Leo Mous wrote:Als oud-competitieleider jeuken mijn vingers als ik deze discussie volg. Ik kan het daarom niet laten toch even te reageren.
Dat er in de BR met geen woord gesproken is over de kwestie Meurs DEZ is natuurlijk volkomen logisch en terecht. Reglementen zijn er niet om bij elk incident te kunnen omzeilen. Die zijn ontworpen om een collectieve notie over hoe zaken juist en rechtvaardig geregeld moeten worden, te formaliseren. Ik ben het dan ook volstrekt eens met mensen als JP Drost e.a.
De BR moet zich hier dus al helemaal niet mee gaan bemoeien. De BR is er voor de grote lijnen: het stellen van financiele en beleidskaders en het controleren van de uitvoering daarvan. Het bestuur voert de door de BR gestelde regels uit. In dit geval het SWR. Het hapsnap negeren van collectief gestelde regels leidt tot willekeur en het wegvallen van bescherming en rechtszekerheid voor alle partijen. Het hek is dan van de dam. Welk verzoek kun je na dit soort precedenten dan in het vervolg nog redelijkerwijs weigeren?
Ik wil ook nog opmerken dat het beginsel “regels zijn regels” tegenwoordig kennelijk steeds meer als een verwerpelijk uitgangspunt wordt gezien. Elk verstandig mens zal erkennen dat de menselijke samenleving gebaat is bij een strak gehanteerd systeem van regels. Tegelijkertijd zijn mensen zwak. Enig eigen belang of medelijden zijn voor mensen blijkbaar redenen waarom van regels moet kunnen worden afgeweken. Dat is fout en eigenlijk weet men dat ook wel. Regels zijn er om de mens, die van nature zwak is, tegen zichzelf te beschermen.
Er moet sprake zijn van zeer bijzondere omstandigheden wil men van regels kunnen afwijken. Persoonlijk zou ik DEZ tegemoet zijn gekomen bij een grote ramp, bijvoorbeeld als het hele eerste team bij een vliegtuigongeluk was omgekomen. Waar we het hier over hebben zijn gewoon mensenbeslissingen die tot een vervelende situatie voor DEZ leiden. Spelers die niet willen spelen, kunnen in een sportbond natuurlijk nooit en te nimmer een reden zijn ze tegemoet te komen.
In deze kwestie is de zaak m.i. overigens volstrekt helder: als Denk En Zet genoodzaakt is een team terug te trekken (wat kan gebeuren), dan moet dat het laagst geklasseerde team zijn. Als DEZ geen spelers heeft die ereklasse willen spelen (wat kennelijk het geval is), dan is dat, zoals iemand al schreef geen probleem van de KNDB, maar van DEZ zelf. Dat zal men daar intern moeten oplossen.
Is dat niet haalbaar, dan is, lijkt mij, de enige “oplossing” dat DEZ al zijn teams terugtrekt, een nieuwe vereniging begint en die inschrijft in de tweede klasse. Bepaald niet fraai (ook niet om te adviseren), maar wel het meest voor de hand liggend. Is het trouwens niet al zo dat Meurs DEZ een andere rechtspersoon is dan DEZ Culemborg?
Je zal als KNDB-bestuur maar weer opgezadeld worden met dit soort akkefietjes.
Wie het 'meest voor de hand liggende' scenario van Leo vergelijkt met het door Denk en Zet Culemborg gewenste, valt op dat de KNDB wanneer het plan van Leo wordt gevolgd niet alleen een gat in de Ereklasse moet opvullen, maar ook nog een in de Hoofdklasse.
<center>
professor Dorien Pessers </center>
Een van de sprankelendste stukjes televisie van 2006 was het interview dat Paul Witteman op 21 mei 2006 had met de hoogleraar rechtstheorie Dorien Pessers naar aanleiding van het debat van de Tweede Kamer met het monster Verdonk over Hirsi Ali.
