvaarden. Wie echt de remisemarge wil verkleinen zal moeten beseffen dat dit alleen kan door een ingreep in de spelregels. Duidelijk zal moeten zijn dat een ingreep in de puntentelling geen ingreep in de spelregels is. Er zijn maar weinig sporten waar meer uitslagen voorkomen dan winst, gelijkspel en verlies. Dat is publicitair ook veel moeilijker te verkopen. Als een basketball uitslag 89-88 is dan krijgt de winnaar 2 punten en de verliezer niks. Dat begrijpt iedere sportliefhebber. Als een dammer in Delft met 6-4 ‘wint’ dan kan dat aanvoelen als een nederlaag omdat hij er minder uitgehaald heeft dan mogelijk of nodig was. Dat is aan de gemiddelde krantenlezer niet uit te leggen. Hetzelfde probleem heeft bridge waar een teamwedstrijd in vele verschillende uitslagen, met bijbehorende wedstrijdpunten, kan eindigen. Publicitair is dat niet te verkopen. Daardoor heeft de bridgesport (meer dan 100.000 leden) veel minder publiciteit dan de damsport (7000 leden). Zolang Delfts nog ‘nieuw’ is kun je daarmee nog publiciteit halen, maar dat wordt nu al minder. Daarom moeten ze in Delft ook elk jaar iets nieuws bedenken om in de picture te blijven.
eenvoudige regels
Een belangrijk kenmerk van het damspel is dat de regels eenvoudig zijn. Dit heeft als voor- en nadeel dat iedereen ons spel kan leren. Voordeel omdat kinderen de regels al jong kunnen leren, waardoor we een voorsprong kunnen opbouwen ten opzichte van andere denksporten. Het is ook een nadeel omdat iedere idioot het damspel kan leren en spelen, wat niet bevorderlijk is voor het imago. Dit laatste is een belangrijke reden waarom schaken in het algemeen maatschappelijk hoger wordt aangeslagen dan dammen.
eenvoudig materiaal
Dammen kan overal. Een dambord kun jezelf maken, desnoods op een vel papier. Voor damschijven is er altijd wel materiaal voorhanden, zoals coladopjes of steentjes. De eenvoud van het materiaal maakt echter ook dat het damspel geen visuele aantrekkingskracht heeft op kinderen. De verschillende figuren van het schaakspel nodigen veel meer uit tot spelen dan 40 simpele schijfjes. Dit gegeven zou eigenlijk een reden moeten zijn om eens goed naar ons spelmateriaal te gaan kijken.
consequenties
Van verschillende kanten zijn er in de loop der tijd 'vernieuwings' voorstellen gedaan. Helaas zijn de meeste van deze voorstellen niet wezenlijk voor de vernieuwing van de aantrekkingskracht van de sport. Daarnaast hebben de meeste voorstellen met elkaar gemeen dat er duidelijk niet is nagedacht over de consequenties. De visie achter de voorstellen ontbreekt volledig. Ik wil dit aangeven met een aantal voorbeelden.
drie punten bij winst
Een aantal jaren geleden kenden we de 3-0 als het wondermiddel tegen het remisespook. Hierbij wordt winst beloond met drie punten, terwijl een remise slechts één punt oplevert. Aangegeven werd o.a. dat dit bij andere bonden al lang gebruikelijk is. Wie echter kijkt waar dit systeem is ingevoerd zal niet verder komen dan voetbal en hockey. Daarbij valt meteen op dat dit beide teamsporten zijn. Het driepuntensysteem bij dammen heeft meerdere nadelen.
1.
Het is fraude gevoelige. Het bekende rijtje uitslagen Paul-Hein 1-1, Hein-Rob 1-1, Rob-Paul 1-1 wordt dan vervangen door Paul-Hein 3-0, Hein-Rob 3-0, Rob-Paul 3-0. Wie daaruit afleid dat er op eens meer op winst gespeeld wordt zit er echter volledig naast. Deze uitslagen geworden 'gewoon' afgesproken, omdat ieder zo een punt meer heeft dan bij drie remises.
2.
Bij matches en teamwedstrijden heeft invoering van het driepuntensysteem geen invloed op de uitslag.
3.
Bij individuele toernooien werken ze in het nadeel van de sterkere dammers, omdat de anderen tegen hen op remise spelen, terwijl de zwakkeren onderling wel voor de winst gaan. Een goed voorbeeld hiervan is het NK junioren 2001.
4.
Bij toernooien volgens het Zwitsers systeem is het driepunten systeem per definitie oneerlijk. Wie bij het ingaan van de laatste ronde één punt voor staat krijgt normaal een sterkere tegenstander dan de spelers daarachter. De kans dat koplopers hierdoor remise spelen en zo voorbij gestreefd worden door achtervolgers maakt een eerlijke competitie bij voorbaat onmogelijk.
5.
Dammen is een sport waarbij winst tussen gelijkwaardige spelers vaak niet wordt bereikt door eigen kunnen, maar juist door het falen van de tegenpartij. In een competitie met meerdere deelnemers is de beloning voor de winnaar wel erg groot als je bedenkt dat deze daar zelf relatief weinig voor hoeft te doen.
play-offs
Enkele jaren geleden zijn er extra promotie-degradatie wedstrijden ingevoerd. Dit om de competitie spannender te maken. Het was zelfs de bedoeling om play-offs in te voeren waarbij de nrs 1 t/m 4 spelen om de titel. Nog afgezien van de aanslag op de toch al overvolle damkalender (weer twee zaterdagen weg) is het sportief overbodig en economisch onverantwoord. Cees Free, voorzitter van de Nederlandse Basketball Bond omschrijft de invoering van play-offs bij het basketball als een uitbreiding van de competitie die niet uit sportief oogpunt, maar uitsluitend om financiële redenen heeft plaatsgevonden. De extra wedstrijden leveren de betrokken clubs volle sporthallen en dus veel extra inkomsten op. Bij dammen is het precies andersom. De clubs die bovenin de competitie spelen hebben allen een groot aantal betaalde spelers. Voor de clubs die meedoen in de play-offs betekend dit twee extra wedstrijden en dus een extra uitgave tussen de € 2.500,- en € 5.000,-. En dit zijn bedragen die absoluut niet verantwoord zijn gezien de geringe extra publiciteit die van deze play-offs mag worden verwacht.
