Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Arie zit niets in mijn methode. Het probleem ligt in het feit dat ik ongeveer 20 jaar aan tafel gezeten heb bij Prof. Juan Torres Fontes, de beste historicus van de Universiteit van Murcia. Deze goede man is inmiddels 90 jaar en heeft mij ten alle tijden voorgehouden dat het belangrijkste voor de geschiedenis is documenten te hebben en dat the etymologie daarna op een ander moment belangrijk kan zijn. Ten eerste zijn het dus de documenten en daarop werk ik dus en aangezien ik totaal niets afweet van etymologie, kan ik me daar niet mee bemoeien. Wat betreft het eerste schaakwerk van 1485 bedoelt Arie natuurlijk het gedicht Scachs d’amor dat ik op 1476 hield en Garzon op 1475. We hebben toen gezamelijk besloten, Garzon en ik, dat op 1475 te houden.
De titel van dat gedicht op zijn Valenciaans was:
Hobra intitulada Scacs d’amor, feta per don Françi de Castellvi e Narcis Vinyoles e Mossen Fenollar, sots nom de tres planetas, ço es, Març, Venus e Mercuri, per conjuncció e influencia dels quals fon inventada.
Eerst probeerde mijn vriend José Antonio Garzón Roger via het watermerk uit te vinden wanneer dat gedicht zou kunnen zijn geschreven, maar het watermerk van de open hand en twee gesloten vingers met daarboven een klaverblad kwam neer op een datum tussen 1474 – 1478. Dus wisten we nog steeds niet of het 1475 of 1476 zou zijn. Daarna zocht Garzón connecties met sterrengeleerden en die vonden twee conjunties, namelijk 30 juni 1475 en 6 juni 1477. Dat laatste jaar vond ik te ver weg en daar vele schaakhistoricus het altijd over 1475 hadden, hebben we besloten dat zo te houden. De datum werd dus vastgesteld op 1475.
In dit gedicht kom regelmatig de term “dama” voor als schaakkoningin. Ik heb altijd geloofd dat Juan Ramírez de Lucena daar iets mee te maken had, maar daar heb ik totaal geen documentaire bewijzen voor. De vader van Lucena (deze laaste schreef het schaakboek van 1497) was ambassadeur en zat in die tijd veel in Frankrijk en was de vertegenwoordiger van Isabel la Católica van Kastilië. Zoals we weten was Koningin Isabella van het koninkrijk Kastilië, en haar man Ferdinand van het koninkrijk Aragon. Ik vermoed dus dat de term Dama uit Frankrijk komt, maar ik heb daar geen bewijzen voor. Men mag natuurlijk niet vergeten dat deze ambassadeur in Frankrijk, Engeland en ook in Italiën zat en daar dan allerlei schaakstanden kon verzamelen voor het latere boek van 1497.
Mijn onderzoek betrekt zich tot Spanje en ik zie dan dat de term “dama” (1475) voor de schaakkoningin ouder is als de spelterm “juego de damas”, die rond 1550 opkomt. Daarvoor heette het damspel “Marro de Punta”.
Govert onderzocht niks zegt Arie. Dat moet op een vergissing berusten. Mijn onderzoek was gedurende twintig jaar, maar goed als je dan ook niet op de resultaten van Arie afkomt, dan kan je inderdaad zeggen dat ik niets onderzocht heb. Arie zegt dat de spelnaam “juego de damas” ouder is dan de naam “dama” voor schaakkoningin. Dat kan wellicht in Frankrijk het geval zijn waar zoiets “jeu de dames” heette. In Spanje zien we dat in 1475 het stuk dama gebruikt wordt in de hoedanigheid van koningin op het schaakbord en dan nog wel een heel sterke koningin of een heel sterk stuk. Dat had allemaal te maken met koningin Isabelle.
Dat idee van dat hele sterke stuk (dama) die het hele bord bestrijken kon werd toen overgenomen op het marro de punta spel (alquerque overgezet op een schaakbord) en toen ontstond plotseling een nieuw spel. Het maken van problemen en het gebruik van damas leidde ertoe dat het marro de punta spel een andere naam kreeg in Spanje in de vorm van juego de damas, omstreeks 1550. De oudste damboeken komen dan ook uit Spanje en ik heb nog niets gevonden in andere landen.
Als inderdaad het dammen veel belangrijker was dan het schaken moeten daar zonder documenten of boeken op tafel komen. Dat is tot op heden nog niet geschied. Men ziet alleen maar documenten van alquerque toestanden in Frankrijk.
Dus afgaande op historisch onderzoek met documenten kan ik niet tot dezelfde stelling komen als Van der Stoep. Dat houdt niet in dat hij niet gelijk zou kunnen hebben. Ik doe alleen onderzoek gebaseerd op documenten. Het vroegste damspel zien we in het Italiaanse manuscript dat de Biblioteca Comunale Agusta van Perugia in zijn bezit heeft. De datum daarvan is 1503. Hetzelfde diagram komt voor in het Italiaanse manuscript van Cesana, dat gehouden wordt op 1508. De auteur in beide gevallen is de jood Francesch Vicent, de man die ook het schaakboek schreef in 1495 dat gepubliceerd werd in Valencia. Volgens mijn hypothese was deze jood Francesch Vicent bevriend met Juan del Encina en een andere hypothese is dat het boek van Lucena, 1497 in feite ook geschreven is door de dichter Juan del Encina. Deze Juan de Encina was volgens mijn hypothese een (aangenomen) zoon van Juan Ramírez de Lucena. Meer schrijf ik niet, want ik wil het niet te bont maken met al mijn hypothesen. Ik was in mijn vroeger bedrijf de wanhoop van de scheikundigen en ik ben nu de wanhoop van Arie.