Niet zomaar is van dit gesprek door uitgeverij Balans een boekje gemaakt, voor 4,75 euro verkrijgbaar in de boekhandel. Je kunt het gesprek nog bekijken via
http://www.vpro.nl/programma/buitenhof/ ... /28462144/
Een transcriptie van het interview vind je op
http://www.ralf.nl/buitenhof/20060521%2 ... essers.doc
Hierbij het gehele interview, waarover kandidaat-KNDB-bestuursleden en kandidaat-bondsraadleden eigenlijk overhoord zouden moeten worden voordat ze toegang krijgen tot de gewenste baantjes. Regelfreaks en bureaucraten (Van Dale: een bureaucraat is een ambtenaar die door alleen naar de letter en niet naar de geest der voorschriften te handelen het publiek bedilt en benadeelt) kunnen door zorgvuldige bestudering van de woorden van professor Pessers omgeschoold worden tot humanere levensvormen:
NEDERLAND IN DE WAR
Paul Witteman: "We blijven bij het debat over Ayaan Hirsi Ali. Want als we iets hebben geleerd deze week dan is het dat regels regels zijn, dat wetten er zijn om te worden gehandhaafd en dat er ook nog zoiets is als gelijke monniken en gelijke kappen.
En wat te denken van precedentwerking?
Juridische begrippen buitelden in het debat over de status van Ayaan Hirsi Ali over elkaar. En het is niet duidelijk of iedereen altijd hetzelfde bedoelde met overigens dezelfde begrippen.
En daarom hebben we uitgenodigd een hoogleraar rechtstheorie, mevrouw Dorien Pessers.
Hartelijk welkom. Zullen we maar beginnen met nummer 1.1.1?
Namelijk: Regels zijn regels."
Professor Dorien Pessers: Volgens mevrouw Verdonk. En dat regels regels zijn, daar zitten natuurlijk bepaalde waardes in opgesloten, maar in zijn algemeenheid geldt dat zeker niet zo.
Zeker als je de rechtsontwikkeling ziet, met name vanaf de Tweede Wereldoorlog. Dan zie je dat de regels en wetten die we hebben, steeds geduid moeten worden naar de strekking, naar de geest van de wet, getoetst moeten worden aan beginselen van zorgvuldigheid, redelijkheid, billijkheid. En dat de wet ook te goeder trouw ten uitvoer moet worden gebracht.
Bij Verdonk krijg je de indruk dat 'regels zijn regels', de wet gewoon een bepaalde techniek is, een mechanische toepassing is.
Terwijl het recht natuurlijk weer van de wetten onderdeel uitmaakt.
Dat is eigenlijk in onze liberale rechtsstaat HET systeem van conflictbeslechting.
Paul Witteman : Kunt u een voorbeeld noemen waarbij regels geen regels zijn?
Professor Dorien Pessers: Dat las ik deze week in de krant. Ik dacht: Dit is weer helemaal Nederland.
In de trein zat een oude oorlogsveteraan, die in Wageningen was geweest. En als ik het goed begrepen heb, zou hij naar Arnhem gaan. Deze oude man - Nederland 60 jaar geleden bevrijdt - kwam in de verkeerde trein terecht. Richting Haarlem in plaats van richting Arnhem. De conducteur kwam erbij. De man had niet het juiste kaartje. Regels zijn regels: boete.
Een oude oorlogsveteraan. In de 80. Dan vraag ik me ook af: Wat is de mentaliteit bij een bedrijf als de NS? Want dan zou je toch eigenlijk moeten zeggen: De regel geldt natuurlijk. Voor een trein moet je een kaartje kopen. Dat is evident. Aan die regel twijfelen we niet. Maar nu gaat het om een man die een boete krijgt omdat hij, oud als hij is, de Nederlandse taal niet machtig, waarschijnlijk na een emotionele dag, in de verkeerde trein stapt. Dan had de conducteur moeten zeggen, als hij ook maar 'n beetje fatsoenlijk is:
Meneer, wat naar voor u. We stoppen bij het eerste het beste station. Op kosten van de NS krijgt u een treintaxi op weg naar elk door u gewenst doel. Het tegendeel is het geval. Deze man krijgt een boete. Dat is Nederland.
