Kosmos wrote:Er wordt zoveel gerept over café de Drie Zusjes dat ik me gisternacht eens in het nachtleven van Groningen heb gestort samen met Zusje en Jasper. In het café kwamen o.a. Hans Jansen, Marino Barkel en Kees Thijssen.
Blijkbaar is er in enkele jaren veel veranderd. In het NK 2001 in Zwartsluis was ik 'mental coach' van Ron Heusdens. Met enig succes mag ik wel zeggen, want Ron bleef voor het eerst in een NK ongeslagen. Hij won echter ook niet veel, 12 remises en op de slotdag nog een overwinning als toegift. Dat alles was onvoldoende voor het gedachte kampioenschap en mijn coachschap werd niet voortgezet, hoewel ik achteraf nog een betoog hield over mijn geheim gehouden stappenplan: Eerst ongeslagen blijven en dan elk jaar een overwinninkje erbij. De coach krijgt altijd de schuld, er is veel onrechtvaardigheid in de wereld.
Enfin, onderdeel van mijn begeleiding was om elke dag twee keer een frisse neus te halen. 's Ochtends voor de partij een wandeling van een half uur en 's avonds een korte oversteek naar de kroeg. Telkens moest ik Ron achter turbo dambase wegrukken. We probeerden wel eens een andere deelnemer mee te krijgen, maar vergeefs. 'Ik drink geen alcohol tijdens het NK' zei de een, alsof er in een cafe geen fris en thee wordt geschonken. 'Mij te laat', zei de ander met een blik op zijn horloge. Tien uur 's avonds. Ron deed ongeveer drie kwartier over zijn colaatje en wilde dan snel weer naar het hotel. Turbo dambase lonkte. De ochtendwandeling beviel hem na enige tijd wel. Het viel ons na ruim een week op dat we in het kleine Zwartsluis nooit een andere NK-ganger tegen kwamen. Soms dachten we van wel. 'He, daar komt Van der Kooij aan'. 'Is dat niet Dolfing in de verte, ja dat moet Dolfing zijn'. Dichterbij gekomen bleek het echter altijd om iemand te gaan die qua gestalte en motoriek enige gelijkenis met genoemde dammers vertoonde. Alleen Hein Meijer kwam zo nu en dan voorbij geraced. Voor de rest: Zombies in een hotel te Zwartsluis. Dammen, analyseren, onder het eten verder analyseren, na het eten verder analyseren, op de hotelkamer zich voorbereiden op de volgende partij, 's ochtends ontbijten en kankeren op de 3-0, daarna analyseren of voorbereiden, weer dammen enzovoorts en zo verder. Veertien dagen lang.
Als ik dan de verhalen lees over de Drie Gezusters en zo dan blijkt er veel ten goede veranderd. Discipline is een goed ding, maar met mate. Sporters, zekers denksporters, hebben ontspanning nodig. Even weg uit de sleur, weg van het hotel!
En de onvermijdelijke uitwas, daar moet natuurlijk flink op gescholden worden. Foei! Foei toch!!! Eventueel een boete, te storten in het jeugdfonds. Maar ook dat geeft kleur aan een toernooi. Een topdammer is een mens aan wie niets menselijks vreemd is, een topdammer is geen zombie.
Tot slot, we hebben weer een mooie kampioen waar we trots op mogen zijn!