Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Nav de WK-match Georgiev-Ndjofang vroeg ik mij af of er één andere sport is waar men vergelijkbare kunstgrepen toepast om de wereldkampioen aan te wijzen. Een kleine beschouwing:
Twee weken geleden stond er een mooie spotprent in de Volkskrant. Obama en Poetin zitten te dammen. Terwijl Obama nog een blik werpt op de spelregels graait Poetin met beide handen diens schijven van het bord. Valsspeler Poetin heeft één ding wel goed begrepen. Dammen draait om het veroveren van stukken van de tegenstander. Je kunt ook winnen door de tegenstander volledig vast te zetten maar de gebruikelijke manier is: Alle stukken van de tegenstander veroveren.
Soms lukt dit niet, met name als er wederzijds dammen op het bord komen. Dan ontstaat oneindig spel. Het spelreglement voorziet in dergelijke gevallen in het bevriezen van de stand (herhaling van zetten, 16-zettenregel, 25-zettenregel). In een ver, heel ver verleden heeft men besloten om de partij ingeval van oneindig spel remise te verklaren, ongeacht de materiaalverhouding op het bord. Bij een erg scheve materiaalverhouding, bijvoorbeeld drie dammen tegen één dam, ging dit toch wel tegen het gevoel in. Van tijd tot tijd laaiden discussies op.
Vanaf begin jaren zeventig, bijna een halve eeuw dus al weer, werden de krachtsverschillen tussen spelers op het hoogste niveau zo klein dat al hun partijen in remise eindigden, een enkele uitzondering daargelaten. Georgiev–Ndjofang was geen uitzondering. Om allerlei redenen, publicitair en sportief, is dit een zeer onwenselijke toestand.
De oplossing ligt zeer voor de hand. Beloon, conform de aard van het spel, het materiële voordeel in de slotstand. Hiermee is inmiddels daadwerkelijk ervaring opgedaan. In Delft werd in 2006 bijvoorbeeld de officieuze WK-match Tsjizjov-Valneris gespeeld. Zeven reguliere partijen zonder barrages: 1-9, 6-4, 4-6, 5-5, 2-8, 5-5, 6-4. Het fraaie spel van Valneris werd beloond, hij won met 41-29.
In Goes werd in die periode in het toptoernooi met een dergelijke puntentelling gewerkt in zeer sterk afgezwakte vorm, maar het effect was ongeveer hetzelfde als in Delft. In het NK wordt de laatste jaren met een nog wat verder afgezwakte puntentelling gewerkt, het zogenaamde plusje. Boomstra werd dit jaar dankzij plusjes Nederlands kampioen. De FMJD doet het anders. De werelddambond zegt feitelijk: Onze sport, het dammen, heeft een probleem, een remiseprobleem. Aan de puntentelling die ooit is bedacht mag niet worden getornd. BESTE MENSEN, HET PROBLEEM IS DUS ONOPLOSBAAR. Maar we forceren een soortement oplossing door de sterkste spelers ter wereld alsmaar vluggertjes te laten spelen. Dan valt er vanzelf een keer een beslissing. Dit klopt, maar kan toch niet als een erg bevredigende toestand worden gezien.
Het enige wat ik van FMJD-president Harry Otten over deze materie heb gelezen is: Als de Delftse telling (lees puntenoverwinning, HdW) wordt ingevoerd, kunnen we de hele bestaande theorie weggooien. Harry verwart puntentelling met theorievorming, het zijn echter heel verschillende zaken. In grote lijnen blijft de bestaande theorie van kracht, hier en daar uitgebreid. En dat lijkt me niet verkeerd. Het damspel moet zich kunnen ontwikkelen, dus ook de theorie.
Er is wel gezegd dat aanpassing van de puntentelling leidt tot ordinair jagen op schijven in het eindspel. Mijn vraag: Hoe ordinair is een dammer die op schijven jaagt? Moeten we een dammer die op schijven jaagt enig fatsoen bijbrengen?
Twee weken geleden stond er een mooie spotprent in de Volkskrant. Obama en Poetin zitten te dammen. Terwijl Obama nog een blik werpt op de spelregels graait Poetin met beide handen diens schijven van het bord. Valsspeler Poetin heeft één ding wel goed begrepen. Dammen draait om het veroveren van stukken van de tegenstander. Je kunt ook winnen door de tegenstander volledig vast te zetten maar de gebruikelijke manier is: Alle stukken van de tegenstander veroveren.
Soms lukt dit niet, met name als er wederzijds dammen op het bord komen. Dan ontstaat oneindig spel. Het spelreglement voorziet in dergelijke gevallen in het bevriezen van de stand (herhaling van zetten, 16-zettenregel, 25-zettenregel). In een ver, heel ver verleden heeft men besloten om de partij ingeval van oneindig spel remise te verklaren, ongeacht de materiaalverhouding op het bord. Bij een erg scheve materiaalverhouding, bijvoorbeeld drie dammen tegen één dam, ging dit toch wel tegen het gevoel in. Van tijd tot tijd laaiden discussies op.
Vanaf begin jaren zeventig, bijna een halve eeuw dus al weer, werden de krachtsverschillen tussen spelers op het hoogste niveau zo klein dat al hun partijen in remise eindigden, een enkele uitzondering daargelaten. Georgiev–Ndjofang was geen uitzondering. Om allerlei redenen, publicitair en sportief, is dit een zeer onwenselijke toestand.
