Sijbrands stopt met dammen
Sijbrands stopt met dammen
......door politie en dominee geweerd.....
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Ton Sijbrands beëindigt damcarrièresteenslag wrote: http://www.volkskrantblog.nl/bericht/79348
Geplaatst op 09-10-2006 09:09 door Ton Sijbrands in categorie sport
Bijna zestig jaar geleden publiceerde de Fransman Pierre Ghestem een intrigerend boek onder de titel Comment je suis devenu champion du monde. Hoewel(?) ik inmiddels redelijk vertrouwd ben met de inhoud ervan, zie ik er bij vakantiereizen altijd nauwlettend op toe dat Comment je suis devenu champion du monde, evenals het monumentale boek dat Ghestems opvolger Piet Roozenburg over het WK 1948 schreef, deel uitmaakt van mijn bagage. Met een knipoog naar dat boek van Ghestem, dat overigens - naar ik vrees - door slechts weinig hedendaagse dammers zal zijn gelezen, hàd ik Waarom ik nooit meer wereldkampioen zal worden als kop boven het onderhavige artikel kunnen zetten, maar een serieuze optie was dat natuurlijk niet. Tenslotte zou de lezer eruit kunnen afleiden dat ik mijzelf nog altijd als een potentiële kandidaat voor de hoogste titel zag, terwijl daar in werkelijkheid al jarenlang geen sprake meer van was. Ik bedoel: ik denk dat ik al vanaf het moment dat ik in de slotpartij van de WK-match tegen Tsjizjow (Amersfoort, maart 1990) de winst, en daarmee de titel uit handen gaf, moet hebben geweten dat het nooit meer tot een herhaling van 1972 en 1973 zou komen. Natuurlijk ben ik het na die dramatische ontknoping nog wel even blijven proberen (en insiders weten hoe weinig het scheelde in het WK-toernooi dat datzelfde najaar in Groningen werd gehouden: met nog twee ronden te gaan, en bovendien de partijen Clerc-Tsjizjow en Sijbrands-Souleymane Ba op het programma, gingen Tsjizjow en ik gezamenlijk aan de leiding…), maar er echt in geloven deed ik toen waarschijnlijk al niet meer.
Maar nu is het dan helemaal zeker, zij het om een andere, nog veel concretere reden: ik stop ermee. Die beslissing, die ik uiteraard niet zonder slag of stoot genomen heb, is het resultaat van een niet eens zo heel erg moeilijke optelsom. Enerzijds is er namelijk het leeftijdsaspect (ik word over enkele maanden 57), de daarmee gepaard gaande angst voor teruglopende prestaties èn de vrees onvoldoende tijd over te houden voor het schrijven van mijn (dam-technische) autobiografie. Anderzijds is er het deprimerende besef dat er weinig of geen toekomst meer is voor dammers die de opvatting huldigen dat het prachtige spel dat wij van onze voorouders hebben mogen beërven, niet op essentiële punten mag worden gewijzigd, en dat het geen pas geeft een nieuwe damspel-variëteit in het leven te roepen die het ‘echte’ damspel (1885 - 2004?) onvermijdelijk tot zoiets als een dode taal zal reduceren. Niet dat ik denk dat ik de enige ben die er zo over denkt; tenslotte is het nog geen drie jaar geleden dat een enquête uitwees dat de overgrote meerderheid van de - naar ik meen - tweehonderd sterkste Nederlandse dammers niets moest hebben van zaken als ‘plusremises’ of ‘puntenoverwinningen’. Maar in drie jaar tijd kan er veel veranderen. En het is hoe dan ook zonneklaar dat zij die nog altijd bereid zijn om voor het ‘echte’ spel in de bres te springen, niet of onvoldoende vertegenwoordigd zijn in dìe organen waar de beleidsbeslissingen worden genomen.
Ten slotte is er dan nog dat lachwekkende, maar daarom niet minder principiële punt van dopingcontrole-voor-denksporters, een onderwerp waarover Hans Ree - als altijd trouwens - zo mooi heeft geschreven in New in Chess (1999, nr. 7). Ook op dit punt belooft de toekomst weinig goeds voor dammers die er niet voor voelen om zich - letterlijk! (en met excuses aan de fijngevoeligen onder de lezers) - ‘voor lul’ te laten zetten.
Maar misschien kan ik, in plaats van naar nieuwe formuleringen voor dezelfde overwegingen te zoeken, het beste de integrale tekst overnemen van de brief waaraan ik drie weken geleden begon en die ik, om te voorkomen dat ik op sommige punten wat al te hard van stapel zou lopen, pas vijf dagen later voltooide. Die brief, gericht aan Henk Boers, secretaris van de stichting WK Dammen Hardenberg 2007, luidde aldus:
“Beste Henk,
Hierbij deel ik je mede dat ik, na kennis te hebben genomen van de antwoorden op de drie vragen die ik je een week geleden stelde en die antwoorden (waarvoor overigens nogmaals mijn dank) gedurende enige dagen te hebben laten bezinken, besloten heb niet deel te nemen aan het Wereldkampioenschap 2007. Ik zal die beslissing proberen toe te lichten.
