KRANTENARTIKELEN - 2005
En bij NSE (Talpa) ging het gisteravond eerst over 'Tijssen' en tijdens het telefonisch interview over 'Kees Theijssen'. Het is even wennen, die namen uit de damwereld...steenslag wrote:Op de wekkerradio klonk het ongeveer zo:
Het wereldkampioenschap dammen is van start gegaan. De Nederlandse grootmeester Jan Keessen... ehh Thijs.... eh Kees Thijssen zorgde voor consternatie door anderhalf uur te laat te komen. Hij was verdwaald op station Gaasperplas.
Beau van Erven Dorens wilde met het programma 'het toernooi al adopteren' en vond 'dammen tot nu toe de meest sexy sport van 2005'
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Het stukje van Harm Wiersma is niet geplaatst in De Telegraaf.
Alleen de uitslagen.
De Telegraaf, 7 oktober 2005
WK DAMMEN
Uitslagen 1e ronde
(gr1): Ndonzi-Schwarzman 1-1, Baljakin-H.Jansen 2-0, Singh-Maughn 0-2, Gantwarg-Chmiel 2-0, Samb- Misans 1-1.
(gr2): Nicault-Anikejev 2-0, Filho-Mogiljansky 2-0, Erdenebileg- Ndjofang 0-2, Huseynov-Diawara 0-2, Tsjizjov-Thijssen 1-1.
(gr3): Clerc- G.Jansen 0-2, Kirzner-Georgiev 1-1, B.Ba-Nasevitsj 1-1, S.Ba-Lorevil 2-0, Ganjargal-Domcev 1-1.
(gr4): Valneris-Boezinski 1-1, Milshin-Getmanski 1-1, Wollaert-Heusdens 1-1, Delmotte-Der 0-2, Borghetti-Podolski 0-2.
Alleen de uitslagen.
De Telegraaf, 7 oktober 2005
WK DAMMEN
Uitslagen 1e ronde
(gr1): Ndonzi-Schwarzman 1-1, Baljakin-H.Jansen 2-0, Singh-Maughn 0-2, Gantwarg-Chmiel 2-0, Samb- Misans 1-1.
(gr2): Nicault-Anikejev 2-0, Filho-Mogiljansky 2-0, Erdenebileg- Ndjofang 0-2, Huseynov-Diawara 0-2, Tsjizjov-Thijssen 1-1.
(gr3): Clerc- G.Jansen 0-2, Kirzner-Georgiev 1-1, B.Ba-Nasevitsj 1-1, S.Ba-Lorevil 2-0, Ganjargal-Domcev 1-1.
(gr4): Valneris-Boezinski 1-1, Milshin-Getmanski 1-1, Wollaert-Heusdens 1-1, Delmotte-Der 0-2, Borghetti-Podolski 0-2.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
de Volkskrant, 6 oktober 2005
De hoogste rating, maar toch weinig geliefd
Van onze verslaggever Ab Schreijnders
Van de zes Nederlanders die in actie komen bij het WK dammen, staat Aleksandr Baljakin het hoogst genoteerd op de ranglijst. Een garantie dat hij de kwalificatiegroep doorkomt, is het niet.
Aleksandr Baljakin: ‘Ach die vorm. Het zal wel net zo zijn als bij een voetbalclub: pieken en dalen.’
<center></center>
Ben ik te zwak, speel ik te saai? Aleksandr Baljakin vraagt het zich vertwijfeld af. Bijna nooit krijgt hij een uitnodiging voor een toernooi. Terwijl hij de hoogste rating heeft van de zes Nederlandse deelnemers aan het WK dammen dat vandaag begint in Amsterdam-Zuidoost.
Toernooien zijn er genoeg geweest deze zomer. Vaak verschijnt Kees Thijssen er, de drievoudig Nederlands kampioen. Maar Baljakin, ook een profdammer, ontbreekt meestal op de deelnemerslijst. Alleen in Nijmegen en Den Haag deed hij mee.
Te zwak? Aansprekende resultaten heeft hij genoeg behaald. Net niet genoeg voor de wereldtitel, maar hij is vaak in de topdrie te vinden geweest bij een WK. Te saai? Zie het programmaboekje van het toernooi: Baljakin, mooie, heldere speelstijl. Speelt snel en makkelijk.
Dat de invitaties niet binnenstromen, zint hem niet, maar hij benadrukt dat hij er geen minuut minder om slaapt. 'Ik slaap namelijk altijd al slecht', zegt hij in redelijk Nederlands op de ruime bovenetage in Arnhem-Centrum, die hij met zijn vrouw Tatjana en zijn bijna eenjarige dochter Stefania bewoont. Er wordt veel over dammen gesproken in huize-Baljakin. Zijn vrouw is internationaal meester, haar moeder was drie keer kampioene van de Sovjet-Unie.
Baljakin ziet enigszins op tegen het lange, loodzware toernooi in Amsterdam. 'Eigenlijk is dit iets voor jonge spelers. Daarom tip ik Georgiev. Naast Tsjizjov natuurlijk, maar die wordt al een dagje ouder. We hebben één rustdag, maar juist dan is een competitieronde gepland. De meesten van ons moeten spelen. Ik ook, voor Huissen.'
En dan is het nog maar de vraag of hij de groepsfase overleeft. Baljakin zit in de zogenoemde 'poule des doods'. Hij ziet zeker zes kanshebbers voor de drie plaatsen die toegang geven tot de finaleronde. 'Alleen Singh uit India zal geen rol spelen. Kun jij dammen? Nou, dan versla je hem zeker. Ik zag zijn notaties bij het WK voor landenteams in Italië. Hij gaf zomaar schijven weg.
'Maar met Schwarzman, Gantwarg, Samb, Ndonzi en Hans Jansen is mijn groep zwaar genoeg. Bovendien moet je altijd op Chmiel letten. Die is heel slim in het op remise spelen. Maar dat kan hij tegen anderen ook misschien.'
Eerst moet Baljakin dus maar eens proberen bij de beste twaalf te komen. Daarna ziet hij wel. Op dat moment begint een heel nieuw toernooi.
Baljakin beseft dat hij zijn krachten goed moet verdelen. 'Ik heb een slechte voorbereiding gehad. Het is eigenlijk een logisch vervolg van het hele jaar. Ik kan niets creëren. Bij het WK voor landenteams, een paar weken geleden, was mijn spel verschrikkelijk slecht. Ik kan niet goed uitleggen waarom. Misschien komt het doordat ik te pessimistisch ben. Tegen zwakkere spelers kan dat een nadeel zijn. Dan denk ik: ik heb een klein voordeel, het zal wel remise worden. Ik moet meer als Schwarzman zijn. Die speelt dan door. Ik ben van nature niet zo. Ach, die vorm. Het zal wel net zo zijn als bij een voetbalclub: pieken en dalen.
Baljakin geeft ook trainingen. Maar de talentjes liggen niet voor het oprapen in Nederland, zegt hij. Bij de jongens ziet hij er niet een, bij de meisjes noemt hij Lotte Aleven, die pas een jaar of tien is en mede door hem wordt begeleid. 'Zij kan rekenen, dat is verschrikkelijk belangrijk, en kan combinaties bedenken. Het positiespel kan ze later altijd nog leren namelijk. En zij heeft een prima wedstrijdmentaliteit. Ze wil nooit verliezen.'
Baljakin, die een tijdelijke verblijfsvergunning heeft die elk jaar moet worden vernieuwd, begon op zijn 10de met dammen. Bij toeval. 'We hadden geen schaakbord thuis. Ik speelde tegen mijn moeder, maar verloor altijd. 's Avonds, na de lessen op school, kreeg ik onderricht van een damtrainer.'
Hij herinnert zich de overstap naar het 100-veldenspel. 'In Rusland waren we gewend aan 64 velden. Op mijn twaalfde speelde ik voor het eerst op zo'n groot bord. Het was lastig in het begin, omdat ik niet alle schijven onder controle kon houden.'