De oplossing ligt zeer voor de hand. Beloon, conform de aard van het spel, het materiële voordeel in de slotstand. Hiermee is inmiddels daadwerkelijk ervaring opgedaan. In Delft werd in 2006 bijvoorbeeld de officieuze WK-match Tsjizjov-Valneris gespeeld. Zeven reguliere partijen zonder barrages: 1-9, 6-4, 4-6, 5-5, 2-8, 5-5, 6-4. Het fraaie spel van Valneris werd beloond, hij won met 41-29.
In Goes werd in die periode in het toptoernooi met een dergelijke puntentelling gewerkt in zeer sterk afgezwakte vorm, maar het effect was ongeveer hetzelfde als in Delft. In het NK wordt de laatste jaren met een nog wat verder afgezwakte puntentelling gewerkt, het zogenaamde plusje. Boomstra werd dit jaar dankzij plusjes Nederlands kampioen. De FMJD doet het anders. De werelddambond zegt feitelijk: Onze sport, het dammen, heeft een probleem, een remiseprobleem. Aan de puntentelling die ooit is bedacht mag niet worden getornd. BESTE MENSEN, HET PROBLEEM IS DUS ONOPLOSBAAR. Maar we forceren een soortement oplossing door de sterkste spelers ter wereld alsmaar vluggertjes te laten spelen. Dan valt er vanzelf een keer een beslissing. Dit klopt, maar kan toch niet als een erg bevredigende toestand worden gezien.
Het enige wat ik van FMJD-president Harry Otten over deze materie heb gelezen is: Als de Delftse telling (lees puntenoverwinning, HdW) wordt ingevoerd, kunnen we de hele bestaande theorie weggooien. Harry verwart puntentelling met theorievorming, het zijn echter heel verschillende zaken. In grote lijnen blijft de bestaande theorie van kracht, hier en daar uitgebreid. En dat lijkt me niet verkeerd. Het damspel moet zich kunnen ontwikkelen, dus ook de theorie.
Er is wel gezegd dat aanpassing van de puntentelling leidt tot ordinair jagen op schijven in het eindspel. Mijn vraag: Hoe ordinair is een dammer die op schijven jaagt? Moeten we een dammer die op schijven jaagt enig fatsoen bijbrengen?
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Het lijkt me toch niet zo dat als jij niet bevredigd bent, de 'toestand' niet bevredigend is.Henk de Witt wrote:Nav de WK-match Georgiev-Ndjofang vroeg ik mij af of er één andere sport is waar men vergelijkbare kunstgrepen toepast om de wereldkampioen aan te wijzen. Een kleine beschouwing:
BESTE MENSEN, HET PROBLEEM IS DUS ONOPLOSBAAR. Maar we forceren een soortement oplossing door de sterkste spelers ter wereld alsmaar vluggertjes te laten spelen. Dan valt er vanzelf een keer een beslissing. Dit klopt, maar kan toch niet als een erg bevredigende toestand worden gezien.
Ik zie geen argumenten langs komen, anders dan een in hoofdletters geschreven aanklacht.
......door politie en dominee geweerd.....
-
- Posts: 37
- Joined: Tue Nov 09, 2010 09:37
- Real name: Mark Hees
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Ik weet het niet.
Ben in de afgelopen jaren wel wat milder geworden (wijsheid komt met de jaren )
Sneldammen om een WK vind ik persoonlijk erger dan een afwijkende telling (zelfs... Delfts)
Sneldammen bewaar je maar voor een WK sneldammen. Als met een afwijkende telling een winnaar aangewezen kan worden, dan lijkt me dat een betere oplossing. Op WK niveau lijkt schijvenjagen me niet echt nodig. Die zien toch wel welke kant het op gaat? En als dat niet zo is, dan so be it. Dan gewoon schijvenjagen.
Ben in de afgelopen jaren wel wat milder geworden (wijsheid komt met de jaren )
Sneldammen om een WK vind ik persoonlijk erger dan een afwijkende telling (zelfs... Delfts)
Sneldammen bewaar je maar voor een WK sneldammen. Als met een afwijkende telling een winnaar aangewezen kan worden, dan lijkt me dat een betere oplossing. Op WK niveau lijkt schijvenjagen me niet echt nodig. Die zien toch wel welke kant het op gaat? En als dat niet zo is, dan so be it. Dan gewoon schijvenjagen.
-
- Posts: 1780
- Joined: Sun Nov 02, 2003 17:13
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Ik blijf het zeggen: het gezeur over de puntentelling is schadelijker dan de remises zelf. Niet iedere verandering is een verbetering. Ook het aanpassen van het speeltempo in de NC heeft niet geleid tot hogere spruitjes consumptie.
-
- Posts: 351
- Joined: Mon Jul 07, 2003 22:09
- Location: the Netherlands
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Precies, ik ben het helemaal met Fred eens. Een nieuwe puntentelling veroorzaakt zo'n schokeffect dat een aantal dammers dat niet zal overleven (overleven binnen de kaders van de damsport). Het is beter om je kop gewoon in het zand te steken en de zaak te laten doodbloeden. Het zal onze tijd wel duren.Fred van Amersfoort wrote:Ik blijf het zeggen: het gezeur over de puntentelling is schadelijker dan de remises zelf. Niet iedere verandering is een verbetering. Ook het aanpassen van het speeltempo in de NC heeft niet geleid tot hogere spruitjes consumptie.