In het leven van iedere denksporter dient zich een moment aan waarop hij, hoeveel moeite dit hem ook kost en met hoeveel pijn-in-het-hart dit ook gepaard gaat, er het verstandigst aan doet een punt achter zijn carrière te zetten. Alleen al mijn leeftijd dwingt mij de vraag te stellen of dat moment zo langzamerhand niet ook voor mij is aangebroken, en ik ben geneigd die vraag bevestigend te beantwoorden. Immers: het lijkt mij beter te stoppen op een punt in mijn carrière waarop ik - ofschoon uiteraard niet meer zo gemotiveerd en slagvaardig als in vroeger dagen - qua speelsterkte nog altijd gerespecteerd word door zelfs de allergrootsten van ons tijdsgewricht, in plaats van net zo lang dóór te gaan tot de concurrentie - met recht! - meent dat de “houdbaarheidsdatum” van mijn loopbaan inmiddels is overschreden en mij achter het bord als aangeschoten wild gaat behandelen. Ik noem geen namen, maar te vaak heb ik gezien hoe - figuurlijk gesproken natuurlijk - voormalige reuzen, die in hun glorietijd de meest stoutmoedige concepten bedachten en hun opponenten de stuipen op het lijf joegen, in de nadagen van hun carrière als het ware ineenschrompelden tot kleine, bange mannetjes die zelfs met een puntendeling tegen middelmatige tegenstanders al dik tevreden waren. Dat is geen prettig gezicht, en ik zou ervoor willen passen zelf óók zo te eindigen.
Daar komt in mijn geval nog bij dat ik - hoe onzinnig andere dammers (een enkeling als Sjtsjogoljew uitgezonderd) dit wellicht ook vinden; maar dat is dan eerder hun probleem dan het mijne - een “missie” te volbrengen heb waarvoor de tijd inmiddels aardig begint te dringen: het in boekvorm vastleggen en - vooral - becommentariëren van althans de beste, interessantste of anderszins meest gedenkwaardige van de ruim 2000 partijen (simultaan-, kloksimultaan- en blindpartijen niet eens meegerekend!) die ik in mijn leven gespeeld heb. Dat “megaproject” gaat in het gunstigste geval 10 à 15 jaar vergen, en men hoeft de overlijdensberichten in de dagbladen er maar op na te slaan om te weten dat het allerminst vanzelf spreekt dat een dergelijke tijd-van-leven een mens ook daadwerkelijk vergund is… Voorbereiding, deelname en “herstellen” van het WK 2007 zou algauw een klein jaar van die resterende tijd afknibbelen.
Niettemin - en ik zou je willen verzoeken hiervan nota te nemen! - zou ik de uitnodiging om aan het WK 2007 deel te nemen (en daarmee de uitdaging om mij nog één laatste maal in het avontuur te storten), wel degelijk hebben aangenomen wanneer er niet een drietal wedstrijdvoorwaarden waren geweest die voor mij domweg onacceptabel zijn: de mogelijkheid van “doping”controles, het werken met zogeheten plusremises en het (al dan niet veredelde) “uitvluggeren” van een partij wanneer die na 6 uur spelen nog niet mocht zijn afgelopen.
Van die drie bezwaren is het laatste wellicht niet geheel onoverkomelijk, om de simpele reden dat partijen van langer dan 6 uur slechts bij hoge uitzondering vóórkomen. (Van mijn eigen partijen uit “Zwartsluis 2003” herinner ik mij alleen die tegen Milsjien.) Ik zou mij dus op het standpunt kunnen stellen dat we hier met een bepaling te maken hebben die voornamelijk van theoretisch belang is. Maar daarmee zou ik ongewild wèl instemmen met een in mijn ogen negatieve tendens in de damwereld, te weten de neiging om het eindspel als een minder essentieel, eigenlijk te verwaarlozen onderdeel van een partij te zien. Bovendien: welke noodzaak, of zelfs maar wenselijkheid, kan er in vredesnaam zijn om het zevende en de eventueel daarop volgende speeluren af te schaffen? Bij een toernooi waarbij men twee ronden op een en dezelfde dag afwerkt (zoals in het Bijlmer-toernooi of in het tot dusver laatste, eveneens in de Bijlmer gehouden WK-toernooi), kan ik mij voorstellen dat er op dit punt een bepaalde regeling dient te worden getroffen. Maar bij een “normaal” toernooi, met maximaal één partij per dag, is daar toch geen sprake van? Of zou het dan werkelijk tòch zo zijn dat, zoals een voormalig FMJD-voorzitter mij eens in alle ernst zei, de duur van een dampartij gelimiteerd dient te worden omdat het anders allemaal te lang duurt voor de sponsors en - met name - hun vrouwen? Dat zou natuurlijk te-gek-voor-woorden zijn (in mijn ogen althans), maar kennelijk denkt men daar bij de FMJD anders over.