Paul Witteman : Ja, ja. U gaat toch niet uw paspoort inleveren?
Professor Dorien Pessers: Nou, nee. Dat is misschien een beetje heftig.
Paul Witteman : Regels zijn er toch, in de regel, om mensen tegen willekeur van de overheid te beschermen?
Professor Dorien Pessers: Ja, zeker. Dat is natuurlijk een heel belangrijk goed.
Maar als je die regels alleen maar mechanisch toepast en helemaal abstraheert van wat in dit geval rechtvaardig en zorgvuldig is, dan creëer je weer nieuwe onrechtvaardigheden waar je tegenaan kunt lopen. En dat is het vreemde. Dat juist Verdonk zegt: Ik kom op voor de ondernemers. En die zullen begrijpen: Regel is regel. Dan denk ik: juist ondernemers zullen begrijpen dat regel zelden een regel is. Dat je altijd, als je goed bestuurder bent, afwegingen maakt. Dan weeg je professioneel belangen tegen elkaar af.
En zorgvuldigheid. Je kunt anticiperen op de consequenties van je besluit. En in dat complexe veld neem je je beslissing. Maar wat Verdonk heeft gedaan - regel is regel - is een besluit nemen en daarbij alle regels van behoorlijk bestuur overtreden.
Geen collegiaal overleg, onzorgvuldigheid ten aanzien van de procedure, ten aanzien van de inhoud, ten aanzien van de termijn en ten aanzien van de oplossingen. En het meest verbazingwekkende, al deze commotie terwijl de oplossing zo simpel is. Dat werd ook gezegd tijdens het debat. Even op maandagmorgen een verandering in de gemeentelijke basisadministratie en het probleem is over. En dan denk je: Dit is kwader trouw.
Paul Witteman : Kwader trouw? Wat bedoelt u daarmee?
Professor Dorien Pessers: Dat de minister zo handelt, deze commotie veroorzaakt, ter wille van haar eigen rechtszekerheid een individu uitlevert aan volkomen rechtsonzekerheid. Want dat is de status van Hirsi Ali. De minister heeft niet geïnformeerd of ze de Somalische nationaliteit had. Gewoon: rechtszekerheid.
Maar het individu dat het betreft, wordt overgeleverd aan rechtsonzekerheid.
Paul Witteman : Ik denk dat we hier een andere term moeten lanceren, namelijk daadkracht.
Professor Dorien Pessers: Ja, daadkracht op niks. Ja, daadkracht, daadkracht.
Paul Witteman : Dat is dus dat je niet nog eens gaat kijken en dit en dat.
En nog 's met die praten en nog 's bij die informeren, maar gewoon dingen doen.
Professor Dorien Pessers: Maar daadkracht op ministerieel niveau die niet geschraagd wordt door overleg, door afweging, met oog voor de consequenties van je daden, dat is toch een fatale daadkracht?
Minstens heel dom, hele domme daadkracht.
Paul Witteman : Het gaat hier om het Ministerie van Justitie, hè?
Professor Dorien Pessers: Ja, afdeling Vreemdelingen.
Paul Witteman : Ja, goed. Maar we mogen aannemen dat daar een paar top-ambtenaren zitten die misschien geen hoogleraar rechtstheorie zijn
maar toch hun wetten wel kennen.
Professor Dorien Pessers: Ja, dat weten wij niet wat daar gebeurd is op dat departement. Daar zullen we natuurlijk nooit achterkomen.
Je denkt: Top-ambtenaren behoren toch te weten dat beslissen moeilijker is dan domme daadkracht toepassen. Juist de top heeft natuurlijk altijd veel meer beleidsvrijheid, een grotere discretionaire bevoegdheid - noemen we dat - dan de onderste laag van het bestuursgebouw. Een cipier moet inderdaad in het algemeen 'regel is regel' toepassen.
