Post
by Leo Mous » Wed Nov 17, 2010 16:25
Het principe Back to Basics trekt mij als lid van de door Michel aangehaalde werkgroep als uitgangspunt wel aan, maar inderdaad vanuit een bestuurlijk model dat van deze tijd is en (vooral) dat past bij de omvang van ons nu versnipperde bondje. Dat betekent bestuurlijke centralisatie, regionale schaalvergroting, eenheid in beleid en dus: opheffing van de provinciale bonden. In plaats van de huidige 12 provinciale bonden: 4 maximaal 6 afdelingen met afdelingsbesturen die regionale activiteiten (competitie, persoonlijke kampioenschappen, trainingen, verenigingsondersteuning, promotie e.d.) kunnen organiseren en stimuleren. Door de organisatorische en bestuurlijke indikking speel je capaciteit vrij die regionaal voor breedtesportdoelen kan worden ingezet. Alleen in deze opzet zie ik kansen voor een nieuw elan in de regio.
De move van de werkgroep te kiezen voor een structuur die de clubs direct aan de KNDB koppelt en tegelijkertijd de provinciale bonden in stand houdt, is vooral ingegeven door het feit dat de provinciale bonden niet over hun bestaansrecht durven na te denken en daar logische conclusies aan te verbinden. Tegelijkertijd kan de KNDB de zieltogende provinciale bonden geen structuur opleggen die de bonden kennelijk niet willen. Zo’n patstelling leidt tot pragmatisme en onvolmaakte modellen. Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen, zoals de fusie in Zuid-Holland met een open mind voor verdergaande bestuurlijke vernieuwing.
Nog even kort n.a.v. een puntje uit het mooie stuk van Piet.
Wat de nationale competitie betreft: het succes van de nationale competitie is vooral te danken aan het feit dat steeds meer spelers de voorkeur geven aan de zaterdag boven een doordeweekse avond. Te denken dat door het afschaffen van eerste en tweede klassen de belangstelling voor de regionale doordeweekse competitie aanzienlijk zal toenemen, is een illusie. Het feit dat Groningen geen provinciale competitie meer heeft, is in dit verband een slecht voorbeeld. Dat komt niet door de opzet van de NC, maar door het gegeven dat de Groningse Dambond nagenoeg uitgestorven is. En dat is het grote probleem: de provincies zijn (worden) door ledenverlies te klein voor een interessante provinciale competitie, niet door de effecten van de NC.
Ik sluit een aanpassing van de NC ten gunste van de regio niet uit, maar alleen als er sprake is van afdelingen van enige omvang met een redelijke spreiding en een afdelingstopklasse die op de zaterdag speelt. Anders moet je nooit over wijziging van de NC nadenken. Ook niet in het belang van de breedtesport.