De titel van dat gedicht op zijn Valenciaans was:
Hobra intitulada Scacs d’amor, feta per don Françi de Castellvi e Narcis Vinyoles e Mossen Fenollar, sots nom de tres planetas, ço es, Març, Venus e Mercuri, per conjuncció e influencia dels quals fon inventada.
Eerst probeerde mijn vriend José Antonio Garzón Roger via het watermerk uit te vinden wanneer dat gedicht zou kunnen zijn geschreven, maar het watermerk van de open hand en twee gesloten vingers met daarboven een klaverblad kwam neer op een datum tussen 1474 – 1478. Dus wisten we nog steeds niet of het 1475 of 1476 zou zijn. Daarna zocht Garzón connecties met sterrengeleerden en die vonden twee conjunties, namelijk 30 juni 1475 en 6 juni 1477. Dat laatste jaar vond ik te ver weg en daar vele schaakhistoricus het altijd over 1475 hadden, hebben we besloten dat zo te houden. De datum werd dus vastgesteld op 1475.
In dit gedicht kom regelmatig de term “dama” voor als schaakkoningin. Ik heb altijd geloofd dat Juan Ramírez de Lucena daar iets mee te maken had, maar daar heb ik totaal geen documentaire bewijzen voor. De vader van Lucena (deze laaste schreef het schaakboek van 1497) was ambassadeur en zat in die tijd veel in Frankrijk en was de vertegenwoordiger van Isabel la Católica van Kastilië. Zoals we weten was Koningin Isabella van het koninkrijk Kastilië, en haar man Ferdinand van het koninkrijk Aragon. Ik vermoed dus dat de term Dama uit Frankrijk komt, maar ik heb daar geen bewijzen voor. Men mag natuurlijk niet vergeten dat deze ambassadeur in Frankrijk, Engeland en ook in Italiën zat en daar dan allerlei schaakstanden kon verzamelen voor het latere boek van 1497.
Mijn onderzoek betrekt zich tot Spanje en ik zie dan dat de term “dama” (1475) voor de schaakkoningin ouder is als de spelterm “juego de damas”, die rond 1550 opkomt. Daarvoor heette het damspel “Marro de Punta”.
Govert onderzocht niks zegt Arie. Dat moet op een vergissing berusten. Mijn onderzoek was gedurende twintig jaar, maar goed als je dan ook niet op de resultaten van Arie afkomt, dan kan je inderdaad zeggen dat ik niets onderzocht heb. Arie zegt dat de spelnaam “juego de damas” ouder is dan de naam “dama” voor schaakkoningin. Dat kan wellicht in Frankrijk het geval zijn waar zoiets “jeu de dames” heette. In Spanje zien we dat in 1475 het stuk dama gebruikt wordt in de hoedanigheid van koningin op het schaakbord en dan nog wel een heel sterke koningin of een heel sterk stuk. Dat had allemaal te maken met koningin Isabelle.
Dat idee van dat hele sterke stuk (dama) die het hele bord bestrijken kon werd toen overgenomen op het marro de punta spel (alquerque overgezet op een schaakbord) en toen ontstond plotseling een nieuw spel. Het maken van problemen en het gebruik van damas leidde ertoe dat het marro de punta spel een andere naam kreeg in Spanje in de vorm van juego de damas, omstreeks 1550. De oudste damboeken komen dan ook uit Spanje en ik heb nog niets gevonden in andere landen.
Als inderdaad het dammen veel belangrijker was dan het schaken moeten daar zonder documenten of boeken op tafel komen. Dat is tot op heden nog niet geschied. Men ziet alleen maar documenten van alquerque toestanden in Frankrijk.
Dus afgaande op historisch onderzoek met documenten kan ik niet tot dezelfde stelling komen als Van der Stoep. Dat houdt niet in dat hij niet gelijk zou kunnen hebben. Ik doe alleen onderzoek gebaseerd op documenten. Het vroegste damspel zien we in het Italiaanse manuscript dat de Biblioteca Comunale Agusta van Perugia in zijn bezit heeft. De datum daarvan is 1503. Hetzelfde diagram komt voor in het Italiaanse manuscript van Cesana, dat gehouden wordt op 1508. De auteur in beide gevallen is de jood Francesch Vicent, de man die ook het schaakboek schreef in 1495 dat gepubliceerd werd in Valencia. Volgens mijn hypothese was deze jood Francesch Vicent bevriend met Juan del Encina en een andere hypothese is dat het boek van Lucena, 1497 in feite ook geschreven is door de dichter Juan del Encina. Deze Juan de Encina was volgens mijn hypothese een (aangenomen) zoon van Juan Ramírez de Lucena. Meer schrijf ik niet, want ik wil het niet te bont maken met al mijn hypothesen. Ik was in mijn vroeger bedrijf de wanhoop van de scheikundigen en ik ben nu de wanhoop van Arie.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
-
- Posts: 36
- Joined: Wed Dec 15, 2010 16:22
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Vier zaken als antwoord op Govert.
Een. In het Frans heette het damspel eerst merelles en later jeu de dames. In Italië heette het damspel eerst marella en later dama. In de oudste Spaanse damboeken heeft het damspel twee namen: juego de damas en marro, ook wel marro de punta, dus achtereenvolgens de nieuwe en de oude naam.