Een gevangenisdirecteur daarentegen, zoals Verdonk geweest is,
heeft wat meer beleidsvrijheid. Een minister heeft veel meer beleidsvrijheid. En in dit geval zien we dat de top van het departement zich gedraagt als een cipier. En dat is verontrustend als dat in een land gebeurt.
Paul Witteman : Zullen we naar de volgende gaan? Gelijke monniken, gelijke kappen.
Met andere woorden: Als we bij een Iraans gezin zo handelen,
moeten we dat ook bij mevrouw Hirsi Ali doen.
Professor Dorien Pessers: Ja. Ja, gelijke monniken, gelijke kappen.
Gelijke gevallen, gelijk behandelen. En ongelijke gevallen behandelen naar de mate van ongelijkheid, zoals dat heet.
Elke jurist en elke rechter en elke fatsoenlijke bestuurder weet dat er zelden gevallen echt identiek zijn.
Er is altijd een escape. Je moet de omstandigheden van het geval in acht nemen.
Paul Witteman : Maar dat zou betekenen dat het begrip 'gelijke monniken, gelijke kappen' in politieke en juridische zin geen betekenis heeft?
Professor Dorien Pessers: Jawel, jawel. Je moet categoriale onderscheidingen
maken natuurlijk. Maar waar het gaat over zulke ongelooflijk
verstrekkende besluiten als het ontnemen van een nationaliteit van iemand, dan moet je echt in de context van die zaak duiken. En je er niet makkelijk vanaf maken met: gelijke monniken, gelijke kappen.
Paul Witteman : Maar we leven in een rechtsstaat. Of is dat niet zo?
Professor Dorien Pessers: Ja. En juist omdat we in een rechtsstaat leven,
moeten we altijd heel voorzichtig zijn met de bescherming van dat individu. Centrum van de rechtsstaat-idee.
Paul Witteman : Neem nou de IND, de Immigratie Naturalisatie Dienst.
Er zitten mensen met A: juridische scholing. Want ik neem aan dat je er anders niet komt. En B: mensen met vele jaren ervaring over hoe je individueel, net wat u net zei, die regels toepast.
Professor Dorien Pessers: We weten wat voor een tragische geschiedenis dat is.
Ons vreemdelingenbeleid zal later als een hele zwarte bladzij in onze geschiedenis geboekstaafd worden. Wij weten dat en wij zien dat. En wij staan erbij en wij laten het toe. En nu ineens komt dat via een icoon als Hirsi Ali elf uur lang via de camera's in het parlement naar buiten. En dan weet iedereen die een gemiddeld gevoel heeft: Dit wisten wij allang. En dit gebeurt elke dag opnieuw.
Paul Witteman : Maar ze hebben er wel elf uur over vergaderd.
Professor Dorien Pessers: Ja. En het was een vreemd debat. Het was haast een obsessieve repetitie van standpunten. Hardnekkig vasthouden aan die standpunten. Uit de psychoanalyse weten we dat als mensen zo obsessief hun standpunt repeteren, dat er iets is wat er kennelijk niet gezegd mag worden.
Paul Witteman : Ja. Ik geloof niet dat de psychoanalytische wetenschap
tegenwoordig in een gunstige geur staat. Ik weet niet of we dat erbij moeten halen.
Professor Dorien Pessers:Maar in dit opzicht kan dat wel heel verhelderend zijn.
Paul Witteman : Maar er hebben wel ongelooflijk veel mensen gefascineerd naar dat debat gekeken. Hoe zou dat komen, denkt u?
Misschien toch wel omdat mensen denken: Het gaat over rechtsregels die ook op mij van toepassing kunnen zijn.
