Nationale Competitie 2018-2019
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Wite van Moort is gisteren in hoger beroep gegaan. Uitspraak is morgen.
-
- Posts: 674
- Joined: Tue Apr 03, 2007 22:13
- Real name: Frans de Jonge
- Location: 's-Hertogenbosch
Re: Nationale Competitie 2018-2019
[
Is het advies van de Protestcommissie openbaar en/of ergens te vinden?
[/quote]
Wat dacht je van KNDB-site:
https://www.kndb.nl/zaterdag-halve-fina ... commissie/
[/quote]
Piet, bij deze de volledige uitspraak.
Uitspraak Protestcommissie KNDB
inzake het protest van Damclub Witte van Moort tegen de gang van zaken rond het uitspelen van de wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC uit de 8e ronde van de nationale competitie 2018-2019.
De Protestcommissie bestond voor de behandeling van dit protest uit de heren Jac. Hannen, J. Huisjes en Th. van den Hoek.
Ontvankelijkheid
Het protest heeft betrekking op het op zaterdag 12 januari 2019 niet verschijnen van Hijken DTC voor deze wedstrijd, en op de kennelijke beslissing van de wedstrijdleiding om daarvoor niet de straffen toe te passen die in artikel 41.1 SWR worden omschreven. Het protest is tijdig ingediend en het protestgeld is door de KNDB ontvangen. De Protestcommissie heeft het protest dan ook ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen.
De stukken
Het dossier van dit protest bestaat uit de volgende stukken:
• het protest met bijlagen d.d. 18 januari 2019
• het besluit van het KNDB-bestuur d.d. 9 december 2019 om de teams van Hijken DTC toe te staan hun wedstrijden uit de 8e ronde op een andere datum dan 5 januari 2019 te spelen
• de toelichting van het bestuurslid Wedstrijdzaken (hierna: ‘de wedstrijdleider’) d.d. 19 januari 2019
• de reactie van Hijken DTC d.d. 20 januari 2019
• de reactie van de volgens het programmaboekje aangewezen arbiter d.d. 20 januari 2019
• de vaststelling van een nieuwe, definitieve speeldatum door de wedstrijdleiding d.d. 20 januari 2019.
De Protestcommissie heeft zich op basis van dit dossier in voldoende mate een oordeel kunnen vormen om tot een uitspraak te komen.
De feiten
Op 9 december 2018 besluit het KNDB-bestuur (daarmee terugkomend op een eerder besluit) om de damvereniging Hijken DTC, als organiserende vereniging van de WK-match (28 dec. 2018 – 13 jan. 2019), het recht te geven om in overleg met de tegenstanders de geplande competitiewedstrijden van 5 januari 2019 te verplaatsen naar een andere datum. De betreffende verenigingen hebben de verplichting naar redelijkheid aan het verzoek van Hijken DTC mee te werken. De verplaatste wedstrijden moeten voor de tiende ronde van de Nationale Competitie (= voor 2 februari 2019) worden gespeeld.
Nadat een eerste telefonisch overleg op initiatief van Hijken DTC niet tot overeenstemming over een datum heeft geleid, doet Witte van Moort een tegenvoorstel en noemt op 16 december 2019 drie mogelijke vervangende speeldata: 20 december 2018, 22 december 2018 en 12 januari 2019. Witte van Moort stelt daarbij de deadline dat men uiterlijk op 19 december antwoord wenst.
Hierop wordt, tot na het verstrijken van de voorgestelde december-data, geen reactie ontvangen. Witte van Moort neemt daarom op 2 januari 2019 contact op met de wedstrijdleider en eist dat de wedstrijd op 12 januari 2019 moet worden gespeeld. De wedstrijdleider geeft in het gesprek aan dat de datum van 12 januari een ongelukkige keuze is, omdat die dag net als 5 januari een speeldag van de WK-match is en Hijken DTC’s recht om op 5 januari niet te spelen, logischerwijs ook voor 12 januari behoort te gelden. In plaats hiervan stelt hij voor de wedstrijd in twee etappes, op 26 januari 2019 en 31 januari 2019, te spelen.
Witte van Moort reageert hierop per email d.d. 6 januari 2019, met de mededeling dat men niet akkoord gaat met dit voorstel van de wedstrijdleider, omdat men: (a) meent de procedure tot dan toe netjes te hebben gevolgd maar van Hijken DTC tot dan toe weinig reactie heeft ontvangen, (b) op sportieve gronden eist dat de wedstrijd in één voltallige zitting met wederzijds 10 spelers achter het bord moet worden gespeeld , en (c) derhalve wenst vast te houden aan de speeldatum van 12 januari 2019.