Maar goed. Met het afschaffen van het zevende speeluur zou ik, zij het met de hierboven geformuleerde kanttekening, desnoods nog wel kunnen leven: de invloed van deze bepaling op het verloop van het toernooi zal vermoedelijk (uiterst) gering zijn. Dit geldt echter nìet voor het werken met plusremises, een andere “verworvenheid” van dat armzalige toernooi dat voor het WK 2005 dóór moest gaan. Ik begrijp - of meen te begrijpen - dat die plusremises in eerste instantie bedoeld zijn om vonnis te wijzen ingeval twee of meer spelers op hetzelfde aantal wedstrijdpunten eindigen. “Vroeger” - wat heet: tot voor zeer kort zelfs - bestond daar een andere, naar mijn overtuiging heel wat geschiktere oplossing voor: als het om een belangrijke klassering ging werd er, in de vorm van een barrage of herkamp, gewoon om gespeeld. (Zoals ook een partij die na 6 uur nog niet beslist was, gewoon werd uitgespeeld.) Dat is misschien wat onbevredigend voor organisatoren die - om het wat oneerbiedig te formuleren - bij de prijsuitreiking zo snel mogelijk van de aangeschafte bekers af willen, maar uit sportief oogpunt is het de enige juiste handelwijze.
De huidige mode om eventuele herkampen (en dus ook het zevende speeluur) rigoureus af te schaffen, doet mij sterk denken aan de toernooien die in de tweede helft van de jaren zestig in (Noord-)Italië werden gehouden, waarbij vaak twee partijen per dag werden gespeeld en waarbij zelfs voor de verdeling van de allerhoogste plaatsen het SB-systeem werd toegepast. (Nog zie en hoor ik wijlen R.C. Keller, die een of twee dagen na aanvang van het WK 1968 in Bolzano arriveerde en Harm en mij vroeg waarom wij bij de opening in vredesnaam niet geprotesteerd hadden tegen de toepassing van het SB-systeem.) In de loop der jaren heeft het FMJD-bestuur aan zowel het één (het toestaan van twee partijen per dag) als het ander (het SB-systeem) de oorlog verklaard, maar helaas lijkt er sinds enige tijd - en dàt onder het mom van “vernieuwing”! - van een regelrechte restauratie sprake.
Hoe dan ook - ik moet er niet aan denken dat straks, wanneer in het WK 2007 twee of meer spelers op de eerste plaats mochten eindigen, de titel zonder verdere strijd zou worden toegewezen aan dìe speler die de meeste “plusjes” achter zijn naam heeft staan. Dat hoeft namelijk helemaal niet de sterkste dammer te zijn; evengoed kan het degene zijn die het handigst heeft weten in te spelen op de nieuwe, verzonnen spelregels die van het damspel een karikatuur maken en die alleen maar afleiden van waar het in het damspel al eeuwenlang werkelijk om gaat: winnen of remise spelen. Een schemergebied van kunstmatig in het leven geroepen “halve winst” of “half verlies” hoort er naar mijn overtuiging domweg niet te zijn, en zal ìk in elk geval nooit erkennen. Dit temeer daar er niet veel voorstellingsvermogen voor nodig is om te begrijpen dat het hanteren van “plusremises” slechts een (voorlaatste?) halte is op de weg naar invoering van de zogeheten “puntenoverwinning” (Delftse Telling enz.), wat in mijn optiek helemaal de barbarij ten top zou zijn: het zou het damspel radicaal en definitief van zijn wortels afsnijden!
Ik zal niet ontkennen dat ik, zoekende naar mogelijkheden om mijn deelname aan het WK 2007 desondanks doorgang te laten vinden, de afgelopen maanden serieus gespeeld heb met de gedachte om dan in vredesnaam maar bij aanvang van het toernooi een schriftelijke verklaring te overleggen waarin ik uitleg dat ik de “plusremise” niet erken en, ingeval van een puntendeling, op voorhand instem met een “minremise”; mijn tegenstanders en ik zouden ons dan in elk geval niet het hoofd hoeven te breken over allerlei onzin die met dammen niets te maken heeft. Maar het behoeft nauwelijks betoog dat ook dàt geen bevredigende oplossing zou zijn. Tenslotte zou ik mijzelf daarmee ernstig benadelen, en dat niet alleen: het zou - voor àlle betrokkenen! - een constante bron van onrust, of op z’n minst discussie of gekrakeel betekenen, en daarmee een smet werpen op het toernooi (en mijn deelname daaraan) nog voordat het goed en wel begonnen is.
