Casper van der Tak wrote:Bedankt Hanco voor het plaatsen van het interview.
Het is zelden dat ik het eens ben met Ben Anoniem, maar hier dus wel. Geen enkel bewijs tegen Clerc, en zo moeilijk is het niet te begrijpen dat Clerc vast houdt aan een herkamp in toernooivorm, omdat daarin zijn kansen het grootst zijn... Daar hoeft niemand verder iets achter te zoeken.
Voor zover ik Baljakin ken geeft die ook geen partijen weg, en heeft hij tegen Wiersma het al eerder moeilijk gehad.
Volgens Hugo is dat conflict tussen Sijbrands en Clerc ontstaan in de tijd dat zij samen speelden in IJmuiden eind jaren zeventig. Sijbrands reed altijd mee met Clerc naar IJmuiden om samen de training te verzorgen, maar de luie Rob Clerc bleek keer op keer die trainingen nauwelijks voorbereid te hebben, waar de conscentieuze Sijbrands zich mateloos aan ergerde. Volgens Hugo was de druppel voor Sijbrands dat Clerc zich enkele keren racistisch uitliet over Hugo, als deze weer eens had zitten knoeien.
Ik vermoed ook dat Rob in de door Sijbrands bedoelde partijen niet bewust zich heeft laten verslaan, maar het is wel begrijpelijk dat Ton daar anders over denkt vanuit de haatrelatie die Clerc en Sijbrands met elkaar hebben opgebouwd.
Dat Sijbrands door het KNDB-bestuur stelselmatig tegengewerkt is kan geen zinnig mens ontkennen. En de opgekropte woede en wrok over die pesterijtjes heeft zich tomeloos ontladen in november 1994.
Maar dat was nog niet het interview Casper, slechts de inleiding op de voorpagina van Het Parool.
Hier is het interview, ook uit Het Parool van 26 november 1994:
In de aanval tegen list en bedrog
door Arthur de Boer
Ton Sijbrands is woedend en geeft daarom opening van zaken over zijn conflict met de dambond. Zijn weg naar de grote toernooien is afgesloten en Sijbrands beschouwt dat als een straf van de bobo's. "Ik overweeg nog steeds serieus naar België te verhuizen."
Ton Sijbrands legt een stapel brieven, faxen en kopieën op tafel en vraagt voorzichtig: "Hoeveel tijd heb je?" Hij lacht niet. Hij zegt:"Ik moet even mijn frustraties...Hoewel: even?"
Hij heeft zich geprobeerd te distantiëren van list en leugen, zoals het een heer van stand betaamt. Maar de maat is vol voor Ton Sijbrands (44). Sijbrands ondersteunt de kracht van zijn tirade door tijdens het gesprek met hoge frequentie A-4'tjes aan te reiken; het zijn de brokstukken van het conflict dat ertoe leidde dat Ton Sijbrands op het WK ontbreekt.
Cruciaal zijn twee artikelen uit 1993. Het eerste is een piepklein bericht in het blad Damnieuws. Daarin meldde het KNDB-bestuur, dat eerder Gérard Jansen een wild card had beloofd, af te zien van het recht 'een tweede internationaal grootmeester uit te nodigen om deel te nemen aan het NK van 1994'. Het tweede is het afscheidswoord van Ton Sijbrands, in zijn rubriek in de Volkskrant.
Het bericht in het bondsblad hield in dat Sijbrands niet aan het NK kon deelnemen en zich daardoor ook niet voor het WK kon plaatsen.
"Toen ik dat bericht gelezen had, heb ik in mijn rubriek over mijn afscheid geschreven. Maar het was gewoon een feitelijke constatering: zij snijden mij de weg af om mij te plaatsen voor het WK. Ik schrijf dat het dus voor mij is afgelopen en vervolgens zeggen zij: ja, maar hij zegt zelf dat hij niet meer speelt. Dat is ontzettend hypocriet."
Volgens Sijbrands wordt hij 'gestraft' omdat hij het NK van 1993 'nogal rellerig' verliet. Tijdens het toernooi werden timmerwerkzaamheden verricht aan de speelzaal, in het stadhuis van Apeldoorn. Sijbrands liet zijn speelklok stilzetten. Hij kon door het lawaai niet nadenken. De arbiter ging poolshoogte nemen en kwam terug met de mededeling dat de werklieden 'zachter zouden timmeren'.