Waarom kreeg het damspel een nieuwe naam, te beginnen in Frankrijk in de 14e eeuw? Omdat het damspel van een lijnenbord (het alquerquebord) werd overgezet op het schaakbord. De Franse naam jeu de dames werd vroeg of laat bijna overal in Europa overgenomen, in Nederland als damspel, in Spanje als juego de damas, in Italië als dama. Niet in Engeland, daar kreeg dammen op het schaakbord in de 14e eeuw de naam checkers, letterlijk "spel op het geruite bord".
Twee. Er zijn miljarden mogelijkheden om een woord te vormen, dus ook miljarden mogelijkheden om voor een nieuwe zaak een woord te verzinnen. De kans dat de naam voor een zaak, in ons geval dammen op het geruite bord, onafhankelijk van elkaar in twee landen, ook nog eens buurlanden, dezelfde naam krijgt, is dus praktisch nihil. Volgens Govert is juego de damas in het Spaans niet dezelfde naam als de Franse naam jeu de dames. De kans dat hij gelijk heeft, is praktisch nihil. Zijn interpretatie van de Spaanse juego de damas is onwetenschappelijke fantasie en niks anders.
Drie. Volgens Govert is de Spaanse naam dama voor de schaakkoningin opgekomen als eerbetoon aan de Spaanse koningin. De betekenis van een naam verklaren is etymologie, en dat is een vak, daar heb je kennis van taal voor nodig. Wat Govert doet noem ik amateuristisch gefantaseer. Volgens mijn onderzoek komt de Spaanse naam voor de schaakkoningin uit de damtaal.
Vier. In mijn boek uit 2005 (vermeerderde herdruk 2007) ben ik uitvoerig ingegaan op de verhouding tussen dammen en schaken. Alles wijst in dezelfde richting: vroeger was dammen een belangrijk en populair spel, schaken kon niet in de schaduw ervan staan. Govert eist documenten, daarmee bedoelt hij kennelijk middeleeuwse manuscripten waar dat met zoveel woorden staat. Dat is een onmogelijke eis, en dat weet Govert natuurlijk zelf ook. Want hij zal toch accepteren dat Amerika werd bewoond vóór Columbus zonder dat dit in een document is vastgelegd. Niemand uit de tijd van de dinosaurussen en andere sauriërs heeft iets gedocumenteerd, en toch zal Govert accepteren dat die beesten ooit op aarde hebben rondgelopen. Om achter zulke zaken te komen, pas je methodes toe die voor zulk onderzoek zijn ontwikkeld. Trouwens, dat de schaakkoningin naar de Spaanse koningin is genoemd heeft ook niemand opgeschreven, en toch gelooft Govert dat. Daar heeft hij geen document voor nodig, maar als ik zeg dat die naam uit de damtaal komt eist hij ineens documenten. Wat moet ik met die flauwekul, dat is toch geen serieus onderzoek meer? Zo brengt Govert zichzelf in diskrediet, en het hele onderzoek naar damgeschiedenis erbij.
Een. In het Frans heette het damspel eerst merelles en later jeu de dames. In Italië heette het damspel eerst marella en later dama. In de oudste Spaanse damboeken heeft het damspel twee namen: juego de damas en marro, ook wel marro de punta, dus achtereenvolgens de nieuwe en de oude naam.
Waarom kreeg het damspel een nieuwe naam, te beginnen in Frankrijk in de 14e eeuw? Omdat het damspel van een lijnenbord (het alquerquebord) werd overgezet op het schaakbord. De Franse naam jeu de dames werd vroeg of laat bijna overal in Europa overgenomen, in Nederland als damspel, in Spanje als juego de damas, in Italië als dama. Niet in Engeland, daar kreeg dammen op het schaakbord in de 14e eeuw de naam checkers, letterlijk "spel op het geruite bord".
Twee. Er zijn miljarden mogelijkheden om een woord te vormen, dus ook miljarden mogelijkheden om voor een nieuwe zaak een woord te verzinnen. De kans dat de naam voor een zaak, in ons geval dammen op het geruite bord, onafhankelijk van elkaar in twee landen, ook nog eens buurlanden, dezelfde naam krijgt, is dus praktisch nihil. Volgens Govert is juego de damas in het Spaans niet dezelfde naam als de Franse naam jeu de dames. De kans dat hij gelijk heeft, is praktisch nihil. Zijn interpretatie van de Spaanse juego de damas is onwetenschappelijke fantasie en niks anders.
Drie. Volgens Govert is de Spaanse naam dama voor de schaakkoningin opgekomen als eerbetoon aan de Spaanse koningin. De betekenis van een naam verklaren is etymologie, en dat is een vak, daar heb je kennis van taal voor nodig. Wat Govert doet noem ik amateuristisch gefantaseer. Volgens mijn onderzoek komt de Spaanse naam voor de schaakkoningin uit de damtaal.