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Graag wil ik mijn grote waardering uitspreken voor Harrie Otten. Toen ik enkele jaren terug op teletekst uitslagen zag van 12-0, 9-3 en 7-5 in de World Cup in plaats van het gebruikelijke rijtje 1-1 `s moest ik wel even mijn ogen uitwrijven. Harrie heeft daadkracht getoond. Het knockoutsysteem en de superblitzpartijtjes waren een spektakel om te volgen. Hoe je het wendt of keert, hier is toch een belangrijke stap gezet naar de broodnodige modernisering van het damspel. Dat gaat nu eenmaal met horten en stoten. Ik hecht er aan dit te zeggen omdat je het als bestuurder nooit iedereen naar de zin kunt maken en soms veel over je heen krijgt. Harry’s opmerking op dit forum over ‘dammers die hun eigen hersenschimmen najagen’ had hij van mij niet hoeven verwijderen. Een bestuurder is ook maar een mens en mag op zijn tijd best een keer terugbijten.
Wellicht doe ik Harrie's medebestuurders tekort, maar mijn indruk van afstand is dat hij de belangrijkste aanjager van de veranderingen is. Hulde!
-----------------------
Laat onverlet dat de wijze waarop de wereldkampioen is aangewezen in de match Georgiev-Ndjofang afbreuk doet aan de diepgang van ons spel. Vluggeren kan leuk zijn, maar we willen ons toch ook profileren als een serieuze denksport. Ik heb deze aparte draad geopend om op een wat hoger abstractieniveau te filosoferen over de aard van ons spel. Daarbij hoort ook enig historisch besef. Voor beleidsmakers is het denk ik goed om te beseffen hoe ons spel zich stapje voor stapje heeft ontwikkeld van een bordspel van lijnen en pionnen naar velden en schijven, van 64 velden naar 100, van zwakke dam naar sterke dam, invoering van de meerslagregel. Tot er uiteindelijk een spel van volmaakte schoonheid is ontstaan. Dat mogen we toch wel stellen. Met de kanttekening dat die volmaakte schoonheid zit in de problematiek, zeg maar de kunstafdeling van het dammen. Maar.. de problematiek is ergens toch geënt op die vermaledijde wedstrijdsport. Wit wint.
Graag wijs ik nog even op het grote artikel van Arne van Mourik in de Volkskrant. Mooi en enthousiast gschreven! Staat ook op de WK-website.
Vandaag een paginagroot interview in de Volkskrant met Anish Giri, de Boomstra van het schaken. Openhartig en opmerkelijk gepeperde uitspraken over wereldkampioen Carlsen.
Wellicht doe ik Harrie's medebestuurders tekort, maar mijn indruk van afstand is dat hij de belangrijkste aanjager van de veranderingen is. Hulde!
-----------------------
Laat onverlet dat de wijze waarop de wereldkampioen is aangewezen in de match Georgiev-Ndjofang afbreuk doet aan de diepgang van ons spel. Vluggeren kan leuk zijn, maar we willen ons toch ook profileren als een serieuze denksport. Ik heb deze aparte draad geopend om op een wat hoger abstractieniveau te filosoferen over de aard van ons spel. Daarbij hoort ook enig historisch besef. Voor beleidsmakers is het denk ik goed om te beseffen hoe ons spel zich stapje voor stapje heeft ontwikkeld van een bordspel van lijnen en pionnen naar velden en schijven, van 64 velden naar 100, van zwakke dam naar sterke dam, invoering van de meerslagregel. Tot er uiteindelijk een spel van volmaakte schoonheid is ontstaan. Dat mogen we toch wel stellen. Met de kanttekening dat die volmaakte schoonheid zit in de problematiek, zeg maar de kunstafdeling van het dammen. Maar.. de problematiek is ergens toch geënt op die vermaledijde wedstrijdsport. Wit wint.
Graag wijs ik nog even op het grote artikel van Arne van Mourik in de Volkskrant. Mooi en enthousiast gschreven! Staat ook op de WK-website.
Vandaag een paginagroot interview in de Volkskrant met Anish Giri, de Boomstra van het schaken. Openhartig en opmerkelijk gepeperde uitspraken over wereldkampioen Carlsen.
-
- Posts: 3574
- Joined: Sun Nov 02, 2003 13:05
- Location: Harlingen
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Het is wel een interessante ontwikkeling die je hier schetst Henk.Henk de Witt wrote: Daarbij hoort ook enig historisch besef. Voor beleidsmakers is het denk ik goed om te beseffen hoe ons spel zich stapje voor stapje heeft ontwikkeld van een bordspel van lijnen en pionnen naar velden en schijven, van 64 velden naar 100, van zwakke dam naar sterke dam, invoering van de meerslagregel. Tot er uiteindelijk een spel van "volmaakte schoonheid" is ontstaan.
Als je de historie volgt, zijn dat heftige stappen die tot het huidige damspel hebben geleid.
Wanneer je nu de huidige ontwikkelingen bekijkt, proberen we met heel kleine stappen – wijziging puntentelling of door het verhogen van het speeltempo (het forceren van meer fouten) – meer “beslissingen” te laten vallen. Met daarbij steeds in het achterhoofd houden: het spel mag niet ingrijpend veranderd worden.