Ondanks dat hij de datum van 12 januari 2019 vanwege het samenvallen met de WK-match en met de halve finales NK een ongelukkige en weinig sportieve keuze vindt, communiceert de wedstrijdleider deze datum vervolgens wel met Hijken DTC als ‘enig overgebleven speeldatum’. Hijken DTC slikt deze mededeling en deelt op 9 januari 2019 per email mee “ons uiterste best te zullen doen om op 12 januari met een team richting Westerhaar te reizen”.
Op zaterdag 12 januari 2019 komt er vervolgens, nog geen uur voordat de wedstrijd zou beginnen, bij Witte van Moort een telefonisch bericht van Hijken DTC binnen dat men er niet in geslaagd is voor die dag een team op de been te brengen. Behalve het ontbreken van Hijken DTC is op die dag overigens ook de volgens het programmaboekje aangewezen arbiter in Westerhaar afwezig, omdat hij nooit bericht heeft gekregen dat de wedstrijd op 12 januari zou worden gespeeld.
In het protest eist Witte van Moort nu:
1. dat aan Hijken DTC conform artikel 41.4 SWR twee wedstrijdpunten in mindering worden gebracht en een boete wordt opgelegd;
2. dat Hijken DTC de door Witte van Moort gemaakt extra kosten die het gevolg zijn van het niet opkomen dient te dragen, waarmee een bedrag van € 1175 zou zijn gemoeid;
3. dat de wedstrijd alsnog met twee voltallige tientallen dient te worden gespeeld op zaterdag 26 januari 2019.
Overwegingen
Ad 1: de toepasselijkheid van artikel 41.4 SWR
Het is binnen de KNDB algemeen gebruik dat een afwijkende datum van een competitiewedstrijd wordt vastgesteld door de wedstrijdleider, na overleg met de betrokken verenigingen. Wanneer beide verenigingen en wedstrijdleider het samen eens zijn bekrachtigt de wedstrijdleider dat met een besluit. Wanneer beide verenigingen het niet eens kunnen worden, is het aan de de wedstrijdleider om de knoop door te hakken. Dit algemene principe is onder meer neergelegd in artikel 16, laatste alinea, van de Wedstrijdvoorwaarden van de nationale competitie: “Indien de clubs niet (…) tot overeenstemming komen, stelt de wedstrijdleiding een nieuwe datum vast”.
Tegen deze achtergond valt in dit geval alle drie de betrokken partijen wel het een en ander te verwijten:
• Witte van Moort heeft - in plaats van “naar redelijkheid mee te werken aan het verzoek van Hijken DTC” - in het overleg over de speeldatum een toon gekozen alsof het een dictaat betrof met deadlines aan de gesprekspartners, daarmee suggererend dat de uiteindelijke beslissing bij Witte van Moort zou liggen.
• Hijken DTC was na het bestuursbesluit van 9 december de eerst aangewezene om contact op te nemen èn contact te houden met de tegenstanders van de drie teams, maar heeft zich in plaats daarvan een tijdlang passief opgesteld en nergens op gereageerd. Begrijpelijk misschien omdat men de handen vol had aan de organisatie van de WK-match, maar daarom niet minder verwijtbaar.
• De wedstrijdleider heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat op de datum van 12 januari 2019 (de dag van de reguliere slotpartij in de WK-match) Hijken DTC op grond van het bestuursbesluit van 9 december om dezelfde reden als op 5 januari het recht had om vrij van competitieverplichtingen te blijven. Zijn idee om de wedstrijd op 26 en 31 januari te laten verspelen, had hij dan ook niet als een ‘voorstel of verzoek’, maar beter direct als een bindend besluit kunnen presenteren.
Door dit alles is bij betrokkenen ten onrechte de verwachting ontstaan dat de keuze voor 12 januari 2019 als datum voor de wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC een legitieme beslissing zou zijn. Dat was het echter niet. Bijgevolg kan 12 januari 2019 niet gelden als officieel vastgestelde datum van deze wedstrijd, en kunnen aan het niet verschijnen van Hijken DTC geen sancties in de zin van artikel 41.4 SWR worden opgelegd. Het protest moet dus op dit punt worden afgewezen.
Ad 2: extra kosten die het gevolg zijn van het niet opkomen.
Feit is wel dat Witte van Moort alles in gereedheid heeft gebracht om de wedstrijd op zaterdag 12 januari te spelen, en dat Hijken DTC pas op de dag zelf, vlak voor het beoogde aanvangstijdstip, heeft laten weten niet te kunnen komen. Op grond hiervan eist Witte van Moort een vergoeding van de hierdoor gemaakte extra kosten (daarbij verwijzend naar spelerssalarissen, reiskosten, zaalhuur en barpersoneel), tot een totaal bedrag van € 1175.
