Vrijdagnacht van 4 op 5 januari is Anko Baksoellah overleden. Jaren heb ik hem meegemaakt als trouw clublid. Ik mocht hem graag. Samen hebben we voor het eerste van RDG gespeeld. Ontelbare malen heb ik tegen hem gespeeld. Vijftien partijen van ons staan er in Turbo Dambase. Het moeten er oneindig veel meer zijn geweest. Hij heeft er ook een heel stel van mij gewonnen.
Hij hield van het spel en was een grote liefhebber van het tegenspelen van de Roozenburgaanval. Dat deed hij ook als het verstandig was iets anders te spelen. Hij was goed in klassiek, maar dat had zijn liefde niet echt. Een enkele maal stond hij met een half been in de halve finales van het persoonlijk kampioenschap van Nederland, maar haalde het net niet. Hij was ook een trouw deelnemer aan de masterclass van Gantwarg/Thijssen. In augustus toonde hij hoe gevaarlijk hij kan zijn in de omsingeling:
Frans v.d. Velde - Anko Baksoellah 0-2
20.39-33 18-22 21.28-23 13-18 22.32-28 09-13 (Op deze en volgende zet komt ook 22-27 sterk in aanmerking) 23.50-44 21-26 24.44-39 16-21 25.38-32 02-07 26.34-30 25*34 27.39*30 07-11 28.40-34 20-25 29.45-40 11-16 30.37-31 26*37 31.32*41 22-27 32.41-37 18-22 33.40-35 13-18 34.23-19 21-26 35.37-32 27*38 36.33*42 22*33 37.29*38 17-22 38.42-37 12-17 39.38-33 22-27 40.43-38 17-22 41.49-43 08-12 42.43-39 12-17 43.48-42 17-21 44.37-32 27-31 45.36*27 22*31 46.42-37 31*42 47.38*47 21-27 48.32*21 16*27
In deze stand uit de partij Baksoellah - v.d. Vossen, 2007 heeft wit tegen de klippen op een half open klassieke omsingeling gespeeld. De aanval tegen schijf 27 is beslissend. Direct 29...17-22 faalt op 30.24-19 X. Winnend is de ruil 29...14-20x20. In de partij werd 29...14-19? 30.35-30 17-22 31.33-28 22x44 32.45-40 44x35 33.27-22 gespeeld en het resulterende eindspel was bijna op slag uit.
Een van de talrijke voorbeelden, die bewijzen, dat Anko gevaarlijk is in klassieke standen. Zwart aan zet heeft het moeilijk. Schijf 41 is in een klassieke stand eerder een voor dan een nadeel, omdat het allerlei remisewendingen elimineert. In de diagramstand kan 17-21 en er lijkt geen winst meer in te zitten voor wit. Na 41...3-8 zit het dammetje 27-21 en 39-34 erin en de zwarte vangstelling werkt niet. In de partij besloot zwart tot het wanhopige 41...23-29 42.28-23 met schijf en partijverlies.
Anko wint zelden door overrompeling. Vaker gaan tegenstanders gewoon positioneel failliet. In deze diagramstand uit de partij Baksoellah - Aleven probeerde zwart nog 22...24-29? Dat kost na 27-21 materiaal. Na de ruil 17-21 of 17-22 is zwarte korte vleugel kaal en is op termijn een winnende doorbraak onvermijdelijk.
Wederom een klassiek standje. Die zijn altijd gevaarlijk, omdat tegen de tijd, dat zoiets op het bord staat de tijd op is. De trouwe wachter op 36 maakt de stelling spannend. Na 39.30-25 is de afwikkeling 24-29 etc. remise. Daarom werd 39.28-22 17x28 40.33x22 8-12 41.22-17 gespeeld. Nu is 41...24-29 houdbaar. Na 41...23-29 42.34x23 19x28 43.17x10 18-23 is het spectaculair remise. In de partij volgde 41...14-20 42.17x8 13x2 43.37-31, 38-33x13x37 met schijfwinst.
Anko speelde dolgraag de Roozenburg tegen. Dat deed hij niet altijd even handig. In de diagramstand lijkt op het eerste gezicht de witte positie reddeloos. Het valt mee. Na 38-32x33 later gevolgd door een ruil naar 32 heeft hij het ergste al weer gehad en zijn alle witte stukken weer geactiveerd. In de partij volgde 29...12-18? 30.39-33, 26-21, 38-32x33 en 37-31x1 X.
Tegen Geert Prinsen kreeg hij bovenstaande merkwaardige klassieke positie op het bord. Wat het waard is, weet niemand van te voren. Het is vooral een kwestie van goed tellen. In de partij speelde Geert 27...12-17 en zwart kreeg het materiaal van het centrum niet meer in beweging. Na 13-18 en 9-13 komt de Coup Royal in de stand. Er volgde 28.42-38 17-21 29.49-44 2-7 30.45-40 7-11 31.36-31 8-12 32.40-34 12-18 (Iets beter is 32...13-18 33.35-30 24x35 34.44-40 35x44 35.39x50 12-17 36.34-29, 25-20, 28-22, 38-33x5x46x40 met remiseachtige stelling) 33.47-41 11-17 34.34-30 17-22 35.28x17 21x12 36.41-36 6-11 37.33-28 12-17 38.39-33 17-21 39.44-39 11-17 40.27-22 18x27 41.31x11 16x7 42.28-22 7-11 43.33-29 en wit won het eindspel gemakkelijk.
Anko en ik hebben een hele reeks Roozenburg partijen gespeeld vanuit de 32-28 18-22 opening. Allerlei variaties zijn op het bord geweest. In de open Roozenburg, die veelal ontstond, bijt hij vaak niet voldoende van zich af om de aanwezige mogelijkheden echt te benutten. In de diagramstand had ik met wit een grote ontwikkelingsvoorspong bereikt. Ik wilde wel eens onderzoeken of schijf 23 te houden is. Dat hebben er meer geprobeerd. Verstandige mensen spelen eerst 31-26 en gaan daarna pas op avontuur.
Ik speelde 14.33-28 17-21 15.28x19 21-26 16.38-33 11-17 17.43-38 1-6 18.48-42 6-11 19.50-44 11-16 20.40-35(?) 5-10 21.44-40 17-21 22.49-43 9-14 23.33-28 14x23 24.28x19 3-9 25.39-33(?) (De finesse 29-23 is beter. Zwart mag niet met schijf 20 slaan) 9-14 26.33-28 14x23 27.28x19 4-9 28.43-39 7-11 29.32-28 11-17 30.38-32 18-22 31.39-33 13-18 32.42-38 21-27 33.32x21 16x27 34.38-32 22-27 35.42-38 11-16 39.37-32 26-31 40.32x21 16x27 41.38-33 17-22(?) 42.19-14, 43-38-32x9 en ik wist geheel ten onrechte het eindspel te redden.