Dat is in het verleden dus wel gebeurd. Misschien is zo’n heftige stap (spelregelwijziging) tot bijvoorbeeld Killer-dammen wel de juiste stap….
https:toernooibase.kndb.nl More than 415.000 games on applet, more than 1.300.000 results, more than 21.000 games broadcasted (semi-)live, more than 12.900 inserted tournaments!
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Niets is moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling
WK-columnist Auke Scholma vond het niet fijn om te moeten melden dat alle partijen in de tweede ronde in remise waren geëindigd. Dat valt te begrijpen. Voor ingewijden, door mij geschat op zo’n 300 dammers, valt er natuurlijk genoeg te genieten. Van deze kleine groep zit een groot deel ook telkens weer met een kater als zoveel spannende partijen uiteindelijk weer in remise eindigen.
Wat dan te denken van de argeloze leek die de uitslagen op teletekst volgt. Die moet wel erg van minimale kunst houden om in staat van opwinding te geraken.
Enkele dappere strijders, ik noem mijn goede vriend Gerard Kolsloot en problemist Arne van Mourik hebben onlangs de publiciteit gezocht om de schoonheid en diepgang van het spel maar weer eens onder de aandacht te brengen. Dat is goed en valt te prijzen. Het spel is prachtig. Dat dit mooie spel ondergeschikt wordt gemaakt aan een (zeer) verouderde puntentelling berust op een tragisch misverstand. Het wordt de dampromotors zo wel erg moeilijk gemaakt.
Over de derde ronde kon Auke melden dat, naast de fraaie overwinning van Jan Groenendijk, maar liefst vier spelers de winst hebben gemist. Dammers die hier na vijftig jaar remiseleed toch nog moed uitputten moet ik teleurstellen. Ik citeer Auke:
(...) wijze grootmeesters hielden ons al jong voor, dat niets moeilijker is dan het winnen van een gewonnen stelling. Zodra een speler voelt dat hij gewonnen staat, bekruipt hem het gevoel dat hij zijn belangrijkste taak heeft volbracht. De overwinning daadwerkelijk over de streep brengen, blijkt psychologisch een moeilijk karwei.
Hier zou ik aan willen toevoegen dat het pad naar de winst op het allerhoogste niveau zo smal is, zoveel energie en tijd kost, dat die winst er vaak niet uitkomt, al heeft een speler analytisch op enig moment gewonnen gestaan.
Het wordt tijd voor een denktank van bestuurders en topspelers om dit probleem nu eens echt te analyseren zonder de druk om snel met een concrete oplossing te komen.
Voor vandaag is Auke optimistisch. De overwinningen zouden wel eens als appelen kunnen vallen. Laten we het hopen. De relatief iets zwakkere spelers zullen toch een keer gaan kraken. Zou ook plezierig zijn voor de organisatie, zij hebben een prachtig evenement neergezet.
WK-columnist Auke Scholma vond het niet fijn om te moeten melden dat alle partijen in de tweede ronde in remise waren geëindigd. Dat valt te begrijpen. Voor ingewijden, door mij geschat op zo’n 300 dammers, valt er natuurlijk genoeg te genieten. Van deze kleine groep zit een groot deel ook telkens weer met een kater als zoveel spannende partijen uiteindelijk weer in remise eindigen.
Wat dan te denken van de argeloze leek die de uitslagen op teletekst volgt. Die moet wel erg van minimale kunst houden om in staat van opwinding te geraken.
Enkele dappere strijders, ik noem mijn goede vriend Gerard Kolsloot en problemist Arne van Mourik hebben onlangs de publiciteit gezocht om de schoonheid en diepgang van het spel maar weer eens onder de aandacht te brengen. Dat is goed en valt te prijzen. Het spel is prachtig. Dat dit mooie spel ondergeschikt wordt gemaakt aan een (zeer) verouderde puntentelling berust op een tragisch misverstand. Het wordt de dampromotors zo wel erg moeilijk gemaakt.
Over de derde ronde kon Auke melden dat, naast de fraaie overwinning van Jan Groenendijk, maar liefst vier spelers de winst hebben gemist. Dammers die hier na vijftig jaar remiseleed toch nog moed uitputten moet ik teleurstellen. Ik citeer Auke:
(...) wijze grootmeesters hielden ons al jong voor, dat niets moeilijker is dan het winnen van een gewonnen stelling. Zodra een speler voelt dat hij gewonnen staat, bekruipt hem het gevoel dat hij zijn belangrijkste taak heeft volbracht. De overwinning daadwerkelijk over de streep brengen, blijkt psychologisch een moeilijk karwei.
Hier zou ik aan willen toevoegen dat het pad naar de winst op het allerhoogste niveau zo smal is, zoveel energie en tijd kost, dat die winst er vaak niet uitkomt, al heeft een speler analytisch op enig moment gewonnen gestaan.
Het wordt tijd voor een denktank van bestuurders en topspelers om dit probleem nu eens echt te analyseren zonder de druk om snel met een concrete oplossing te komen.
Voor vandaag is Auke optimistisch. De overwinningen zouden wel eens als appelen kunnen vallen. Laten we het hopen. De relatief iets zwakkere spelers zullen toch een keer gaan kraken. Zou ook plezierig zijn voor de organisatie, zij hebben een prachtig evenement neergezet.