remises weglaten bij teamuitslagen
Ook een idee van enkele jaren geleden was het weglaten van remises uit de uitslag van teamwedstrijden. Wie echter regelmatig een wedstrijdverslag schrijft zal snel beseffen dat dit idee een ramp is. Aan het gewone lezende publiek is nauwelijks uit te leggen dat 10 dampartijen samen een 2-1 uitslag kunnen opleveren. Daarnaast is het frustrerend voor de spelers en publicitair ongewenst dat partijen, die na een hevige strijd in remise eindigen, niet meetellen in de einduitslag.
nieuwe competities
Vrijwel jaarlijks worden er door de KNDB nieuwe damactiviteiten opgenomen op de damkalender. Dit betekent dat de damkalender steeds voller wordt, aangezien er wel nieuwe competities worden toegevoegd, maar 'vergeten' wordt om ook eens wedstrijden van het programma af te voeren. Samen met het feit dat we tegenwoordig voor een onbeperkt aantal verenigingen in de competitie mogen uitkomen, betekent dit dat dammers nog minder tijd hebben voor kaderfuncties. Vooral omdat de druk vanuit de verenigingen op de leden om mee te spelen in teamwedstrijden vaak groot is. Waar dammers vroeger één keer per week achter het bord zaten, is het tegenwoordig heel normaal als dit twee of drie keer is. Aangezien bij het dammen de kaderfuncties worden ingevuld door actieve spelers, zal duidelijk zijn dat voor allerlei organisatorische taken geen tijd meer overblijft. Consequentie is ook dat steeds meer verenigingen een teruglopende clubavond hebben, omdat de leden vinden dat ze al genoeg dammen. De KNDB heeft behoefte aan meer dammers bij de bond, maar het zou goed zijn als ook eens beseft wordt dat diezelfde dammers minder moeten gaan spelen.
vernieuwing
Voordat je kunt vernieuwen zou je eens kunnen kijken hoe bij andere sporten hiermee omgegaan is. Bij schaatsen zijn in de loop der jaren een groot aantal vernieuwingen doorgevoerd. Te noemen vallen: van natuurijs naar kunstijs, van doorlopers naar noren, de invoering van snelle pakken, van buitenbanen naar binnenbanen en de invoering van de klapschaats. Door al deze veranderingen is de schaatssport beduidend van karakter veranderd. Tot nu toe heeft hier blijkbaar niemand wakker van gelegen. Bij korfbal hebben we ooit de overgang gezien van drie vakken naar twee vakken. De invoering jaren geleden bij het voetbal van het buitenspel heeft het aantal doelpunten drastisch doen verminderen. Tot slot het tafeltennis waar werd besloten de balletjes te vergroten, zodat het spel trager wordt en het dus beter te volgen is voor het publiek.
Maar waar moeten we dan aan denken bij vernieuwing in de damsport. Hieronder twee opties.
het bord en de stukken
Dammen wordt vaak gezien als een saai spel. Dit wordt mede bepaald door de negatieve visuele aantrekkingskracht van ons spelmateriaal. Hoewel het uitsluitend een cosmetische aanpassing is zou het spel een stuk opfleuren als we bord en stukken eens flink onder handen nemen. Het bord zou met vrolijke kleuren kunnen worden opgetuigd en het moet mogelijk zijn om de lijnen artistiek wat minder recht te maken, terwijl de honderd velden toch behouden blijven. Bovendien kan iedere club meerdere verschillende borden aanschaffen, wat de clubavond een stuk vrolijker maakt. Net zoals de borden kunnen ook de schijven worden aangepast. Hierbij kun je natuurlijk denken aan het beschilderen van de schijven, maar veel leuker is het om de schijven te vervangen door echte stukken. Het lijkt me leuk als iedere speler en/of club voortaan met zijn eigen set stukken speelt, waarbij men zelf vorm en kleur kan kiezen. De KNDB kan hierbij volstaan met het stellen van eisen m.b.t. vorm, afmetingen en stabiliteit. Als ik thuis de bruine en zwarte koeien uit de doos haal dan is er bijna geen jeugdlid dat nog met die saaie platte schijven wil spelen. En het geeft natuurlijk een prachtig gezicht als de roze olifanten het moeten opnemen tegen de groen/geel gestreepte bananen op het ruitvormige bord met gele en blauwe velden.
het eindspel en de remisemarge
Als dammers echt willen vernieuwen dan blijft er eigenlijk maar één optie over, en dat is ingrijpen in de remisemarge. Hiervoor zijn in het verleden al veel voorstellen gedaan, het doordammen is er één van. De beste manier om de remisemarge te verkleinen is het ingrijpen in het eindspel, om dat dit het wezen van het spel niet verandert. Natuurlijk moet dan veel theorie op nieuw geschreven worden, maar daar kan een echte damliefhebber niet wakker van liggen. Het leukste is het toch om zelf achter het bord creatief bezig te zijn, in plaats van de zoveelste theoretische stelling op te hoesten.
conclusie
Als de damsport echt wil vernieuwen dan zal er allereerst een mentaliteitsverandering moeten plaats vinden. Er moet visie komen en de dammers moeten open gaan staan voor echte veranderingen.
dammers zijn er blijkbaar nooit aan toe
Het toverwoord voor een aantal dammers is vernieuwen. De tot nu toe gepresenteerde plannen hebben echter allen drie dingen gemeen:
- De visie achter het geheel ontbreekt volledig.
- Er is absoluut niet nagedacht over de consequenties van de plannen.
- Tot nu toe zijn er bijna alleen cosmetische veranderingen voorgesteld, van echte vernieuwing is totaal geen sprake.
visie
Voordat je het dammen gaat vernieuwen moet je je eerst realiseren wat dat dammen nu eigenlijk is. In het kort is dammen te omschrijven als een individuele denksport, waarbij de nadruk ligt op rekenvaardigheid. Specifieke kenmerken zijn verder dat het damspel een hoge remisemarge heeft en dat de regels en het spelmateriaal eenvoudig zijn. Deze kenmerken dienen de uitgangspunten te zijn voor de vernieuwing.
individueel
Dammen is een individuele sport. De verwachting is dan ook dat de dambond in haar wedstrijdkalender de nadruk legt op individuele toernooien en kampioenschappen. Niets is echter minder waar. Allerlei teamwedstrijden voeren de boventoon. Bovendien leggen de teamwedstrijden een grote claim op de damkalender, waardoor er onvoldoende ruimte overblijft voor individuele kampioenschappen. Waar we bij andere individuele sporten (met uitzondering van schaken) zien dat teamwedstrijden in kleine competities met slechts enkele spelers worden gespeeld, worden dammers geacht allemaal aan deze teamcompetities deel te nemen. Als je daarnaast beseft dat er veel kleine damverenigingen zijn dan is het niet meer dan logisch om de gehele damcompetitie te spelen met viertallen, en dan bijvoorbeeld niet meer dan acht teams per competitiegroep. Ik heb echter geen illusies. Deze gedachtesprong zal voor de meeste dammers een onoplosbare kortsluiting in de hersens opleveren.
denksport
Dammen is een denksport, en denksporten hebben een aantal wezenlijke kenmerken die van belang zijn bij het vaststellen van het beleid van de bond.
