De Gelderlander, 8 november 2006
‘Goed of slecht dammen heeft niets met intelligentie te maken’
Door DAAN APPELS
Woensdag, 8 november 2006 - In een sober appartement in de binnenstad van Arnhem woont een van de beste dammers van de wereld: Alexander Baljakin. De geboren Rus speelt al sinds 1989 competitie voor DV Huissen. Daar geeft hij ook trainingen aan de jeugd. Een professional in een kleine (denk)sport.
<center>
Damspeler- en trainer Alexander Baljakin:
'Een schijf geven, nog een schijf en er vervolgens zelf drie pakken'.
foto: Jan Wamelink
</center>
Dammen is geen tennissen, voetballen of autoracen, waar leeft een profdammer van?
Alexander Baljakin: „Ik krijg een vergoeding van Huissen voor het spelen en trainen, ik verdien regelmatig wat prijzengeld bij toernooien en ik schrijf damboeken, wat soms iets oplevert. Maar het meeste geld krijg ik van NOC*NSF. Ik heb de A-status als sporter en daar is een uitkering aan gekoppeld, het zogenaamde stipendium. Alles bij elkaar voldoende om er samen met mijn vrouw en ons dochtertje van te leven.“
Beter dan vroeger in het koude noorden van het toen communistische Rusland?
„Ik ben bij mijn moeder opgegroeid. Ik heb geen broers en zussen en mijn vader heb ik nooit gekend. We hadden het niet slecht. Net als Nederlandse jongetjes voetbalden we en ook ijshockey was populair. Dat deden we gewoon op straat op onze schoenen. In de winter lag er altijd veel sneeuw en het was glad. Alleen de tijd om buiten te spelen was vaak kort. Hartje winter was het maar een uur per dag licht.“
Binnen werd er gedamd?
„Ook. Ik denk dat ik vijf was toen ik voor het eerst achter een bord zat. Via een vriendje ben ik bij de damclub van school beland. Maar ik was echt niet gelijk de beste. Ik had wel de juiste mentaliteit. Op mijn dertiende werd ik kampioen van de regio bij de volwassenen. Ik ging toernooien spelen in andere republieken van de Sovjet Unie. Vanwege de enorme afstanden was je dan soms weken van huis. Met school was dat geen punt. Sport was belangrijk in de Sovjet Unie. Als je goed was, kreeg je mogelijkheden je verder te ontplooien.“
Hoe is het contact met Damvereniging Huissen ontstaan?
„In 1980 was ik voor het eerst in Nederland. Twee keer zelfs. In De Lier werd ik in dat jaar wereldkampioen bij de junioren en ik speelde met de Sovjet Unie een interland tegen Nederland in Sneek. Je leert mensen kennen, onder wie Rob Clerc, de toenmalige trainer van Huissen. In 1989 ben ik voor die club gaan spelen. De Sovjet Unie was nog niet uiteengevallen, het was de tijd van de perestrojka, de hervormingspolitiek van Gorbatsjov. Een soort overgangsperiode.“
Je woonde toen toch in Minsk in Wit-Rusland?
„Daar was ik in 1986 naartoe verhuisd. Ik trok in die tijd veel op met Anatoli Gantwarg en hij woonde in Minsk. Omdat ik ruzie kreeg met de dambond in Wit-Rusland ben ik in 2001 naar Nederland gekomen. Ik had ook voor Rusland kunnen kiezen, maar vanwege de sterke clubcompetitie was Nederland interessanter. Ik heb een tijdelijke verblijfsvergunning. In april volgend jaar ben ik lang genoeg hier om een permanente verblijfsvergunning aan te kunnen vragen.“
Dammen staat een beetje in de schaduw van schaken. Is dat terecht?
„Je kunt niet zeggen dat schaken moeilijker is dan dammen of andersom. Het zijn verschillende sporten. Omdat je verschillende stukken hebt zit er misschien wat meer in schaken. Dat is ook een sport waarmee je altijd bezig moet blijven. Volg je het twee jaar niet, dan heb je allerlei ontwikkelingen gemist en win je op topniveau geen partij meer. Dammen is meer een strategisch spel. Wij denken tien, twintig, soms zelf meer zetten vooruit. Bij schaken kan dat niet omdat er veel meer keuzemogelijkheden zijn.“
Word je steeds beter naarmate je ouder wordt of ben je over je hoogtepunt heen?
„In het algemeen kun je zeggen dat het in het hoofd langzaam minder wordt, maar dat het inzicht in het spel toeneemt. Ik speel nu veel slimmer dan bijvoorbeeld twintig jaar geleden. Ik kan partijen waarin ik slechter sta, toch nog winnen.“
Wat is de essentie van dammen?
„Dat je combinaties gaat zien. Daar hamer ik ook op bij de jeugd die ik train. Een schijf geven, nog een schijf geven en er vervolgens zelf drie pakken en een dam forceren. We zetten standen op het bord en proberen de beste voortzetting te vinden. Geen theoretische verhalen, maar werken vanuit de praktijk, vanaf het bord.“
Moet je een halve of zelfs hele intellectueel zijn om goed te kunnen dammen?
„Goed of slecht heeft niets met intelligentie te maken. Geheugen is wel belangrijk en daarnaast mentaliteit. Ton Sijbrands is qua geheugen en aanleg waarschijnlijk de beste van de wereld. Maar dat wil niet zeggen dat hij iedere partij wint. Juist omdat hij zoveel dingen ziet, kan hij niet altijd afwikkelen naar winst. Soms moet je risico’s durven nemen en dat doet Sijbrands niet. Bij de club heb ik nu ook een jongen die strategisch en analytisch veel in zijn mars heeft. Maar wat hij mist is strijdlust. Daar kom je dus niet verder mee.“
Wat ben je zelf voor speler?
„In algemene sporttermen gesproken zou je kunnen zeggen dat ik vrij verdedigend speel. Behoedzaam manoeuvreren en toeslaan als zich een mogelijkheid voordoet. Ik speel ook voor een belangrijk deel op routine. Als je al zo lang speelt, komen er vaak stellingen op het bord die vergelijkbaar zijn met die in eerdere partijen. Dan kies ik vaak voor een standaardzet. Standaard voor mij, voor mijn manier van spelen. Soms doe ik ook wel eens een afwijkende zet, om te kijken hoe het uitpakt. Maar eerlijk gezegd krijg ik daar meestal spijt van.“
Alexander Baljakin
Leeftijd: 45 jaar
Geboren in: Archangelsk (stad in het noorden van Rusland)
Woonachtig in: Arnhem
Beroep: profdammer
Successen als sporter: tweede en derde plaatsen bij wereldkampioenschappen
Successen als trainer: twee keer secondant van Anatoli Gantwarg bij WK-tweekampen
Hobby’s: internetten
“The modern banking system manufactures money out of nothing... If you want to be slaves of the bankers, and pay the costs of your own slavery, then let the banks create money.”
- Lord Josiah Stamp, former Director of the Bank of England