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Dammen is inderdaad zelfkastijding met dit veroudere regelement. Zelfs als je kunt winnen is het vaak domweg te lastig. Ik zag een analyse van Sijbrands. Wit wint analytisch, maar ik weet zeker dat geen enkele grootmeester het zou vinden, zo bizar moeilijk en enkele malen moet je de enige zet vinden die niet voor de hand ligt.Henk de Witt wrote:Niets is moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling
WK-columnist Auke Scholma vond het niet fijn om te moeten melden dat alle partijen in de tweede ronde in remise waren geëindigd. Dat valt te begrijpen. Voor ingewijden, door mij geschat op zo’n 300 dammers, valt er natuurlijk genoeg te genieten. Van deze kleine groep zit een groot deel ook telkens weer met een kater als zoveel spannende partijen uiteindelijk weer in remise eindigen.
Wat dan te denken van de argeloze leek die de uitslagen op teletekst volgt. Die moet wel erg van minimale kunst houden om in staat van opwinding te geraken.
Enkele dappere strijders, ik noem mijn goede vriend Gerard Kolsloot en problemist Arne van Mourik hebben onlangs de publiciteit gezocht om de schoonheid en diepgang van het spel maar weer eens onder de aandacht te brengen. Dat is goed en valt te prijzen. Het spel is prachtig. Dat dit mooie spel ondergeschikt wordt gemaakt aan een (zeer) verouderde puntentelling berust op een tragisch misverstand. Het wordt de dampromotors zo wel erg moeilijk gemaakt.
Over de derde ronde kon Auke melden dat, naast de fraaie overwinning van Jan Groenendijk, maar liefst vier spelers de winst hebben gemist. Dammers die hier na vijftig jaar remiseleed toch nog moed uitputten moet ik teleurstellen. Ik citeer Auke:
(...) wijze grootmeesters hielden ons al jong voor, dat niets moeilijker is dan het winnen van een gewonnen stelling. Zodra een speler voelt dat hij gewonnen staat, bekruipt hem het gevoel dat hij zijn belangrijkste taak heeft volbracht. De overwinning daadwerkelijk over de streep brengen, blijkt psychologisch een moeilijk karwei.
Hier zou ik aan willen toevoegen dat het pad naar de winst op het allerhoogste niveau zo smal is, zoveel energie en tijd kost, dat die winst er vaak niet uitkomt, al heeft een speler analytisch op enig moment gewonnen gestaan.
Het wordt tijd voor een denktank van bestuurders en topspelers om dit probleem nu eens echt te analyseren zonder de druk om snel met een concrete oplossing te komen.
Voor vandaag is Auke optimistisch. De overwinningen zouden wel eens als appelen kunnen vallen. Laten we het hopen. De relatief iets zwakkere spelers zullen toch een keer gaan kraken. Zou ook plezierig zijn voor de organisatie, zij hebben een prachtig evenement neergezet.
Er is een enorme kloof tussen dammen als kunst (regels helemaal perfect!) en dammen als wedstrijdsport. Dammers verdedigen iets puur vanwege chauvinistische redenen. Als ze met betere regels waren opgegroeid zouden ze nooit de remiseregels verdedigen. In de Friese damwereld ridiculiseren ze al die remises, want daar is men gewend dat een partij in een beslissing eindigt.
Zoals HdW terecht aangeeft, kenners kunnen zich er nog wel mee vermaken. Voor mijzelf is het helemaal niet zo'n probleem. Ik kan me uitleven met analyses en heb nu de tijd eens goed naar de overwinningen te kijken. Maar er zijn ook mensen die niet aleen aan zichzelf denken. Als je denkt aan de belangen van de damsport, dan is de remiseregen werkelijk onacceptabel. De mensen lezen gewoon dat er tien remises vallen en het zal ze worst wezen hoe die remise tot stand is gekomen.
In een discussietje met een collega dammer beweerde ik dat je bij dammen alleen wint als de tegenstander een zeer ernstige fout maakt. De vraag die gesteld werd als repliek was "In welke denksport dan niet?" Ik had er wel tien of meer kunnen noemen, zoals bij Fries dammen, killer, Ktardammen, dameo enz, maar hield het als antwoord bij schaken. Eerst werd domweg ontkend dat schaakgrootmeesters van ekaar winnen, zonder dat iemand hoeft te blunderen. Toen die vlieger niet op bleek te gaan, nam de man zijn toevlucht tot afleidingsmanoeuvres: "Maar bij schaken heeft wit voordeel! Dat is toch belachelijk!"
"Dat is dus niet waar we het over hadden," was mijn weerwoord, want de slinkse bedoeling is dat ik er op inga (het argument is een lachtertje, want het is juist heel goed voor het winstpercentage dat wit voordeel heeft, want wit gaat dan eerder op winst spelen natuurlijk) en dan is de lastige vraag ineens weg.
Toen ik probeerde uit te leggen dat in mijn visie sneldammen na een remise geen goede oplossing is, omdat je alleen maar nog meer remises produceert en je bij de zogenaamde Georgiev-Lehmanbarrage niet eens meer normaal na kunt denken (wat mij wel relevant lijkt bij denksport) was de repliek: "Als je zo denkt, heb je geen verstand van denksport!"
Mijn beroep is damleraar, ik ben auteur van meer dan 10 damboeken, heb geschreeven over killer, eindspel, Fries dammen en filosofeer graag over denksporten, ik speel talloze damvarianten, speel schaak, speel diverse andere abstracte denkpelen en meneer komt aankakkken met dat ik geen verstand heb van denksport."