Allereerst zijn denksporten vooral doe-sporten en geen kijksporten. Voor de gemiddelde toeschouwer is kijken naar dammen hetzelfde als kijken naar groeiend gras. Er is niks aan. Dit gegeven heeft als consequentie dat de damsport als wedstrijdsport nauwelijks interessant is voor sportprogramma's op televisie. Het is daarom verspilde energie als dammers toch proberen om toernooien en kampioenschappen te 'verkopen' aan TV-makers.
Denksporten kun je beoefenen tot op hoge leeftijd. Dit gegeven heeft voordelen en nadelen. Er zijn verhoudingsgewijs minder mensen die in hun leven gaan wedstrijddammen dan het ledenaantal van de KNDB doet vermoeden. Een voordeel is dat dammers hun sport gemiddeld langer beoefenen dan de meeste fysieke sporters. Hierdoor heeft de dambond verhoudingsgewijs meer leden. Als dammers net zo lang lid bleven als de gemiddelde judoka dan zou de KNDB nu minder dan 3000 leden hebben. Een nadeel is dat topspelers langer aan de top blijven. Publicitair is het veel interessanter als er vaker een wisseling aan de top plaats vindt. Een veel belangrijker nadeel is echter dat de dambond nauwelijks beschikt over goed kader met voldoende tijd. Vrijwel alle kaderleden zitten zelf nog minstens één keer per week achter het bord. Hierdoor heeft de dambond een groot gebrek aan bestuursleden, arbiters, trainers, enz. enz..
remisemarge
Dammen wordt over de hele wereld gespeeld, in honderden verschillende varianten. Al deze varianten hebben een remisemarge, de grootte van deze marge varieert echter per speltype. Het damspel zo als wij het meestal spelen heeft een vrij grote remisemarge. Hierdoor is de sport publicitair nog minder aantrekkelijk. Als in een kampioenschap de meeste partijen in remise eindigen dan zullen niet-dammers het dammen niet meer serieus nemen en zelfs belachelijk maken. Zodra bekende sportverslaggevers dit gaan doen, zoals Mart Smeets in het verleden heeft gedaan, zal dit beslist negatief werken op het imago en ledental.
Een deel van de dammers beschouwt de grootte remisemarge als een gegeven en heeft geen behoefte om hier iets aan te doen. Het behalen van een remise is voor velen een positief resultaat. Veel dammers dammen juist omdat ze dan een sport beoefenen waarbij ze weinig verliezen.
Een kleiner deel van de dammers wil wel iets aan doen aan de remisemarge, maar weigert de consequenties daarvan te aanvaarden. Wie echt de remisemarge wil verkleinen zal moeten beseffen dat dit alleen kan door een ingreep in de spelregels. Duidelijk zal moeten zijn dat een ingreep in de puntentelling geen ingreep in de spelregels is. Er zijn maar weinig sporten waar meer uitslagen voorkomen dan winst, gelijkspel en verlies. Dat is publicitair ook veel moeilijker te verkopen. Als een basketball uitslag 89-88 is dan krijgt de winnaar 2 punten en de verliezer niks. Dat begrijpt iedere sportliefhebber. Als een dammer in Delft met 6-4 ‘wint’ dan kan dat aanvoelen als een nederlaag omdat hij er minder uitgehaald heeft dan mogelijk of nodig was. Dat is aan de gemiddelde krantenlezer niet uit te leggen. Hetzelfde probleem heeft bridge waar een teamwedstrijd in vele verschillende uitslagen, met bijbehorende wedstrijdpunten, kan eindigen. Publicitair is dat niet te verkopen. Daardoor heeft de bridgesport (meer dan 100.000 leden) veel minder publiciteit dan de damsport (7000 leden). Zolang Delfts nog ‘nieuw’ is kun je daarmee nog publiciteit halen, maar dat wordt nu al minder. Daarom moeten ze in Delft ook elk jaar iets nieuws bedenken om in de picture te blijven.
eenvoudige regels
Een belangrijk kenmerk van het damspel is dat de regels eenvoudig zijn. Dit heeft als voor- en nadeel dat iedereen ons spel kan leren. Voordeel omdat kinderen de regels al jong kunnen leren, waardoor we een voorsprong kunnen opbouwen ten opzichte van andere denksporten. Het is ook een nadeel omdat iedere idioot het damspel kan leren en spelen, wat niet bevorderlijk is voor het imago. Dit laatste is een belangrijke reden waarom schaken in het algemeen maatschappelijk hoger wordt aangeslagen dan dammen.
eenvoudig materiaal
Dammen kan overal. Een dambord kun jezelf maken, desnoods op een vel papier. Voor damschijven is er altijd wel materiaal voorhanden, zoals coladopjes of steentjes. De eenvoud van het materiaal maakt echter ook dat het damspel geen visuele aantrekkingskracht heeft op kinderen. De verschillende figuren van het schaakspel nodigen veel meer uit tot spelen dan 40 simpele schijfjes. Dit gegeven zou eigenlijk een reden moeten zijn om eens goed naar ons spelmateriaal te gaan kijken.
consequenties
Van verschillende kanten zijn er in de loop der tijd 'vernieuwings' voorstellen gedaan. Helaas zijn de meeste van deze voorstellen niet wezenlijk voor de vernieuwing van de aantrekkingskracht van de sport. Daarnaast hebben de meeste voorstellen met elkaar gemeen dat er duidelijk niet is nagedacht over de consequenties. De visie achter de voorstellen ontbreekt volledig. Ik wil dit aangeven met een aantal voorbeelden.
drie punten bij winst
Een aantal jaren geleden kenden we de 3-0 als het wondermiddel tegen het remisespook. Hierbij wordt winst beloond met drie punten, terwijl een remise slechts één punt oplevert. Aangegeven werd o.a. dat dit bij andere bonden al lang gebruikelijk is. Wie echter kijkt waar dit systeem is ingevoerd zal niet verder komen dan voetbal en hockey. Daarbij valt meteen op dat dit beide teamsporten zijn. Het driepuntensysteem bij dammen heeft meerdere nadelen.