De commissie erkent dat Witte van Moort door het pas op de dag zelf afmelden van Hijken DTC extra kosten zal hebben gemaakt, en is van mening dat deze (ook al is artikel 41.4 SWR niet van toepassing) door de KNDB en Hijken DTC - beiden immers medeverantwoordelijk voor de ontstane situatie - gelijkelijk behoren te worden vergoed.
Binnen de KNDB is het echter algemeen gebruik dat “spelerssalarissen” en reiskosten van spelers naar een thuiswedstrijd een eigen verantwoordelijkheid van de vereniging zijn en niet voor vergoeding door derden in aanmerking komen. De commissie verzoekt Witte van Moort dan ook om toezending aan het bondsbureau van een specificatie van de wel declareerbare extra gemaakte kosten (aan te tonen met betaalbewijzen), waarna vergoeding hiervan (ongetwijfeld tot een veel lager bedrag dan het eerder door Witte van Moort genoemde) door KNDB en Hijken DTC zal volgen.
Ad 3: bepaling van datum en format van de alsnog te spelen wedstrijd
Het bepalen van de datum en wedstrijdvoorwaarden van de alsnog te spelen wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC is de uitsluitende bevoegdheid van de KNDB-wedstrijdleider. Hij heeft daarover inmiddels - nadat Witte van Moort een aanbod van KNDB-bestuur en Hijken DTC om nog eens met elkaar rond de tafel te gaan zitten naast zich neer had gelegd - een besluit genomen en op 20 januari 2019 bekend gemaakt.
Van de protestcommissie mag door Witte van Moort niet worden geëist daarover in de richting van de wedstrijdleider een sturende uitspraak te doen; de commissie zou daarmee haar boekje te buiten gaan. De taak van de protestcommissie beperkt zich tot het geven van een oordeel over hetgeen op, en in aanloop naar, 12 januari is gebeurd.
Ten aanzien van Witte van Moort’s derde eis verklaart de commissie het protest dan ook niet-ontvankelijk.
Uitspraak
De op 12 januari 2019 niet gespeelde wedstrijd Witte van Moort-Hijken DTC had tegen de achtergrond van het bestuursbesluit van 9 december 2018 niet op die datum mogen worden vastgesteld. Het niet-opkomen van Hijken DTC op die dag, hoe afkeurenswaardig op zichzelf overigens ook, kan daarom niet worden bestraft met toepassing van artikel 41.4 van het Spel- en Wedstrijdreglement. Het protest wordt daarom afgewezen.
Wel heeft Witte van Moort het recht om extra gemaakte kosten die het gevolg zijn van het niet-opkomen, door KNDB en Hijken DTC vergoed te krijgen, voor zover het kostenposten betreft die binnen de KNDB als normaal declareerbaar gelden.
23 januari 2019
Namens de commissie,
Th. van den Hoek
Tegen een uitspraak van de protestcommissie inzake een protest staat in hoogste instantie beroep open bij de commissie van beroep van de KNDB (artikel 43.2 van het Spel- en Wedstrijdreglement). De eiser moet zijn beroep binnen twee weken na ontvangst van de beslissing die hij aanvecht, indienen (art. 43.3 SWR).
Is het advies van de Protestcommissie openbaar en/of ergens te vinden?
[/quote]
Wat dacht je van KNDB-site:
https://www.kndb.nl/zaterdag-halve-fina ... commissie/
[/quote]
Piet, bij deze de volledige uitspraak.
Uitspraak Protestcommissie KNDB
inzake het protest van Damclub Witte van Moort tegen de gang van zaken rond het uitspelen van de wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC uit de 8e ronde van de nationale competitie 2018-2019.
De Protestcommissie bestond voor de behandeling van dit protest uit de heren Jac. Hannen, J. Huisjes en Th. van den Hoek.
Ontvankelijkheid
Het protest heeft betrekking op het op zaterdag 12 januari 2019 niet verschijnen van Hijken DTC voor deze wedstrijd, en op de kennelijke beslissing van de wedstrijdleiding om daarvoor niet de straffen toe te passen die in artikel 41.1 SWR worden omschreven. Het protest is tijdig ingediend en het protestgeld is door de KNDB ontvangen. De Protestcommissie heeft het protest dan ook ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen.