Dit gedoe is wel tekenend voor het niveau van het debat in het damdiscours, helaas. Ik debateer graag met argumenten, maar niet iedereen wil het spel (debat) eerlijk spelen.
Slotsom: Ik ga mijn tijd er niet langer aan verdoen. Na de hatelijke oppmerking van X ben ik ook meteen gestopt met nog argumenten aan te dragen, en ben weggelopen en met iemand anders gaan kletsen, want tegen zoveel drogredeneringen en haat kan ik niet op.
Heaven is no location, but a state of mind
- Henk de Witt
- Posts: 1190
- Joined: Sun Dec 14, 2003 22:45
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Dit soort discussies is heel herkenbaar Tjalling. Door mij in het verleden wel 'moerasdiscussies' genoemd. Jij ziet een probleem, jouw plezier in de damsport wordt deels bedorven door al die remises op het hoogste niveau. Verder zie jij het verband tussen het beroerde imago van onze sport en al die remises. Je denkt op een zeker abstractieniveau. Jouw gesprekspartner denkt op een heel ander, persoonlijk niveau. Hij vindt dammen een leuk spel en is tevreden zoals het nu gaat. Het probleem dat jij aansnijdt raakt hem niet. Hij is bang dat de situatie die hij als prettig ervaart, gaat veranderen. Verandering brengt onzekerheid met zich mee, de mens is voor een belangrijk deel een gewoontedier. Voor een groep dammers is het remiseprobleem een ongemakkelijke waarheid zoals voor een groep automobilisten de klimaatverandering een ongemakkelijke waarheid is.In een discussietje met een collega dammer beweerde ik dat je bij dammen alleen wint als de tegenstander een zeer ernstige fout maakt. De vraag die gesteld werd als repliek was "In welke denksport dan niet?" Ik had er wel tien of meer kunnen noemen, zoals bij Fries dammen, killer, Ktardammen, dameo enz, maar hield het als antwoord bij schaken. Eerst werd domweg ontkend dat schaakgrootmeesters van ekaar winnen, zonder dat iemand hoeft te blunderen. Toen die vlieger niet op bleek te gaan, nam de man zijn toevlucht tot afleidingsmanoeuvres: "Maar bij schaken heeft wit voordeel! Dat is toch belachelijk!"
"Dat is dus niet waar we het over hadden," was mijn weerwoord, want de slinkse bedoeling is dat ik er op inga (het argument is een lachtertje, want het is juist heel goed voor het winstpercentage dat wit voordeel heeft, want wit gaat dan eerder op winst spelen natuurlijk) en dan is de lastige vraag ineens weg.
Toen ik probeerde uit te leggen dat in mijn visie sneldammen na een remise geen goede oplossing is, omdat je alleen maar nog meer remises produceert en je bij de zogenaamde Georgiev-Lehmanbarrage niet eens meer normaal na kunt denken (wat mij wel relevant lijkt bij denksport) was de repliek: "Als je zo denkt, heb je geen verstand van denksport!"
Wat mij als gedragsdeskundige mateloos boeit is hoe mensen hun weerstand tegen verandering kunnen rationaliseren. Jouw gesprekspartner suggereert bijvoorbeeld dat schaken ongeveer hetzelfde probleem heeft als dammen. Hij trekt jou al een beetje het moeras in. Jij wilt het over dammen hebben, het schaken lost zijn eigen problemen maar op. Bovendien is het niet waar wat hij zegt. Jij kent de feiten en hebt hem die voorgelegd. Maar hij is niet geïnteresseerd in de feiten, hij wil geen verandering. De waarheid is voor hem daaraan ondergeschikt. Had jij het gesprek teruggebracht naar het dammen, dan was er waarschijnlijk iets gevolgd van 'Ach remise, we moeten meer in de media komen, veel belangrijker'. Of sponsors vinden, veel belangrijker. Of jeugd, veel belangrijker. Of.. Vul maar in. Hij wil het gewoon niet hebben over waar jij het over wilt hebben. Achteraf bezien was jullie gesprek zinloos. Ik heb vele zinloze gesprekken gevoerd.
Rationaliseren van ongewenste situaties of gedrag (Roken gevaarlijk? Ach mijn opa rookte drie pakjes per dag en is honderd geworden.) is van alle tijden en komt overal voor. Blijf aub je mening geven. Laat je niet ontmoedigen door bepaalde reacties, die wellicht niet de moeite waard zijn om je daar iets van aan te trekken.
- Arjen de Mooij
- Posts: 976
- Joined: Mon Sep 29, 2003 11:23
- Location: Rijnsburg
- Contact:
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Henk, bij het lezen van de titel "Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?" werd er een grote glimlach op mijn gelaat getoverd (voor de slechte verstaander: google maar eens op de term).
Ik moet zeggen dat ik tot nu toe heb genoten van het WK, maar heb wel het gevoel dat de overwinningen "ondanks de remisemarge" plaatsvinden. Het is ondenkbaar dat Groenendijk ook Geoergiev aan de zegekar bindt, terwijl Federer, als hij een offday heeft, gewoon door een top 50 speler van de baan wordt geslagen. Op dit moment is een WK voor spelers met een rating onder de 1100 (toch het grootste deel van de dammers) niet meer interessant om te volgen (tenzij er natuurlijk een Nederlandse winnaar komt, dan is alles Hosanna ed, maar daar gaat het nu niet om).