Vier. In mijn boek uit 2005 (vermeerderde herdruk 2007) ben ik uitvoerig ingegaan op de verhouding tussen dammen en schaken. Alles wijst in dezelfde richting: vroeger was dammen een belangrijk en populair spel, schaken kon niet in de schaduw ervan staan. Govert eist documenten, daarmee bedoelt hij kennelijk middeleeuwse manuscripten waar dat met zoveel woorden staat. Dat is een onmogelijke eis, en dat weet Govert natuurlijk zelf ook. Want hij zal toch accepteren dat Amerika werd bewoond vóór Columbus zonder dat dit in een document is vastgelegd. Niemand uit de tijd van de dinosaurussen en andere sauriërs heeft iets gedocumenteerd, en toch zal Govert accepteren dat die beesten ooit op aarde hebben rondgelopen. Om achter zulke zaken te komen, pas je methodes toe die voor zulk onderzoek zijn ontwikkeld. Trouwens, dat de schaakkoningin naar de Spaanse koningin is genoemd heeft ook niemand opgeschreven, en toch gelooft Govert dat. Daar heeft hij geen document voor nodig, maar als ik zeg dat die naam uit de damtaal komt eist hij ineens documenten. Wat moet ik met die flauwekul, dat is toch geen serieus onderzoek meer? Zo brengt Govert zichzelf in diskrediet, en het hele onderzoek naar damgeschiedenis erbij.
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Koning Alfonso X de Wijze schreef al in 1283 een groot schaakboek, waarin ook het alquerque spel van 12 pionnen in voorkomt. Dit is een middeleeuws boek. Het alquerque-12 spel was de voorloper van het damspel. Van een nieuw spel mag men dus manuscripten verwachten tussen de 13e en 16e eeuw, temeer daar Van der Stoep zegt dat het een heel populair en belangrijk spel was en overal gespeeld werd.
Het damspel werd in Spanje gespeeld met pionnen, zoals op het alquerquebord. De term jeu de dames (spel met de dubbele dammen) werd gespeeld in Frankrijk met ronde schijven en zou dan door de Spanjaarden overgenomen zijn van Frankrijk? In Spanje betekent dama/schaakkoningin. De term dama komt uit Frankrijk, doch of de term “jeu de dames” uit Frankrijk kwam om er in Spanje “jeu de damas” van te maken, dat weet ik nog niet.
Ik heb het al vele keren verteld, maar doe dat dan nogmaals. Mijn hypothese van Isabel de Catolica is onderzocht door Garzón. Bij bestudering van het manuscript van Scachs d’amor (1475) werd dat bevestigd. Dit gedicht van 1475 is dus een document. Dus even het Engelse boek van Garzon bestuderen van 2005; daar staat alles in.
Het eerste boek van het damspel in Frankrijk staat op een veel lager niveau als het damspel in Spanje dat op een zeer hoog niveau stond, alweer een eeuw eerder. Als het spel daar werkelijk zo populair en belangrijk was dan hadden die Fransen zeker evengoed moeten hebben kunnen dammen als die Spanjaarden en dat was niet het geval.
Ik zou mijzelf in diskrediet brengen. Andere historici denken daar anders over. Ik volg mijn Spaanse leermeester in de historie en sinds de 13e eeuw zijn documenten in vele landen aanwezig en om nu aan te komen met de tijden van dinosaurussen en landen ontdekt door Columbus, dat heeft hier niets mee te maken. We hebben het over Europa tussen de 13e en 16e eeuw en die documenten moeten dan aanwezig kunnen zijn.
Het damspel werd in Spanje gespeeld met pionnen, zoals op het alquerquebord. De term jeu de dames (spel met de dubbele dammen) werd gespeeld in Frankrijk met ronde schijven en zou dan door de Spanjaarden overgenomen zijn van Frankrijk? In Spanje betekent dama/schaakkoningin. De term dama komt uit Frankrijk, doch of de term “jeu de dames” uit Frankrijk kwam om er in Spanje “jeu de damas” van te maken, dat weet ik nog niet.
Ik heb het al vele keren verteld, maar doe dat dan nogmaals. Mijn hypothese van Isabel de Catolica is onderzocht door Garzón. Bij bestudering van het manuscript van Scachs d’amor (1475) werd dat bevestigd. Dit gedicht van 1475 is dus een document. Dus even het Engelse boek van Garzon bestuderen van 2005; daar staat alles in.
Het eerste boek van het damspel in Frankrijk staat op een veel lager niveau als het damspel in Spanje dat op een zeer hoog niveau stond, alweer een eeuw eerder. Als het spel daar werkelijk zo populair en belangrijk was dan hadden die Fransen zeker evengoed moeten hebben kunnen dammen als die Spanjaarden en dat was niet het geval.
Ik zou mijzelf in diskrediet brengen. Andere historici denken daar anders over. Ik volg mijn Spaanse leermeester in de historie en sinds de 13e eeuw zijn documenten in vele landen aanwezig en om nu aan te komen met de tijden van dinosaurussen en landen ontdekt door Columbus, dat heeft hier niets mee te maken. We hebben het over Europa tussen de 13e en 16e eeuw en die documenten moeten dan aanwezig kunnen zijn.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Het alquerque spel heeft zich verspreid over Euroopa via land en over zee , voorzover we nu kunnen zien. Het aantal teksten en afbeeldingen is nog summier, want het ontbreekt aan mankracht om de enorme hoeveelheid middeleeuwse literatuur en andere bronnnen door te nemen. Het vergaren komt nu op naam van damliefhebbers en andere spelhistorici, die onderling gegevens uitwisselen. Voor andere categorieen deskundigen heeft het geen prioriteit om ons er van in kennis te stellen, denk ik. Govert heeft in zijn boek van 1997 al een flink aantal meldingen aangereikt.
In mijn artikel in Het Damspel over alquerque vondsten viel het mij op dat de beschrijvers van een alquerque vondst in het Zwitserland niet wisten wat voor figuur het was.
Over land liggen de sporen naar Zwitserland [Burg Rothen 1200-1300], Duitsland [ Zwolfstein; zie mijn artikel met tekening van Vives vertaalde boek -1584; en een fraai houten alquerque bord ], Belgie [ boek van Juan Luis Vives, 1536) , Denemarken[ recente melding van een tekening in een na-middeleeuwse kerkbank].