Ten slotte het derde obstakel dat mijn deelname aan het WK 2007 in de weg staat: dopingcontroles voor dammers. Het is een onderwerp waar doorgaans lacherig over wordt gedaan, en ik herinner mij nog goed de algemene hilariteit die het veroorzaakte toen, in september 1999 (het was aan de vooravond van het EK-toernooi in Hoogezand), de mogelijkheid van dopingcontroles voor denksporters voor het eerst ter sprake kwam. Maar hoe onzinnig men het ook vond (zelfs toenmalig bondsdirecteur Johan Haijtink noemde het in een interview “pure werkverschaffing”, en voegde daaraan toe: “In principe is het onzin, die controle, want het probleem bestaat gewoon niet”) - de dambond, die overheidsgelden niet in de waagschaal wilde stellen, durfde er géén stelling tegen te nemen, waarna de dopingcontroleurs daadwerkelijk ten tonele verschenen. En tot mijn teleurstelling bleken er - voor zover mij bekend - evenmin spelers te zijn (dammers althans; gelukkig hielden sommige topschakers hun rug wèl recht) die de zinloze en vernederende gang naar het plashokje weigerden te maken.
Maar hoezeer ik er mijzelf ook mee in de vingers moge snijden: ik zal nimmer vóór, tijdens of na afloop van een dampartij in opdracht van de een of andere nitwit van de WADA (of hoe die instituten ook mogen heten) in een potje staan gaan pissen. Misschien vinden sommigen dat dit bewijst dat ik het “te hoog in de bol” heb, maar dat moet dan maar: zonder een minimum aan zelfrespect kan en wil ik niet door het leven. Bovendien weet ik wel zeker dat wanneer men iemand als Keller een dergelijke vraag had voorgelegd, hij categorisch zou hebben geweigerd. Met betrekking tot Henk Smit, mijn andere leermeester, durf ik dezelfde stelling aan. En ik twijfel er al helemaal niet aan dat mijn vader, ware hij dammer geweest en met deze kwestie geconfronteerd, de desbetreffende controleurs op z’n minst verbaal alle hoeken van het podium had laten zien. Hoe zou ik ooit anders kunnen handelen dan in de geest van hen die mij gevormd hebben?
Kortom: organisatoren van damtoernooien waarop - in de woorden van FMJD-voorzitter Hildering (zie diens antwoord op jouw mail van 13 september) - “het dopingreglement van toepassing” is, kunnen zich eigenlijk net zo goed de moeite besparen mij voor hun toernooi uit te nodigen. (Dat ik, zoals ik ook in mijn brief van 11 mei schreef, die uitnodiging op zich - sportief en menselijk gezien - wel degelijk op prijs stel, spreekt voor zich, maar is helaas een heel andere zaak.) Er lijkt immers sprake te zijn van een schier onoplosbaar probleem. Nu is als eventuele “oplossing” voor het gerezen probleem wel de mogelijkheid geopperd (meestal slechts in informele zin, al deinsde KNDB-secretaris Marcel Kosters - zie diens mail van 13 september - er niet voor terug die gedachte ook aan het papier toe te vertrouwen) om het WK 2007 domweg nìet aan te melden bij de bevoegde(?) dopinginstanties, bijvoorbeeld door die aanmelding te “vergeten”. Maar een bevredigende of werkbare oplossing kan dit mijns inziens nooit zijn. Nog afgezien namelijk van het opportunistische en weinig principiële karakter ervan, lijdt het voor mij nauwelijks twijfel dat daar allerlei narigheid van komt: die dopingcontroleurs zijn - hoewel hun “beroep” misschien anders doet vermoeden - óók niet achterlijk; ook zij lezen kranten, met als gevolg dat zij zich binnen de kortste keren bij de receptie van Theater De Voorveghter zullen melden…
Nee - de enige werkelijke oplossing voor dit probleem (dat overigens niet door mìj in de wereld is gebracht) zou bestaan uit een principiële stellingname van het organisatiecomité tegen dat belachelijke en weerzinwekkende fenomeen “dopingcontrole-voor-dammers”. Als men werkelijk de mening is toegedaan (en kennelijk ìs men dat, getuige de vorige alinea) dat het hier om een zinloze actie gaat die evengoed achterwege kan blijven, dan zou het zowel de bestuurders van de KNDB als de organisatoren van het WK 2007 sieren wanneer zij die mening ook in woord en daad tot uitdrukking zouden brengen door de dopingcontroleurs te laten weten dat deze in Hardenberg niet welkom zijn (behalve natuurlijk als, liefst betalend, toeschouwer). Het organisatiecomité hééft mij echter al in een eerdere brief laten weten dat het zich, waar het de reglementen betreft, conformeert aan de richtlijnen van de FMJD. Op zich heb ik daar best begrip voor: formeel bezien, en onder ‘normale’ omstandigheden (ik denk bijvoorbeeld aan de tijd dat de FMJD onder voorzitterschap van oud-wereldkampioen Roozenburg stond), lijkt het mij zelfs het enige juiste standpunt. Maar ik zou mij óók kunnen voorstellen dat men, zodra er door de top van de FMJD beslissingen worden genomen die evident strijdig zijn met de belangen van het spel en de spelers, als lid van het organisatiecomité naar zijn eigen stem en geweten luistert en dienovereenkomstig handelt, alles met de bedoeling een zo mooi mogelijk WK-toernooi van de grond te krijgen. Tegelijkertijd echter ben ik realistisch genoeg om te beseffen dat een dergelijke “autonome” opstelling van de leden van het organisatiecomité wel erg veel gevraagd is; de - schriftelijke zowel als mondelinge - contacten die er tot dusver over deze beide reglementenkwesties zijn geweest, laten mij weinig of geen hoop.