1.
Het is fraude gevoelige. Het bekende rijtje uitslagen Paul-Hein 1-1, Hein-Rob 1-1, Rob-Paul 1-1 wordt dan vervangen door Paul-Hein 3-0, Hein-Rob 3-0, Rob-Paul 3-0. Wie daaruit afleid dat er op eens meer op winst gespeeld wordt zit er echter volledig naast. Deze uitslagen geworden 'gewoon' afgesproken, omdat ieder zo een punt meer heeft dan bij drie remises.
2.
Bij matches en teamwedstrijden heeft invoering van het driepuntensysteem geen invloed op de uitslag.
3.
Bij individuele toernooien werken ze in het nadeel van de sterkere dammers, omdat de anderen tegen hen op remise spelen, terwijl de zwakkeren onderling wel voor de winst gaan. Een goed voorbeeld hiervan is het NK junioren 2001.
4.
Bij toernooien volgens het Zwitsers systeem is het driepunten systeem per definitie oneerlijk. Wie bij het ingaan van de laatste ronde één punt voor staat krijgt normaal een sterkere tegenstander dan de spelers daarachter. De kans dat koplopers hierdoor remise spelen en zo voorbij gestreefd worden door achtervolgers maakt een eerlijke competitie bij voorbaat onmogelijk.
5.
Dammen is een sport waarbij winst tussen gelijkwaardige spelers vaak niet wordt bereikt door eigen kunnen, maar juist door het falen van de tegenpartij. In een competitie met meerdere deelnemers is de beloning voor de winnaar wel erg groot als je bedenkt dat deze daar zelf relatief weinig voor hoeft te doen.
play-offs
Enkele jaren geleden zijn er extra promotie-degradatie wedstrijden ingevoerd. Dit om de competitie spannender te maken. Het was zelfs de bedoeling om play-offs in te voeren waarbij de nrs 1 t/m 4 spelen om de titel. Nog afgezien van de aanslag op de toch al overvolle damkalender (weer twee zaterdagen weg) is het sportief overbodig en economisch onverantwoord. Cees Free, voorzitter van de Nederlandse Basketball Bond omschrijft de invoering van play-offs bij het basketball als een uitbreiding van de competitie die niet uit sportief oogpunt, maar uitsluitend om financiële redenen heeft plaatsgevonden. De extra wedstrijden leveren de betrokken clubs volle sporthallen en dus veel extra inkomsten op. Bij dammen is het precies andersom. De clubs die bovenin de competitie spelen hebben allen een groot aantal betaalde spelers. Voor de clubs die meedoen in de play-offs betekend dit twee extra wedstrijden en dus een extra uitgave tussen de € 2.500,- en € 5.000,-. En dit zijn bedragen die absoluut niet verantwoord zijn gezien de geringe extra publiciteit die van deze play-offs mag worden verwacht.
remises weglaten bij teamuitslagen
Ook een idee van enkele jaren geleden was het weglaten van remises uit de uitslag van teamwedstrijden. Wie echter regelmatig een wedstrijdverslag schrijft zal snel beseffen dat dit idee een ramp is. Aan het gewone lezende publiek is nauwelijks uit te leggen dat 10 dampartijen samen een 2-1 uitslag kunnen opleveren. Daarnaast is het frustrerend voor de spelers en publicitair ongewenst dat partijen, die na een hevige strijd in remise eindigen, niet meetellen in de einduitslag.
nieuwe competities
Vrijwel jaarlijks worden er door de KNDB nieuwe damactiviteiten opgenomen op de damkalender. Dit betekent dat de damkalender steeds voller wordt, aangezien er wel nieuwe competities worden toegevoegd, maar 'vergeten' wordt om ook eens wedstrijden van het programma af te voeren. Samen met het feit dat we tegenwoordig voor een onbeperkt aantal verenigingen in de competitie mogen uitkomen, betekent dit dat dammers nog minder tijd hebben voor kaderfuncties. Vooral omdat de druk vanuit de verenigingen op de leden om mee te spelen in teamwedstrijden vaak groot is. Waar dammers vroeger één keer per week achter het bord zaten, is het tegenwoordig heel normaal als dit twee of drie keer is. Aangezien bij het dammen de kaderfuncties worden ingevuld door actieve spelers, zal duidelijk zijn dat voor allerlei organisatorische taken geen tijd meer overblijft. Consequentie is ook dat steeds meer verenigingen een teruglopende clubavond hebben, omdat de leden vinden dat ze al genoeg dammen. De KNDB heeft behoefte aan meer dammers bij de bond, maar het zou goed zijn als ook eens beseft wordt dat diezelfde dammers minder moeten gaan spelen.
vernieuwing
Voordat je kunt vernieuwen zou je eens kunnen kijken hoe bij andere sporten hiermee omgegaan is. Bij schaatsen zijn in de loop der jaren een groot aantal vernieuwingen doorgevoerd. Te noemen vallen: van natuurijs naar kunstijs, van doorlopers naar noren, de invoering van snelle pakken, van buitenbanen naar binnenbanen en de invoering van de klapschaats. Door al deze veranderingen is de schaatssport beduidend van karakter veranderd. Tot nu toe heeft hier blijkbaar niemand wakker van gelegen. Bij korfbal hebben we ooit de overgang gezien van drie vakken naar twee vakken. De invoering jaren geleden bij het voetbal van het buitenspel heeft het aantal doelpunten drastisch doen verminderen. Tot slot het tafeltennis waar werd besloten de balletjes te vergroten, zodat het spel trager wordt en het dus beter te volgen is voor het publiek.