Over zee :
Engeland heeft het Cerne Abbey manuscrypt [1250-1300]., Noorwegen is in beeld met een alquerque afbeelding op het deksel van een ton in Trondheim [1200-1300, mogelijk 16e eeuws volgens een andere schrijver].
In een later artikel in Het Damspel zal ik hier over rapporteren. Mochten jullie nog aanvullingen hebben dan hoor ik die graag.
Wim van Mourik
In mijn artikel in Het Damspel over alquerque vondsten viel het mij op dat de beschrijvers van een alquerque vondst in het Zwitserland niet wisten wat voor figuur het was.
Over land liggen de sporen naar Zwitserland [Burg Rothen 1200-1300], Duitsland [ Zwolfstein; zie mijn artikel met tekening van Vives vertaalde boek -1584; en een fraai houten alquerque bord ], Belgie [ boek van Juan Luis Vives, 1536) , Denemarken[ recente melding van een tekening in een na-middeleeuwse kerkbank].
Over zee :
Engeland heeft het Cerne Abbey manuscrypt [1250-1300]., Noorwegen is in beeld met een alquerque afbeelding op het deksel van een ton in Trondheim [1200-1300, mogelijk 16e eeuws volgens een andere schrijver].
In een later artikel in Het Damspel zal ik hier over rapporteren. Mochten jullie nog aanvullingen hebben dan hoor ik die graag.
Wim van Mourik
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Onbekendheid met het plaatsen van een reactie zorgde ervoor dat mijn bijdrage over boek van Ton Weenink op een ander gedelte van de site tercht kwam. Als nog op deze plaats het volgende :
Onder mijn gebruikersnaam : DamArt heb ik de recente discussie gelezen over het boek van Ton Weenink. In zijn boek komt mijn naam voor en ik ben bij de presentatie van zijn boek geweest en heb enkele woorden gesproken [ zonder het boek van 176 pagina’s vooraf gezien te hebben] . In de discussie die nu gaande is wordt ook mijn naam genoemd en wordt mij min of meer om een reactie gevraagd. Ik ben geen gebruiker van dit forum tav de discussie, toch wil ik hier een uiteenzetting geven van wat aan Ton’s boek vooraf ging en hoe de situatie nu ligt voor de damspelgeschiedenis.
Ton heb ik leren kennen bij het Nijmeegs Open damtoernooi. Dat zal zo’n 8 jaar geleden zijn. Ton is een aardige gepensioneerde man met grote interesse in de damspelgeschiedenis. Van af het begin van ons contact was het mij duidelijk dat hij een “dam - geschiedkundig boek” wilde schrijven. Dat boek zou eerst een eenvoudig boek worden voor de jeugd, omdat er op damgebied geen adequaat boekje voor de jeugd te vinden was, afgezien van de A – O uitgave, geschreven door Arie van der Stoep. Weenink heeft mij thuis bezocht en deed het verzoek of ik zijn geschreven concept wilde doorlezen. Het boekje , van toentertijd ca 50 pagina’s , had niet de inhoud waar ik mijn naam aan wilde verbinden.
Dat heb ik hem meegedeeld, waarna we nooit meer gesproken hebben over het wel of niet vermelden van mijn naam. Weenink zal gedacht hebben mij eer te bewijzen met het vermelden van mijn naam in zijn huidige boek. Letterlijk wordt ik bedankt voor de raad en daad en kritische opmerkingen. Daar is op zich niets mis mee. Ik heb Ton in de loop der jaren geantwoord op verschillende brieven met vaak enkele pagina’s bijlage. Alle geschiedkundige onderzoekers van het damspel zijn mij even lief. Dus heb ik ook Ton willen helpen. Een andere kwesties is wat Ton met raad en daad heeft gedaan. Keer op keer heb ik hem voorgehoudenn dat “HIJ” de schrijver van het boek is en ZELF verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Hij krijgt de eer voor een mooi boek dat hij met veel moeite op de markt heeft gekregen. Daarvoor : Pet af ! Hij heeft er veel tijd in geïnvesteerd, heeft zich met veel verschillende mensen in verbinding gesteld om naar zijn kunnen een zo goed mogelijk boek te maken. Hij heeft nieuwe onderzoeksgebieden in zijn boek weten te presenteren zoals : het hoofdstuk over bordspel verbranding en de notatie. Op het terrein van de antieken heeft hij ondersteuning gevonden bij mensen die van damspelgeschiedenis niets afweten maar wel op hun eigen vakgebied.
Ik stel nog een keer : het is een mooi boek geworden, dat ik met plezier als kijkboek in mijn kast heb staan. Prachtige afbeeldingen waaraan hij kosten heeft besteed om deze te verwerven. Nu komt het punt echter van de verantwoording van de tekst. Historici mogen gelukkig van mening verschillen. Maar van mening verschillen moet wel gebeuren op grond van goede argumenten. Ton heeft de keuze gemaakt om het 100 velden spel te laten beginnen in 1722. Daarvoor kiest hij de aloude bekende opvattting gebaseerd op het verhaal van Manoury. Daar heb ik moeite mee want door mijn naam te vermelden in het boek lijkt het alsof ik geheel achter zijn tekst sta. Het vermelden van een naam betekent voor de lezer al snel dat de schrijver gedekt wordt door een “autoriteit”. Overigens zie ik mij zelf niet als een autoriteit, maar als een schrijver van 35 jaar damgeschiedenis met gebrek aan tijd en energie om het nog beter te doen. Mijn pensioendatum nadert gelukkig ! Nog steeds ben ik fulltime kinderfysiotherapeut en doe ik mijn schrijfwerk als hobby.