De stukken
Het dossier van dit protest bestaat uit de volgende stukken:
• het protest met bijlagen d.d. 18 januari 2019
• het besluit van het KNDB-bestuur d.d. 9 december 2019 om de teams van Hijken DTC toe te staan hun wedstrijden uit de 8e ronde op een andere datum dan 5 januari 2019 te spelen
• de toelichting van het bestuurslid Wedstrijdzaken (hierna: ‘de wedstrijdleider’) d.d. 19 januari 2019
• de reactie van Hijken DTC d.d. 20 januari 2019
• de reactie van de volgens het programmaboekje aangewezen arbiter d.d. 20 januari 2019
• de vaststelling van een nieuwe, definitieve speeldatum door de wedstrijdleiding d.d. 20 januari 2019.
De Protestcommissie heeft zich op basis van dit dossier in voldoende mate een oordeel kunnen vormen om tot een uitspraak te komen.
De feiten
Op 9 december 2018 besluit het KNDB-bestuur (daarmee terugkomend op een eerder besluit) om de damvereniging Hijken DTC, als organiserende vereniging van de WK-match (28 dec. 2018 – 13 jan. 2019), het recht te geven om in overleg met de tegenstanders de geplande competitiewedstrijden van 5 januari 2019 te verplaatsen naar een andere datum. De betreffende verenigingen hebben de verplichting naar redelijkheid aan het verzoek van Hijken DTC mee te werken. De verplaatste wedstrijden moeten voor de tiende ronde van de Nationale Competitie (= voor 2 februari 2019) worden gespeeld.
Nadat een eerste telefonisch overleg op initiatief van Hijken DTC niet tot overeenstemming over een datum heeft geleid, doet Witte van Moort een tegenvoorstel en noemt op 16 december 2019 drie mogelijke vervangende speeldata: 20 december 2018, 22 december 2018 en 12 januari 2019. Witte van Moort stelt daarbij de deadline dat men uiterlijk op 19 december antwoord wenst.
Hierop wordt, tot na het verstrijken van de voorgestelde december-data, geen reactie ontvangen. Witte van Moort neemt daarom op 2 januari 2019 contact op met de wedstrijdleider en eist dat de wedstrijd op 12 januari 2019 moet worden gespeeld. De wedstrijdleider geeft in het gesprek aan dat de datum van 12 januari een ongelukkige keuze is, omdat die dag net als 5 januari een speeldag van de WK-match is en Hijken DTC’s recht om op 5 januari niet te spelen, logischerwijs ook voor 12 januari behoort te gelden. In plaats hiervan stelt hij voor de wedstrijd in twee etappes, op 26 januari 2019 en 31 januari 2019, te spelen.
Witte van Moort reageert hierop per email d.d. 6 januari 2019, met de mededeling dat men niet akkoord gaat met dit voorstel van de wedstrijdleider, omdat men: (a) meent de procedure tot dan toe netjes te hebben gevolgd maar van Hijken DTC tot dan toe weinig reactie heeft ontvangen, (b) op sportieve gronden eist dat de wedstrijd in één voltallige zitting met wederzijds 10 spelers achter het bord moet worden gespeeld , en (c) derhalve wenst vast te houden aan de speeldatum van 12 januari 2019.
Ondanks dat hij de datum van 12 januari 2019 vanwege het samenvallen met de WK-match en met de halve finales NK een ongelukkige en weinig sportieve keuze vindt, communiceert de wedstrijdleider deze datum vervolgens wel met Hijken DTC als ‘enig overgebleven speeldatum’. Hijken DTC slikt deze mededeling en deelt op 9 januari 2019 per email mee “ons uiterste best te zullen doen om op 12 januari met een team richting Westerhaar te reizen”.
Op zaterdag 12 januari 2019 komt er vervolgens, nog geen uur voordat de wedstrijd zou beginnen, bij Witte van Moort een telefonisch bericht van Hijken DTC binnen dat men er niet in geslaagd is voor die dag een team op de been te brengen. Behalve het ontbreken van Hijken DTC is op die dag overigens ook de volgens het programmaboekje aangewezen arbiter in Westerhaar afwezig, omdat hij nooit bericht heeft gekregen dat de wedstrijd op 12 januari zou worden gespeeld.
In het protest eist Witte van Moort nu:
1. dat aan Hijken DTC conform artikel 41.4 SWR twee wedstrijdpunten in mindering worden gebracht en een boete wordt opgelegd;
2. dat Hijken DTC de door Witte van Moort gemaakt extra kosten die het gevolg zijn van het niet opkomen dient te dragen, waarmee een bedrag van € 1175 zou zijn gemoeid;
3. dat de wedstrijd alsnog met twee voltallige tientallen dient te worden gespeeld op zaterdag 26 januari 2019.