Maar waar moeten we dan aan denken bij vernieuwing in de damsport. Hieronder twee opties.
het bord en de stukken
Dammen wordt vaak gezien als een saai spel. Dit wordt mede bepaald door de negatieve visuele aantrekkingskracht van ons spelmateriaal. Hoewel het uitsluitend een cosmetische aanpassing is zou het spel een stuk opfleuren als we bord en stukken eens flink onder handen nemen. Het bord zou met vrolijke kleuren kunnen worden opgetuigd en het moet mogelijk zijn om de lijnen artistiek wat minder recht te maken, terwijl de honderd velden toch behouden blijven. Bovendien kan iedere club meerdere verschillende borden aanschaffen, wat de clubavond een stuk vrolijker maakt. Net zoals de borden kunnen ook de schijven worden aangepast. Hierbij kun je natuurlijk denken aan het beschilderen van de schijven, maar veel leuker is het om de schijven te vervangen door echte stukken. Het lijkt me leuk als iedere speler en/of club voortaan met zijn eigen set stukken speelt, waarbij men zelf vorm en kleur kan kiezen. De KNDB kan hierbij volstaan met het stellen van eisen m.b.t. vorm, afmetingen en stabiliteit. Als ik thuis de bruine en zwarte koeien uit de doos haal dan is er bijna geen jeugdlid dat nog met die saaie platte schijven wil spelen. En het geeft natuurlijk een prachtig gezicht als de roze olifanten het moeten opnemen tegen de groen/geel gestreepte bananen op het ruitvormige bord met gele en blauwe velden.
het eindspel en de remisemarge
Als dammers echt willen vernieuwen dan blijft er eigenlijk maar één optie over, en dat is ingrijpen in de remisemarge. Hiervoor zijn in het verleden al veel voorstellen gedaan, het doordammen is er één van. De beste manier om de remisemarge te verkleinen is het ingrijpen in het eindspel, om dat dit het wezen van het spel niet verandert. Natuurlijk moet dan veel theorie op nieuw geschreven worden, maar daar kan een echte damliefhebber niet wakker van liggen. Het leukste is het toch om zelf achter het bord creatief bezig te zijn, in plaats van de zoveelste theoretische stelling op te hoesten.
conclusie
Als de damsport echt wil vernieuwen dan zal er allereerst een mentaliteitsverandering moeten plaats vinden. Er moet visie komen en de dammers moeten open gaan staan voor echte veranderingen.
-
- Posts: 3574
- Joined: Sun Nov 02, 2003 13:05
- Location: Harlingen
Re: Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
Interessant stuk Henk.
Maar wat is nou eigenlijk jouw visie? Bestaat die uit:
1. cosmetische veranderingen van materiaal
2. ingrijpen in de remisemarge
en mentaliteitsverandering van de dammers, waardoor men open
staat voor veranderingen.
Of heb je een nog uitgebreidere visie voor ons in petto?
Maar wat is nou eigenlijk jouw visie? Bestaat die uit:
1. cosmetische veranderingen van materiaal
2. ingrijpen in de remisemarge
en mentaliteitsverandering van de dammers, waardoor men open
staat voor veranderingen.
Of heb je een nog uitgebreidere visie voor ons in petto?
Re: Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
Lekker open-minded. Hoe denk je dat vernieuwers je stuk serieus moeten gaan nemen als ze in de eerste regels meteen volledig de grond in gestampt worden? Ik verzeker je dat de gemiddelde vernieuwer al voor de daadwerkelijke inhoud van je stuk te lezen er een vijandige houding tegenover heeft, puur en alleen vanwege een dergelijk intro.henk stoop wrote:Vernieuwen:
dammers zijn er blijkbaar nooit aan toe
Het toverwoord voor een aantal dammers is vernieuwen. De tot nu toe gepresenteerde plannen hebben echter allen drie dingen gemeen:
- De visie achter het geheel ontbreekt volledig.
- Er is absoluut niet nagedacht over de consequenties van de plannen.
- Tot nu toe zijn er bijna alleen cosmetische veranderingen voorgesteld, van echte vernieuwing is totaal geen sprake.
-
- Posts: 1136
- Joined: Sun Nov 02, 2003 00:02
Re: Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
Piet,Piet Bouma wrote:Interessant stuk Henk.
Maar wat is nou eigenlijk jouw visie? Bestaat die uit:
1. cosmetische veranderingen van materiaal
2. ingrijpen in de remisemarge
en mentaliteitsverandering van de dammers, waardoor men open
staat voor veranderingen.
Of heb je een nog uitgebreidere visie voor ons in petto?
Wat ik met mijn stuk vooral wil bereiken is om mensen aan het denken te zetten. Er zijn dammers die 'problemen' zien. De praktijk is echter dat ze daarna heel snel beginnen met het uitwerken en implementeren van oplossingen, zonder eerst een grondige analyse van het probleem en van de damsport in het algemeen. Dat noem ik oplossingen zonder visie.
Ik heb nu mijn visie neergezet, zonder echter te pretenderen dat deze 100% de lading dekt. Ik hoor graag of anderen hier nog aanvullingen of verbeteringen op hebben, of misschien een geheel andere (onderbouwde) visie. Overigens is het stuk grotendeels al 6 jaar geleden geschreven en heb ik delen ook al eens eerder naar buiten gebracht, volgens mij op het Damweb forum.
De twee oplossingen die ik aangeef zijn vooral oplossingsrichtingen die het spel zelf zo min mogelijk raken en misschien de sport wel interessanter maken voor de buitenwacht. Overigens pretendeer ik niet om de wijsheid in pacht te hebben. Waar het mij omgaat is, dat als de damsport moet veranderen, dat je dan een verandering kiest die voor dammers acceptabel is en voor de buitenstaander te begrijpen is. Als 'de dammers' er voor kiezen om niets te veranderen dan vind ik het ook best.
Overigens: dammers die wel willen reageren, maar liever niet op dit forum, kunnen dat ook doen via e-mail of een PM.
-
- Posts: 4245
- Joined: Tue Sep 30, 2003 22:11
Henk,
Om eerlijk te zijn vind ik je betoog eerder lang dan boeiend.
Het verhaal van de witte en roze olifantjes komt bij mij weer boven. Ik denk dat de aanblik van het materiaal er in principe niets toe doet. (Hoewel, mooi materiaal is natuurlijk altijd meegenomen.)
Ik heb zelf ook wel een paar globale denkrichtingen:
1. Van clubavonddammen naar weekenddammen en vakantiedammen.
2. Van tweekampen en kleine invitatietoernooitjes naar open massakampen.
Ik kom hier vast nog wel eens op terug.