Ton heeft als gedachtengang dat iedere op zichzelf staande vondst zoals deze in de afgelopen decennia zijn beschreven, onvoldoende bewijslast vormen voor het ontstaan van het 100 veldenspel in Nederland. De combinatie van al deze bewijzen is voor hem niet genoeg om van keus te veranderen. In mijn borden-archief heb ik een grote lijst van gedateerde molenspel – damborden, die begint bij 1696 en via 1710, 1724, 1754, 1775, 1816 etc doorloopt tot begin 1900. Een continue lijn van hetzelfde ogende Noord-Nederlandse type borden. Aangezien wij niets weten van schaken op 100 velden in Nederland mag niet ongefundeerd de conclusie getrokken worden : de twee borden van 1696 en 1710 zijn schaakborden. [ Graag laat ik mij van het tegendeel overtuigen met teksten, archiefvondsten, boden etc.]. Het in meerdere publicaties beschreven 18e eeuwse gedicht “L’.art Polonois” , waar uit kan worden opgemaakt dat het damspel in Nederland “schitterend heerst” is een element dat Ton ook niet over de streep heeft getrokken. De afbeeldingen in de kunst waarop het damspel is afgebeeld als een spel op 100 velden voor 1722 zou hem ook moeten hebben aangespoord om tot een andere keus te komen. De 3 kinderen van Louis XIV dammen ca 1690 op een 100 velden bord, net zoals Kupecki met een 100 velden bord is afgebeeld . Het aantal argumenten is nog niet teneinde: Daniel Souterius schreef in 1617 over het spelen met 2 x 15 schijven. Dat kan in symmetrie alleen op een bord met eenheden van 5 speelvelden. Of je zou een situatie moeten bedenken als voortzetting van het alquerque-12 spel waarbij de schijven in asymmetrie op het bord staan met slechts een veld open”. Maar hoe dat bord er uit zou moeten zien, weet ik niet.
Notarisprotocollen kunnen ons veel vertellen over de frequentie waarin een dambord of schaakbord voorkomt. Het onderzoek van al deze historische gegevens staat nog in de kinderschoenen. Maar toch valt er wel uit te destilleren dat notarissen verschil maken tussen een dambord en een schaakbord. [ als er niet van de speelstukken gesproken wordt; tenzij apart vermeld, ga ik uit van enkel het bord] Dat betekent dat er een inhoudelijk verschil van bord moet zijn. Dat kan vrijwel niet anders zijn dan dat er verschil is in het aantal speelvelden.. Het ontbreekt aan mankracht bij het damspelonderzoek, dat ondervond ik bij mij artikel over het Rotterdamsch Koffyhuijs, waarbij maar liefst 23 damborden en 2 schaakborden te voorschijn kwamen uit zomaar een inventarislijst. De overmaat aan damborden toont aan dat het damspel in de periode voorafgaand aan de inventarisatie vergaand favoriet was bij de beurshandelaren die het koffiehuis frequenteerden. Voor de goede orde dit was na 1722.
Het woordenboek uit 1710 van Pierre Marin, waarin de zinsnede voorkomt : Savez vous Damer a la Polonoise ? Kend gy op zyn Poolsch dammen ? , is voor mij voldoende bevestiging om de voorgaande gedateerde bordgegevens de ondersteunen.
Over het boek van Ton is in meerder opzichten kritiek mogelijk. In de discussies werden al een aantal onderwerpen genoemd. Ton zal zich zelf moeten verdedigen op de kritiek die hij ontvangt. De achterste pagina van zijn boek geeft weer hoe hij zich heeft ontwikkeld. Ik ben er niet bang voor dat Ton de kritiek achteloos zal laten passeren.
Een mens mag fouten maken en er op worden gewezen. Laat iedereen dat doen met in achtneming van opbouwende kritiek en de wetenschap dat praten bij een kop koffie een hoop begrip voor elkaar oplevert. Laat het boek een aanzet zijn tot ‘verbetering’, want critici kunnen het ook zichzelf kwalijk nemen dat zij voor de niet-wetende lezer niet eerder een dergelijk uitvoerig boek geschreven hebben. Om te beginnen geldt dat ook voor mij.
Ik sluit af met een uitspraak van oud atleet Sir Roger Bannister , die ik toevallig opensla uit een scheurkalender : The man who can drive himself further once the efforts gets painfull is the man who will win. Ik wens Ton sterkte met de kritiek op zijn boek en alle anderen veel succes met nieuwe historische vondsten. De damspelgeschiedenis heeft deze hard nodig.
Wim van Mourik
Onder mijn gebruikersnaam : DamArt heb ik de recente discussie gelezen over het boek van Ton Weenink. In zijn boek komt mijn naam voor en ik ben bij de presentatie van zijn boek geweest en heb enkele woorden gesproken [ zonder het boek van 176 pagina’s vooraf gezien te hebben] . In de discussie die nu gaande is wordt ook mijn naam genoemd en wordt mij min of meer om een reactie gevraagd. Ik ben geen gebruiker van dit forum tav de discussie, toch wil ik hier een uiteenzetting geven van wat aan Ton’s boek vooraf ging en hoe de situatie nu ligt voor de damspelgeschiedenis.
