Het eindspel van J. Viergever noemt J.F. Moser een 'fraaie omwerking van het op zichzelf al fraaie' eindspel van F.C. Hemmes uit 1907, dat onder nummer 851 in de Nederlandse editie van Het Eindspel staat. (Het Damspel 1959, pagina's 40 en 87, nummer 2159)steenslag wrote:Ik kan niet zeggen dat het meeviel, maar ik heb een kleine uitbreiding op dit schitterende eindspel geplaatst op dat shashki-forum. Omdat ik niet verwacht dat iedereen daar naartoe zal hollen en ik toch wel tevreden ben hier ook nog een keer:
Siep Korteling
Na 1. 42-26 33-29 2. 13-2! zijn er wat aardige varianten, en na (25-30) zijn we weer veilig bij Viergever thuis.
In de Russische versie van Het Eindspel van Moser heeft het eindspel van Hemmes nummer 961 gekregen.
<center>
F.C. Hemmes (1907)
<img src="http://fmjd.org/dias2/save/11257110044.png"> </center>
<center> J. Viergever (1959)
<img src="http://fmjd.org/dias2/save/11256132758.png">
S. Korteling (2005)
</center>
Het nieuwtje van Steenslag wordt besproken in een andere draad, Nieuwe Studies:
http://www.shashki.com:/modules.php?op= ... opic&t=394
Miljenko Lepsic (Leo Minor) is onder de indruk. Maar het schijnt dat een anonieme problemist, misschien Witosjkin, iets wat er erg op lijkt laat meedoen aan het WK problematiek:
<center> <img src="http://fmjd.org/dias2/save/11256976018.png">
Miljenko Lepsic schrijft:
26(39)2(39-43 ab)32(.30cd)35(.49e)17(49-43)37(.34f)48(.25g)35-30+.
A(30) en nu als oude eindspel Van J.Viergever, "Het Damspel", 1959
B(38-43)12-7(.30h)35(49)35-2(39-.44j)21.11.50+.
C(48)2-8.3+.
D(49)40.31-13+.
E(48)35-8.3+.
F(25)3(39)30.37-14+.
G(45)40+.
H(49)21.11+.
J(32/37)21.11+.
Een verrassend bewerking op een bekende oude idee. Fraai! Applaus Siep !!
Is mijn oplossing goed? Zijn dit alle auteursvarianten?
Miljenko Lepsic - Harm Wiersma, WK Amsterdam 23 augustus 1976
Het boek van Lepsic uit 1982
</center>