Ziedaar dus de redenen waarom ik, tenzij er een wonder gebeurt (maar dat zal dan van jullie kant moeten komen), nìet aan het WK 2007 zal deelnemen. Nogmaals: mocht het organisatiecomité besluiten niet langer vast te houden aan de directieven van de FMJD en een eigen koers te varen waar het de “plusremises” en de dopingcontroles betreft, dan zou ik mij, in weerwil van de overpeinzingen uit de tweede en derde alinea van deze brief, alsnog vol overgave op de voorbereiding storten van wat in dat geval mijn laatste WK-toernooi zou worden. Maar ik voel aan alles dat de kans op een dergelijk wonder uiterst gering is, om niet te zeggen nihil. Ik vrees dan ook dat het hoofdstuk “WK 2007” hiermee voor mij is afgesloten. Dat zou dan tevens inhouden (maar die constatering is vooral bedoeld om voor mijzelf duidelijkheid omtrent de verdere invulling van mijn leven te krijgen) dat mijn damcarrière ten einde is, dat mijn optreden in het WK 2003 en het Bijlmer-toernooi van datzelfde jaar géén vervolg meer krijgt en dat ik mij - géén straf, overigens - aan het schrijven van mijn “memoires” kan gaan wijden.
Met vriendelijke groet,
Ton Sijbrands”
In de tweede alinea van dit artikel had ik het over het “deprimerende besef” dat er vrijwel geen toekomst meer is voor dammers met opvattingen zoals ik die huldig. Wie meent dat ik de situatie te pessimistisch beoordeel, zou ik het antwoord willen voorleggen dat ik op bovenstaande brief kreeg. Dat bestond namelijk, als we in- en uitleiding even niet meerekenen, uit een mantra van welgeteld drie zinnen, te weten:
1) “Het Dagelijks Bestuur van de stichting WK Dammen Hardenberg 2007 deelt jou hierbij mee dat wij ons conformeren aan de reglementen die opgesteld zijn door de FMJD”;
2) “Het WK Dammen Hardenberg 2007 vindt immers plaats onder auspiciën van de FMJD”;
en
3) “De FMJD heeft het WK Dammen 2007 op voordracht van de KNDB in november 2005 officieel aan Hardenberg toegewezen.”
En daar bleef het bij: op geen van de punten die ik in mijn brief had aangesneden, werd inhoudelijk gereageerd! Misschien was dat ook teveel gevraagd. Maar als zelfs zij die mij, getuige de keuzeplaats die mij in hun toernooi was aangeboden, in principe toch goed gezind zijn, zich zo verschrikkelijk doof houden voor mijn argumenten - wat zou ik (en voor eventuele 'geestverwanten' geldt natuurlijk hetzelfde) dan in vredesnaam nog te verwachten hebben van instanties waarmee géén vriendschappelijke banden worden onderhouden?
Tot slot dit. In mijn brief aan Henk Boers refereerde ik aan een paar mensen die mij, op welke wijze dan ook, “gevormd” hebben en die, ook al zijn zij al lang geleden gestorven, mijn denken en handelen nog altijd beïnvloeden. Ook Pierre Ghestem, de Fransman met wie dit artikel opende, is niet meer onder ons: hij overleed in maart 2000. In zekere zin is Ghestem zelfs nooit ‘onder ons’ geweest, want na een bliksemcarrière die hem twee achtereenvolgende wereldtitels bracht (in matches met Raichenbach en Keller liet hij geen spaan van zijn tegenstanders heel), trok hij zich in 1948 uit de damwereld terug, om zich vervolgens op de bridgesport te storten. Er zullen dus niet veel hedendaagse (Nederlandse) dammers zijn die Ghestem ooit ontmoet hebben.
Zelf heb ik de ‘aartsvader van het klassieke spel’, zoals zijn bijnaam luidde, ook maar sporadisch mogen meemaken. Ik geloof dat ik Ghestem tweemaal - met tussenpozen overigens van ongeveer twintig jaar! - in het Scheveningse Kurhaus ben wezen opzoeken toen hij daar aan een bridgetoernooi deelnam, met toenmalig Parool-journalist Jan Wielaard ben ik ooit (1988) naar Lille afgereisd om hem te interviewen, en bij een simultaan in Noord-Frankrijk kwam Ghestem wel eens kijken. Misschien - maar waarom zouden we dat ook van onze medemens verlangen? - was niet alles aan deze man even verheffend; in sommige opzichten deed hij mij althans aan Bep van Mokum denken (zij het zonder diens cognacglas ter grootte van een vissekom). Maar wàt een karakter! Geen denken aan dat die zich na een partij gedwee naar de dopingcontrole zou hebben laten dirigeren.