Ton heb ik leren kennen bij het Nijmeegs Open damtoernooi. Dat zal zo’n 8 jaar geleden zijn. Ton is een aardige gepensioneerde man met grote interesse in de damspelgeschiedenis. Van af het begin van ons contact was het mij duidelijk dat hij een “dam - geschiedkundig boek” wilde schrijven. Dat boek zou eerst een eenvoudig boek worden voor de jeugd, omdat er op damgebied geen adequaat boekje voor de jeugd te vinden was, afgezien van de A – O uitgave, geschreven door Arie van der Stoep. Weenink heeft mij thuis bezocht en deed het verzoek of ik zijn geschreven concept wilde doorlezen. Het boekje , van toentertijd ca 50 pagina’s , had niet de inhoud waar ik mijn naam aan wilde verbinden.
Dat heb ik hem meegedeeld, waarna we nooit meer gesproken hebben over het wel of niet vermelden van mijn naam. Weenink zal gedacht hebben mij eer te bewijzen met het vermelden van mijn naam in zijn huidige boek. Letterlijk wordt ik bedankt voor de raad en daad en kritische opmerkingen. Daar is op zich niets mis mee. Ik heb Ton in de loop der jaren geantwoord op verschillende brieven met vaak enkele pagina’s bijlage. Alle geschiedkundige onderzoekers van het damspel zijn mij even lief. Dus heb ik ook Ton willen helpen. Een andere kwesties is wat Ton met raad en daad heeft gedaan. Keer op keer heb ik hem voorgehoudenn dat “HIJ” de schrijver van het boek is en ZELF verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Hij krijgt de eer voor een mooi boek dat hij met veel moeite op de markt heeft gekregen. Daarvoor : Pet af ! Hij heeft er veel tijd in geïnvesteerd, heeft zich met veel verschillende mensen in verbinding gesteld om naar zijn kunnen een zo goed mogelijk boek te maken. Hij heeft nieuwe onderzoeksgebieden in zijn boek weten te presenteren zoals : het hoofdstuk over bordspel verbranding en de notatie. Op het terrein van de antieken heeft hij ondersteuning gevonden bij mensen die van damspelgeschiedenis niets afweten maar wel op hun eigen vakgebied.
Ik stel nog een keer : het is een mooi boek geworden, dat ik met plezier als kijkboek in mijn kast heb staan. Prachtige afbeeldingen waaraan hij kosten heeft besteed om deze te verwerven. Nu komt het punt echter van de verantwoording van de tekst. Historici mogen gelukkig van mening verschillen. Maar van mening verschillen moet wel gebeuren op grond van goede argumenten. Ton heeft de keuze gemaakt om het 100 velden spel te laten beginnen in 1722. Daarvoor kiest hij de aloude bekende opvattting gebaseerd op het verhaal van Manoury. Daar heb ik moeite mee want door mijn naam te vermelden in het boek lijkt het alsof ik geheel achter zijn tekst sta. Het vermelden van een naam betekent voor de lezer al snel dat de schrijver gedekt wordt door een “autoriteit”. Overigens zie ik mij zelf niet als een autoriteit, maar als een schrijver van 35 jaar damgeschiedenis met gebrek aan tijd en energie om het nog beter te doen. Mijn pensioendatum nadert gelukkig ! Nog steeds ben ik fulltime kinderfysiotherapeut en doe ik mijn schrijfwerk als hobby.
Ton heeft als gedachtengang dat iedere op zichzelf staande vondst zoals deze in de afgelopen decennia zijn beschreven, onvoldoende bewijslast vormen voor het ontstaan van het 100 veldenspel in Nederland. De combinatie van al deze bewijzen is voor hem niet genoeg om van keus te veranderen. In mijn borden-archief heb ik een grote lijst van gedateerde molenspel – damborden, die begint bij 1696 en via 1710, 1724, 1754, 1775, 1816 etc doorloopt tot begin 1900. Een continue lijn van hetzelfde ogende Noord-Nederlandse type borden. Aangezien wij niets weten van schaken op 100 velden in Nederland mag niet ongefundeerd de conclusie getrokken worden : de twee borden van 1696 en 1710 zijn schaakborden. [ Graag laat ik mij van het tegendeel overtuigen met teksten, archiefvondsten, boden etc.]. Het in meerdere publicaties beschreven 18e eeuwse gedicht “L’.art Polonois” , waar uit kan worden opgemaakt dat het damspel in Nederland “schitterend heerst” is een element dat Ton ook niet over de streep heeft getrokken. De afbeeldingen in de kunst waarop het damspel is afgebeeld als een spel op 100 velden voor 1722 zou hem ook moeten hebben aangespoord om tot een andere keus te komen. De 3 kinderen van Louis XIV dammen ca 1690 op een 100 velden bord, net zoals Kupecki met een 100 velden bord is afgebeeld . Het aantal argumenten is nog niet teneinde: Daniel Souterius schreef in 1617 over het spelen met 2 x 15 schijven. Dat kan in symmetrie alleen op een bord met eenheden van 5 speelvelden. Of je zou een situatie moeten bedenken als voortzetting van het alquerque-12 spel waarbij de schijven in asymmetrie op het bord staan met slechts een veld open”. Maar hoe dat bord er uit zou moeten zien, weet ik niet.