Een nog grotere schok was het toen hij in 1976 een gefotografeerd boekje van Ton Sijbrands onder ogen kreeg. Het werd een soort bijbel voor hem. De oud-wereldkampioen was lange tijd zijn idool.
Op zijn 19de veroverde Baljakin de wereldtitel bij de junioren. Later werd hij drie keer kampioen van de Sovjet-Unie. Daarna begon het zoete leventje. Alle topdammers hadden een behoorlijk inkomen in de Sovjet-Unie. Bovendien behoorden zij tot een geprivilegieerde groep die veel reisde.
Dat veranderde toen het land uit elkaar viel. Voor spelers als Tsjizjov, Georgiev en Schwarzman is echter nog altijd een dikbelegde boterham te verdienen. Baljakin heeft het financieel lang niet zo gemakkelijk als deze grootmeesters. Hij krijgt wat toegeschoven van zijn club Huissen, en schrijft boeken (onder andere over Schwarzman). Het WK levert hem niets op. 'Ik speel om de eer.'
Maar als hij wereldkampioen wordt, komen die invitaties vast wel.
Copyright: de Volkskrant
17 dagen: 246 partijen
Bijna 250 partijen staan op het programma van het WK dammen, dat vandaag in het Tulip Inn Riverside Hotel in Amsterdam-Zuidoost begint. Er doen 40 spelers uit 22 landen mee, van wie 6 uit Nederland. Behalve Baljakin zijn dat: Kees Thijssen (30 jaar, de laatste drie jaar Nederlands kampioen), Rob Clerc (50), Gérard Jansen (41), Hans Jansen (49) en Ron Heusdens (43).
De dammers zijn verdeeld over vier groepen en treden elke dag aan, op vrijdag 7 en zondag 9 oktober twee keer. De topdrie uit elke poule plaatst zich voor de finalegroep. De eerste ronde daarvan is op donderdag 13 oktober. Zaterdag 15 oktober is een rustdag. De elfde en laatste ronde is op zondag 23 oktober.
De belangrijkste titelkandidaten zijn drie Russen: Aleksandr Georgiev, Aleksej Tsjizjov en Aleksandr Schwarzman. Georgiev is de huidige kampioen. Hij was ook in 2002 en 2003 de beste van de wereld. Tsjizjov veroverde tussen 1988 en 2000 negen wereldtitels, Schwarzman was in 1998 de nummer een. Sinds het eerste succes van Tsjizjov doorbrak alleen de Let Guntis Valneris (1994) de reeks van dit Russische supertrio.
Op de erelijst staan vier Nederlanders: Piet Roozenburg (4x kampioen), Harm Wiersma (6x), Ton Sijbrands (2x) en Jannes van der Wal (1x).
Aleksandr Baljakin
1961 geboren 8 april 1961 in Archangelsk (Rus) 1980 wereldkampioen junioren 1986 verhuisd naar Minsk (WRus). Tweede bij WK 1989 -heden: speler bij club Huissen 1992 tweede bij WK 1994 derde bij WK 1996 derde bij WK 2001 definitief gevestigd in Nederland. De Baljakins hebben ook een flat nabij St.-Petersburg 2004 tweede bij NK (eerste deelname) 2005 vierde bij NK
De hoogste rating, maar toch weinig geliefd
Van onze verslaggever Ab Schreijnders
Van de zes Nederlanders die in actie komen bij het WK dammen, staat Aleksandr Baljakin het hoogst genoteerd op de ranglijst. Een garantie dat hij de kwalificatiegroep doorkomt, is het niet.
Aleksandr Baljakin: ‘Ach die vorm. Het zal wel net zo zijn als bij een voetbalclub: pieken en dalen.’
<center></center>
Ben ik te zwak, speel ik te saai? Aleksandr Baljakin vraagt het zich vertwijfeld af. Bijna nooit krijgt hij een uitnodiging voor een toernooi. Terwijl hij de hoogste rating heeft van de zes Nederlandse deelnemers aan het WK dammen dat vandaag begint in Amsterdam-Zuidoost.
Toernooien zijn er genoeg geweest deze zomer. Vaak verschijnt Kees Thijssen er, de drievoudig Nederlands kampioen. Maar Baljakin, ook een profdammer, ontbreekt meestal op de deelnemerslijst. Alleen in Nijmegen en Den Haag deed hij mee.
Te zwak? Aansprekende resultaten heeft hij genoeg behaald. Net niet genoeg voor de wereldtitel, maar hij is vaak in de topdrie te vinden geweest bij een WK. Te saai? Zie het programmaboekje van het toernooi: Baljakin, mooie, heldere speelstijl. Speelt snel en makkelijk.
Dat de invitaties niet binnenstromen, zint hem niet, maar hij benadrukt dat hij er geen minuut minder om slaapt. 'Ik slaap namelijk altijd al slecht', zegt hij in redelijk Nederlands op de ruime bovenetage in Arnhem-Centrum, die hij met zijn vrouw Tatjana en zijn bijna eenjarige dochter Stefania bewoont. Er wordt veel over dammen gesproken in huize-Baljakin. Zijn vrouw is internationaal meester, haar moeder was drie keer kampioene van de Sovjet-Unie.
Baljakin ziet enigszins op tegen het lange, loodzware toernooi in Amsterdam. 'Eigenlijk is dit iets voor jonge spelers. Daarom tip ik Georgiev. Naast Tsjizjov natuurlijk, maar die wordt al een dagje ouder. We hebben één rustdag, maar juist dan is een competitieronde gepland. De meesten van ons moeten spelen. Ik ook, voor Huissen.'
En dan is het nog maar de vraag of hij de groepsfase overleeft. Baljakin zit in de zogenoemde 'poule des doods'. Hij ziet zeker zes kanshebbers voor de drie plaatsen die toegang geven tot de finaleronde. 'Alleen Singh uit India zal geen rol spelen. Kun jij dammen? Nou, dan versla je hem zeker. Ik zag zijn notaties bij het WK voor landenteams in Italië. Hij gaf zomaar schijven weg.
'Maar met Schwarzman, Gantwarg, Samb, Ndonzi en Hans Jansen is mijn groep zwaar genoeg. Bovendien moet je altijd op Chmiel letten. Die is heel slim in het op remise spelen. Maar dat kan hij tegen anderen ook misschien.'
Eerst moet Baljakin dus maar eens proberen bij de beste twaalf te komen. Daarna ziet hij wel. Op dat moment begint een heel nieuw toernooi.
Baljakin beseft dat hij zijn krachten goed moet verdelen. 'Ik heb een slechte voorbereiding gehad. Het is eigenlijk een logisch vervolg van het hele jaar. Ik kan niets creëren. Bij het WK voor landenteams, een paar weken geleden, was mijn spel verschrikkelijk slecht. Ik kan niet goed uitleggen waarom. Misschien komt het doordat ik te pessimistisch ben. Tegen zwakkere spelers kan dat een nadeel zijn. Dan denk ik: ik heb een klein voordeel, het zal wel remise worden. Ik moet meer als Schwarzman zijn. Die speelt dan door. Ik ben van nature niet zo. Ach, die vorm. Het zal wel net zo zijn als bij een voetbalclub: pieken en dalen.
Baljakin geeft ook trainingen. Maar de talentjes liggen niet voor het oprapen in Nederland, zegt hij. Bij de jongens ziet hij er niet een, bij de meisjes noemt hij Lotte Aleven, die pas een jaar of tien is en mede door hem wordt begeleid. 'Zij kan rekenen, dat is verschrikkelijk belangrijk, en kan combinaties bedenken. Het positiespel kan ze later altijd nog leren namelijk. En zij heeft een prima wedstrijdmentaliteit. Ze wil nooit verliezen.'