Toen ik onlangs wat zat te googlen, stuitte ik op een site waarop Ghestems lof gezongen werd als bedenker van een bepaald biedsysteem. Ik wist wel dat Ghestem het ook bij bridge tot wereldkampioen had geschopt, maar dat hij er in twee takken van (denk)sport in geslaagd was zijn naam blijvend aan een speelwijze te verbinden, was eigenlijk nooit echt tot mij doorgedrongen. De ontdekking vervulde mij op een vreemde manier met trots, en het scheelde niet veel (eigenlijk niets) of de tranen waren mij in de ogen gesprongen.
Misschien moest ik, bij leven en welzijn, óók dat boek over Ghestem maar eens schrijven!
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Re: Sijbrands stopt met dammen
Mijn reactie op Guido was ineens verdwenen. Het bleek dat de draad van Urker naar Flame was geplaatst. Daar viel mijn oog op een eerdere draad van Urker, gericht tegen mijn persoon. Ik lees lang niet alles op het forum. Het was een scheldpartij in de stijl van Hanco Elenbaas of Fred van Amersfoort. Ik begrijp nu beter waarom de 'bijdrage' van deze Urker naar Flame is verplaatst.
Maar daarmee verdween ook mijn reactie. Deze wil ik hier toch graag plaatsen, voorafgegaan door de reactie van Guido.
De keffertjes die bij toerbeurt aan mijn broekspijpen hangen (waar blijft composite?) geven een goed beeld van de deplorabele toestand van van de damwereld. Laten we niet vergeten dat er ook behoorlijk wat goede mensen zijn, al laat een deel van hen zich te gemakkelijk door de keffertjes intimideren.
Over Sijbrands. Vanochtend las ik het bericht in de Volkskrant. Een terechte beslissing. Feitelijk was hij allang gestopt als topdammer. Maar hij bleef steeds boven de markt zweven. Blijkbaar was de magische klank van zijn naam bij vooral de wat oudere generatie zo groot dat er steeds weer pogingen werden gedaan hem op belangrijke toernooien te krijgen. Meestal tevergeefs.
Ook Jan van Stigt Thans heeft vorig jaar veel moeite gedaan Sijbrands naar zijn WK Blinddammen te krijgen. Feitelijk was het 'blindelement' vooral op het lijf van Ton geschreven. Toch lukte het weer niet.
Ton heeft als speler veel voor de damsport betekend, al dateert zijn laatste wereldtitel van 33(!) jaar geleden. De laatste decennia was hij vooral goeroe en schrijver over dammen.
Jammer vond ik dat hij geen ontwikkeling doormaakte. Ik kan me de tijd nog heugen dat ik zijn Volkskrantrubrieken uitknipte en zorgvuldig bewaarde. De laatste jaren lees ik ze nauwelijks meer. Steeds hetzelfde. Terwijl de samenleving (snel) en de damsport (schoorvoetend) zich ontwikkelen blijft Ton zich hardnekkig op de 'techniek' concentreren. Ronduit bekrompen vind ik zijn volledig negeren van de Delftse toptoernooien. In zes jaar geen letter. Ook onbegrijpelijk dat de Volkskrant dit accepteert. Vergelijk dit eens met de schaakrubriek van Ligterink in dezelfde krant. Goed geschreven en de lezer op de hoogte houdend van alle recente ontwikkelingen.
Overigens ook weer tekenend voor de damwereld dat men Ton daarop niet durfde aanspreken. Een rubriek in een landelijk dagblad brengt ook verantwoordelijkheden mee. Het verzwijgen van moderne ontwikkelingen omdat je het er niet mee eens bent hoort daar niet bij.
Tenslotte de drie redenen die Ton aanvoert: dopingcontrole, uitvluggeren van partijen na het zesde speeluur, plusjes. Met alle drie bezwaren kan ik het eens zijn, maar geen van de drie lijkt me voldoende reden om te stoppen. Ton was feitelijk al lang gestopt. Hij lijkt me mentaal niet opgewassen tegen de harde strijd die topdammen ook is.
Wat de plusjes betreft (Ton: ‘halve overwinning’) deel ik zijn bezwaar, maar om een heel andere reden. De plusjes bergen het gevaar van competitievervalsing in zich. Verschillende grootmeesters hebben daar reeds op gewezen. De puntenoverwinning is veel beter.
Ik denk dat we blij moeten zijn met de beslissing van Ton. Op deze manier blijft zijn schaduw niet langer boven de markt hangen. En hij kan zich wijden aan wat hij volgens mij het liefste doet, schrijven over dammen.
Maar daarmee verdween ook mijn reactie. Deze wil ik hier toch graag plaatsen, voorafgegaan door de reactie van Guido.
Guido, van mij hoeft dit onderwerp niet naar Flame hoor.GuidoB wrote:Moderator: kan dit onderwerp verwijderd worden, of op zijn minst naar Flame?