Overwegingen
Ad 1: de toepasselijkheid van artikel 41.4 SWR
Het is binnen de KNDB algemeen gebruik dat een afwijkende datum van een competitiewedstrijd wordt vastgesteld door de wedstrijdleider, na overleg met de betrokken verenigingen. Wanneer beide verenigingen en wedstrijdleider het samen eens zijn bekrachtigt de wedstrijdleider dat met een besluit. Wanneer beide verenigingen het niet eens kunnen worden, is het aan de de wedstrijdleider om de knoop door te hakken. Dit algemene principe is onder meer neergelegd in artikel 16, laatste alinea, van de Wedstrijdvoorwaarden van de nationale competitie: “Indien de clubs niet (…) tot overeenstemming komen, stelt de wedstrijdleiding een nieuwe datum vast”.
Tegen deze achtergond valt in dit geval alle drie de betrokken partijen wel het een en ander te verwijten:
• Witte van Moort heeft - in plaats van “naar redelijkheid mee te werken aan het verzoek van Hijken DTC” - in het overleg over de speeldatum een toon gekozen alsof het een dictaat betrof met deadlines aan de gesprekspartners, daarmee suggererend dat de uiteindelijke beslissing bij Witte van Moort zou liggen.
• Hijken DTC was na het bestuursbesluit van 9 december de eerst aangewezene om contact op te nemen èn contact te houden met de tegenstanders van de drie teams, maar heeft zich in plaats daarvan een tijdlang passief opgesteld en nergens op gereageerd. Begrijpelijk misschien omdat men de handen vol had aan de organisatie van de WK-match, maar daarom niet minder verwijtbaar.
• De wedstrijdleider heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat op de datum van 12 januari 2019 (de dag van de reguliere slotpartij in de WK-match) Hijken DTC op grond van het bestuursbesluit van 9 december om dezelfde reden als op 5 januari het recht had om vrij van competitieverplichtingen te blijven. Zijn idee om de wedstrijd op 26 en 31 januari te laten verspelen, had hij dan ook niet als een ‘voorstel of verzoek’, maar beter direct als een bindend besluit kunnen presenteren.
Door dit alles is bij betrokkenen ten onrechte de verwachting ontstaan dat de keuze voor 12 januari 2019 als datum voor de wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC een legitieme beslissing zou zijn. Dat was het echter niet. Bijgevolg kan 12 januari 2019 niet gelden als officieel vastgestelde datum van deze wedstrijd, en kunnen aan het niet verschijnen van Hijken DTC geen sancties in de zin van artikel 41.4 SWR worden opgelegd. Het protest moet dus op dit punt worden afgewezen.
Ad 2: extra kosten die het gevolg zijn van het niet opkomen.
Feit is wel dat Witte van Moort alles in gereedheid heeft gebracht om de wedstrijd op zaterdag 12 januari te spelen, en dat Hijken DTC pas op de dag zelf, vlak voor het beoogde aanvangstijdstip, heeft laten weten niet te kunnen komen. Op grond hiervan eist Witte van Moort een vergoeding van de hierdoor gemaakte extra kosten (daarbij verwijzend naar spelerssalarissen, reiskosten, zaalhuur en barpersoneel), tot een totaal bedrag van € 1175.
De commissie erkent dat Witte van Moort door het pas op de dag zelf afmelden van Hijken DTC extra kosten zal hebben gemaakt, en is van mening dat deze (ook al is artikel 41.4 SWR niet van toepassing) door de KNDB en Hijken DTC - beiden immers medeverantwoordelijk voor de ontstane situatie - gelijkelijk behoren te worden vergoed.
Binnen de KNDB is het echter algemeen gebruik dat “spelerssalarissen” en reiskosten van spelers naar een thuiswedstrijd een eigen verantwoordelijkheid van de vereniging zijn en niet voor vergoeding door derden in aanmerking komen. De commissie verzoekt Witte van Moort dan ook om toezending aan het bondsbureau van een specificatie van de wel declareerbare extra gemaakte kosten (aan te tonen met betaalbewijzen), waarna vergoeding hiervan (ongetwijfeld tot een veel lager bedrag dan het eerder door Witte van Moort genoemde) door KNDB en Hijken DTC zal volgen.
Ad 3: bepaling van datum en format van de alsnog te spelen wedstrijd
Het bepalen van de datum en wedstrijdvoorwaarden van de alsnog te spelen wedstrijd Witte van Moort – Hijken DTC is de uitsluitende bevoegdheid van de KNDB-wedstrijdleider. Hij heeft daarover inmiddels - nadat Witte van Moort een aanbod van KNDB-bestuur en Hijken DTC om nog eens met elkaar rond de tafel te gaan zitten naast zich neer had gelegd - een besluit genomen en op 20 januari 2019 bekend gemaakt.