Professor Dorien Pessers:Ja, natuurlijk. En ik denk dat dat misschien de angst is geweest. Maar ik weet het niet. Het is zo moeilijk om te duiden. Dat kan pas over een tijd. Maar wanneer iemand die zo is ingeburgerd als Hirsi Ali, die zo lang bij ons aan tafel heeft gezeten, die ons woedend gemaakt heeft, mij ook, maar toch met wie we in dialoog waren, die zo optimaal was ingeburgerd, wanneer tegen zo iemand ineens gezegd kan worden: Je hebt al die jaren bij ons aan tafel gezeten, maar nu willen we je niet meer. We drijven jou uit. Sterker nog: Je had hier eigenlijk nooit mogen zitten. En als je je identificeert met Hirsi Ali – en iedere Nederlander identificeert zich met degene die zijn zoals zij, namelijk optimaal ingeburgerd - dan denk je natuurlijk deep down:
Als deze willekeur wordt toegepast, dan zal het mij ook kunnen overkomen. Ik weet niet of dat zo gevoeld werd. Maar het zou kunnen zijn, dat dat schuldgevoel dat in die Kamer hing, heel zwaar, en onvoldoende werd uitgesproken, maar ook de gedachte dat als deze willekeur de maat wordt in Nederland, met zo voorbij te gaan aan een bijzondere vrouw in een hele bijzondere positie,
die bedreigd wordt, die wij haar primaire rechtsbescherming, haar nationaliteit, gaan ontnemen, als die willekeur troef wordt in Nederland, dan worden wij allemaal bedreigd.
Paul Witteman : Ik denk dat een ander deel van dat debat en waarom het 11 uur moest duren, ook uw vakgebied betreft. Namelijk dat al die regels voor geen mens te volgen zijn. En dat de ene politicus weer een hele andere invalshoek heeft dan de andere. En dat je één keer denkt, hij heeft gelijk, en de andere keer, zij heeft gelijk. Is dat niet een zwakte van dat hele juridische oerwoud van regels?
Professor Dorien Pessers:Ja, dat is zo. Nee, dat is een groot probleem.
We hebben een oerwoud van formele regels, in een wanhopige poging onze samenleving maar beheersbaar en bestuurbaar te maken. Maar vaak, als je een overdaad aan regels hebt, dan worden ze improductief. Dus wat zie je nou ook in de literatuur?
Dat er andere bestuurstechnieken volgen. Gentleman's agreement, open normen, toezichtverhoudingen. Allemaal nieuwe bestuurstechnieken ontstaan juist om van dat formalisme, dat zo contraproductief kan zijn, af te komen.
Paul Witteman : Maar zou dat ooit gaan lukken?
Professor Dorien Pessers: Dat weten we niet. Dat is eigenlijk een verhaal op zich, die juridisering.
Paul Witteman : Het debat gaf geen aanleiding om dienaangaande optimistisch te zijn.
Professor Dorien Pessers: Nee. En dat is natuurlijk het vreemde van het debat.
De wetgever was geconfronteerd met een toepassing van de wet,
door die medewetgever van de Tweede Kamer zelf gemaakt. Ze zien de hardvochtige consequenties en besluiten dan niet deze wet bijvoorbeeld buiten toepassing te zetten of op hele korte termijn een nieuw wetsvoorstel in te dienen. Dat vond ik heel vreemd.
Paul Witteman : Even terug. U zei net: Als we straks terugkijken op ons vreemdelingenbeleid zal dat als een zwarte bladzij gekenschetst worden. Ik hoor heel veel mensen zeggen dat het toelatingsbeleid, dat valt daaronder, een groot succes is. Omdat sinds meneer Cohen dat veranderd heeft, het aantal toetreders is beperkt tot die
marge die wij in Nederland gedogen.
Professor Dorien Pessers: Is ook zo. En juist omdat het toelatingsbeleid een succes is, zou ik zeggen - en dat kwam in de 2de Kamer onvoldoende aan de orde - ligt het zwaartepunt van de discussie niet meer:
Onder welke condities laten wij mensen binnen? Maar nu, wat nu zo pijnlijk aan de orde kwam: Onder welke condities drijven wij
ingeburgerde mensen uit? Dat is het zwaartepunt. Dat is het probleem.
Paul Witteman : Dus u wil een duidelijk onderscheid maken, als het gaat om de beoordeling van het vreemdelingenbeleid, tussen het toelatings- en het uitzettingsbeleid?