Wie het verhaal van Sijbrands leest, ziet dat er veel meer is dan de puntentelling. Met name het dopingverhaal heeft hem doen besluiten om niet mee te doen met het WK. Verder wordt De Witt nergens genoemd. Hij heeft ook niets met de organisatie van het WK te maken, of met de FMJD die de telling heeft ingevoerd. Deze persoonlijke aanval door een anoniem slaat dan ook helemaal nergens op. Net zoals de eractie van Dieter helemaal nergens op slaat, maar dat zijn we van Dieter inmiddels gewend.
Henk heeft dit niet verdiend.
De keffertjes die bij toerbeurt aan mijn broekspijpen hangen (waar blijft composite?) geven een goed beeld van de deplorabele toestand van van de damwereld. Laten we niet vergeten dat er ook behoorlijk wat goede mensen zijn, al laat een deel van hen zich te gemakkelijk door de keffertjes intimideren.
Over Sijbrands. Vanochtend las ik het bericht in de Volkskrant. Een terechte beslissing. Feitelijk was hij allang gestopt als topdammer. Maar hij bleef steeds boven de markt zweven. Blijkbaar was de magische klank van zijn naam bij vooral de wat oudere generatie zo groot dat er steeds weer pogingen werden gedaan hem op belangrijke toernooien te krijgen. Meestal tevergeefs.
Ook Jan van Stigt Thans heeft vorig jaar veel moeite gedaan Sijbrands naar zijn WK Blinddammen te krijgen. Feitelijk was het 'blindelement' vooral op het lijf van Ton geschreven. Toch lukte het weer niet.
Ton heeft als speler veel voor de damsport betekend, al dateert zijn laatste wereldtitel van 33(!) jaar geleden. De laatste decennia was hij vooral goeroe en schrijver over dammen.
Jammer vond ik dat hij geen ontwikkeling doormaakte. Ik kan me de tijd nog heugen dat ik zijn Volkskrantrubrieken uitknipte en zorgvuldig bewaarde. De laatste jaren lees ik ze nauwelijks meer. Steeds hetzelfde. Terwijl de samenleving (snel) en de damsport (schoorvoetend) zich ontwikkelen blijft Ton zich hardnekkig op de 'techniek' concentreren. Ronduit bekrompen vind ik zijn volledig negeren van de Delftse toptoernooien. In zes jaar geen letter. Ook onbegrijpelijk dat de Volkskrant dit accepteert. Vergelijk dit eens met de schaakrubriek van Ligterink in dezelfde krant. Goed geschreven en de lezer op de hoogte houdend van alle recente ontwikkelingen.
Overigens ook weer tekenend voor de damwereld dat men Ton daarop niet durfde aanspreken. Een rubriek in een landelijk dagblad brengt ook verantwoordelijkheden mee. Het verzwijgen van moderne ontwikkelingen omdat je het er niet mee eens bent hoort daar niet bij.
Tenslotte de drie redenen die Ton aanvoert: dopingcontrole, uitvluggeren van partijen na het zesde speeluur, plusjes. Met alle drie bezwaren kan ik het eens zijn, maar geen van de drie lijkt me voldoende reden om te stoppen. Ton was feitelijk al lang gestopt. Hij lijkt me mentaal niet opgewassen tegen de harde strijd die topdammen ook is.
Wat de plusjes betreft (Ton: ‘halve overwinning’) deel ik zijn bezwaar, maar om een heel andere reden. De plusjes bergen het gevaar van competitievervalsing in zich. Verschillende grootmeesters hebben daar reeds op gewezen. De puntenoverwinning is veel beter.
Ik denk dat we blij moeten zijn met de beslissing van Ton. Op deze manier blijft zijn schaduw niet langer boven de markt hangen. En hij kan zich wijden aan wat hij volgens mij het liefste doet, schrijven over dammen.
Re: Sijbrands stopt met dammen
Je realiseert je dat de tegenstanders van bijv. de Delftse telling het exact zelfde argument kunnen gebruiken tegen jou?Henk de Witt wrote:Guido, van mij hoeft dit onderwerp niet naar Flame hoor.
De keffertjes die bij toerbeurt aan mijn broekspijpen hangen (waar blijft composite?) geven een goed beeld van de deplorabele toestand van van de damwereld. Laten we niet vergeten dat er ook behoorlijk wat goede mensen zijn, al laat een deel van hen zich te gemakkelijk door de keffertjes intimideren.
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Re: Sijbrands stopt met dammen
Nee, want dat klopt niet.ildjarn wrote:Je realiseert je dat de tegenstanders van bijv. de Delftse telling het exact zelfde argument kunnen gebruiken tegen jou?Henk de Witt wrote:Guido, van mij hoeft dit onderwerp niet naar Flame hoor.
De keffertjes die bij toerbeurt aan mijn broekspijpen hangen (waar blijft composite?) geven een goed beeld van de deplorabele toestand van van de damwereld. Laten we niet vergeten dat er ook behoorlijk wat goede mensen zijn, al laat een deel van hen zich te gemakkelijk door de keffertjes intimideren.
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Inderdaad, zie http://www.kndb.nl/cms/component/option ... temid,142/Douwe Edelenbos wrote:Is het niet zo, dat tijdens iedere KNDB-wedstrijd, dus ook bij een wedstrijd die in het kader van de bondscompetitie wordt gespeeld, een dopingcontrole kan worden uitgevoerd?!