Van de protestcommissie mag door Witte van Moort niet worden geëist daarover in de richting van de wedstrijdleider een sturende uitspraak te doen; de commissie zou daarmee haar boekje te buiten gaan. De taak van de protestcommissie beperkt zich tot het geven van een oordeel over hetgeen op, en in aanloop naar, 12 januari is gebeurd.
Ten aanzien van Witte van Moort’s derde eis verklaart de commissie het protest dan ook niet-ontvankelijk.
Uitspraak
De op 12 januari 2019 niet gespeelde wedstrijd Witte van Moort-Hijken DTC had tegen de achtergrond van het bestuursbesluit van 9 december 2018 niet op die datum mogen worden vastgesteld. Het niet-opkomen van Hijken DTC op die dag, hoe afkeurenswaardig op zichzelf overigens ook, kan daarom niet worden bestraft met toepassing van artikel 41.4 van het Spel- en Wedstrijdreglement. Het protest wordt daarom afgewezen.
Wel heeft Witte van Moort het recht om extra gemaakte kosten die het gevolg zijn van het niet-opkomen, door KNDB en Hijken DTC vergoed te krijgen, voor zover het kostenposten betreft die binnen de KNDB als normaal declareerbaar gelden.
23 januari 2019
Namens de commissie,
Th. van den Hoek
Tegen een uitspraak van de protestcommissie inzake een protest staat in hoogste instantie beroep open bij de commissie van beroep van de KNDB (artikel 43.2 van het Spel- en Wedstrijdreglement). De eiser moet zijn beroep binnen twee weken na ontvangst van de beslissing die hij aanvecht, indienen (art. 43.3 SWR).
Het zijn niet allen koks die lange messen dragen.....
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Zo het antwoord van Witte van Moort liegt er niet om. En ze hebben volledig gelijk . Op bijna alle punten is wel wat aan te merken. Ik krijg hier zwaar het gevoel dat Hijken heeft gedacht we lossen het naderhand wel op met de wedstrijdleider en de kndb. Maar zo gaat het niet werken. Onder protest worden zaterdag een (aantal wedstrijden) gespeeld. Voor wat het het waard is.
Re: Nationale Competitie 2018-2019
En was de uitspraak inderdaad gisteren?
Ik zie intussen geen opstellingen verschijnen op ToernooiBase. Dat zegt vast niet al te veel, want ik zie ook niets staan bij Tilburg - Lunteren en die wordt toch zeker nu gespeeld.
-
- Posts: 674
- Joined: Tue Apr 03, 2007 22:13
- Real name: Frans de Jonge
- Location: 's-Hertogenbosch
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Tilburg en Lunteren zouden vandaag het resterrende deel spelen. Een deel van de wedstrijd is van de week al gespeeld.
Het zijn niet allen koks die lange messen dragen.....
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Dat klopt, Frans. In inmiddels staan de overige 6 partijen er ook, nog zonder uitslagen uiteraard.
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Iemand heeft 5-9 ingevuld als eindstand bij de wedstrijd Witte van Moort - Hijken DTC. Van de ranglijst op ToernooiBase klopt niet veel. Ik wist niet dat 9 bordpunten twee wedstrijdpunten opleverden. En de ranglijst vermeldt een bordsaldo, dat geen rol speelt in de stand. Het moeten bordpunten zijn, wat in gevallen als deze niet echt hetzelfde is.
Wie weet wat de laatste stand van zaken is rondom de niet gespeelde partijen en het vorige week afgeronde beroep?
Wie weet wat de laatste stand van zaken is rondom de niet gespeelde partijen en het vorige week afgeronde beroep?
-
- Posts: 1273
- Joined: Fri Oct 24, 2003 22:40
- Real name: Irene Stegeman
- Location: Westerhaar
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Ik weet dat a.s. donderdag de overige 3 wedstrijden worden gespeeld.GuidoB wrote: ↑Sun Jan 27, 2019 23:02Iemand heeft 5-9 ingevuld als eindstand bij de wedstrijd Witte van Moort - Hijken DTC. Van de ranglijst op ToernooiBase klopt niet veel. Ik wist niet dat 9 bordpunten twee wedstrijdpunten opleverden. En de ranglijst vermeldt een bordsaldo, dat geen rol speelt in de stand. Het moeten bordpunten zijn, wat in gevallen als deze niet echt hetzelfde is.
Wie weet wat de laatste stand van zaken is rondom de niet gespeelde partijen en het vorige week afgeronde beroep?
Wat betreft het beroep weet ik niets van.