Professor Dorien Pessers:Ja, en zeker het recht van de overheid om uit te zetten - als je dat kunt zeggen - en daar gaat het debat over:
Onder welke condities mag dat gebeuren?
En we hebben nu Hirsi Ali gehad. We hebben Tajda Pasic gehad.
We kennen de Friese dorpen die als één gemeenschap er omheen gaat staan, om de ingeburgerde asielzoekers. We hebben de familie Gümüs gehad. Dag in dag uit komen vrijwilligers op, komen gemeenschappen op, komen kinderen op, komen leraren op voor mensen die volledig zijn ingeburgerd, die wij als één van ons ervaren, die onderdeel uitmaken van een sociale gemeenschap, een sociaal Nederlanderschap. En dan ineens de hoogmoed van de overheid. Die zegt: Met jullie eigen gemeenschap hebben jullie niets te maken. Wij tillen daar die mensen uit, zoals het ons uitkomt. En dan vragen de mensen die een beetje zelfrespect hebben, zich af: Met welk recht meent een overheid onze gemeenschap te kunnen destabiliseren en te kunnen ondermijnen?
Dat zijn mensen van ons.
Paul Witteman : Het recht dat bepaalt dat de minster uitmaakt wie wel of niet asiel krijgt.
Professor Dorien Pessers: Ja, maar dit gaat niet om toelating. Dit gaat om mensen die volledig zijn ingeburgerd, die zijn zoals Hirsi Ali. Die onze taal spreken. Dus samen praten, samen leven, samen spelen, samen werken. Die één van ons geworden zijn. Sociale integratie.
Sterker nog, het gaat om mensen zoals Ali die het doel van het integratiebeleid optimaal gerealiseerd hebben. Dat zijn nou net die voorbeeldige burgers die wij hopen te bereiken te krijgen met dat integratiebeleid. En juist die burgers kunnen nu willekeurig worden uitgezet. Ook al hebben ze zelfs, zoals bij die Iraakse familie, een kind van 3 jaar verloren, verdronken. Dan zegt die vader:
Ik moet het land uit. Ik zal dus nooit meer 't graf van mijn dochter kunnen bezoeken. Het staat allemaal in de krant. We weten het allemaal. En we laten het allemaal gebeuren.
Paul Witteman : Ik denk dat mevrouw Verdonk, die zoals u weet ook
kandidaat lijsttrekker van de VVD is, wil profiteren van het succes
en de populariteit die zij heeft. Want vergis u niet. Zij is erg populair. En ook het beleid dat zij verdedigt. En juist de rechtlijnigheid, de eerder genoemde daadkracht.
Professor Dorien Pessers: Ja, het is een leerzame week geweest. Het eerste wetsvoorstel wat van tafel doet, als er een wetsvoorstel is, dat we heel snel korte metten moeten maken met de idee van de gekozen premier, een gekozen burgemeester en gekozen lijsttrekker. Want je ziet nu heel goed voor je eigen ogen wat er gebeurt. Een minister die electorale oogmerken heeft en daarom bereid is het recht te verkwanselen. Het gevaar daarvan zie je heel duidelijk.
Paul Witteman : Ik begrijp dat u daar niet heel positief over oordeelt.
Professor Dorien Pessers: Niet meer na deze week.
Paul Witteman : Maar ik verwijs u wel naar tamelijk onthullende cijfers in enquêtes, waaruit blijkt dat een groot deel van het Nederlandse volk achter Verdonk staat.
Professor Dorien Pessers:Ja, dat is heel onthullend. Heel onthullend en heel pijnlijk. Dat zijn waarschijnlijk - nu word ik wel heel erg gemeen - dat mag ook wel een keer misschien - ik denk dat dat de rancuneuze kleinburgers zijn waaruit de VVD tegenwoordig
voornamelijk bestaat. Die zelf waarschijnlijk al slachtoffer zijn
geworden van 'regel is regel'.
Paul Witteman : Dan zijn er daar wel heel veel van.
Professor Dorien Pessers:Ja, ja. Althans, die laten zich nu horen, ja.