Baljakin, die een tijdelijke verblijfsvergunning heeft die elk jaar moet worden vernieuwd, begon op zijn 10de met dammen. Bij toeval. 'We hadden geen schaakbord thuis. Ik speelde tegen mijn moeder, maar verloor altijd. 's Avonds, na de lessen op school, kreeg ik onderricht van een damtrainer.'
Hij herinnert zich de overstap naar het 100-veldenspel. 'In Rusland waren we gewend aan 64 velden. Op mijn twaalfde speelde ik voor het eerst op zo'n groot bord. Het was lastig in het begin, omdat ik niet alle schijven onder controle kon houden.'
Een nog grotere schok was het toen hij in 1976 een gefotografeerd boekje van Ton Sijbrands onder ogen kreeg. Het werd een soort bijbel voor hem. De oud-wereldkampioen was lange tijd zijn idool.
Op zijn 19de veroverde Baljakin de wereldtitel bij de junioren. Later werd hij drie keer kampioen van de Sovjet-Unie. Daarna begon het zoete leventje. Alle topdammers hadden een behoorlijk inkomen in de Sovjet-Unie. Bovendien behoorden zij tot een geprivilegieerde groep die veel reisde.
Dat veranderde toen het land uit elkaar viel. Voor spelers als Tsjizjov, Georgiev en Schwarzman is echter nog altijd een dikbelegde boterham te verdienen. Baljakin heeft het financieel lang niet zo gemakkelijk als deze grootmeesters. Hij krijgt wat toegeschoven van zijn club Huissen, en schrijft boeken (onder andere over Schwarzman). Het WK levert hem niets op. 'Ik speel om de eer.'
Maar als hij wereldkampioen wordt, komen die invitaties vast wel.
Copyright: de Volkskrant
17 dagen: 246 partijen
Bijna 250 partijen staan op het programma van het WK dammen, dat vandaag in het Tulip Inn Riverside Hotel in Amsterdam-Zuidoost begint. Er doen 40 spelers uit 22 landen mee, van wie 6 uit Nederland. Behalve Baljakin zijn dat: Kees Thijssen (30 jaar, de laatste drie jaar Nederlands kampioen), Rob Clerc (50), Gérard Jansen (41), Hans Jansen (49) en Ron Heusdens (43).
De dammers zijn verdeeld over vier groepen en treden elke dag aan, op vrijdag 7 en zondag 9 oktober twee keer. De topdrie uit elke poule plaatst zich voor de finalegroep. De eerste ronde daarvan is op donderdag 13 oktober. Zaterdag 15 oktober is een rustdag. De elfde en laatste ronde is op zondag 23 oktober.
De belangrijkste titelkandidaten zijn drie Russen: Aleksandr Georgiev, Aleksej Tsjizjov en Aleksandr Schwarzman. Georgiev is de huidige kampioen. Hij was ook in 2002 en 2003 de beste van de wereld. Tsjizjov veroverde tussen 1988 en 2000 negen wereldtitels, Schwarzman was in 1998 de nummer een. Sinds het eerste succes van Tsjizjov doorbrak alleen de Let Guntis Valneris (1994) de reeks van dit Russische supertrio.
Op de erelijst staan vier Nederlanders: Piet Roozenburg (4x kampioen), Harm Wiersma (6x), Ton Sijbrands (2x) en Jannes van der Wal (1x).
Aleksandr Baljakin
1961 geboren 8 april 1961 in Archangelsk (Rus) 1980 wereldkampioen junioren 1986 verhuisd naar Minsk (WRus). Tweede bij WK 1989 -heden: speler bij club Huissen 1992 tweede bij WK 1994 derde bij WK 1996 derde bij WK 2001 definitief gevestigd in Nederland. De Baljakins hebben ook een flat nabij St.-Petersburg 2004 tweede bij NK (eerste deelname) 2005 vierde bij NK
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
NRC/Handelsblad, 5 oktober 2005
Dammen als een sluipmoordenaar
Door Pieter de Vries
Rus Aleksej Tsjizjov grote favoriet bij het WK in Amsterdam
AMSTERDAM, 5 OKT. Een van de favorieten bij het WK dammen, dat morgen begint in Amsterdam, is negenvoudig wereldkampioen Aleksej Tsjizjov (40). ,,Ik ben een alleseter.''
<center></center>
Geen dammer die meer wereldtitels veroverde dan het Russische rekenwonder Aleksej Tsjizjov. In de jaren negentig was de negenvoudig wereldkampioen vrijwel onaantastbaar, maar zijn laatste titel dateert alweer van vijf jaar geleden. ,,Een tiende titel is een droom van mij en de laatste jaren mijn belangrijkste doel. Maar ik wil mezelf geen druk opleggen en niet overspannen raken. Ik beschouw mezelf niet als de absolute favoriet. Het wordt een moeizaam WK voor iedereen'', vertelt Tsjizjov in het Amsterdamse AC Hotel, waar het toernooi de komende weken wordt gespeeld.
De veertigjarige inwoner en ereburger van de Russische industriestad Izjewsk, waar hij mechanica studeerde aan de technische universiteit, oogt ontspannen. Hij voelt zich naar eigen zeggen fit. Of de jaren niet gaan tellen? ,,Ik word ouder, maar voel me jonger. Ik heb fitness gedaan en ik doe aan joggen. Ik ben lekker fris. Ik speel bewust minder en moet eigenlijk nog beginnen aan mijn voorbereiding. Dat doe ik tijdens het toernooi wel. Ik heb vroeger duizenden partijen geanalyseerd en heb genoeg bagage'', wijst Tsjizjov op zijn schat aan ervaring op het hoogste niveau.
Zijn landgenoot Georgiev, de wereldkampioen van de laatste drie jaar, ziet Tsjizjov als zijn belangrijkste concurrent bij het WK. ,,Het spel van Georgiev is meer solide geworden. Hij speelt scherp en voor de winst. Maar ik sta nog steeds voor in de onderlinge ontmoetingen en Georgiev moet nog bewijzen dat hij een toernooi kan winnen'', zegt Tsjizjov over zijn rivaal, die tweemaal van hem won in een tweekamp en eenmaal in een driekamp, met ook Valneris.
Een andere kanshebber bij het WK is volgens Tsjizjov Kees Thijssen, de afgelopen drie jaar Nederlands kampioen. ,,Thijssen is Nederlands hoop. Hij speelt goed in deze omgeving. Voor hem is het een thuiswedstrijd. Kees is de laatste jaren veel beter geworden. Hij heeft meer zelfvertrouwen en zijn spel is van onze kwaliteit. Alleen moet hij mentaal nog stabieler worden'', denkt Tsjizjov. Of Thijssen het in zich heeft de eerste Nederlandse wereldkampioen sinds Harm Wiersma in 1984 te worden? Tsjizjov schiet in de lach. ,,Misschien als ik ben gestopt'', zegt hij in uitstekend Nederlands, met een licht accent.
De taal heeft hij zich eigen gemaakt via het Duits dat hij op school had geleerd en door het lezen van Nederlandse dambladen. ,,Ik denk dat ik zo'n 120 keer in Nederland ben geweest en er bij elkaar drieënhalf jaar heb doorgebracht. Nederlanders zijn vriendelijk en behulpzaam op straat. Meer dan Russen. Maar het gevoel van gastvrijheid zit bij ons dieper. Ik ken Nederland goed en verbaas me nergens over, zoals een toerist wel doet. Nederland is sinds 1982, toen ik hier voor het eerst was, zeer sterk veranderd. Er zijn meer mensen uit het buitenland en het is minder vreedzaam.''
De Nederlandse damwereld kent evenmin geheimen voor Tsjizjov, die Ton Sijbrands beschouwt als ,,leermeester van mijn generatie dammers''. ,,Ton is een damgenie en een professioneel dammer, maar hij is geen professioneel sportman zoals ik. Ik vind het niet jammer dat hij niet meedoet aan dit WK. Misschien is dit toernooi, met twee etappes (groepsfase plus finaleronde, red.), te vermoeiend voor hem'', zegt Tsjizjov over de Nederlandse damicoon.