Om eerlijk te zijn vind ik je betoog eerder lang dan boeiend.
Het verhaal van de witte en roze olifantjes komt bij mij weer boven. Ik denk dat de aanblik van het materiaal er in principe niets toe doet. (Hoewel, mooi materiaal is natuurlijk altijd meegenomen.)
Ik heb zelf ook wel een paar globale denkrichtingen:
1. Van clubavonddammen naar weekenddammen en vakantiedammen.
2. Van tweekampen en kleine invitatietoernooitjes naar open massakampen.
Ik kom hier vast nog wel eens op terug.
Damnacht Westerhaar
2006
Gesponsord door;
AALDERINK SPUIT- EN MOFFELBEDRIJF
Als vanouds, de gezelligste damnacht van Nederland.
Donderdag 28 Dec. 21.00 uur tot Vrijdag 29 Dec. 8.00 uur
Clubgebouw D.E.Z. Asterstraat 28 te Westerhaar
Zaal open vanaf 20:00 uur!
Grote geldprijzen in alle klassen:
Hoofdklasse 1e prijs € 150,-- 2e prijs € 100,-- 3e prijs € 75,--
1e klasse 1e prijs € 100,-- 2e prijs € 75,-- 3e prijs € 50,--
2e klasse 1e prijs € 75,-- 2e prijs € 50,-- 3e prijs € 25,--
Overige prijzen zijn in de vorm van vleesprijzen. Deze zullen worden vastgesteld aan de hand van het aantal deelnemers.
Speeltempo: 10 minuten per speler per partij
Inschrijfgeld: 5,- euro per persoon
Opgave tot woensdag 27 december 2006 per mail: ghessing@yahoo.com of tel; 06-55717984.
website: http://www.damclubwittevanmoort.nl
TOT ZIENS IN WESTERHAAR
2006
Gesponsord door;
AALDERINK SPUIT- EN MOFFELBEDRIJF
Als vanouds, de gezelligste damnacht van Nederland.
Donderdag 28 Dec. 21.00 uur tot Vrijdag 29 Dec. 8.00 uur
Clubgebouw D.E.Z. Asterstraat 28 te Westerhaar
Zaal open vanaf 20:00 uur!
Grote geldprijzen in alle klassen:
Hoofdklasse 1e prijs € 150,-- 2e prijs € 100,-- 3e prijs € 75,--
1e klasse 1e prijs € 100,-- 2e prijs € 75,-- 3e prijs € 50,--
2e klasse 1e prijs € 75,-- 2e prijs € 50,-- 3e prijs € 25,--
Overige prijzen zijn in de vorm van vleesprijzen. Deze zullen worden vastgesteld aan de hand van het aantal deelnemers.
Speeltempo: 10 minuten per speler per partij
Inschrijfgeld: 5,- euro per persoon
Opgave tot woensdag 27 december 2006 per mail: ghessing@yahoo.com of tel; 06-55717984.
website: http://www.damclubwittevanmoort.nl
TOT ZIENS IN WESTERHAAR
-
- Posts: 576
- Joined: Tue Feb 08, 2005 19:25
Lijkt er wel op zo.....MenO wrote:Hessing, krijg je soms een dubbeltje van Aalderink voor elke keer dat je dit bericht plaatst?
Gewoon bij je eigen topic blijven Vibe; dit begint irri te worden (en op deze manier krijgt het slechts een averechts effect => tenzij dit de bedoeling is natuurlijk.......lijkt mij ook niet [img]images/smilies/icon_rolleyes.gif[/img] )
- Jan Pieter
- Posts: 2432
- Joined: Sat Sep 27, 2003 05:37
- Real name: Jan Pieter Drost
Re: Vernieuwen of Vernielen. De damsport op de helling?
Dammers worden helemaal niet geacht ergens aan deel te nemen. Iedereen kan zijn eigen keuze maken. En als we zien dat er in de KNDB-competitie meer dan 1200 spelers actief zijn, en dat slechts een fractie daarvan deelneemt aan individuele wedstrijden, dan is het wel duidelijk waar de voorkeur van de dammers ligt. Goed dat de KNDB daar rekening mee houdt.henk stoop wrote:Dammen is een individuele sport. De verwachting is dan ook dat de dambond in haar wedstrijdkalender de nadruk legt op individuele toernooien en kampioenschappen. ... worden dammers geacht allemaal aan deze teamcompetities deel te nemen....
Als begeleider van talentvolle jongeren krijg je misschien de indruk dat alles draait om individuele kampioenschappen, maar voor de gemiddelde dammer ligt dat toch echt anders.
Niks kortsluiting. Ik vind teamwedstrijden gewoon leuker dan individuele kampioenschappen. Vreugde en verdriet wil ik delen met mijn teamgenoten, en samen reizen is ook leuker dan alleen ergens heen gaan.henk stoop wrote: is het niet meer dan logisch om de gehele damcompetitie te spelen met viertallen, en dan bijvoorbeeld niet meer dan acht teams per competitiegroep. Ik heb echter geen illusies. Deze gedachtesprong zal voor de meeste dammers een onoplosbare kortsluiting in de hersens opleveren.
Ben het overigens wel met je eens dat de huidige teams te groot zijn. Het enige voordeel van tientallen is dat we de spelers precies op onze vingers kunnen tellen. Verder heeft het slechts nadelen;
- onhandig met vervoer, omdat er in principe 4 personen in een auto passen, en 4 personen op een voordeelurenkaart mogen treinen.
- hoge drempel om teams in te schrijven. Pas als je 10 (of 20, 30 etc) bereidwilligen hebt, kun je een team toevoegen.
- bij viertallen zie je dat er echt als team gespeeld wordt: zodra iemand verloren staat, reageren de medespelers daarop. Bij tientallen kun je maar beter gewoon je best doen, en aan het eind zie je wel wie er gewonnen heeft.
Naar viertallen is wel een grote stap, maar achttallen lijkt me zeker een verbetering.
