Eric van Dusseldorp wrote:
Maar excuus aanbieden voor de in mijn ogen noodzakelijke 'katalysator', nee, dat excuus komt er niet.
Eric,
Laat ik een verhaal vertellen.
Een aantal jaren geleden ontdekte een regionaal bekende Delftse kunstschilder bij hem op zolder een bijzondere Picasso. Waarschijnlijk een erfstuk afkomstig uit Leiden, Nieuwegein of misschien zelfs Groningen, maar dit doet verder niet ter zake.
Deze Delftenaar liet deze Picasso eens aan wat kunstvrienden zien en er kwamen zelfs regelmatig echte kunstkenners bij hem over de vloer. Deze verzekerden hem de echtheid van de Picasso.
Nu was er één keer in de twee jaar een heel bijzondere wereldveiling, laten we zeggen bij Sotheby. Tot dusver werd daar meestal een Rembrand of een andere oud-Hollandse meester geveild.
De Delftenaar en een kunstvriend, die goede connecties had met de wereldveiling kwamen op het idee om de Picasso op deze wereldveiling aan te bieden. De kunstvriend stuurde een verklaring van een tiental bevriende kunstkenners, die de echtheid van de Picasso bevestigden naar de directie met het verzoek om de Picasso te gaan veilen.
Bij de directie van de wereldveiling werd de zaak besproken. Ze durfden het niet aan, maar kwamen met de opmerkelijke keuze om de wereldveiling toch anders op te zetten en voortaan twee stukken te veilen en wel van de Franse meesters (Renoir en Monet).
Kunstminaars overal op de wereld verwonderden zich over de keuze. Een aantal vond dat er niks mis was met een Rembrand of een andere Hollandse meester. Anderen vonden het jammer dat de Picasso was geweigerd. Kunstminnaars hebben natuurlijk verschillende smaken. Het merendeel kon zich uiteindelijk vinden in de keuze van de wereldveiling. Immers, er werden twee stukken op één dag geveild en er was toch eens een ander smaakje. De tien kunstkenners lieten verder niks van zich horen, maar kwamen regelmatig in Delft langs om weer eens een blik op de Picasso te werpen.
Enfin, de veiling slaagde en zelfs in Nederland werd de keuze gemaakt om een soortgelijke veiling ook zo op te zetten en over te switchen naar Renoir en Monet op één dag. Ook in Nederland waren er flink wat kunstminnaars, die het liever bij de oud-Hollandse meester hadden gelaten of een switch naar een Picasso ook wel leuk hadden gevonden. Enfin, er werd bij tijd en wijle dus flink gediscussieerd over Rembrand, Renoir en Monet en Picasso.
En toen….., toen bracht een gerespecteerde kunstkenner naar voren dat hij in het bezit was gekomen van een heel bijzondere Rembrand. Deze Rembrand was in de afgelopen decennia niet zo vaak voor het voetlicht gekomen. De kunstminnaars smulden en vroegen zich af, waar en wanneer wordt er geveild? De gerespecteerde kunstkenner wilde deze alleen bij Sotheby voor 2007 inbrengen, maar niet gelijktijdig met een Renoir of Monet, maar volstrekt solo.
Ditmaal wees een commissie van de wereldveiling de inbreng af. De gerespecteerde kunstkenner was teleurgesteld en hij vond in ieder geval dat deze bijzondere Rembrand toch vele malen beter was dan de Picasso, die een aantal jaren geleden was voorgesteld. De Delftse kunstschilder vond dit wel wat grof en hij stuurde een open brief naar de gerespecteerde kunstkenner. Uiteraard werd in allerlei kringen door vele kunstminnaars hierover gediscussieerd. Die Rembrand was wel heel speciaal en kon één keertje de veiling met Renoir en Monet daar niet voor opzij schuiven. Het was wel heel jammer. Zelfs een enkele kunstkenner gaf zijn mening en vond dat er voortaan alleen maar weer met Rembrand of een andere oud-Hollandse meester geveild moest worden.
