Wonderkind met computerchip in het hoofd
Van onze verslaggever Robèrt Misset
AMSTERDAM - Het Noorse wonderkind Magnus Carlsen verloor gisteren in Hoogeveen van het Nederlandse talent Daniel Stellwagen. Maar het schaken is in de ban van Magnus-mania.
Dertienjarige schaakgrootmeester Magnus Carlsen
'leest de Donald Duck en heeft het begrip van een volwassene'
Een biografie over een schakend wonderkind van 13 jaar; na de presentatie in Amsterdam van de Nederlandse versie van Schaakwonder, hoe Magnus Carlsen de jongste grootmeester ter wereld werd, spreekt vader Henrik zijn bezorgdheid uit over de hype rond zijn zoon. Een dag later verliest de kleine Magnus tijdens de vierkamp in Hoogeveen van de vier jaar oudere Daniel Stellwagen.
De ondertitel van het door New in Chess uitgegeven boek klopt niet, want Sergej Karjakin uit Oekraïne werd op zijn twaalfde al grootmeester. Maar zelfs Gary Kasparov voorspelde na zijn eerste ontmoeting met het Noorse fenomeen dat Magnus Carlsen de nieuwe nummer één van de wereld zou kunnen worden.
De grootmeestertitel op je dertiende, dat is net zoiets als een 13-jarige die de Nobelprijs voor scheikunde wint, schrijft Simen Agdestein in zijn voorwoord. De trainer van Carlsen, die in de jaren tachtig in Noorwegen furore maakte als de (prof)voetballende schaker, verwoordt het fascinerende contrast bij zijn pupil. 'Magnus leest de Donald Duck en hij heeft het begrip van een volwassene.'

Carlsen verbaast zijn omgeving dagelijks met zijn fabelachtige geheugen. Als kind van vijf kende hij de oppervlakten, inwonersaantallen, vlaggen en hoofdsteden van alle landen van de wereld uit zijn hoofd.
'Maar met het schaken leek het niks te worden', zegt vader Henrik, zelf een verdienstelijk clubschaker. En lachend: 'Ik heb wel geleerd dat je een kind niet te vroeg moet afschrijven.'
Op schaakgebied lijkt zijn zoon immers de chip van een computer in zijn hoofd te hebben. In zijn boek rekent Agdestein voor dat hij ruim 2,7 miljoen partijen in zijn database heeft zitten. Toen hij het schaakwonder voor het oog van de camera een stelling liet zien, wist Carlsen meteen dat het een fragment was uit de partij tussen Kramnik en Ehlvest. 'Gespeeld in Wenen in 1996.'
Vorige week gaf Carlsen nog een blindsimultaan tegen negen junioren. 'En die jongens hadden geen schijn van kans', zegt Agdestein. 'Het is onvoorstelbaar wat er in zijn brein omgaat. Magnus is nog meer bezeten van voetbal dan van schaken. Ook op dat gebied is zijn kennis bijna beangstigend.
'De Nederlandse grootmeester Ivan Sokolov vroeg me laatst of Dino Zoff nog in het doel stond, toen ik in 1988 met het Noorse elftal tegen Italië speelde. We kwamen er niet uit, tot Magnus hoofdschuddend langsliep. Zoff was al veertig jaar tijdens het WK in Spanje in 1982, zei Magnus. Natuurlijk deed hij in 1988 niet meer mee in de wedstrijd tegen Noorwegen. Sokolov en ik waren verbijsterd. Hoe kon Magnus dat nou weer weten?'
De Magnus-mania vindt zijn oorsprong in Wijk aan Zee, waar zelfs de grootmeesters in de elitegroep dit jaar in de schaduw stonden van het ventje, dat met harde hand de C-groep regeerde. Noorwegen raakte pas in de ban van Carlsen toen oud-wereldkampioen Karpov zich tijdens een snelschaaktoernooi op IJsland gewonnen moest geven.
Carlsen bracht vervolgens ook Kasparov in verlegenheid, waarna hij de tweede partij verloor. En wat zei Carlsen na zijn eervolle nederlaag tegen de beste schaker ter wereld? 'Ik schaakte als een kind.' Agdestein, ironisch: 'Magnus heeft veel gevoel voor humor.'
De leerling heeft de meester al bijna overtroffen, geeft Agdestein ruiterlijk toe. 'Ik voel me al gevleid dat Magnus nog steeds partijen met mij wil analyseren.' Al sprak de 13-jarige grootmeester zijn coach én biograaf bestraffend toe, nadat hij het boek had gelezen. 'Simen, ik zie twee foutjes in de analyse van twee partijen.'

Agdestein, bedremmeld: 'Mijn rol wordt nu iets anders, ik kan Magnus niets meer leren. Het is begrijpelijk dat hij nu al met Kasparov wordt vergeleken. Magnus heeft niet alleen de aanvallende stijl van Kasparov, maar ook diens creativiteit en fantasie. Maar het plezier staat voorop.'
Vader Henrik Carlsen trapt krachtig op de rem. Hij heeft niet het 'sociale experiment' van Laszlo Polgar willen imiteren door ook een genie achter het schaakbord op te leiden. 'Laten we Magnus niet met Kasparov vergelijken, mijn zoon is pas 13 en ik wil niet dat hij onder druk wordt gezet. De Noren denken nu dat we even een medaille ophalen bij de Olympiade, omdat Magnus vanaf volgende week meedoet.
Dat slaat nergens op. Magnus is een bijzonder kind. Maar hij is geen superster en dat ambieert hij ook niet.'