*Want achter het masker van "toch wel gelukkig" ligt wanhoop en twijfel zo drijvend en nukkig*
~Geen medelijden voor hem die zonder kennis is~
~Geen medelijden voor hem die zonder kennis is~
-
- Posts: 2
- Joined: Fri May 01, 2015 21:57
- Real name: Gerhard Gerritsen
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Hoe organiseer je je eigen weerstand?
Vanuit WSDV bestaat veel begrip voor de verontwaardiging over de wijze waarop Douwe Edelenbos de Nationale Competitie leidt. Hij meet met 2 maten, geeft feiten verkeerd weer en lijkt Hijken te willen bevoordelen ten opzichte van andere clubs in de Ereklasse. Verder stel ik vast dat vragen in onze brief van 1 november 2018 aangaande competitievervalsing niet worden beantwoord. Dat vinden wij niet prettig.
Het is en blijft principieel onjuist dat de KNDB die de Nationale Competitie organiseert en als wedstrijdleider verantwoordelijk is voor een regelmatig en eerlijk verloop van de competitie zelf spelers bij clubs weghaalt om ze namens de KNDB af te vaardigen naar een WK, en deze clubs niet tegemoet komt als ze daar om vragen. Van Stigt Thans en WSDV kregen vorig jaar van de KNDB nul op het rekwest toen ze verzoeken (tot spelen op een andere datum) indienden. Genoemde clubs misten beide voor hun wedstrijden in de Ereklasse meerdere spelers vanwege het jeugd WK. Edelenbos verplaatste later de competitieronde van 5 januari 2019, kwam hier vanwege de vele steekhoudende protesten op terug en gaf daarna Hijken de mogelijkheid om niet op 5 januari te spelen. Strikt genomen vanwege het ontbreken van 1 speler. En vervolgens jaagt hij Witte van Moort over de kling. Iedereen in de damwereld weet dat deze problemen heel eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden.
WSDV zou gedreigd hebben met een kort geding, aldus Douwe Edelenbos in de laatste Bondsraad. Dat vond hij niet prettig. Het bestuur van WSDV (waarvan ik voorzitter ben) heeft nooit gedreigd met een kort geding. Wat wel waar is: een brief van WSDV (d.d. 1 november 2018) over de competitievervalsing werd nooit beantwoord, ondanks een indringend verzoek in de brief, herhaaldelijk rappelleren en de toezegging vanuit het KNDB-bestuur dat de brief besproken zou worden.
Vanuit WSDV bestaat veel begrip voor de verontwaardiging over de wijze waarop Douwe Edelenbos de Nationale Competitie leidt. Hij meet met 2 maten, geeft feiten verkeerd weer en lijkt Hijken te willen bevoordelen ten opzichte van andere clubs in de Ereklasse. Verder stel ik vast dat vragen in onze brief van 1 november 2018 aangaande competitievervalsing niet worden beantwoord. Dat vinden wij niet prettig.
Het is en blijft principieel onjuist dat de KNDB die de Nationale Competitie organiseert en als wedstrijdleider verantwoordelijk is voor een regelmatig en eerlijk verloop van de competitie zelf spelers bij clubs weghaalt om ze namens de KNDB af te vaardigen naar een WK, en deze clubs niet tegemoet komt als ze daar om vragen. Van Stigt Thans en WSDV kregen vorig jaar van de KNDB nul op het rekwest toen ze verzoeken (tot spelen op een andere datum) indienden. Genoemde clubs misten beide voor hun wedstrijden in de Ereklasse meerdere spelers vanwege het jeugd WK. Edelenbos verplaatste later de competitieronde van 5 januari 2019, kwam hier vanwege de vele steekhoudende protesten op terug en gaf daarna Hijken de mogelijkheid om niet op 5 januari te spelen. Strikt genomen vanwege het ontbreken van 1 speler. En vervolgens jaagt hij Witte van Moort over de kling. Iedereen in de damwereld weet dat deze problemen heel eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden.
WSDV zou gedreigd hebben met een kort geding, aldus Douwe Edelenbos in de laatste Bondsraad. Dat vond hij niet prettig. Het bestuur van WSDV (waarvan ik voorzitter ben) heeft nooit gedreigd met een kort geding. Wat wel waar is: een brief van WSDV (d.d. 1 november 2018) over de competitievervalsing werd nooit beantwoord, ondanks een indringend verzoek in de brief, herhaaldelijk rappelleren en de toezegging vanuit het KNDB-bestuur dat de brief besproken zou worden.
