Jaap van Galen wrote:
Wat betreft het Russisch kampioenschap, ik ga er vanuit dat wat Wieger zei klopt, ofwel daar zijn de krachtsverschillen groter, en dus is het logisch dat de winstpercentages hoger liggen. Misschien inderdaad wel interessant om ook eens daar naar de ontwikkeling vanaf b.v. 1950 te kijken. Als iemand de cijfers heeft, zet ik het wel in grafiekje [img]
images/smilies/icon_smile.gif[/img]
De kampioenschappen van de USSR staan voor een groot gedeelte in Toernooibase, Jaap. Ik zal ze de komende tijd aan de hand van gegevens van Rein Halbersma proberen compleet te maken. Maar eerst moeten die virtuele ratinglijsten weer in Toernooibase.
Overigens ben ik het met Wieger eens dat de ratingverschillen in de laatste Russische kampioenschappen groter zijn.
Auke Scholma omschrijft het in zijn laatste rubriek in de Leeuwarder Courant als volgt: “De krachtsverschillen in het Russisch kampioenschap zijn doorgaans groter dan die in het Nederlands kampioenschap. De sterkste spelers zijn sterker dan bij ons, de zwakste zwakker”.
Ik ben benieuwd (ik denk het wel) of er een relatie valt te leggen met het meespelen van superkampioenen (meervoudig wereldkampioenen op het hoogtepunt van hun carrière) en een hoger beslissingspercentage in het nationale kampioenschap. Als de echte toppers (de kristallijnen?) nog steeds het verschil maken is dat mooi.
Moet ons NK niet wat oneerlijker?
In het Russisch kampioenschap spelen m.i. veel opkomende jeugdspelers mee. Ik weet niet precies hoe het selectiebeleid t.a.v. de finale is (zijn er nog wel voorwedstrijden, en hoe zijn die dan georganiseerd?) , maar door die jeugdspelers sneller in een RK mee te laten doen is het krachtsverschil ook groter.
In Nederland is de selectie naar het NK heel rechtvaardig. Er zijn staanplaatsen voor sterke spelers in finale en halve finale. De deelname aan de halve finale is weer afgestemd op de ledenaantallen van provincies, zodat we in theorie (en ook in praktijk) uiteindelijk een heel evenwichtig sterk deelnemersveld in de finale hebben.
Misschien moeten we onze sterke jeugdspelers veel sneller in de finale (keuzeplaatsen) brengen (ik geloof dat Johan Krajenbrink daar een voorstander van is).
Of moet het nog rigoureuzer om de krachtsverschillen (en daardoor beslissingspercentage) te laten toenemen. Zo’n 50 jaar geleden, deden alleen de provinciaal kampioenen aan de finale van Nederland mee. Daar zat altijd flink wat krachtsverschil tussen. Sommige provinciekampioenen hoorden volgens insiders niet thuis in een NK. Maar wat is er op tegen om oneerlijker te zijn?
Moeten we die halve finales gewoon niet laten vervallen?
Alleen de kampioen van Nederland speelt mee in de volgende finale NK Aangevuld met de 11 (of 12) provinciale kampioenen (Zuid Holland moet wel effe een extra wedstrijd organiseren of fuseren) en 1 of 2 keuzeplaatsen.
De voordelen: de provinciale kampioenschappen worden weer interessanter.
Het is beschamend te zien dat bijv. in de sterke provincie Noord-Holland maar 4 spelers meededen aan de finale van het kampioenschap van de provincie. En in meer provincies is een extreem laag deelnemersaantal te noteren.
Is het dan nog (met ook een totaal teruglopend ledenaantal van de KNDB) verantwoord om een halve finale NK met veertig deelnemers te houden, die de deelnemers vaak ook nog eens extra (reis)tijd en geld kost?
De toppers (staanplaatsen en keuzeplaatsen) kunnen weer terug naar de provinciale finales kampioenschappen. Deze worden publicitair ook interessanter (want heeft vijfvoudig Nederlands kampioen Kees Thijssen ooit eens aan een provinciale seniorenfinale meegedaan?). En hetzelfde geldt voor de finale NK.
Ik heb in de Leeuwarder Courant dit jaar weer voor het eerst aardig wat (niet allemaal positieve) artikelen over het NK gelezen. En dat alleen omdat Fries kampioen Gerlof Kolk zich voor het NK plaatste.
Hetzelfde effect zal zich bijv. ook in Limburg voordoen als Brion Koullen, Olga Kamyshleeva of Erwin Heunen zich als provinciaal kampioen rechtstreeks in de finale spelen.
Zoals gezegd: het is allemaal oneerlijker en onrechtvaardiger. Sterke spelers zullen, door op plaats 2 of 3 in een provincie te eindigen, buiten de boot vallen. Maar de supersterren zullen zich altijd voor de finale blijven plaatsen. En om die selectie, de kampioen gaat het uiteindelijk. Dat was 50 jaar geleden ook al zo.