Ik denk zeker dat we met de invoering van de Delftse telling (of Killerdammen, wat mijn voorkeur heeft) een gok zouden nemen. De 'gewone dammer' zou inderdaad wel eens weg kunnen lopen. Het alternatief is echter dat de damsport niet aantrekkelijk blijft, er geen nieuwe aanwas komt, en de damwereld langzaam leegbloedt. Ik kies liever voor het eerste
Misschien moeten we de chinezen overtuigen van het Killerdammen, als er daar straks 20000 dammers zijn, dan hebben wij er geen kloten meer over te zeggen, en dan kan de gewone dammer het rambam krijgen. Tjalling, hoe is je Mandarijn(s?)?
Ik moet zeggen dat ik tot nu toe heb genoten van het WK, maar heb wel het gevoel dat de overwinningen "ondanks de remisemarge" plaatsvinden. Het is ondenkbaar dat Groenendijk ook Geoergiev aan de zegekar bindt, terwijl Federer, als hij een offday heeft, gewoon door een top 50 speler van de baan wordt geslagen. Op dit moment is een WK voor spelers met een rating onder de 1100 (toch het grootste deel van de dammers) niet meer interessant om te volgen (tenzij er natuurlijk een Nederlandse winnaar komt, dan is alles Hosanna ed, maar daar gaat het nu niet om).
Ik denk zeker dat we met de invoering van de Delftse telling (of Killerdammen, wat mijn voorkeur heeft) een gok zouden nemen. De 'gewone dammer' zou inderdaad wel eens weg kunnen lopen. Het alternatief is echter dat de damsport niet aantrekkelijk blijft, er geen nieuwe aanwas komt, en de damwereld langzaam leegbloedt. Ik kies liever voor het eerste
Misschien moeten we de chinezen overtuigen van het Killerdammen, als er daar straks 20000 dammers zijn, dan hebben wij er geen kloten meer over te zeggen, en dan kan de gewone dammer het rambam krijgen. Tjalling, hoe is je Mandarijn(s?)?
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Lekker sappig, Zopje.Arjen de Mooij wrote:Henk, bij het lezen van de titel "Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?" werd er een grote glimlach op mijn gelaat getoverd (voor de slechte verstaander: google maar eens op de term).
Ik moet zeggen dat ik tot nu toe heb genoten van het WK, maar heb wel het gevoel dat de overwinningen "ondanks de remisemarge" plaatsvinden. Het is ondenkbaar dat Groenendijk ook Geoergiev aan de zegekar bindt, terwijl Federer, als hij een offday heeft, gewoon door een top 50 speler van de baan wordt geslagen. Op dit moment is een WK voor spelers met een rating onder de 1100 (toch het grootste deel van de dammers) niet meer interessant om te volgen (tenzij er natuurlijk een Nederlandse winnaar komt, dan is alles Hosanna ed, maar daar gaat het nu niet om).
Ik denk zeker dat we met de invoering van de Delftse telling (of Killerdammen, wat mijn voorkeur heeft) een gok zouden nemen. De 'gewone dammer' zou inderdaad wel eens weg kunnen lopen. Het alternatief is echter dat de damsport niet aantrekkelijk blijft, er geen nieuwe aanwas komt, en de damwereld langzaam leegbloedt. Ik kies liever voor het eerste
Misschien moeten we de chinezen overtuigen van het Killerdammen, als er daar straks 20000 dammers zijn, dan hebben wij er geen kloten meer over te zeggen, en dan kan de gewone dammer het rambam krijgen. Tjalling, hoe is je Mandarijn(s?)?
Het is wel waar natuurlijk dat als China iets bepaalt, de rest wel zal moeten volgen. De overheid van China gaf Mugabe een prijs voor de vrede, eerder aan Putin, de man die ziekenhuizen in Syrië bombardeert ... De naam killer zal ze vast aanspreken.
Vroeger was men trouwens niet zo voorzichtig als nu met namen, toen had men nog pit, net als een goedgekweekte mandarijn. Van Emden hanteert voor de term ruilen het macabere moorden. In het Engels is de betekenis van killer touwens helemaal niet agressief bedoeld, er zijn bijvoorbeeld killer sodoku's en in die context betekent killer zoiets als geweldig (moeilijk).
Heaven is no location, but a state of mind
-
- Posts: 3574
- Joined: Sun Nov 02, 2003 13:05
- Location: Harlingen
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
We hebben een mooi WK gehad.
Positief was dat vanaf het begin af aan een niet gedachte zeer jonge outsider zich in de strijd om de titel mengde. Dat gaf extra publiciteit.
De internetverslaggeving met live-analyses was vooral voor de insiders/damliefhebbers fantastisch. Het enige wat we nog missen is een digitaal demonstratiebord, maar dat zal nog wel komen.
Als we de positieve aspecten gewoon even wegdenken en koel naar de cijfers kijken van de grote wereldkampioenschapstoernooien vanaf 2000.
