de Volkskrant, 2 mei 2005
Schuiven met papier in plaats van met schijven bij het eerste WK waar dammers elkaar bestrijden zonder bord
Echte blinddammer vertrouwt op zijn geestesoog
Van onze verslaggever Mark van Driel
SCHIEDAM - Voor krankzinnigheid vrezen de deelnemers aan het WK blinddammen niet. Maar het geheugen kraakt soms. ‘Ik heb me al wel afgevraagd: waar ben ik aan begonnen?’
Blinde dammers zijn bij het WK blinddammen welkom – als publiek.
Blinden kunnen dammen. Ze hebben zelfs een eigen nationale titelstrijd. Maar sterk genoeg om uit te komen tegen de negen wereldtoppers die deze week in Schiedam bijeen zijn gekomen om mee te doen aan het eerste WK blinddammen zijn ze niet.
Bovendien, blinden ‘zien’ als ze dammen: ze kijken met hun handen. Om een idee te krijgen van de posities mogen ze alle schijven, ook die van de tegenstander, aanraken.
De rechtgeaarde blinddammer vertrouwt op zijn geestesoog. Hij moet zich de veertig schijven, en de vijftig vlakken waarover ze mogen schuiven, voorstellen. Hij is overgeleverd aan zijn geheugen, ook als de partij vier uur duurt.
Ogen blijken onhandig, al gaat geen van de dammers zover zichzelf te blinddoeken zoals het affiche van het WK suggereert. Waar ze kijken moeten, nu ze hun oriëntatiepunt kwijt zijn, lijken de spelers niet te weten.
De Schiedammer Heusdens duwt zijn gezicht diep in zijn handen. De Senegalees Samb sluit de ogen en wrijft er onophoudelijk in. Veteraan Gantwarg laat zijn blik langdurig dwalen langs het plafond van de speelzaal, waarop naakte engelen geschilderd zijn. En de jongste deelnemer Thijssen staart wezenloos naar een kleine papieren kopie van een dambord, alsof hij daadwerkelijk schijven voor zich ziet.
Pas als een zet is bedacht, blijken ogen nuttig. De zet wordt op een papiertje gekrabbeld en overhandigd aan de tegenstander. Terwijl de tijdklok wordt ingedrukt, bekijkt de tegenstander de notitie. Hij onthoudt hem en geeft het velletje aan de scheidsrechter die hem opneemt in de computer.
‘Dit is zwaarder dan een gewone partij’, meent Harm Wiersma, de zesvoudig wereldkampioen die na zes jaar afwezigheid zijn rentree maakt in het veld dat hij kwalificeert als het beste ooit bijeen gebracht – gewone WK’s meegerekend. Op Ton Sijbrands na, die blinddammen bekendheid gaf door simultaan te spelen tegen 24 tegenstanders, zijn de sterkste spelers van de wereld afgekomen op de aantrekkelijke prijzenpot.
De moeilijkheid zit volgens de dammers in de combinatie van de sterke tegenstand en het blinde spel. Dammen zonder schijven is, anders dan de buitenwereld vermoedt, voor een topspeler niet onoverkomelijk. Voor dammers is vooruit denken zonder schijven te beroeren een tweede natuur.
De vrees dat blinddammen zou leiden tot krankzinnigheid, zoals vroeger in de Sovjet-Unie werd beweerd, bestaat in Schiedam niet. Zowel spelers als toeschouwers hebben als tiener geoefend. Erno Prosman, die afgelopen december in navolging van Sijbrands een simultaan speelde tegen achttien man: ‘Tijdens wiskunde deed ik het vroeger wel. Of in de auto: de bestuurder tegen de achterbank.’
Die ervaring maakt dat de dammers niet permanent bezig zijn met het doornemen van de schijfposities, uit vrees te verdwalen in de eigen geest. De regels schrijven voor dat wie twee foutieve zetten doet verliest. ‘Je kleedt de stelling uit’, zegt Wiersma. Het imaginaire bord bestaat niet uit tientallen losse schijfjes, maar uit vlakken waarop schijven structuren vormen die door kennis en ervaring betekenis hebben.
Sommige dammers vinden: hoe minder schijven, hoe moeilijker de stelling te onthouden is.
Feilloos is het geheugen van de dammers niet. Vooral onder spanning, aan het einde van de partij, kan het vreselijk misgaan. De meeste deelnemers vrezen het lot dat Aleksandr Schwarzman trof in zijn partij tegen Aleksej Tsjizjov. Schwarzman stond gewonnen met vier dammen tegen een. Maar in de slotfase van de partij vergat hij de positie van een dam. Hij maakt kort achter elkaar twee fouten. Een derde zou hem de partij kosten.
De Rus, die bekend staat als een nerveuze speler, durfde de gok niet aan en stelde remise voor. Zijn tegenstander accepteerde het aanbod meteen: hij wist dat hij aan de nederlaag was ontsnapt.
Wiersma: ‘Het geheugen blijft een mysterie. Je hoopt maar dat de interne controle werkt, maar het blijft spannend. Ik heb me al wel afgevraagd: waar ben ik aan begonnen?’