B. Zwart - G. van Aalten.
Ik speelde tegen Geert een systeem dat niet door de beugel kon en zag mijn teamgenoot op bord 2 al behoorlijk bezorgd kijken. In al mijn optimisme dacht ik dat deze stelling met zwart aan zet wel speelbaar was voor wit, maar na 22-28x28! bleek ik geen enkele goede zet meer te hebben. Ik kreeg zoals gebruikelijk in slechte standen een behoorlijk rooie kop en offerde maar een schijf met 35-30 20-24 29x20 15x35. In plaats van op te geven rommelde ik door, want ik dacht compensatie te hebben omdat Geert geen speelbare zetten heeft op rechts.
Na 31-26!? 11-16(!) was ook van dit wapenfeit geen sprake meer: 27-21x21 14-20 en nu speelde ik met de moed der wanhoop 21-17x17.
Zowel na 20-24 als na het door Ben Smeenk aangegeven 29-33! en 7-11 zal zwart wel gaan winnen. Geert deed echter 9-14? en toen kwam 17-12! 7-11 34-29! dit had Geert overzien. Na 18x7 29x9 14x3 won ik mn schijfje weer terug met 38-33 en wist het remise te maken. Hierdoor werd Huissen veroordeeld tot het spelen van een barrage, welke kansloos verloren ging.