In 1991 hield hij als regerend wereldkampioen Sijbrands in een uitputtende tweekamp (20-20!), voldoende voor titelprolongatie, van diens derde wereldtitel af. ,,Een mooie wedstrijd. Ton speelde misschien iets beter, maar ik was zelf ook niet slecht. Ik speelde defensief, terwijl ik normaal gesproken een aanvallende stijl heb'', blikt Tsjizjov terug op zijn zwaar bevochten vierde wereldtitel. Hij roemt het ,,directe spel'' van Sijbrands, volgens hem de beste Nederlandse dammer aller tijden samen met vijfvoudig wereldkampioen Wiersma. ,,Het is moeilijk kiezen wie de beste van de twee is. Wiersma heeft een levendiger speelstijl en laveert meer tijdens een partij. Later in mijn carrière vond ik meer inspiratie in zijn spel.''
Zijn eigen spel is gebaseerd op zijn rekenkunde, analytisch vermogen en ijzeren wedstrijdmentaliteit. De sluipmoordenaar wordt Tsjizjov wel genoemd vanwege zijn inschattingsvermogen van de winstkansen tijdens een partij, waarin hij ineens kan toeslaan om een beslissend materieel voordeel te verkrijgen. ,,Ik zie de dingen misschien sneller dan anderen'', zegt hij bescheiden.
Van veel tegenstanders heeft hij in het verleden psychologische portretten gemaakt. Tsjizjov kent de zwakke en sterke punten van zijn opponenten. ,,Ik ken de belangrijke dammers allemaal. Tijdens een partij kan ik aan de zetten, maar ook aan het gezicht, zien of iemand bang is of dat hij zelfvertrouwen heeft. Het psychologische aspect is heel belangrijk op dit niveau want de verschillen zijn klein. Tijdens de voorbereiding analyseer ik partijen van mijn tegenstander. Ik kijk vooral naar hoe ze verloren hebben.''
Zijn kennis van de psychologie heeft de autodidact op eigen kracht vergaard. Voor hem bestaat de wereld uit meer dan dammen, waar hij op zesjarige leeftijd mee in aanraking kwam. ,,Iedereen in Rusland kent de spelregels. Bij ons is dammen een echt volksspel. Maar ik ben een alleseter en weet veel van verschillende culturen. Elke hobby is voor mij een inspiratiebron voor het dammen.''
Hoe lang de fulltime dammer die behoort tot het selecte groepje toppers dat kan leven van de sport, nog doorgaat? ,,Goede vraag. Ik weet het niet. Altijd vechten in het dammen is vermoeiend. Maar dammen is niet alleen een spel, het is ook mijn werk. Een zakenman stopt ook niet zomaar.''
Dammen als een sluipmoordenaar
Door Pieter de Vries
Rus Aleksej Tsjizjov grote favoriet bij het WK in Amsterdam
AMSTERDAM, 5 OKT. Een van de favorieten bij het WK dammen, dat morgen begint in Amsterdam, is negenvoudig wereldkampioen Aleksej Tsjizjov (40). ,,Ik ben een alleseter.''
<center></center>
Geen dammer die meer wereldtitels veroverde dan het Russische rekenwonder Aleksej Tsjizjov. In de jaren negentig was de negenvoudig wereldkampioen vrijwel onaantastbaar, maar zijn laatste titel dateert alweer van vijf jaar geleden. ,,Een tiende titel is een droom van mij en de laatste jaren mijn belangrijkste doel. Maar ik wil mezelf geen druk opleggen en niet overspannen raken. Ik beschouw mezelf niet als de absolute favoriet. Het wordt een moeizaam WK voor iedereen'', vertelt Tsjizjov in het Amsterdamse AC Hotel, waar het toernooi de komende weken wordt gespeeld.
De veertigjarige inwoner en ereburger van de Russische industriestad Izjewsk, waar hij mechanica studeerde aan de technische universiteit, oogt ontspannen. Hij voelt zich naar eigen zeggen fit. Of de jaren niet gaan tellen? ,,Ik word ouder, maar voel me jonger. Ik heb fitness gedaan en ik doe aan joggen. Ik ben lekker fris. Ik speel bewust minder en moet eigenlijk nog beginnen aan mijn voorbereiding. Dat doe ik tijdens het toernooi wel. Ik heb vroeger duizenden partijen geanalyseerd en heb genoeg bagage'', wijst Tsjizjov op zijn schat aan ervaring op het hoogste niveau.
Zijn landgenoot Georgiev, de wereldkampioen van de laatste drie jaar, ziet Tsjizjov als zijn belangrijkste concurrent bij het WK. ,,Het spel van Georgiev is meer solide geworden. Hij speelt scherp en voor de winst. Maar ik sta nog steeds voor in de onderlinge ontmoetingen en Georgiev moet nog bewijzen dat hij een toernooi kan winnen'', zegt Tsjizjov over zijn rivaal, die tweemaal van hem won in een tweekamp en eenmaal in een driekamp, met ook Valneris.
Een andere kanshebber bij het WK is volgens Tsjizjov Kees Thijssen, de afgelopen drie jaar Nederlands kampioen. ,,Thijssen is Nederlands hoop. Hij speelt goed in deze omgeving. Voor hem is het een thuiswedstrijd. Kees is de laatste jaren veel beter geworden. Hij heeft meer zelfvertrouwen en zijn spel is van onze kwaliteit. Alleen moet hij mentaal nog stabieler worden'', denkt Tsjizjov. Of Thijssen het in zich heeft de eerste Nederlandse wereldkampioen sinds Harm Wiersma in 1984 te worden? Tsjizjov schiet in de lach. ,,Misschien als ik ben gestopt'', zegt hij in uitstekend Nederlands, met een licht accent.
De taal heeft hij zich eigen gemaakt via het Duits dat hij op school had geleerd en door het lezen van Nederlandse dambladen. ,,Ik denk dat ik zo'n 120 keer in Nederland ben geweest en er bij elkaar drieënhalf jaar heb doorgebracht. Nederlanders zijn vriendelijk en behulpzaam op straat. Meer dan Russen. Maar het gevoel van gastvrijheid zit bij ons dieper. Ik ken Nederland goed en verbaas me nergens over, zoals een toerist wel doet. Nederland is sinds 1982, toen ik hier voor het eerst was, zeer sterk veranderd. Er zijn meer mensen uit het buitenland en het is minder vreedzaam.''
De Nederlandse damwereld kent evenmin geheimen voor Tsjizjov, die Ton Sijbrands beschouwt als ,,leermeester van mijn generatie dammers''. ,,Ton is een damgenie en een professioneel dammer, maar hij is geen professioneel sportman zoals ik. Ik vind het niet jammer dat hij niet meedoet aan dit WK. Misschien is dit toernooi, met twee etappes (groepsfase plus finaleronde, red.), te vermoeiend voor hem'', zegt Tsjizjov over de Nederlandse damicoon.
In 1991 hield hij als regerend wereldkampioen Sijbrands in een uitputtende tweekamp (20-20!), voldoende voor titelprolongatie, van diens derde wereldtitel af. ,,Een mooie wedstrijd. Ton speelde misschien iets beter, maar ik was zelf ook niet slecht. Ik speelde defensief, terwijl ik normaal gesproken een aanvallende stijl heb'', blikt Tsjizjov terug op zijn zwaar bevochten vierde wereldtitel. Hij roemt het ,,directe spel'' van Sijbrands, volgens hem de beste Nederlandse dammer aller tijden samen met vijfvoudig wereldkampioen Wiersma. ,,Het is moeilijk kiezen wie de beste van de twee is. Wiersma heeft een levendiger speelstijl en laveert meer tijdens een partij. Later in mijn carrière vond ik meer inspiratie in zijn spel.''