Sijbrands:"Voor mij was de maat toen vol. Ik had vlak voor dat toernooi al een aantal aanvaringen met de bond gehad en was dus behoorlijk opgefokt. Mijn vertrek uit Apeldoorn was voor mij weinig minder dan een drama, temeer daar ik zeer goed op dreef was."
Hoe moeilijk heb je het nu?
"Dammen betekent verschrikkelijk veel voor mij. Maar het is niet zo dat het de vorm van een obsessie heeft aangenomen. Ik ben wel in staat verder te leven. Vooral omdat ik ontzettend veel plezier heb in het schrijven over dammen en het analyseren."
Is jouw carrière nu afgelopen?
"Wat mij betreft niet, maar wat de KNDB betreft wel, denk ik. Zolang je je per se via je bond moet kwalificeren voor een WK, is het met mijn carrière kennelijk afgelopen. Zodra je op persoonlijke titel mee kunt doen, via je positie op de wereldranglijst - en die constructie zit er aan te komen - kun je dus buiten zo'n bond om mee doen."
Tegen die tijd staat je positie op die lijst behoorlijk onder druk.
"Ik heb niet zo'n goed inzicht in de werking van die lijst, maar het kan haast niet anders. Momenteel sta ik nog steeds tamelijk onbedreigd tweede, slechts tien punten achter Tsjizjov. Drie weken geleden heb ik een match gespeeld tegen Macodou N'Diaye en die is ontzettend goed verlopen. Ik heb horen vertellen dat ik er daardoor waarschijnlijk drie of vier punten bij krijg. Dus voorlopig komt mijn positie nog niet echt in het gedrang."
Heb je wel eens overwogen voor een ander land uit te komen?
"Ik dacht dat je er in de damwereld dan ook echt moest wonen gedurende een jaar of twee, maar ik ken die reglementen niet echt goed. Ik heb er wel heel serieus over nagedacht in België te gaan wonen. Ik heb het niet gedaan, omdat het een soort capitulatie is. Maar ja, wat ik nu doe is ook een vorm van capitulatie: je carrière laten bevriezen. Ik denk er nog steeds wel serieus over naar België te verhuizen."
Hoe serieus?
"Mijn vrouw heeft een keer een makelaar in België gebeld. Maar je kunt er wel plompverloren gaan wonen, maar ik denk dat het verstandiger is eerst de Belgische dambond te vragen of ze wel een vreemdeling in hun achtertuin willen hebben."
Bondsvoorzitter Schotanus zegt dat hij erg zijn best doet nog contact met jou te krijgen.
"Flauwekul. Het is bekend dat Schotanus op voet van oorlog staat met mij. We hebben elkaar al in geen jaren meer de hand geschud."
In de publicaties die je hebt meegenomen, krijg jij de schuld van alles. Schotanus zegt zelfs dat je aan paranoia lijdt. Dreig je nooit te verzuipen in alles wat over je heen komt?
"Een heleboel lees ik niet eens meer. Mijn vrouw en ik hebben sinds enige maanden de afspraak dat zij eerst leest wat binnen komt. En als ze denkt dat het al te slecht is voor mijn bloeddruk, krijg ik het niet onder ogen."
Waar komt die controverse met de KNDB nou precies vandaan?
"Op het NK van 1988 in Putten maakte ik na vijftien jaar mijn rentree. Maar nog voordat ik ook maar een zet had gedaan, lag ik alweer overhoop met het KNDB-bestuur. In de voorgaande vijftien jaar had ik ook al wat aanvaringen met ze gehad, maar lang niet zo heftig als in 1988. In 1986 hebben ze me zelfs nog erelid gemaakt van de KNDB."
Is dat een eer voor je?
Lachend: "Ik heb een keer in een open brief geprobeerd daar afstand van te doen. Kreeg ik een briefje terug dat dat niet kon."
"Maar goed: al voor het NK in Putten kreeg ik diverse signalen dat de KNDB het absoluut niet op prijs stelde dat ik weer ging spelen. Ik had dat toernooi voor mijn rentree uitgekozen, omdat een goede vriend van mij voorzitter van het organisatiecomité was. Via hem kreeg ik dingen te horen die uiterst onaangenaam waren voor mij. Het heeft ertoe geleid dat hij zijn functie heeft neergelegd. Dat was de eerste aanvaring."