Maar - en dat vind ik ook het vreemde van de VVD - die heeft dat integratiebeleid gericht op het integreren van vreemdelingen.
En gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks.
Nu hebben we te maken met volledig geïntegreerde vreemdelingen.
En dan nog zegt de VVD: Wij willen jullie niet, jullie gaan het land uit. En dan vraag ik me af: Hoe geloofwaardig is dat integratiebeleid van de VVD, wanneer de positieve resultaten daarvan niet geaccepteerd worden?
Paul Witteman : Zou het niet gewoon zijn het profiteren van wat Pim Fortuyn heeft losgemaakt?
Professor Dorien Pessers: Ja, ja. Maar Pim Fortuyn was absoluut geen rancuneuze kleinburger. Die was nog een gentleman vergeleken bij Verdonk en de haren. Bovendien zei Pim Fortuyn altijd: Er komt geen mens meer in. Maar alle rot Marokkanen die binnen zijn, die zijn onze verantwoordelijkheid. Daar zullen wij voor opdraaien. Daar komt ook geen mens aan. Dat is weer bestuurlijke verantwoordelijkheid.
We hebben ze binnengelaten. Eigen schuld. We hebben misschien een beetje een dom, al te gemakkelijk toelatingsbeleid gevoerd. Maar nu ze eenmaal binnen zijn, er nieuwe verwachtingen gewekt zijn, nu draaien we op voor eventuele fouten.
Paul Witteman : Als ik u zo hoor en u bent uitgenodigd als hoogleraar rechtstheorie, dan zijn er toch veel juristen die erg formeel denken.
Dan zou er in de opleiding van juristen misschien iets moeten veranderen waardoor dat 'regel is regel' een wat andere betekenis krijgt.
Professor Dorien Pessers:Juristen worden goed opgeleid. Juist dat 'regel is regel', dat is een heel erg beladen kreet vanuit de geschiedenis onder juristen.
Paul Witteman : Namelijk?
Professor Dorien Pessers: Want die geschiedenis wordt natuurlijk ook geleerd,
in het eerste en tweede jaar al, dat wetspositivisme waar Verdonk zich nu op beroept: Wet is wet, regel is regel. Dat stamt uit Hitler Duitsland. Daar heeft het 'n nare lading mee gekregen.
In 1933 heeft Hitler de opdracht gegeven aan de Duitse juristen:
Vanaf nu zijn jullie niet meer bevoegd om 'n kritische positie in te nemen ten opzichte van de wet. Wet en moraal vallen vanaf dit moment samen. Met andere woorden: De wet heeft een
moraal in zich. De moraal van Hitler. Maar aan jullie, juristen, rechters, ambtenaren en uitvoerders komt niet meer de ruimte toe om de waarde van die wet uit moreel oogpunt te bekritiseren. Domweg toepassen. Die slavenmoraal eigenlijk. Toen hebben we gezien wat er in nazi-Duitsland gebeurd is. En na de Tweede Wereldoorlog, waar Duitsland nog steeds niet overheen is, nooit meer dat wetspositivisme, invoering van het natuurrecht, zoals dat heet. Dat het recht nog maar alleen mag worden toegepast, verklaard en begrepen vanuit de fundamentele beginselen
waarvan het beschermen van mensenrechten het eerste beginsel is.
Maar altijd met het oog op redelijkheid, zorgvuldigheid, evenwichtigheid, proportionaliteit. Maar nooit meer die kadaver-discipline van: Wet is wet, Befehl ist Befehl.
Paul Witteman : Dank u wel.
Dit was Buitenhof voor vandaag. U kunt met ons corresponderen
via www.buitenhoftv.nl. We zullen de mailtjes ook doorsturen naar
mevrouw Pessers. Die heeft daar dan nog een week veel vreugde aan. En volgende week kunt u weer kijken naar Buitenhof. Graag tot dan.
“The modern banking system manufactures money out of nothing... If you want to be slaves of the bankers, and pay the costs of your own slavery, then let the banks create money.”
- Lord Josiah Stamp, former Director of the Bank of England