Beslissingspercentage:
2001 Moskou: 38%
2003 Zwartsluis: 33%
2007 Hardenberg (met plusjes): 36%
(in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 50%)
2011 Emmeloord (met plusjes): 26%
( in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 40%)
2015 Emmen (met 80+1): 25%
Een tweekamp Groenendijk – Georgiev kan wel eens fors tegenvallen. Op basis van deze cijfers mag je veronderstellen dat in een match van twaalf partijen er in de reguliere partijen maximaal 3 beslissingen zullen vallen. Waarschijnlijk minder. Georgiev heeft tegen Ndjofang aangetoond dat hij ook het catenaccio dammen beheerst. Dan zou een eventueel Groenendijk-effect snel weg kunnen ebben.
Kortom, laat de discussie over schijven jagen?, Killer-dammen of?, niet door een mooi WK (voor de huidige damliefhebbers) stilvallen.
Wat te denken van een Killer-schaduwmatch: Anikeev – Sipma? Er zal op hoog niveau getest moeten worden.
Positief was dat vanaf het begin af aan een niet gedachte zeer jonge outsider zich in de strijd om de titel mengde. Dat gaf extra publiciteit.
De internetverslaggeving met live-analyses was vooral voor de insiders/damliefhebbers fantastisch. Het enige wat we nog missen is een digitaal demonstratiebord, maar dat zal nog wel komen.
Als we de positieve aspecten gewoon even wegdenken en koel naar de cijfers kijken van de grote wereldkampioenschapstoernooien vanaf 2000.
Beslissingspercentage:
2001 Moskou: 38%
2003 Zwartsluis: 33%
2007 Hardenberg (met plusjes): 36%
(in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 50%)
2011 Emmeloord (met plusjes): 26%
( in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 40%)
2015 Emmen (met 80+1): 25%
Een tweekamp Groenendijk – Georgiev kan wel eens fors tegenvallen. Op basis van deze cijfers mag je veronderstellen dat in een match van twaalf partijen er in de reguliere partijen maximaal 3 beslissingen zullen vallen. Waarschijnlijk minder. Georgiev heeft tegen Ndjofang aangetoond dat hij ook het catenaccio dammen beheerst. Dan zou een eventueel Groenendijk-effect snel weg kunnen ebben.
Kortom, laat de discussie over schijven jagen?, Killer-dammen of?, niet door een mooi WK (voor de huidige damliefhebbers) stilvallen.
Wat te denken van een Killer-schaduwmatch: Anikeev – Sipma? Er zal op hoog niveau getest moeten worden.
https:toernooibase.kndb.nl More than 415.000 games on applet, more than 1.300.000 results, more than 21.000 games broadcasted (semi-)live, more than 12.900 inserted tournaments!
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Killer match Anikeev - Sipma, ja een prachtig idee!Piet Bouma wrote:We hebben een mooi WK gehad.
Positief was dat vanaf het begin af aan een niet gedachte zeer jonge outsider zich in de strijd om de titel mengde. Dat gaf extra publiciteit.
De internetverslaggeving met live-analyses was vooral voor de insiders/damliefhebbers fantastisch. Het enige wat we nog missen is een digitaal demonstratiebord, maar dat zal nog wel komen.
Als we de positieve aspecten gewoon even wegdenken en koel naar de cijfers kijken van de grote wereldkampioenschapstoernooien vanaf 2000.
Beslissingspercentage:
2001 Moskou: 38%
2003 Zwartsluis: 33%
2007 Hardenberg (met plusjes): 36%
(in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 50%)
2011 Emmeloord (met plusjes): 26%
( in totaal 27 plusjes, deze als overwinning meegerekend 40%)
2015 Emmen (met 80+1): 25%
Een tweekamp Groenendijk – Georgiev kan wel eens fors tegenvallen. Op basis van deze cijfers mag je veronderstellen dat in een match van twaalf partijen er in de reguliere partijen maximaal 3 beslissingen zullen vallen. Waarschijnlijk minder. Georgiev heeft tegen Ndjofang aangetoond dat hij ook het catenaccio dammen beheerst. Dan zou een eventueel Groenendijk-effect snel weg kunnen ebben.
Kortom, laat de discussie over schijven jagen?, Killer-dammen of?, niet door een mooi WK (voor de huidige damliefhebbers) stilvallen.
Wat te denken van een Killer-schaduwmatch: Anikeev – Sipma? Er zal op hoog niveau getest moeten worden.
Heaven is no location, but a state of mind
Re: Is schijvenjagen in het eindspel ordinair?
Op het forum werd geopperde de match via huidige systeem te laten plaatsvinden onder de voorwaarde dat telkens de hele micro-match werd gespeeld (normal, rapid, blitz, GL). Als je nu eens een waarde hangt aan de verschillende onderdelen, bijvoorbeeld een winst partij is 5x zijn punten waarde tegenover een GL 0.7x de punten (de multiplier factor zou je eigenlijk moeten baseren op de foutenmarge (statistische analyse) per onderdeel). Voorbeeld
NM 1-1 x5 = 5-5
RP 2-0 x 2 = 4 - 0
BL 0-2 x 1.5 = 0-3
GL 0-2 x 0.7 = 0.1.4
Totaal uitslag = 9 - 9.4
Voordeel daarvan is dat je kunt zeggen dat je wereldkampioen bent in alle vormen.
NM 1-1 x5 = 5-5
RP 2-0 x 2 = 4 - 0
BL 0-2 x 1.5 = 0-3
GL 0-2 x 0.7 = 0.1.4
Totaal uitslag = 9 - 9.4
Voordeel daarvan is dat je kunt zeggen dat je wereldkampioen bent in alle vormen.