"Drie weken voor het toernooi heb ik toen een brief op hoge poten geschreven aan het bestuur, met een opsomming van alles wat mij dwars zat. Maar aan geen van die dingen heb ik een eis of een voorwaarde verbonden, behalve aan het laatste, meer futiele puntje: het aanbrengen van viltjes onder de schijven. Ik zei: als jullie daartoe niet bereid zijn... Dat hebben ze toen wel gedaan. Zij het dat ze toen heel oude schijven hebben genomen, ergens uit een kast in het bondsbureau."
"Sindsdien is het nooit meer goed gekomen. De bond heeft ook nooit gereageerd op die brief. Dat heeft ertoe geleid dat ik in 1989 en 1990 niet mee heb gedaan aan het NK. In 1991 mocht ik niet meedoen, maar dat zal ook wel nergens zwart op wit staan."
Dat was het?
"Ik had in 1990 ook weer een ontzettende aanvaring met de bond, over het vooruitspelen van een partij voor de clubcompetitie. In dat jaar werd in Groningen het WK gehouden, maar in dezelfde periode had de KNDB ook competitiewedstrijden gepland. Ik mocht mijn competitiepartij vooruit spelen, maar mijn toenmalige secondant, Johan Krajenbrink, niet. Terwijl hij dat voor mijn match tegen Tsjizjov, datzelfde jaar, wel mocht."
"Dat heb ik toen ontzettend hoog opgenomen. Eerst heb ik het nog voorzichtig geprobeerd met een telefoontje aan Schotanus. Later heb ik nog een open brief geschreven. Dat haalde allemaal niets uit. Pas toen de toernooidirecteur van Groningen, Johan Zwanepol, zich ermee bemoeide, zijn ze overstag gegaan."
In 1993 mocht je wel meedoen aan het NK.
"Ja. Ik kreeg een uitnodiging en heb een telegram gestuurd aan de wedstrijdleider: uitnodiging in dank aanvaard. Toen heb ik echt een streep willen zetten onder alle ellende tussen de KNDB en mij, in de veronderstelling dat dat ook van hun kant als een soort geste zou worden beschouwd."
Datzelfde jaar wilde je niet meedoen aan het toernooi om de uitdager van wereldkampioen Tsjizjov aan te wijzen. Je wilde alleen matches spelen.
"Die vraag brengt mij een beetje in een gewetensconflict. Maar ik heb er zo langzamerhand zeer veel behoefte aan om het uit te leggen. Zo'n beetje tijdens het hele WK in Toulon (1992) zijn er acties geweest om de reglementen gewijzigd te krijgen. Ongeveer in de zin zoals ze bij het laatste congres ook zijn gewijzigd, dus met het instellen van matches tussen de nummers zo veel tot en met zo veel van het WK. Vooral Harm Wiersma was in Toulon ontzettend druk bezig dat met een petitie voor elkaar te krijgen."
"Dat voorstel werd door veel spelers ondertekend; in elk geval door Wiersma, Baljakin, mij en ook door Rob Clerc. In dat WK eindigden vier spelers gelijk, dus wat ligt dan meer voor de hand dan het voorstel meteen in de praktijk te brengen als de handtekeningen van de vier deelnemers eronder staan? In Toulon werd na het toernooi ook uitsluitend gesproken over matches. Maar eenmaal in Nederland bleek Clerc daarop terug te komen. Daar is volgens mij maar een verklaring voor. Het is genoegzaam bekend dat Clerc en ik een rampzalige onderlinge verstandhouding hebben, die in 1988 weer eens is opgelaaid en sindsdien is het echt oorlog tussen hem en mij."
"Wat er onder meer toe leidt dat, zodra er ook maar enige kans is dat ik wereldkampioen word, hij niet zal nalaten te verliezen van degene die mij voor kan blijven. Dat is wat op het WK in Paramaribo (1988) gebeurd is en op het WK in Groningen. Vooral in Groningen was het volstrekt duidelijk. Er waren nog twee ronden te spelen, Tsjizjov en ik deelden de eerste plaats. Tsjizjovs programma was onmiskenbaar zwaarder. Hij moest ook nog tegen Clerc. Al weken had ik het er met intimi over wat Clerc zou doen tegen Tsjizjov: gewoon spelen, met een heel gerede kans op remise, of per ongeluk expres verliezen. Het laatste gebeurde. En dat terwijl Clerc in alle toernooien waar ik niet bij betrokken was, nog nooit een partij van Tsjizjov heeft verloren."