Zijn eigen spel is gebaseerd op zijn rekenkunde, analytisch vermogen en ijzeren wedstrijdmentaliteit. De sluipmoordenaar wordt Tsjizjov wel genoemd vanwege zijn inschattingsvermogen van de winstkansen tijdens een partij, waarin hij ineens kan toeslaan om een beslissend materieel voordeel te verkrijgen. ,,Ik zie de dingen misschien sneller dan anderen'', zegt hij bescheiden.
Van veel tegenstanders heeft hij in het verleden psychologische portretten gemaakt. Tsjizjov kent de zwakke en sterke punten van zijn opponenten. ,,Ik ken de belangrijke dammers allemaal. Tijdens een partij kan ik aan de zetten, maar ook aan het gezicht, zien of iemand bang is of dat hij zelfvertrouwen heeft. Het psychologische aspect is heel belangrijk op dit niveau want de verschillen zijn klein. Tijdens de voorbereiding analyseer ik partijen van mijn tegenstander. Ik kijk vooral naar hoe ze verloren hebben.''
Zijn kennis van de psychologie heeft de autodidact op eigen kracht vergaard. Voor hem bestaat de wereld uit meer dan dammen, waar hij op zesjarige leeftijd mee in aanraking kwam. ,,Iedereen in Rusland kent de spelregels. Bij ons is dammen een echt volksspel. Maar ik ben een alleseter en weet veel van verschillende culturen. Elke hobby is voor mij een inspiratiebron voor het dammen.''
Hoe lang de fulltime dammer die behoort tot het selecte groepje toppers dat kan leven van de sport, nog doorgaat? ,,Goede vraag. Ik weet het niet. Altijd vechten in het dammen is vermoeiend. Maar dammen is niet alleen een spel, het is ook mijn werk. Een zakenman stopt ook niet zomaar.''
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
NRC/Handelsblad, 7 juli 2005
Meer monsterscores dan damremises
Door Pieter de Vries
DELFT, 11 JULI. Een experimentele puntentelling om de vele remises in te dammen. Het leidde tot monsterscores op het damtoernooi in Delft, dat zaterdag werd afgesloten met een rapidsessie. Winnaar werd de Rus Aleksei Tsjizjov.
Om het korfbaluitslagen te noemen gaat wat ver, maar tijdens de vijfde editie van het internationale toernooi in Delft werd afgelopen week voor dambegrippen spectaculair `gescoord'. Geen stand van 2-0 of 1-1 bij een remise, zoals de klassieke puntentelling voorschrijft.
In de grootmeestergroep wordt dit jaar geëxperimenteerd met een `verfijnde Delftse puntentelling' (zie inzet). Dat leidt tot monsterscores als 10-0 voor een winstpartij, 7-3 of 6-4 voor een puntenoverwinning (geen winst, wel materieel voordeel) en 5-5 bij een `zuivere' remise. Het achterliggende idee? Het terugdringen van het hoge aantal remises in het topdammen om de denksport voor spelers én publiek aantrekkelijker te maken.
,,Sport gaat om winnen maar bij de absolute top eindigen zoveel dampartijen in remise'', vertelt coördinator Henk de Witt. Toptoernooien worden vaak geteisterd door het `remisespook' als gevolg van de kleine krachtsverschillen en het feit dat bij dammen een flink materieel voordeel noodzakelijk is voor de winst. Zo kan een ervaren topper, met een achterstand van één dam (dubbele schijf) tegen drie dammen in het eindspel, simpel op remise aansturen.
De hoogste tijd voor verandering, vindt De Witt, gesteund door in Delft aanwezige Russische wereldtoppers als regerend wereldkampioen Aleksander Georgiev en Aleksei Tsjizjov en Nederlands kampioen Kees Thijssen. ,,In 2001 hebben we de Delftse telling voor het eerst toegepast. Dat beviel de grootmeesters goed. Ze beseffen dat een damtoernooi door zoveel remises niet bijzonder is voor de media en sponsors. Dammen is geen kijksport. Als dammers aan het rekenen zijn, gebeurt er soms twintig minuten niks. Dan kun je beter naar groeiend gras kijken.''
Op verzoek van de deelnemers heeft De Witt voor deze lustrumeditie besloten tot een verfijnde Delftse telling, waardoor materieel voordeel nog beter in de score tot uiting komt en de spelers worden gedwongen het maximale uit een partij te halen. ,,Wij willen met deze puntentelling laten zien dat het ook anders kan. Ervaren grootmeesters rekenen ver door en zien een remise al lang van tevoren aankomen, terwijl het publiek denkt dat er nog van alles mogelijk is.'' Door het Delftse systeem neemt de wedstrijdspanning volgens De Witt enorm toe, vooral in het late middenspel. Berekenend afstevenen op een remise is een stuk lastiger. De Witt: ,,Het blijft langer onduidelijk of het `echt' remise (5-5) wordt of dat het door materieel voordeel nog 6-4 of 7-3 wordt.''
In de damwereld woedt al jaren een discussie tussen voor- en tegenstanders van een nieuwe puntentelling, maar tot structurele veranderingen op officiële toernooien als een NK of WK heeft dat niet geleid. ,,Er is jarenlang alleen maar gepraat over veranderingen. De bondsraad wilde in 2003 een nieuwe telling invoeren op het NK: 2-0 bij winst, 1,5-0,5 voor een puntenoverwinning en 0,5-0,5 bij remise.'' Deze telling is officieel erkend door de West-Hollandse dambond. Een eerste stap in de goede richting, meent De Witt. Maar op NK's geldt nog altijd de klassieke puntentelling. ,,Er was verzet van behoudende dammers. Begin 2004 is besloten de nieuwe telling uit te stellen. Dit najaar wordt een enquête gehouden onder de NK-finalisten van de afgelopen drie jaar. De bedoeling is om meer draagvlak te creëren.''
Groot voorstander van een nieuwe puntentelling is achtvoudig Nederlands kampioen Rob Clerc, vaste klant bij NK-finales en in Delft toeschouwer. Clerc bepleit veranderingen in ,,het conservatieve bolwerk'', zoals hij de damwereld betitelt. ,,Dammen heeft het imago van een saaie sport waar de partijen altijd gelijk eindigen. Elke sport kent aanpassingen van de regels en evolueert, behalve de damsport. Er moet gewoon wat gebeuren. Daarvan is iedereen in de damwereld doordrongen, maar ze durven niet. Tijdens het laatste NK vielen in de eerste drie ronden nauwelijks beslissingen. Daar komt geen hond naar kijken.''
Om de damsport nieuw leven in te blazen en ,,de remisedood'' te bestrijden, pleit Clerc voor invoering van de puntenoverwinning. Hij beschouwt het door de West-Hollandse dambond gehanteerde telsysteem - met een score van 1,5-0,5 voor een puntenoverwinning - als ,,de meest reële optie'' voor officiële toernooien. ,,Materiaalverschil in de score tot uiting laten komen is rechtvaardiger. Daardoor wordt het eindspel spannender. Bij de klassieke puntentelling weet een topspeler al na veertig zetten dat het remise wordt.'' Dammen wordt door de puntenoverwinning volgens Clerc veel aantrekkelijker voor het publiek. ,,Het bevordert aanvallend spel. Doordat materieel voordeel in de score wordt uitgedrukt, is het voor het publiek duidelijker wie beter heeft gespeeld.''
Bijval krijgt Clerc van Erno Prosman, deelnemer in Delft. ,,In het klassieke puntensysteem kan een topdammer tijdens een toernooi besluiten het een dagje rustig aan te doen en zijn schijven eenvoudig naar een remisestand schuiven. Met de puntenoverwinning kan er nog van alles gebeuren in het eindspel en de scores laten - terecht - zien welke speler beter was. De spelers moeten meer doorrekenen en zorgvuldiger spelen. Dat maakt de partijen attractiever.''
