"Dat is leuk, mijn broer Jan damde vroeger ook. Hij was kampioen van Twente"
![Smile :)](./images/smilies/icon_smile.gif)
Dat dammen en schaken voor mijn grootouders weinig verschil maakte bleek ook toen ik in 1971 tijdens een tweejarig verblijf met de familie in het buitenland, van hen een boekje kreeg opgestuurd : "Dammen voor beginners", van Leen de Rooij. Ik had om een schaakboekje gevraagd ..
![Sad :(](./images/smilies/icon_sad.gif)
Van de dammer Jan, de oom van mijn vader, heb ik nooit meer wat vernomen, hij was toen dit speelde al minstens een decennium tevoren overleden. En het is gebruikelijk dat succes in de familiekring al snel wordt uitvergroot naar talent en kampioenschappen, dus heb ik me nooit serieus afgevraagd of oudoom Jan ook echt een fatsoenlijke partij kon spelen.
Na 40 jaar schaakactiviteit, heeft het boekje van de Rooij er uiteindelijk aan bijgedragen dat ik toch ben gaan dammen. Maar het is een kwart eeuw te laat om mijn grootmoeder uit te horen over haar jongere broer Jan. Dus heb ik dat uit mijn hoofd gezet...
Onlangs kwam mij het boekje "Wat twentse dammers presteerden" van A.Mantel uit 1963 onder ogen, en mijn oog viel op een diagram in het hoofdstukje SLAGZETTEN EN PARTIJFRAGMENTEN (uitgevoerd in de partij)
![Surprised :o](./images/smilies/icon_surprised.gif)
Fragment 15 was er één van J.Luyerweerd, Hengelo, geboren 1905.
![Image](http://fmjd.org/dias2/save/13102954445.png)
Het fragment stamt uit 1946 :
"Wit (J.Luyerweerd) speelde 1.30-25, in de hoop op 1..20-24 van zwart (S.Elfring), want met 1..9-14 verplaatst deze zijn schijven te veel naar zijn linkervleugel, terwijl de rechtervleugel juist versterking moet hebben. Zwart zag met 1..20-24 geen gevaar in 2.25-20! van wit , meende dan zelfs een schijf te winnen door 2..24-29?, maar wit had verder gekeken en won fraai door : 3.32-27 15x24 4.35-30 24x35 5.28-22 17x28 6.27-21 16x27 7.31x2 35-40 8.2-11 40-45 12.11-50.De afwerking na ..24-29 van zwart is niet moeilijk, maar de twee voorgaande zetten van wit waren goed bekeken ! "
Aldus A.Mantel, en hoewel de naam niet goed is gespeld (J.Luierweert) ben ik door dit boekje op het spoor gezet van een oudoom die ik door zijn vroege overlijden nooit heb gekend. En die kennelijk toch een zeer redelijk dammer is geweest - al zal de uitspraak van mijn oma, "damkampioen van Twente", wel overdreven zijn geweest.
De geboortedatum en plaats kloppen, het dammen ook ; en de spelling van Mantel komt helemaal niet voor in de regio.
Het is erg lang geleden, Jan Luierweert is al een halve eeuw niet meer onder de levenden, maar misschien heeft iemand toch gegevens of aanknopingspunten die wat meer informatie over diens damactiviteiten kunnen opleveren, zoals partijen of uitslagen. Jan heeft zijn werkzame leven grotendeel met een eigen kapperszaak in Hengelo gevuld. Geboren in 1905, dus ongetwijfeld in de loop van de jaren 1920 al actief als dammer.