Eric Sanders wrote:...De ratinglijst is een ranglijst die zo goed als mogelijk het krachtsverschil probeert aan te geven tussen verschillende spelers. Als dezelfde prestatie verschillend wordt gewaardeerd in diezelfde ranglijst geeft die ranglijst de krachtsverhoudingen helemaal niet meer weer.
Een speler die baat heeft bij de Delftse telling (veel voordeelremises/puntenoverwinningen haalt) zal in west-holland hoger op de ratinglijst staan dan een exact evengoede speler in een ander deel van het land. Dat kan nooit de bedoeling zijn.
Je kunt op deze wijze redeneren. Maar je kunt ook op diverse manieren anders redeneren:
1. De KNDB keurt twee tellingen goed: a. 2-0, 1-1 en b. 2-0, 1½-½, 1-1. Pietje Precies Eric Sanders ‘ontdekt’ dat op deze wijze dezelfde prestatie verschillend wordt gewaardeerd waardoor er iets onzuivers in de ratinglijst kruipt. Pietje kan niet met dit idee leven. Hij ligt ’s nachts te woelen in zijn bed. Het maalt maar door hem heen ‘Hoe kan ik dit grote en akelige probleem oplossen?’. Plotseling wordt het hem duidelijk. Telling b met de halfjes geeft de krachtsverhoudingen beter weer dan de grovere telling a. Dus zou het beter zijn wanneer telling b in het hele land zou worden toegepast. Pietje staat op in de bondsraad en verheft zijn stem om overal de halfjes in te voeren.
2. Pietje Precies volgt redenering 1, maar niet helemaal tot het einde. Pietje weet namelijk dat het invoeren van telling b in het hele land op grote weerstand zal stuiten. Pietje wordt iets minder precies, hij is toch ook wel een klein beetje praktisch. Hij bedenkt een tussenoplossing. In het gebied waar nog met de grove telling a wordt gespeeld, mogen de dammers in een remisestand doorspelen om te trachten een puntenoverwinning te behalen. Als dat lukt, verschijnt op het wedstrijdformulier 1-1 en ratingman Jan Masselink krijgt 1½-½ opgestuurd. Ratingberekening geharmoniseerd. Mooie creatieve oplossing.
3. Pietje geniet in de tuin nog een beetje na van oplossing 2, een heerlijke risselada in de hand. Toch knaagt er enige twijfel. Wat als het aanjaageffect optreedt? Stel, in een remisestand wordt doorgespeeld voor de rating. De speler met nadeel blundert en verliest alsnog met 2-0. ‘Oei, daar komt vast gedonder van’, denkt Pietje. Hij kent de dammende medemens. Toch is dit nog wel oplosbaar. Spelers kunnen remise overeenkomen en daarna nog verder spelen voor de rating. Treedt het aanjaageffect op dan komt er toch 1-1 op het wedstrijdformulier. Maar welke uitslag wordt dan naar ratingman Jan opgestuurd? Ha, 1½-½ natuurlijk! Immers het was al remise, er werd alleen nog doorgespeeld voor een puntenoverwinning voor de rating. Dus op het wedstrijdformulier komt 1-1, op het ratingformulier 1½-½, terwijl het in werkelijkheid 2-0 was geworden. Een zeer precieze oplossing!
4. Toch knaagt daar de twijfel weer. Wordt het allemaal niet een beetje te ingewikkeld? Het leven van een Pietje Precies valt heus nog niet mee.
Pietje besluit nog wat praktischer te worden. Om wat voor ratingverschillen gaat het eigenlijk? Zal hij eens een schaduwberekening maken? Zijn vrouw komt hem gezelschap houden in de tuin en brengt twee risselada’s mee. ‘Wat zit je toch te tobben Pietje?’ Pietje legt uit met welk groot probleem hij worstelt. ‘Ach schat, zegt zijn vrouw, het is zo’n mooie dag, je gaat toch niet in de schaduw zitten om berekeningen te maken? Je vertelt me net dat er met die halfjes maar een paar partijtjes per jaar door maar een paar spelers wordt gespeeld en dat van die paar partijtjes maar een klein gedeelte in een halfje eindigt en dat spelers die af en toe een halfje binnenhalen ook wel eens af en toe een halfje zullen verliezen. Dat sopje is toch geen kool waard, lieverd? Wacht, ik reken het zo uit mijn hoofd even voor je uit. Effect bijna nul. Je wilt het toch niet in drie cijfers achter de komma, hè?’. Ze kijkt een beetje dreigend.