Een systeem dat op het lijf geschreven is van het Russische rekenwonder Tsjizjov, winnaar van negen wereldtitels en tot enkele jaren geleden alleenheerser. Na de zuivere remise (5-5) in de derde ronde tegen zijn landgenoot Aleksander Schwarzman verklaart Tsjizjov zich een enthousiast voorstander van de Delftse puntentelling. ,,Normaal stopt een dampartij op een bepaald moment. Hier is het eindspel veel spannender. Voor mij is dit een goed systeem, want ik speel altijd op winst. Tegen Prosman is het 7-3 in mijn voordeel geworden, terwijl dat anders een remise was. Verdedigen is gevaarlijk in dit systeem. Schijven afruilen om snel remise te maken kan niet meer. De spelers zijn actiever. Er is een nieuwe geest bijgekomen.''
Delftse punten
De afgelopen vier jaar werd de zogeheten Delftse puntentelling gehanteerd. Daarbij wordt een winstpartij beloond met een 5-0 score en is een remise goed voor 2-2. Wanneer een speler niet meer kan winnen maar in het eindspel een materieel voordeel heeft van ten minste drie schijven, is sprake van een `puntenoverwinning': 3-1. Op verzoek van enkele grootmeesters werd dit jaar in het toptoernooi bij de mannen geëxperimenteerd met een verfijnde Delftse telling: 10-0 bij winst en 5-5 in geval van een `zuivere' remise. Een materieel voordeel van drie schijven betekent een 7-3 puntenoverwinning; een voorsprong van twee schijven leidt tot een 6-4 score.
Meer monsterscores dan damremises
Door Pieter de Vries
DELFT, 11 JULI. Een experimentele puntentelling om de vele remises in te dammen. Het leidde tot monsterscores op het damtoernooi in Delft, dat zaterdag werd afgesloten met een rapidsessie. Winnaar werd de Rus Aleksei Tsjizjov.
Om het korfbaluitslagen te noemen gaat wat ver, maar tijdens de vijfde editie van het internationale toernooi in Delft werd afgelopen week voor dambegrippen spectaculair `gescoord'. Geen stand van 2-0 of 1-1 bij een remise, zoals de klassieke puntentelling voorschrijft.
In de grootmeestergroep wordt dit jaar geëxperimenteerd met een `verfijnde Delftse puntentelling' (zie inzet). Dat leidt tot monsterscores als 10-0 voor een winstpartij, 7-3 of 6-4 voor een puntenoverwinning (geen winst, wel materieel voordeel) en 5-5 bij een `zuivere' remise. Het achterliggende idee? Het terugdringen van het hoge aantal remises in het topdammen om de denksport voor spelers én publiek aantrekkelijker te maken.
,,Sport gaat om winnen maar bij de absolute top eindigen zoveel dampartijen in remise'', vertelt coördinator Henk de Witt. Toptoernooien worden vaak geteisterd door het `remisespook' als gevolg van de kleine krachtsverschillen en het feit dat bij dammen een flink materieel voordeel noodzakelijk is voor de winst. Zo kan een ervaren topper, met een achterstand van één dam (dubbele schijf) tegen drie dammen in het eindspel, simpel op remise aansturen.
De hoogste tijd voor verandering, vindt De Witt, gesteund door in Delft aanwezige Russische wereldtoppers als regerend wereldkampioen Aleksander Georgiev en Aleksei Tsjizjov en Nederlands kampioen Kees Thijssen. ,,In 2001 hebben we de Delftse telling voor het eerst toegepast. Dat beviel de grootmeesters goed. Ze beseffen dat een damtoernooi door zoveel remises niet bijzonder is voor de media en sponsors. Dammen is geen kijksport. Als dammers aan het rekenen zijn, gebeurt er soms twintig minuten niks. Dan kun je beter naar groeiend gras kijken.''
Op verzoek van de deelnemers heeft De Witt voor deze lustrumeditie besloten tot een verfijnde Delftse telling, waardoor materieel voordeel nog beter in de score tot uiting komt en de spelers worden gedwongen het maximale uit een partij te halen. ,,Wij willen met deze puntentelling laten zien dat het ook anders kan. Ervaren grootmeesters rekenen ver door en zien een remise al lang van tevoren aankomen, terwijl het publiek denkt dat er nog van alles mogelijk is.'' Door het Delftse systeem neemt de wedstrijdspanning volgens De Witt enorm toe, vooral in het late middenspel. Berekenend afstevenen op een remise is een stuk lastiger. De Witt: ,,Het blijft langer onduidelijk of het `echt' remise (5-5) wordt of dat het door materieel voordeel nog 6-4 of 7-3 wordt.''
In de damwereld woedt al jaren een discussie tussen voor- en tegenstanders van een nieuwe puntentelling, maar tot structurele veranderingen op officiële toernooien als een NK of WK heeft dat niet geleid. ,,Er is jarenlang alleen maar gepraat over veranderingen. De bondsraad wilde in 2003 een nieuwe telling invoeren op het NK: 2-0 bij winst, 1,5-0,5 voor een puntenoverwinning en 0,5-0,5 bij remise.'' Deze telling is officieel erkend door de West-Hollandse dambond. Een eerste stap in de goede richting, meent De Witt. Maar op NK's geldt nog altijd de klassieke puntentelling. ,,Er was verzet van behoudende dammers. Begin 2004 is besloten de nieuwe telling uit te stellen. Dit najaar wordt een enquête gehouden onder de NK-finalisten van de afgelopen drie jaar. De bedoeling is om meer draagvlak te creëren.''
Groot voorstander van een nieuwe puntentelling is achtvoudig Nederlands kampioen Rob Clerc, vaste klant bij NK-finales en in Delft toeschouwer. Clerc bepleit veranderingen in ,,het conservatieve bolwerk'', zoals hij de damwereld betitelt. ,,Dammen heeft het imago van een saaie sport waar de partijen altijd gelijk eindigen. Elke sport kent aanpassingen van de regels en evolueert, behalve de damsport. Er moet gewoon wat gebeuren. Daarvan is iedereen in de damwereld doordrongen, maar ze durven niet. Tijdens het laatste NK vielen in de eerste drie ronden nauwelijks beslissingen. Daar komt geen hond naar kijken.''
Om de damsport nieuw leven in te blazen en ,,de remisedood'' te bestrijden, pleit Clerc voor invoering van de puntenoverwinning. Hij beschouwt het door de West-Hollandse dambond gehanteerde telsysteem - met een score van 1,5-0,5 voor een puntenoverwinning - als ,,de meest reële optie'' voor officiële toernooien. ,,Materiaalverschil in de score tot uiting laten komen is rechtvaardiger. Daardoor wordt het eindspel spannender. Bij de klassieke puntentelling weet een topspeler al na veertig zetten dat het remise wordt.'' Dammen wordt door de puntenoverwinning volgens Clerc veel aantrekkelijker voor het publiek. ,,Het bevordert aanvallend spel. Doordat materieel voordeel in de score wordt uitgedrukt, is het voor het publiek duidelijker wie beter heeft gespeeld.''
Bijval krijgt Clerc van Erno Prosman, deelnemer in Delft. ,,In het klassieke puntensysteem kan een topdammer tijdens een toernooi besluiten het een dagje rustig aan te doen en zijn schijven eenvoudig naar een remisestand schuiven. Met de puntenoverwinning kan er nog van alles gebeuren in het eindspel en de scores laten - terecht - zien welke speler beter was. De spelers moeten meer doorrekenen en zorgvuldiger spelen. Dat maakt de partijen attractiever.''
Een systeem dat op het lijf geschreven is van het Russische rekenwonder Tsjizjov, winnaar van negen wereldtitels en tot enkele jaren geleden alleenheerser. Na de zuivere remise (5-5) in de derde ronde tegen zijn landgenoot Aleksander Schwarzman verklaart Tsjizjov zich een enthousiast voorstander van de Delftse puntentelling. ,,Normaal stopt een dampartij op een bepaald moment. Hier is het eindspel veel spannender. Voor mij is dit een goed systeem, want ik speel altijd op winst. Tegen Prosman is het 7-3 in mijn voordeel geworden, terwijl dat anders een remise was. Verdedigen is gevaarlijk in dit systeem. Schijven afruilen om snel remise te maken kan niet meer. De spelers zijn actiever. Er is een nieuwe geest bijgekomen.''