"Enfin, dat Clerc opeens niet meer bereid was matches te spelen, kon voor mij maar een ding betekenen: hij wilde de mogelijkheden in de hand hebben mijn concurrenten extra punten te geven op het moment dat het nodig zou blijken."
Is dat voldoende reden je terug te trekken?
"Een andere reden is de buitengewoon warme verstandhouding tussen Wiersma en Baljakin. Baljakin woont geloof ik meer dan de helft van het jaar in Nederland en werkt met Wiersma samen. Wiersma is officieel bondscoach van de KNDB, maar hij besteedt heel veel werkzaamheden uit aan Baljakin, waar die uiteraard een vergoeding voor krijgt. Ze hebben ook onlangs gezamenlijk het materiaal van de toptraining uitgegeven in boekvorm. Die twee zijn gewoon aan elkaar gelieerd. Ik ging er dan ook van uit dat ik, als ik mee zou hebben gedaan, in een soort dubbele tang zou zijn genomen, enerzijds door Clerc, anderzijds door het tandem Wiersma/Baljakin. En ik ben niet zo hoogmoedig te denken dat ik onder zulke omstandigheden nog zou kunnen winnen."
"Ik had in december 1992, toen die zaak speelde, tamelijk veel contact met Wiersma. We onderzochten de mogelijkheid er nog matches van te maken. Na afloop van een competitieronde hadden we daar een bespreking over in Apeldoorn. Daar bevestigde Wiersma dat ik er inderdaad het verstandigste aan deed niet aan het toernooitje mee te doen. Hij sprak toen de historische woorden: 'Ik begrijp niet waarom Clerc per se een toernooitje wil spelen, want ik kan er voor zorgen dat hij dat niet wint.' En inderdaad: de eerste partij: Wiersma-Baljakin 2-0. Een verschrikkelijk slechte partij van Baljakin, overduidelijk weggegeven."
"En voor de rest ging Baljakin tegen Clerc op remise spelen en Wiersma speelde tegen Clerc ook op remise. Clerc werd een verschrikkelijk oor aangenaaid in die driekamp en verloor tot overmaat van ramp ook nog een partij van Baljakin. Tot overmaat van ramp voor hem dan. Maar ik was in dat toernooitje wel op de hand van Clerc, omdat Wiersma mij in bedekte temen... Nee, niet eens in bedekte termen. Hij had mij gewoon te kennen gegeven dat Clerc in dat toernooi een loer zou worden gedraaid."
"Schotanus schreef: Sijbrands lijdt aan paranoia. Ik mag gewoon niet zeggen hoe het werkelijk in elkaar zit. Daar kan ik zo ontzettend giftig van worden. Ik heb niet eens het recht te zeggen dat mij groot onrecht is aangedaan. Jaren geleden zag ik een prachtige documentaire over familieleden van Schermerhorn, de minister-president van vlak na de oorlog. Die mensen waren in de jaren twintig naar de Sovjet-Unie vertrokken. Heel idealistische mensen."
"In die documentaire viel het me zo op dat de kinderen van die emigranten zo geconditioneerd waren op verhullend taalgebruik. Hun ouders waren vermoord in de tijd van Stalin, maar die kinderen zeiden alleen maar: 'Ja, dat waren moeilijke tijden', Ze hadden zichzelf in de loop van de jaren het recht ontzegd gewoon voor de waarheid uit te komen. Het is al treurig genoeg dat die mensen zijn overl..."
Een driftig gebaar. Dan, mismoedig: "Dat bedoel ik dus. Ik betrap mezelf erop dat ik ook steeds eufemismen gebruik. Ik zeg steeds dat mijn carrière is bevroren. Begrijp me goed: ik stel mijn conflict met de KNDB niet op een lijn met de slachtoffers van Stalin. Dat zou een gotspe zijn. Maar dat ik merk dat een soortgelijk automatisme bij mij aan de gang is, zorgt voor een soort woede waar je in kunt stikken."