Pietje’s gezicht klaart op! Hij heeft ’s nachts voor niks liggen woelen. Er was helemaal geen probleem, praktisch gezien.
Okee Eric, dit zijn vier andere redeneringen met vier andere oplossingen. Jij kiest voor een vijfde oplossing. Die oplossing is 1½-½ op het wedstrijdformulier en 1-1 op het ratingformulier. Jouw probleem -wat voor anderen dus totaal geen probleem is- is duidelijk, maar dan nog blijft de vraag waarom kies jij voor oplossing 5? Waarom moet een zuiverder berekening wijken voor een grovere berekening? Ik vermoed omdat de zuiverder telling maar door een heel klein aantal spelers wordt bedreven. De grove telling kent een veel grotere aanhang, daar wil jij het liever niet mee aan de stok krijgen. Maar dat is een praktische, zo men wil een opportunistische overweging. Dan ben je dus ineens toch niet zo precies meer.
Eric van Dusseldorp wrote:Laat ik dan een grover voorbeeld nemen dan de 7-6 en 8-6 in de vijfde set.
Stel een speler wint met 6-0, 6-0, 6-0 en een ander wint met 7-6, 7-6, 7-6.
Speler 1 heeft een andere prestatie geleverd dan speler 2. Toch geldt voor de ATP-ranglijst uiteindelijk alleen de overwinning, niet allerlei tussenuitslagen.
Maar misschien zitten we wel helemaal langs elkaar heen te praten, dat zou niet de eerste keer zijn. In dat laatste geval wens ik je een zonnige middag toe aan het Scheveningse strand.
We zitten inderdaad langs elkaar heen te praten.
Het gaat niet om een letterlijke vergelijking van tennis en dammen, maar om twee dingen. Ten eerste weer eens laten zien dat het verhaal van Jan Pieter dat er in alle sporten overal en altijd volgens uniforme regels wordt gespeeld, niet klopt. Ik heb dat op een beetje sarcastische manier gedaan omdat Jan Pieter (malle jongen!) ondanks alle voorbeelden van het tegendeel nu al jarenlang aan zijn
idée fixe blijft vasthouden.
Ten tweede heb ik het ‘appels en perenverhaal’ van Eric Sanders opnieuw in het zonnetje willen zetten. Eric S. zegt:
'Als dezelfde prestatie verschillend wordt gewaardeerd in diezelfde ranglijst geeft die ranglijst de krachtsverhoudingen helemaal niet meer weer'.
Bij jouw tennisvoorbeeld kun je Eric S. als volgt parafraseren:
'Als een verschillende prestatie hetzelfde wordt gewaardeerd in diezelfde ranglijst geeft die ranglijst de krachtsverhoudingen helemaal niet meer weer'.
Zie je? Omdat de puntentelling in het tennis en dammen verschilt, krijg je een andere formulering maar in wezen formuleer je hetzelfde ‘probleem’. Een probleem voor sommige dammers dan, tennissers zitten daar in het geheel niet mee.
Jouw voorbeeld geeft heel goed aan dat een tennisser een veel betere prestatie kan leveren dan een andere tennisser en desondanks toch dezelfde beloning krijgt. Strikt genomen is dat niet eerlijk. So what, tennissers snappen heus wel dat door de bank genomen de beste tennisser uiteindelijk op nummer één van de ranking komt. En dat de ratinglijst over het algemeen een redelijk beeld geeft van de krachtsverhoudingen.
Iedereen is het erover eens dat Federer terecht op nummer 1 staat.
De ‘precieze’ dammers zijn in werkelijkheid veel slordiger. Sijbrands staat op nummer 1, maar iedereen voelt wel aan dat daar Tsjizjov, Georgiev of Valneris hoort te staan. Eric Sanders zou beter daar eens naar kunnen kijken.