Egoïstische, knorrige mensen zijn verder ontwikkeld dan vrolijke en ongecompliceerde soortgenoten.
Sjagrijnige mensen zijn niet de meest prettige types om mee om te gaan. Je zou hun gedrag zelfs een psychische afwijking kunnen noemen. Maar nu blijkt dat chagrijn helemaal niet zo slecht is. Althans, volgens onderzoek van Harvard University dat deze week wordt gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology.
Onderzoekers observeerden twee verschillende soorten apen, chimpansees en bonobo's. Beide soorten zijn nauwe verwanten van de mens. Chimpansees worden gezien als meer geëvolueerd dan bonobo's op het gebied van fysieke verschijning, gedrag en sociale structuur.
Maar chimpansees zijn ook veel agressiever, met name als ze ouder worden. Ook zijn ze minder tolerant ten opzichte van elkaar en ze delen hun eten normaal gesproken niet. Ze zijn kortom een stuk chagrijniger.
Een volwassen bonobo, aan de andere kant, is veel aardiger. Apen van deze soort behouden als volwassenen hetzelfde niveau van speelsheid en sociaal gedrag dat ze vertonen als jonkies.
Genetisch zijn beide soorten bijna gelijk. Dus denken de onderzoekers dat verschillen in gedrag vooral een kwestie moet zijn van evolutie.
Beide apensoorten moesten in het kader van dit onderzoek allerlei testjes doen waarbij egoïsme en chagrijn werden beloond. Zo was er bijvoorbeeld een oefening waarin chimps en bonobo's er achter moesten komen wie van hun begeleiders bereid was het meeste voedsel uit te delen.
De chimpansees waren in bijna alle oefeningen sneller. Ze wisten beter dan de bonobo's hoe ze zich moesten gedragen om meer beloning te krijgen in de vorm van bananen. Volgens de onderzoekers komt dat omdat chimpansees gewoon niet aardig zijn. Door niet te delen en geen 'gezelligheid' in de groep te hebben, kunnen ze zich beter concentreren op het leren van vaardigheden. Dat zou ook verklaren waarom chimpansees verder ontwikkeld zijn dan bonobo's.
Foto: Amanda Downing
Er staat een vreemd zinnetje in dit artkel:
Genetisch zijn beide soorten bijna gelijk. Dus denken de onderzoekers dat verschillen in gedrag vooral een kwestie moet zijn van evolutie.
Deze redenering tart de wetten der logica.
Evolutie is een proces waarbij het genoom zich ontwikkelt. Daardoor zal het ge-evolueerde genoom dus afwijken van het andere genoom. Er zouden nieuwe genen bij moeten komen.
Maar beide soorten zijn genetisch gelijk. Hier is dus domweg sprake van een tegenstrijdigheid!
Het is wel wat duidelijk wat voor pseudo-wetenschap er hier bedreven wordt. Genetisch zijn de chimpansee en de bonobo waarschijnlijk helemaal niet zo gelijk. Net als bij mens versus chimpansee komt de gelijkenis puur voort uit de vertroebelde perceptie van de dogmatisch- materialistische wetenschappers.
Het junk-DNA bijvoorbeeld, als dat enorm verschilt, zal de wetenschap dit gewoon niet opnemen in de beschouwingen. Een leuk onderwerp voor een volgende keer: Junk DNA, de respectloze naam geeft al aan hoe mechanisch de wetenschap omgaat met deze supercomlexe en superintelligente coderings-systemen, die o.a. transcriptie en reparatie van het DNA reguleren.
De vergelijkende analyse van genomen is domweg te oppervlakkig. Het verhaal over het Y-chromosoom van de chimpansee, die sterk afwijkt van het menselijke Y-chromosoom, bewijst dat men gewoon veel te oppervlakkig kijkt en vooral dat alles in het straatje van gemeenschappelijke afstamming moet passen. Men is helemaal nog niet zo ver dat men weet hoe het genoom precies werkt.
Later zal ongetwijfeld blijken dat er relevante genetische verschillen zijn tussen chimpansee en bonobo. Dat is zowel binnen materialistisch- evolutie-theoritische als binnen creationistische kaders te voorspellen! Het verschil zal ongetwijfeld kleiner zijn dan mens - chimpansee.
Dat de verschillen in gedrag (en dus in genoom) door evolutie onstaan zijn, is wel waar. Oorspronkelijk was er een baronoom waar alle apen uit voort zijn gekomen, tenminste dat zou kunnen. (Wellicht meer dan 1 baronoom. Dat vereist meer onderzoek.)
Door aanpassing van het genoom aan verschillende omgevingen treedt differentiatie van de soort op. Er ontstaan zo ondersoorten. Dit is geen proces geleid door toeval, maar door adequate reacties van het genoom op een afwijkend milieu. Het is werk van de in het genoom ingebouwde VIGE's! Dit systeem laat transposons verspringen die genen aan en uitschakelen.
Die genen - en dit is cruciaal - zijn echter al (latent) potentieel aanwezig in het baronoom, het oergenoom! Dit oergenoom komt voort uit een prototype, dat van spirituele aard is, dus vormgegeven door de (persoonlijke) Kosmos. Dat verklaart waarom het genoom zo onbeschrijfelijk intelligent en complex in elkaar steekt en allerhande taken uitvoert, waar we nog maar een glimp van hebben opgevangen, zoals uitgebreide reparatiesystemen!