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Heeft iemand hier een idee of dit hoger beroep is doorgezet en of er al een uitspraak is of wanneer die te verwachten valt. Het lijkt me nogal relevant dat die deze week nog bekend wordt met het oog op de topper van Stigt Thans-Hijken DTC die voor zaterdag op het programma staat.
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Er is beroep aangetekend bij de commissie van beroep. Pieter Wijn heeft aangegeven de zaak nauwkeurig te bestuderen met de commissie en dat de uitspraak nog wel even kan duren, gezien de omvang van het dossier. Hoelang precies is niet bekend.
Overigens had deze hele soap voorkomen kunnen worden. De KNDB wist nameiljk in september 2018 al dat Hijken vrijaf wilde hebben voor de bondscompetitie op 5 januari 2019. Dit was een keiharde eis van Hijken. Het KNDB bestuur vond het blijkbaar niet nodig om dit eerder te communiceren met de rest van de damwereld, met alle gevolgen van dien..........
Overigens had deze hele soap voorkomen kunnen worden. De KNDB wist nameiljk in september 2018 al dat Hijken vrijaf wilde hebben voor de bondscompetitie op 5 januari 2019. Dit was een keiharde eis van Hijken. Het KNDB bestuur vond het blijkbaar niet nodig om dit eerder te communiceren met de rest van de damwereld, met alle gevolgen van dien..........
-
- Posts: 674
- Joined: Tue Apr 03, 2007 22:13
- Real name: Frans de Jonge
- Location: 's-Hertogenbosch
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Zijn de laatste 3 wedstrijden tussen Witte van Moort - Hijken DTC wel gespeeld en zijn de uitslagen bekend?
Het zijn niet allen koks die lange messen dragen.....
Re: Nationale Competitie 2018-2019
De resterende 3 partijen worden donderdag 31 januari gespeeld, aanvang om en nabij 19.00 uur in het clubhuis van damclub Witte van Moort in Westerhaar.
-
- Posts: 349
- Joined: Tue Nov 09, 2004 22:07
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Beste Gerhard,Gerhard Gerritsen wrote: ↑Wed Jan 30, 2019 10:18Hoe organiseer je je eigen weerstand?
WSDV zou gedreigd hebben met een kort geding, aldus Douwe Edelenbos in de laatste Bondsraad. Dat vond hij niet prettig. Het bestuur van WSDV (waarvan ik voorzitter ben) heeft nooit gedreigd met een kort geding.
Hier word ik als leugenaar bestempeld. Graag jouw akkoord om het e-mailbericht dat ik van Harry Otten heb ontvangen, direct gevolgd door jouw e-mailbericht dat het bestuur volledig achter de ondernomen en voorgenomen acties van Harry Otten staat. Een ieder kan dan zijn conclusie(s) trekken.
Mvrgr
Douwe Edelenbos
-
- Posts: 633
- Joined: Fri Sep 19, 2003 10:36
Re: Nationale Competitie 2018-2019
Wellicht is het idee al eerder voorgelegd, maar zou het mogelijk zijn om (met name in de lagere klassen) over te gaan naar meerdere partijen per dag met een veel korter speeltempo (bijv. 40 minuten plus 20 seconden per zet)?
- Je maakt de drempel voor beginners/jeugd lager;
- Met het huidige tempo is de spanning in de eerste uren ver te zoeken;
- Na een zouteloze remise of een blunder krijg je nog een tweede kans;
- Je hebt nog genoeg tijd om een fatsoenlijke partij te spelen. Je zult wat sneller beslissingen moeten nemen, maar dat hoort bij deze tijd.
Bij IJmuiden merken wij dat er genoeg animo voor het dammen is bij de jeugd, maar dat de stap naar de nationale competitie momenteel te groot is. Daardoor gaan alleen de sterksten door en haakt de rest af. Op het moment dat de wat minder sterke jeugdspelers klaar zijn voor de nationale competitie, hebben ze vaak al andere verplichtingen op zaterdag.
- Je maakt de drempel voor beginners/jeugd lager;
- Met het huidige tempo is de spanning in de eerste uren ver te zoeken;
- Na een zouteloze remise of een blunder krijg je nog een tweede kans;
- Je hebt nog genoeg tijd om een fatsoenlijke partij te spelen. Je zult wat sneller beslissingen moeten nemen, maar dat hoort bij deze tijd.
Bij IJmuiden merken wij dat er genoeg animo voor het dammen is bij de jeugd, maar dat de stap naar de nationale competitie momenteel te groot is. Daardoor gaan alleen de sterksten door en haakt de rest af. Op het moment dat de wat minder sterke jeugdspelers klaar zijn voor de nationale competitie, hebben ze vaak al andere verplichtingen op zaterdag.