Delftse punten
De afgelopen vier jaar werd de zogeheten Delftse puntentelling gehanteerd. Daarbij wordt een winstpartij beloond met een 5-0 score en is een remise goed voor 2-2. Wanneer een speler niet meer kan winnen maar in het eindspel een materieel voordeel heeft van ten minste drie schijven, is sprake van een `puntenoverwinning': 3-1. Op verzoek van enkele grootmeesters werd dit jaar in het toptoernooi bij de mannen geëxperimenteerd met een verfijnde Delftse telling: 10-0 bij winst en 5-5 in geval van een `zuivere' remise. Een materieel voordeel van drie schijven betekent een 7-3 puntenoverwinning; een voorsprong van twee schijven leidt tot een 6-4 score.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
NRC, 5 oktober 2005
www.nrc.nl
Schaakcolumn. In zijn schaakcolumn op www.nrc.nl/denksport doet Hans Ree verslag van zijn pogingen het wereldkampioenschap schaken in Argentinië te volgen via internet. Dat valt niet mee.,,Je hebt de officiële websites van de toernooi-organisatie, www.wccsanluis.net en www.ajedrezdepunta.com.ar, maar mij is het nog niet gelukt om die goed te benaderen. Je komt erop, alles schiet en dwarrelt voor je ogen als op een kapotte televisie en je kan nergens op klikken. (...) Er zijn www.chessclub.com en www.playserver.com en die geven een uitstekende service van partijen en deskundige commentaren, maar het zijn clubs waarvoor betaald moet worden. Dat betalen wil ik zeker niet ontmoedigen, want ze geven waar voor hun geld en bovendien hebben beide clubs een gratis proefperiode van een week, maar je moet er wel allerlei schaaksoftware voor downloaden. Ook geen groot bezwaar, maar het is toch erg tijdrovend voor iemand die alleen maar even binnen wil lopen om een kijkje te nemen.''
Weblog New York. In een nieuwe weblog volgt correspondent Freek Staps het leven en werk van jonge mensen in New York. Zijn meest recente bijdrage gaat over de `Great Read in the Park', georganiseerd door The New York Times. De krant viert dat het al zeventig jaar een lijst maakt met bestsellers. ,,In de schaduw van de New York Public Librabry had de krant 150 auteurs van recente boeken uitgenodigd die voorlazen en signeerden. Voor de krant mooie marketing, voor de auteurs publiciteit. Bezoekers stonden in de rij voor Salman Rushdie en Jonathan Safran Foer.''
Zie www.nrc.nl/newyork.
www.nrc.nl
Schaakcolumn. In zijn schaakcolumn op www.nrc.nl/denksport doet Hans Ree verslag van zijn pogingen het wereldkampioenschap schaken in Argentinië te volgen via internet. Dat valt niet mee.,,Je hebt de officiële websites van de toernooi-organisatie, www.wccsanluis.net en www.ajedrezdepunta.com.ar, maar mij is het nog niet gelukt om die goed te benaderen. Je komt erop, alles schiet en dwarrelt voor je ogen als op een kapotte televisie en je kan nergens op klikken. (...) Er zijn www.chessclub.com en www.playserver.com en die geven een uitstekende service van partijen en deskundige commentaren, maar het zijn clubs waarvoor betaald moet worden. Dat betalen wil ik zeker niet ontmoedigen, want ze geven waar voor hun geld en bovendien hebben beide clubs een gratis proefperiode van een week, maar je moet er wel allerlei schaaksoftware voor downloaden. Ook geen groot bezwaar, maar het is toch erg tijdrovend voor iemand die alleen maar even binnen wil lopen om een kijkje te nemen.''
Weblog New York. In een nieuwe weblog volgt correspondent Freek Staps het leven en werk van jonge mensen in New York. Zijn meest recente bijdrage gaat over de `Great Read in the Park', georganiseerd door The New York Times. De krant viert dat het al zeventig jaar een lijst maakt met bestsellers. ,,In de schaduw van de New York Public Librabry had de krant 150 auteurs van recente boeken uitgenodigd die voorlazen en signeerden. Voor de krant mooie marketing, voor de auteurs publiciteit. Bezoekers stonden in de rij voor Salman Rushdie en Jonathan Safran Foer.''
Zie www.nrc.nl/newyork.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Trouw, 6 oktober 2005
Het kan allemaal wat strakker in leven Thijssen
wk dammen interview
door John Graat
Kees Thijssen is de nationale hoop op het WK dammen. Als een losbol leeft hij niet meer, maar de Nederlands kampioen acht zichzelf ’nog wat te lui’ om de beste van de wereld te worden.
<center></center>
In 1984 bezorgde Harm Wiersma Nederland de laatste wereldtitel. De damsport in ons land schreeuwt om een opvolger, beseft Thijssen. ,,De laatste jaren wordt het steeds lastiger om toernooien van de grond te krijgen. Het is moeilijk om sponsors te vinden. Een van onze problemen is dat het spel op hoog niveau voor veel mensen moeilijk te begrijpen is. Dan denken buitenstaanders snel: dammen, daar is geen zak aan.”
Vanwege zijn leeftijd (30) en zijn uitgesproken persoonlijkheid zou Thijssen de ideale man zijn om het imago van zijn sport op te frissen. Het beeld van grijze mannetjes die in vale colbertjes achter dichte gordijnen kromgebogen over een bord zitten te turen, vraagt dringend om nuance, vindt Thijssen. ,,De dammers zelf zouden zich ook wel wat excentrieker mogen presenteren, wat niet wil zeggen dat we meteen allemaal Jannes van der Wal moeten imiteren. De bond zou er ook meer aan kunnen doen.”
In april leverde het NK in Groningen niet de gewenste publiciteit op. Een organisator ventileerde via de media zijn ongenoegen over het stapgedrag van de deelnemers. Hij zei dat de dammers hun toernooi maar beter in de kroeg konden voortzetten en riep NOC-NSF op om de steun aan dammers in te trekken. Thijssen voelde zich beledigd. ,,Marino Barkel was elke nacht op stap geweest, maar ik had daar niets mee te maken. Ik heb daar gewoon mijn werk gedaan. Later heeft die man ook excuses aangeboden.”
Nu is Thijssen, financieel afhankelijk van NOC-NSF, zelf ook nooit vies geweest van een nachtje doorzakken. Jaren had hij het imago van een losbol. Het dateert uit zijn studententijd, zegt hij. Het leven was rock-’n-roll. Damtoernooien waren ook mooie aanleidingen voor een nachtelijke uitspatting. ,,Dan zat ik vrij ellendig achter het bord. Daardoor heb ik op NK’s jarenlang nooit aansprekende resultaten behaald. Ik weet nu dat een gezonde geest niet zonder een gezond lichaam kan.”
Twee jaar geleden is de knop omgegaan. Thijssen stopte met roken en drinken. Zijn conditie bracht hij op peil met zwemmen. Het leidde meteen tot zijn eerste Nederlandse titel. In hetzelfde jaar werd hij zesde op het WK in Zwartsluis. ,,Ik rook nu soms nog wel een sigaartje en een biertje moet ook kunnen, maar ik zorg er wel voor dat ik elke dag in het zwembad lig of een stuk ga fietsen. Dat geeft veel energie.”
Speltechnisch heeft hij zich de laatste jaren verder ontwikkeld dankzij coach Anatoli Gantwarg. Van nature is Thijssen een aanvaller die risico’s durft te nemen. Dat was hij ook al toen hij als kind voetbalde. ,,Ik was een pingelaar, egocentrisch ingesteld. Daarom koos ik ook voor een individuele sport. Dat avontuurlijke heb ik nog wel in mijn damspel, maar het is veel meer gedoseerd. Strategisch ben ik door Gantwarg veel beter geworden. Als je veel risico’s neemt tegen die Russen, word je afgestraft.”