Je denkt kennelijk alleen maar aan de Ereklasse, maar de play-offs zijn in de hele KNDB-competitie ingevoerd en dat heeft sportief zeker voordelen. In het verleden was een team vaak al na een wedstrijd of vijf ´uitgespeeld´: duidelijk was dan al dat promotie/degradatie er niet meer in zat. Dankzij de play-offs blijft de competitie langer spannend.henk stoop wrote: De visie achter de voorstellen ontbreekt volledig. Ik wil dit aangeven met een aantal voorbeelden.
play-offs
Enkele jaren geleden zijn er extra promotie-degradatie wedstrijden ingevoerd. Dit om de competitie spannender te maken. .. De clubs die bovenin de competitie spelen hebben allen een groot aantal betaalde spelers.
Dat vind ik ook een slechte situatie, maar om een andere reden dan jij. De ontkoppeling van nationale en provinciale competitie vind ik een van de slechtste besluiten die de dambond ooit genomen heeft. De provinciale competitie is daardoor inhoudsloos geworden. Je kunt kampioen worden, maar kampioen waarvan? Een willekeurige selectie van nationale spelers damt voor willekeurige teams in de provincie. Geen sportbond die de competitie op deze manier organiseert. Ook de laagste klasse van de nationale competitie heeft zijn sportieve waarde verloren, omdat degradatie niet meer bestaat. (En uiteraard heb je dat op het allerlaagste niveau altijd, maar de 2e klasse is toch niet bedoeld als allerlaagste, louter recreatieve klasse).henk stoop wrote:nieuwe competitiesWaar dammers vroeger één keer per week achter het bord zaten, is het tegenwoordig heel normaal als dit twee of drie keer is.
Niet erg consequent om eerst te zeggen dat je naar andere sporten wilt kijken, en vervolgens met een aanpak te komen waarvoor in geen sport is gekozen. Je ziet juist steeds meer een standaardisering van materiaal. Bij voetbal bijvoorbeeld wordt bijna overal met dezelfde bal gespeeld. Roze olifantjes, leuk misschien voor de kindertjes, maar verder alsjeblieft niet.henk stoop wrote:vernieuwing
Voordat je kunt vernieuwen zou je eens kunnen kijken hoe bij andere sporten hiermee omgegaan is... Het lijkt me leuk als iedere speler en/of club voortaan met zijn eigen set stukken speelt, waarbij men zelf vorm en kleur kan kiezen. De KNDB kan hierbij volstaan met het stellen van eisen m.b.t. vorm, afmetingen en stabiliteit.
Visie kunnen we niet genoeg hebben, maar jouw stuk is wel erg eenzijdig vanuit Culemborgs oogpunt geschreven:henk stoop wrote:conclusie
Als de damsport echt wil vernieuwen dan zal er allereerst een mentaliteitsverandering moeten plaats vinden. Er moet visie komen en de dammers moeten open gaan staan voor echte veranderingen.
- je hecht te veel belang aan individuele wedstrijden
- je bent tegen play-offs op gronden die alleen voor de Ereklasse gelden
- de grote terugloop van het KNDB-ledenaantal wordt vooral veroorzaakt door het vertrek van de recreatieve spelers. Deze spelers vasthouden/terugkrijgen lijkt mij het kernvraagstuk voor de KNDB. Culemborg is echter tamelijk prestatiegericht en ´dus´ laat jij je geheel niet uit over deze belangrijke kwestie.
Ik ben een trouw lezer van het forum, maar heb mij als (ex) KNDB-bestuurder altijd wijselijk verre gehouden van een ractie op wat hierop zoal naar voren wordt gebracht. Als je echter in een weemoedige bui bent en je leest een terloopse opmerking van de overigens in veel standpunten zeer door mij gewaardeerde Jan Pieter Drost over de competitie-opzet, dan wordt mijn ziel geraakt. Dus toch maar eens een reactie.
Toen Theo van den Hoek mij in 1999 of daaromtrent vroeg bij de blindsimltaan van Ton Sijbrands in Gouda enkele workshops te organiseren over het thema loskoppeling nationale competitie (NC) en provinciale competitie (PC), zei ik direct ja. Ik liep al lang met dat idee rond, dat overigens niet van mij was, maar was er ernstig van overtuigd dat dit de oplossing was voor een van de belangrijkste knelpunten in de dambond.
Uiteindelijk is de bond na een moeizaam traject in het idee meegegaan en terecht.
De loskoppeling van de NC en PC is juist een van de beste besluiten die de KNDB ooit heeft genomen. Dat het niet zo goed gaat met de provinciale competities heeft hoegenaamd niets met deze loskoppeling te maken. Dat is een monocausale benadering die voorbij gaat aan in ieder geval één andere ontwikkeling die al jaren gaande is en hierop van veel grotere invloed is.
Het clubdammen kampt al jaren en in toenemende mate met een terugloop van het bezoek aan de clubavonden. Dat is niet bij elke club in dezelfde mate het geval. Landelijk is deze tendens echter al heel lang merkbaar en onontkenbaar. Kennelijk vinden de dammers de clubavond niet meer zo interessant of zijn er andere (maatschappelijke) oorzaken. Op deze oorzaken ga ik nu niet in. Dat is een afzonderlijk thema. Ik constateer alleen het feit dat de belangstelling voor het spelen op een doordeweekse avond in toenemende mate is afgenomen.
Dit is niet iets dat door de loskoppeling van de NC en PC is veroorzaakt. Ook toen er nog wel een koppeling was, stelden wij als KNDB deze ontwikkeling vast. Tegelijkertijd wisten wij dat er een groot aantal spelers is (vooral ook jongeren) die graag op de zaterdag competitie wil spelen, maar daar niet de gelegenheid voor krijgen door het keurslijf van het toenmalige competitiegebouw en de trouw aan de eigen club.
Ik denk dat de loskoppeling precies op tijd de volledige teloorgang van het hele competitiedammen heeft voorkomen. De belangstelling voor de PC doordeweeks holde al achteruit en de zaterdagcompetitie kon, als men de oude formule wilde handhaven, eigenlijk alleen maar kleiner en minder aantrekkelijk worden.
Probeer het systeem waarmee we nu een aantal jaren werken, ook eens te plaatsen tegen de achtergrond van een steeds kleiner wordende bond. We zijn een sportbond met op dit moment ongeveer 6000 echte leden. Deze bond heeft een florerende (landelijke) competitie. Welke bond van die omvang heeft dat?