Een Amsterdamse kunstminnaar wist al heel zeker (had dit ook al eerder eens gemeld) dat contractueel t/m 2012 de wereldveiling alleen met Renoir en Monet zou plaatsvinden.
Ook kwam weer de afwijzing van de Picasso naar voren.
Een enkele kunstminnaar vroeg zich af in welke vorm de kunstvriend van de Delftenaar e.e.a. destijds bij de directie van de wereldveiling aanhangig had gemaakt.
Een andere kunstminnaar, die een voorliefde had voor Breughel, stelde zelfs aan de orde dat er misschien iets mis was geweest met de verklaring van echtheid van de tien kunstkenners.
Nee erger nog, deze verklaring was er helemaal niet geweest c.q. gefalsificeerd (en het was dus geen echte Picasso). Hij bleef de Delftenaar kapittelen en met vragen bestoken. Het scheen dat ze op een of ander manier persoonlijk niet zo goed klikten.
En toen waren de rapen gaar.
De Delftse kunstschilder vond dat de tien kunstkenners dan wel zeker aan de bel hadden getrokken. Dat was voor deze kunstminnaar niet voldoende en tevens had hij nog een bijzondere Breughel liggen (we moeten vermelden dat de Nederlandse kunstveiling een aantal keren stukken van Breughel had geveild, en deze kunstminnaar zag opnieuw kansen voor zijn Breughel bij de Nederlandse of wereldveiling).
Ook andere kunstminnaars kregen vraagtekens en vonden het in ieder geval niet leuk dat de Delftse kunstschilder dit niet één, twee drie weerlegde. Dit vond men verdacht. Enfin, de Picasso geraakte steeds meer in een kwade reuk.
Uiteindelijk vertelde de kunstvriend kort hoe het met de Picasso was gegaan. Er was een e-mail naar de directie van Sotheby gestuurd, met daarbij een verklaring over de echtheid en de tien namen daaronder. Zelf had hij van een aantal van de tien kunstkenners een e-mail c.q. schriftelijke verklaring van echtheid en een paar hadden hem mondeling of telefonisch de echtheid bevestigd. Ook in de kunstwereld zijn mail en telefonische bevestigingen aan de orde van de dag.
Een enkeling bracht daarna naar voren dat een echte brief met de handtekeningen vrijwel zeker tot een andere beslissing van de directie van Sotheby had geleid. En weer een ander vroeg zich af of de kunstvriend een telefonische bevestiging wel goed had verstaan: Bijv. Ja, ik denk dat het een Picasso is, i.p.v. Ja het is een Picasso. Kleine nuanceverschillen met grote effecten.
Maar het merendeel van de kunstminnaars was blij met de verklaring van de kunstvriend.
De kunstminnaar met de Breughel werd gevraagd of een excuus naar de Delftse kunstschilder niet op zijn plaats was. Deze reageerde erg verbaasd: “Natuurlijk niet, dankzij mij is toch duidelijk gemaakt dat de echtheidverklaring van de tien kunstkenners er inderdaad was! Een groot vraagteken is daarmee opgelost.”
Daarmee volstrekt voorbijgaand aan het feit dat hij zelf eerder de bal aan het rollen had gebracht, door de verklaring een falsificatie te noemen.
En de Delftse kunstschilder? Tja, het bleek dat door al die commotie de waarde (door een aantal taxateurs ingeschat) van de echte Picasso was gezakt. Het kunstwerk was besmet geraakt. Nog erger was dat bij zijn jaarlijkse veiling van eigen kunstwerken de animo van handelaren en kopers ook wegzakte. Wel bleven de tien kunstkenners komen.
En de kunstminnaar met de Breughel? Die glom. De Breughel was weer in de publiciteit gekomen, en een recente taxatie was hoger uitgevallen. Hij schatte zijn kansen voor deelname aan de wereldveiling na 2012 nu flink hoger in.
Voor de rest leefde iedereen nog lang en gelukkig.
Zo Eric, een fijn verhaal voor het slapen gaan. Slaap lekker.