Het WK dat vanaf vandaag in Amsterdam wordt gehouden, komt nog te vroeg om Georgijev, Tsjizjov en Schwarzman te verslaan, denkt Thijssen. ,,Zij kunnen dieper rekenen, tien tot twintig zetten vooruit denken; dat lukt mij niet. Ik ben niet zo exact. Ik heb dat nooit serieus aangepakt. Het is een kwestie van trainen, zweten, en dat is niet mijn sterkste punt. Ik ben nog wat te lui voor dat allerhoogste niveau. Als damprof heb je een leuk leven, maar het probleem is dat je nooit vroeg je bed uit moet. Dan heb je snel de neiging om je grenzen te verleggen. Ik slaap soms tot 11, 12 uur uit. Het kan allemaal wel wat strakker in mijn leven.”
’Het wordt nu een soort kippenfokkerij’
Tweevoudig wereldkampioen Ton Sijbrands neemt geen deel aan het WK in Amsterdam, omdat hij tegen het spelen van voorronden is. Kees Thijssen deelt de kritiek op de toernooiopzet. Door het hoge aantal deelnemers (40 uit 22 landen) worden er eerst voorronden gespeeld in vier poules. Alleen de beste nummers drie na negen partijen komen in de finaleronde over 11 partijen.
Thijssen: ,,Er zijn veel te veel deelnemers, uit landen waar ze weinig kaas van dammen hebben gegeten. Dat is een politiek verhaal; ze willen zoveel mogelijk werelddelen mee laten doen. En Amsterdam is natuurlijk een leuke stad. Maar op deze manier wordt het een soort kippenfokkerij. Als iedereen gewoon tegen elkaar speelt, heb je het eerlijkste systeem. Nu loop je het risico er in de voorronde al uit te vliegen, omdat je toevallig in een hele zware groep zit.”
Behalve Thijssen doen namens Nederland ook Rob Clerc, Hans Jansen, Alexander Baljakin, Gerard Jansen en Ron Heusdens mee aan het WK, dat in Hotel Tulip Inn Amsterdam Riverside wordt afgewerkt.
Het kan allemaal wat strakker in leven Thijssen
wk dammen interview
door John Graat
Kees Thijssen is de nationale hoop op het WK dammen. Als een losbol leeft hij niet meer, maar de Nederlands kampioen acht zichzelf ’nog wat te lui’ om de beste van de wereld te worden.
<center></center>
In 1984 bezorgde Harm Wiersma Nederland de laatste wereldtitel. De damsport in ons land schreeuwt om een opvolger, beseft Thijssen. ,,De laatste jaren wordt het steeds lastiger om toernooien van de grond te krijgen. Het is moeilijk om sponsors te vinden. Een van onze problemen is dat het spel op hoog niveau voor veel mensen moeilijk te begrijpen is. Dan denken buitenstaanders snel: dammen, daar is geen zak aan.”
Vanwege zijn leeftijd (30) en zijn uitgesproken persoonlijkheid zou Thijssen de ideale man zijn om het imago van zijn sport op te frissen. Het beeld van grijze mannetjes die in vale colbertjes achter dichte gordijnen kromgebogen over een bord zitten te turen, vraagt dringend om nuance, vindt Thijssen. ,,De dammers zelf zouden zich ook wel wat excentrieker mogen presenteren, wat niet wil zeggen dat we meteen allemaal Jannes van der Wal moeten imiteren. De bond zou er ook meer aan kunnen doen.”
In april leverde het NK in Groningen niet de gewenste publiciteit op. Een organisator ventileerde via de media zijn ongenoegen over het stapgedrag van de deelnemers. Hij zei dat de dammers hun toernooi maar beter in de kroeg konden voortzetten en riep NOC-NSF op om de steun aan dammers in te trekken. Thijssen voelde zich beledigd. ,,Marino Barkel was elke nacht op stap geweest, maar ik had daar niets mee te maken. Ik heb daar gewoon mijn werk gedaan. Later heeft die man ook excuses aangeboden.”
Nu is Thijssen, financieel afhankelijk van NOC-NSF, zelf ook nooit vies geweest van een nachtje doorzakken. Jaren had hij het imago van een losbol. Het dateert uit zijn studententijd, zegt hij. Het leven was rock-’n-roll. Damtoernooien waren ook mooie aanleidingen voor een nachtelijke uitspatting. ,,Dan zat ik vrij ellendig achter het bord. Daardoor heb ik op NK’s jarenlang nooit aansprekende resultaten behaald. Ik weet nu dat een gezonde geest niet zonder een gezond lichaam kan.”
Twee jaar geleden is de knop omgegaan. Thijssen stopte met roken en drinken. Zijn conditie bracht hij op peil met zwemmen. Het leidde meteen tot zijn eerste Nederlandse titel. In hetzelfde jaar werd hij zesde op het WK in Zwartsluis. ,,Ik rook nu soms nog wel een sigaartje en een biertje moet ook kunnen, maar ik zorg er wel voor dat ik elke dag in het zwembad lig of een stuk ga fietsen. Dat geeft veel energie.”
Speltechnisch heeft hij zich de laatste jaren verder ontwikkeld dankzij coach Anatoli Gantwarg. Van nature is Thijssen een aanvaller die risico’s durft te nemen. Dat was hij ook al toen hij als kind voetbalde. ,,Ik was een pingelaar, egocentrisch ingesteld. Daarom koos ik ook voor een individuele sport. Dat avontuurlijke heb ik nog wel in mijn damspel, maar het is veel meer gedoseerd. Strategisch ben ik door Gantwarg veel beter geworden. Als je veel risico’s neemt tegen die Russen, word je afgestraft.”
Het WK dat vanaf vandaag in Amsterdam wordt gehouden, komt nog te vroeg om Georgijev, Tsjizjov en Schwarzman te verslaan, denkt Thijssen. ,,Zij kunnen dieper rekenen, tien tot twintig zetten vooruit denken; dat lukt mij niet. Ik ben niet zo exact. Ik heb dat nooit serieus aangepakt. Het is een kwestie van trainen, zweten, en dat is niet mijn sterkste punt. Ik ben nog wat te lui voor dat allerhoogste niveau. Als damprof heb je een leuk leven, maar het probleem is dat je nooit vroeg je bed uit moet. Dan heb je snel de neiging om je grenzen te verleggen. Ik slaap soms tot 11, 12 uur uit. Het kan allemaal wel wat strakker in mijn leven.”
’Het wordt nu een soort kippenfokkerij’
Tweevoudig wereldkampioen Ton Sijbrands neemt geen deel aan het WK in Amsterdam, omdat hij tegen het spelen van voorronden is. Kees Thijssen deelt de kritiek op de toernooiopzet. Door het hoge aantal deelnemers (40 uit 22 landen) worden er eerst voorronden gespeeld in vier poules. Alleen de beste nummers drie na negen partijen komen in de finaleronde over 11 partijen.
Thijssen: ,,Er zijn veel te veel deelnemers, uit landen waar ze weinig kaas van dammen hebben gegeten. Dat is een politiek verhaal; ze willen zoveel mogelijk werelddelen mee laten doen. En Amsterdam is natuurlijk een leuke stad. Maar op deze manier wordt het een soort kippenfokkerij. Als iedereen gewoon tegen elkaar speelt, heb je het eerlijkste systeem. Nu loop je het risico er in de voorronde al uit te vliegen, omdat je toevallig in een hele zware groep zit.”
Behalve Thijssen doen namens Nederland ook Rob Clerc, Hans Jansen, Alexander Baljakin, Gerard Jansen en Ron Heusdens mee aan het WK, dat in Hotel Tulip Inn Amsterdam Riverside wordt afgewerkt.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49