Daarnaast is er nog steeds in elke provincie de mogelijkheid een eigen doordeweekse competitie te organiseren, waaraan elke speler kan deelnemen. De kritische noot van Jan Pieter is wellicht voor een groot deel verklaarbaar door zijn ervaring met het Noord-Hollandse model, waar men het niet goed begrepen heeft en er nog wel een gekunstelde scheiding met de NC in stand wordt gehouden.
In West-Holland horen wij dit soort klachten niet of nauwelijks. Daar is het nieuwe stelsel en de nieuwe regelgeving ruim geinterpreteerd, zoals die ook bedoeld was: iedereen die op zaterdag speelt, kan ook doordeweeks spelen. En inhoudsloos? Overal is een mouw aan te passen: in de WHDB is de provinciale kampioen bijvoorbeeld direct geplaatst voor de nationale bekercompetitie. Toch iets om voor te spelen. Een extraatje wat er niet eens zou hoeven zijn.
Verder: waarvoor spelen de topclubs in de ereklasse eigenlijk? Voor plaatsing in de championsleague? Nee, ook niet voor plaatsing voor een ander toernooi. Men is kampioen van de landelijke competitie. Zo kan men ook kampioen van de provincie worden. Probeer anders te denken.
Overigens eigenlijk wel eens met JP als hij het heeft over spelen met achttallen. Ik heb dat binnen het toenmalige KNDB-bestuur al eens naar voren gebracht. Daar kreeg ik toen de handen niet voor op elkaar. Aan de andere kant: spelen met tientallen is wel zo deftig.
Ook met JP eens over de populariteit en het belang van de clubcompetitie. Dammen is in wezen een individuele sport, maar het spelen in teamverband is door zijn eigen dynamiek immens populair onder de dammers. Ik zie de competitie dan ook als de corebusiness van de KNDB. Veel meer dan individuele kampioenschappen.
Ik zou over dit thema veel verder kunnen uitweiden, maar laat het hier vooralsnog bij.
Toen Theo van den Hoek mij in 1999 of daaromtrent vroeg bij de blindsimltaan van Ton Sijbrands in Gouda enkele workshops te organiseren over het thema loskoppeling nationale competitie (NC) en provinciale competitie (PC), zei ik direct ja. Ik liep al lang met dat idee rond, dat overigens niet van mij was, maar was er ernstig van overtuigd dat dit de oplossing was voor een van de belangrijkste knelpunten in de dambond.
Uiteindelijk is de bond na een moeizaam traject in het idee meegegaan en terecht.
De loskoppeling van de NC en PC is juist een van de beste besluiten die de KNDB ooit heeft genomen. Dat het niet zo goed gaat met de provinciale competities heeft hoegenaamd niets met deze loskoppeling te maken. Dat is een monocausale benadering die voorbij gaat aan in ieder geval één andere ontwikkeling die al jaren gaande is en hierop van veel grotere invloed is.
Het clubdammen kampt al jaren en in toenemende mate met een terugloop van het bezoek aan de clubavonden. Dat is niet bij elke club in dezelfde mate het geval. Landelijk is deze tendens echter al heel lang merkbaar en onontkenbaar. Kennelijk vinden de dammers de clubavond niet meer zo interessant of zijn er andere (maatschappelijke) oorzaken. Op deze oorzaken ga ik nu niet in. Dat is een afzonderlijk thema. Ik constateer alleen het feit dat de belangstelling voor het spelen op een doordeweekse avond in toenemende mate is afgenomen.
Dit is niet iets dat door de loskoppeling van de NC en PC is veroorzaakt. Ook toen er nog wel een koppeling was, stelden wij als KNDB deze ontwikkeling vast. Tegelijkertijd wisten wij dat er een groot aantal spelers is (vooral ook jongeren) die graag op de zaterdag competitie wil spelen, maar daar niet de gelegenheid voor krijgen door het keurslijf van het toenmalige competitiegebouw en de trouw aan de eigen club.
Ik denk dat de loskoppeling precies op tijd de volledige teloorgang van het hele competitiedammen heeft voorkomen. De belangstelling voor de PC doordeweeks holde al achteruit en de zaterdagcompetitie kon, als men de oude formule wilde handhaven, eigenlijk alleen maar kleiner en minder aantrekkelijk worden.
Probeer het systeem waarmee we nu een aantal jaren werken, ook eens te plaatsen tegen de achtergrond van een steeds kleiner wordende bond. We zijn een sportbond met op dit moment ongeveer 6000 echte leden. Deze bond heeft een florerende (landelijke) competitie. Welke bond van die omvang heeft dat?
Daarnaast is er nog steeds in elke provincie de mogelijkheid een eigen doordeweekse competitie te organiseren, waaraan elke speler kan deelnemen. De kritische noot van Jan Pieter is wellicht voor een groot deel verklaarbaar door zijn ervaring met het Noord-Hollandse model, waar men het niet goed begrepen heeft en er nog wel een gekunstelde scheiding met de NC in stand wordt gehouden.
In West-Holland horen wij dit soort klachten niet of nauwelijks. Daar is het nieuwe stelsel en de nieuwe regelgeving ruim geinterpreteerd, zoals die ook bedoeld was: iedereen die op zaterdag speelt, kan ook doordeweeks spelen. En inhoudsloos? Overal is een mouw aan te passen: in de WHDB is de provinciale kampioen bijvoorbeeld direct geplaatst voor de nationale bekercompetitie. Toch iets om voor te spelen. Een extraatje wat er niet eens zou hoeven zijn.
Verder: waarvoor spelen de topclubs in de ereklasse eigenlijk? Voor plaatsing in de championsleague? Nee, ook niet voor plaatsing voor een ander toernooi. Men is kampioen van de landelijke competitie. Zo kan men ook kampioen van de provincie worden. Probeer anders te denken.
Overigens eigenlijk wel eens met JP als hij het heeft over spelen met achttallen. Ik heb dat binnen het toenmalige KNDB-bestuur al eens naar voren gebracht. Daar kreeg ik toen de handen niet voor op elkaar. Aan de andere kant: spelen met tientallen is wel zo deftig.
Ook met JP eens over de populariteit en het belang van de clubcompetitie. Dammen is in wezen een individuele sport, maar het spelen in teamverband is door zijn eigen dynamiek immens populair onder de dammers. Ik zie de competitie dan ook als de corebusiness van de KNDB. Veel meer dan individuele kampioenschappen.
Ik zou over dit thema veel verder kunnen uitweiden, maar laat het hier vooralsnog bij.