Haagsche Courant, 16 april 2005
De lamme en de blinde aan zet tegen de ambtenaar
door Guido Bindels
De een is blind, de ander autistisch. De thuisloze is alcoholist, de bejaarde spastisch. En dan zijn er nog de 'gewone' ambtenaren. In de kantine van de Sociale Werkplaats aan de Kerketuinenweg in Den Haag hebben ze elkaar gevonden. Achter de damschijven en de schaakstukken.
De autistische Roy Liem-Kon-Tja (links) aan zet
tegen voorzitter Fred Versteeg.
(foto Robert van Stuyvenberg)
DEN HAAG | Hij is bijna 18 jaar en soms in zichzelf gekeerd. Roy LiemKonTja is autistisch. Contact met anderen maakt hij op zijn manier. Toch is hij er elke week weer, hier in de kantine van de Sociale Werkplaats aan de Kerketuinenweg in Den Haag. Voor Roy staat een blauw dambord. Hij kan alleen door een koker kijken. Hij is partieel begaafd. En een zeer talentvol dammer. Op landelijk niveau zelfs.
Ook Nelis Caffa heeft een speciaal dambord. Met ingelegde vakjes. Op de witte stenen zit een dopje. Hij speelt op de tast. Want de 70-jarige Nelis is blind. Wie voor het eerst op de dam- en schaakavond van de Sociale Werkplaats komt, kijkt zijn ogen uit. Er is hier dan ook iets bijzonders aan de hand. Gewone gezonde ambtenaren en gehandicapten leven zich elke donderdagavond uit.
Een pilsje kost maar 90 eurocent, het is er gezellig druk. Iedereen is verplicht tegen iedereen te spelen. En denk nou niet dat het een makkie is om tegen Roy of Nelis te spelen. Natuurlijk leidt het af als je opeens op een bord met ingelegde stukken of een blauwe ondergrond moet spelen. Maar als je deze mannen niet serieus neemt, als je even niet oplet, heb je al verloren. Dan valt de vlag (dammen), of sta je schaakmat voordat je er erg hebt.
Het begon allemaal bij de personeelsvereniging van de Haeghe Groep, de instelling waar ruim 2500 mensen, verdeeld over zeven bedrijven, werken. Mensen die normaal gesproken geen werk kunnen vinden omdat ze een lichamelijke, psychische, sociale of verstandelijke handicap hebben. Dankzij de sociale werkvoorziening kunnen zij een baan krijgen onder aangepaste omstandigheden. Het verschil met gehandicapten die naar een dagverblijf worden doorverwezen is dat deze mensen minimaal eenderde arbeidsprestatie kunnen leveren.
Fred Versteeg is bestuurslid van de personeelsvereniging en voorzitter van de damvereniging. Een dammer van huis uit. "We hadden altijd al onze bingoavonden, de Sinterklaasfeesten. En met speciale cursussen als kleding naaien, computeren, lassen en noem maar op, organiseerden we ook al andere activiteiten om de mensen hier plezier te geven en op een wat hoger niveau te krijgen. Maar we wilden meer, we wilden toe naar een betere integratie tussen de gehandicapten en de niet-gehandicapten."
En zo ontstond, vooral door toedoen van Versteeg ODB/HaeghePV, de opvolger van de damvereniging ODB (Ons Doel Bereikt) en Haeghe Ooievaar (schaken). De animo was meteen groot. Al snel sloten ook de leden van de gemeentelijke ambtenarenschaakvereniging SHGP zich aan. Gewone denksporters en denksporters met een handicap, Versteeg zag de afgelopen jaren hoe de ene groep steeds meer begrip voor de andere kreeg. "Als je het over de Sociale Werkplaats hebt denken mensen al snel dat er hier alleen maar zakjes worden geplakt, maar al hebben de mensen een handicap, er worden juist kwalitatief hoogwaardige producten gemaakt."
Doodskist
Een rondleiding langs de zalen van het gebouw aan de Kerketuinenweg bevestigt dat. Prachtige modelauto's, comfortabele bioscoopstoelen, kleurige kaarsen, eiken tafels, hele winkelstellingen.
We zien alles aan ons voorbij komen. Vakwerk, van mensen die werk op maat wordt aangeboden. In één van de ruimtes staat zelfs een doodskist, onderdeel van een nieuw project, met hoop op weer nieuwe opdrachten. De maker heeft er een bordje op gezet met de tekst: 'Val dood'. Grapje, moet kunnen.
"Wat er hier allemaal gebeurt is heel bijzonder", zegt Versteeg die met de VUT gaat, maar preses van de vereniging zal blijven. "De mensen hebben nog iets voor elkaar over. Op de schaak- en de damclub is er sprake van een enorme saamhorigheid. Ik geloof dat wij ook één van de weinige verenigingen zijn die nooit een gebrek aan vrijwilligers hebben. Zelfs bij onze jeugdafdelingen. Wie kan dat tegenwoordig nog zeggen?"
"Dat komt ook omdat we met z'n allen heel sociaal in de omgang zijn. Er is oprecht aandacht voor elkaar. Als Pietje op donderdagavond niet komt opdagen valt dat meteen op, wil iedereen weten wat er met hem aan de hand is. En als Jantje ziek is, sturen we hem een kaartje."
"Ben je vrijwilliger en jarig dan krijg je een bloemetje. Een schouderklopje hier, een schouderklopje daar, het zijn maar kleine dingen, maar toch, het helpt. Zeker in een maatschappij die in het algemeen aan het verharden is."
"We organiseren veel. Zo zijn we ooit begonnen met de Nederlandse kampioenschappen dammen voor gehandicapten. Dat is een groot succes geworden. We spelen bijvoorbeeld ook eenmal per jaar een toernooi tegen alleen maar blinden."
Terug naar de kantine, waar er nog volop wordt gestreden. Jan Scholten (65) is spastisch, anderen moeten voor hem de damstenen verschuiven. Hij neemt zijn tijd om na te denken over de volgende zet.
Snel klaar
De 35-jarige Harry (nee, liever geen achternaam) doet dat niet. Hij is snel klaar. Deze thuisloze heeft een zwaar alcoholprobleem, hij wil zichzelf bovendien nog wel eens verwonden. Zijn hersenen zijn door de ziekte van Korsakov dermate aangetast, dat hij zich hooguit een half uurtje kan
concentreren. Voor hem is dammen dus vooral sneldammen geworden.
"Iedereen heeft zijn eigen niveau", zegt Fred Versteeg, "maar iedereen speelt dus toch gewoon tegen iedereen. En we spelen natuurlijk ook in de competitie. Bij het dammen hebben we zelfs twee teams in de provinciale hoofdklasse en een team in de landelijke klasse. Dan duurt een partijtje toch al snel vier uur. Niets voor Harry, inderdaad, maar die is al blij als hij hier in de kantine zijn potjes kan spelen. Dat is voor hem toch heel wat anders dan in de gevangenis zitten."