de Volkskrant, 8 juli 2006
De geschiedenis van het blauwe vissershoedje
Gert Ligterink
Eind 1998 eiste de Duitse amateurschaker Clemens Allwermann voor het eerst en het laatst in zijn leven alle aandacht op door in het kersttoernooi in Böblingen naast enkele gerenommeerde grootmeesters op de eerste plaats te eindigen.
Nader onderzoek wees uit dat Allwermann zijn succes te danken had aan het computerprogramma Fritz, dat op afstand werd bediend door een compagnon. De door Fritz aanbevolen zetten bereikten Allwermann via een in zijn bril gemonteerd zendertje.
Het was zo’n attractief bedriegersverhaal dat het een kwestie van tijd leek voor Allwermanns voorbeeld zou worden gevolgd. Het viel tegen, van vergelijkbare oplichterspraktijken werd de laatste jaren niets vernomen. Bijna was Allwermanns naam weer vergeten tot deze week de Amerikaanse schaakgemeenschap werd wakker geschud..
In het World Open in Philadelphia steeg Eugene Varshavsky, een speler zonder internationale rating, ver boven zich zelf uit. Met een blauw vissershoedje strak over zijn oren getrokken, was Varshavsky een toonbeeld van concentratie. Als een standbeeld zat hij achter zijn bord en geen seconde week hij van zijn stoel.
Varshavsky maakte remise met een paar buitenlandse meesters, won van de sterke Amerikanen Adamson en Bartholomew en deed in de zevende ronde iets wat eigenlijk niet kon: met zwart versloeg hij in een strakke positionele partij de Israelische topgrootmeester Ilia Smirin.
Op het dailydirt-weblog van de Amerikaan Michael Greengard [
http://www.chessninja.com/dailydirt/ ]vertelt John Bartholomew, een van de slachtoffers, zijn verhaal. In zijn onderlinge partij met Varshavsky, dacht Bartholomew na vijftien zetten de winst binnen te hebben, toen zijn tegenstander pardoes een pion weggaf. Maar daarna begon Varshavsky buitengewoon sterk te spelen. Regelmatig werd Bartholomew verrast door zetten die hij in de verste verte niet had zien aankomen en die hem het gevoel gaven dat hij tegen een computer zat te spelen.
Na de overwinning op Smirin greep de toernooidirecteur in. Hij riep Varshavsky bij zich – die zich daarna eerst drie kwartier opsloot in het toilet – en verbood hem tijdens de laatste twee partijen zijn hoedje te dragen. In de achtste ronde speelde Varshavsky de volgende partij tegen een sterke Russische grootmeester:
Varshavsky – Najer
Philadelphia 2006, 8ste ronde
1. e4 c5 2. Pc3 Pc6 3. Lc4 g6 4. d3 Lg7 5. Pge2 e6 6. Lf4 d6 7. a3 Pge7 8. 0-0 0-0 9. Dd2 Te8 10. Lh6 Lh8 11. Pg3 d5 12. La2 d4 13. Pce2 Pe5
Indrukwekkend kan wits spel moeilijk worden genoemd, maar er is nog geen man overboord. De volgende drie zetten zijn vreemd.
14. Dg5 P7c6 15. Df4
Dameruil ligt meer voor de hand. Na de volgende zet moet wit echt gaan opletten.
15 * Lf6
Zie diagram 1
16. Kh1??
Ziet de evidente dreiging over het hoofd. Na 16. Dc1 gaat de strijd verder.
16 * g5 17. Dd2 Pg4
Allicht. De loper op h6 gaat verloren.
18. Lxg5 Lxg5
En wit gaf op bij de 32ste zet. Varshavsky verloor zijn laatste partij op vergelijkbare wijze.
Een echte kneus, ben je geneigd te denken bij het zien van zo’n droevige vertoning. Toch speelde die kneus een dag eerder de volgende magnifieke partij:
Smirin – Varshavsky
Philadelphia 2006, 7de ronde
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Pxe4 6. d4 b5 7. Lb3 d5 8. dxe5 Le6 9. Le3 Le7 10. c3 Pc5 11. h3 Pxb3 12. axb3 0-0 13. Te1 Dd7 14. Pbd2 a5 15. Pf1 Lf5 16. Pg3 Lg6 17. Dd2 h6 18. Tad1 Tad8 19. De2 b4 20. Td2 Tfe8 21. Dd1 De6 22. Pd4 Pxd4 23. cxd4 f6 24. Lf4 fxe5 25. Lxe5 Dd7 26. Tde2 c5 27. Te3 Lg5 28. f4 Lh4 29. Tf1 Tf8 30. Kh2 Tf7 31. Dd2 cxd4 32. Dxd4 Da7 33. Pe2 Dxd4 34. Pxd4 Le4 35. g3 Te8 36. Tc1
Zie diagram 2
36 * g5!! 37. f5 Txe5 38. gxh4 gxh4 39. Te2 Tee7 40. Tf2 Tc7 41. Tcf1 Tf6 42. Tf4 Tg7 43. T1f2 Kf7 44. Txh4 Ke7 45. Tg4 Tgf7 46. Kg3 Lxf5 47. Tgf4 Ld7 48. Te2+ Kd6 49. Th4 Tg7+ 50. Kh2 Tg5 51. Td2 h5 52. Te2 Tf1 53. Td2 Le8 54. Tg2 Txg2+ 55. Kxg2 Td1 56. Kf2 Td3 57. Ke2 Lg6. Wit geeft op.