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07
Hanco, ik had ook al bij de downloads van de KNDB gekeken en het dopingreglement doorgenomen. Ik kon idd nergens lezen dat het nog niet was ingevoerd. Eerlijk gezegd begrijp ik dan niet waarom Ton nu het WK niet wil spelen vanwege een mogelijke dopingtest. Deze hangt ons allen al een aardig tijdje boven het hoofd. Zijn eerste en derde reden lijken me de meest doorslaggevende en ook het meest bij Ton passen.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Ik ben het met je eens Douwe. Ton's bezwaren tegen dat dopingreglement begrijp ik ook niet goed.Douwe Edelenbos wrote:Hanco, ik had ook al bij de downloads van de KNDB gekeken en het dopingreglement doorgenomen. Ik kon idd nergens lezen dat het nog niet was ingevoerd. Eerlijk gezegd begrijp ik dan niet waarom Ton nu het WK niet wil spelen vanwege een mogelijke dopingtest. Deze hangt ons allen al een aardig tijdje boven het hoofd. Zijn eerste en derde reden lijken me de meest doorslaggevende en ook het meest bij Ton passen.
Jan Timman en Ton zijn het daar wel helemaal met elkaar eens.
- Arjen de Mooij
- Posts: 976
- Joined: Mon Sep 29, 2003 11:23
- Location: Rijnsburg
- Contact:
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07
"Immers: het lijkt mij beter te stoppen op een punt in mijn carrière waarop ik - ofschoon uiteraard niet meer zo gemotiveerd en slagvaardig als in vroeger dagen - qua speelsterkte nog altijd gerespecteerd word door zelfs de allergrootsten van ons tijdsgewricht, in plaats van net zo lang dóór te gaan tot de concurrentie - met recht! - meent dat de “houdbaarheidsdatum” van mijn loopbaan inmiddels is overschreden en mij achter het bord als aangeschoten wild gaat behandelen. Ik noem geen namen, maar te vaak heb ik gezien hoe - figuurlijk gesproken natuurlijk - voormalige reuzen, die in hun glorietijd de meest stoutmoedige concepten bedachten en hun opponenten de stuipen op het lijf joegen, in de nadagen van hun carrière als het ware ineenschrompelden tot kleine, bange mannetjes die zelfs met een puntendeling tegen middelmatige tegenstanders al dik tevreden waren. Dat is geen prettig gezicht, en ik zou ervoor willen passen zelf óók zo te eindigen."
Als ik dit lees vermoed ik dat Ton helemaal stopt. We zullen het zaterdag zeker weten.
Als ik dit lees vermoed ik dat Ton helemaal stopt. We zullen het zaterdag zeker weten.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Hij stopt volgens mij alleen met topdammen, niet met de clubcompetitie. Maar Frank Teer zei een paar weken geleden in een interview met Piet Lauwen in het Brabants Dagblad dat Ton ook zou stoppen met Excelsior, als Excelsior promoveert naar de ereklasse.Arjen de Mooij wrote:Waar stopt hij nou precies mee. Als ik het helemaal goed lees stop hij alleen met 'Profdammen' of 'Topdammen'. Het enige merkbare effect hiervan zou zijn dat toernooien niet meer tevergeefs Ton moeten vragen of hij mee wil doen. Of stopt hij bijvoorbeeld ook met spelen in de nationale competitie?
Mocht Excelsior promoveren, dan zal Hans van den Heuvel proberen Ton te contracteren voor Hiltex 2.
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Brabants Dagblad, 18 september 2006
U I T D E K L E E D K A M E R d o o r P i e t L a u w e n
Ontspanning doet dammers Excelsior goed
Naam: Frank Teer
Woonplaats: Rosmalen
Sport: dammen
Heijmans Excelsior kende een prima competiestart. De uitwedstrijd tegen het toch bepaald niet zwakke DC Apeldoorn leverde een duidelijke 6-14 overwinning voor het Rosmalense tiental op. Zes remises en vier winstpartijen. Frank Teer won zijn partij op een cruciaal moment in de wedstrijd.
...
Ton Sijbrands speelt weer een seizoen mee bij Excelsior. Hij hoort toch in de hoogste klasse thuis?
„Ja, eigenlijk wel. Maar Sijbrands denkt daar anders over. Het is niet alleen de partij zelf, maar Ton vindt dat hij met de voorbereiding van zo'n partij dagen bezig moet zijn. En hij heeft daar geen zin meer in.
Een klasse lager voelt hij zich meer op zijn gemak.”
Het duurde wel erg lang voordat hij van Cees Groen had gewonnen. Dat verwacht je niet met een ratingverschil van bijna 600 punten?
„Pas in een 5 om 5-standje bleek het betere rekenwerk van Sijbrands de doorslag te geven. Daarvoor had Groen zich knap weten te verdedigen.”
...
<center>
Frank Teer
Foto Peter van Huijkelom
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07