Notarisprotocollen kunnen ons veel vertellen over de frequentie waarin een dambord of schaakbord voorkomt. Het onderzoek van al deze historische gegevens staat nog in de kinderschoenen. Maar toch valt er wel uit te destilleren dat notarissen verschil maken tussen een dambord en een schaakbord. [ als er niet van de speelstukken gesproken wordt; tenzij apart vermeld, ga ik uit van enkel het bord] Dat betekent dat er een inhoudelijk verschil van bord moet zijn. Dat kan vrijwel niet anders zijn dan dat er verschil is in het aantal speelvelden.. Het ontbreekt aan mankracht bij het damspelonderzoek, dat ondervond ik bij mij artikel over het Rotterdamsch Koffyhuijs, waarbij maar liefst 23 damborden en 2 schaakborden te voorschijn kwamen uit zomaar een inventarislijst. De overmaat aan damborden toont aan dat het damspel in de periode voorafgaand aan de inventarisatie vergaand favoriet was bij de beurshandelaren die het koffiehuis frequenteerden. Voor de goede orde dit was na 1722.
Het woordenboek uit 1710 van Pierre Marin, waarin de zinsnede voorkomt : Savez vous Damer a la Polonoise ? Kend gy op zyn Poolsch dammen ? , is voor mij voldoende bevestiging om de voorgaande gedateerde bordgegevens de ondersteunen.
Over het boek van Ton is in meerder opzichten kritiek mogelijk. In de discussies werden al een aantal onderwerpen genoemd. Ton zal zich zelf moeten verdedigen op de kritiek die hij ontvangt. De achterste pagina van zijn boek geeft weer hoe hij zich heeft ontwikkeld. Ik ben er niet bang voor dat Ton de kritiek achteloos zal laten passeren.
Een mens mag fouten maken en er op worden gewezen. Laat iedereen dat doen met in achtneming van opbouwende kritiek en de wetenschap dat praten bij een kop koffie een hoop begrip voor elkaar oplevert. Laat het boek een aanzet zijn tot ‘verbetering’, want critici kunnen het ook zichzelf kwalijk nemen dat zij voor de niet-wetende lezer niet eerder een dergelijk uitvoerig boek geschreven hebben. Om te beginnen geldt dat ook voor mij.
Ik sluit af met een uitspraak van oud atleet Sir Roger Bannister , die ik toevallig opensla uit een scheurkalender : The man who can drive himself further once the efforts gets painfull is the man who will win. Ik wens Ton sterkte met de kritiek op zijn boek en alle anderen veel succes met nieuwe historische vondsten. De damspelgeschiedenis heeft deze hard nodig.
Wim van Mourik
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Ikzelf heb ook een alquerque bord ontdekt in de provincie Murcia en moet daar nog een boek overschrijven. Het bord is getekend op een muur en een gedeelte van deze muur bewaard
men nog. De datum heb ik gesteld rond 1275.
men nog. De datum heb ik gesteld rond 1275.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
-
- Posts: 2199
- Joined: Tue Sep 30, 2003 01:52
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Arie je had hier beter geen indianenverhalen kunnen verkopen, het volstaat te melden dat jij de enige damhistoricus bent die ook verstand heeft van etymologie, dat heb je al gedaan
-
- Posts: 36
- Joined: Wed Dec 15, 2010 16:22
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Het is gemakkelijk voor te stellen dat bij onderzoek naar kanker onderzoekers van allerlei disciplines samenwerken. Zo ontrafelt een celbioloog wat er gebeurt in een cel, werkt er iemand op moleculair niveau, zoekt een chemicus naar de meest werkzame chemokuur, is er een geneticus bij betrokken, enz.
Onderzoek naar de geschiedenis van het damspel vraagt vanzelfsprekend ook een benadering van verschillende kanten.
Op een Nederlands 100-ruitenbord staat het jaartal 1696. Is dit jaartal betrouwbaar? Volgens experts in hout en verf en bordversiering wel, Gerhard Bakker heeft dat indertijd laten onderzoeken door een gespecialiseerd laboratorium. Daarom mogen we dit bord een plaats geven bij ons onderzoek naar de oorsprong van het 100-ruitendammen.
Waar komt de Spaanse spelnaam juego de damas vandaan? Het Spaans heeft deze ontleend aan het Frans, leert ons comparatistisch (taalvergelijkend) onderzoek. Dus moeten we de oorsprong van het damspel eerder in Frankrijk dan in Spanje zoeken.
Wat betekent de spelnaam juego de damas letterlijk? Spel der dijken, volgens etymologisch onderzoek. En in geen geval spel der schaakkoninginnen. We mogen dus twijfelen aan de gangbare voorstelling van zaken dat het damspel is voortgekomen uit het schaakspel. (Dat het schaakspel de moeder van het damspel is valt daarmee nog niet uit te sluiten. Maar mijn onderzoek wijst uit dat het damspel ouder moet zijn dan het schaakspel en dat het schaakspel althans in Europa altijd onder invloed van het damspel heeft gestaan).
Er is een manuscript met de beginstelling van een dampartij op het lijnenbord (het alquerquebord) waarvan werd gedacht dat het Italiaans was. Filologisch onderzoek door Roger Garzón (filologie is manuscriptkunde) levert volgens Govert Westerveld Spanje 1502 op. Indien Garzóns onderzoek zuiver filologisch was, dat wil zeggen indien hij de resultaten van Goverts pseudo-etymologische onderzoek niet heeft meegewogen, heeft hij bijgedragen aan de damgeschiedenis.
Westervelds benadering gebaseerd op documenten, dat wil zeggen dammanuscripten, leidt tot onjuiste conclusies over de oorsprong van het damspel. Bovendien blokkeert hij voortgaand onderzoek, zodat we niet kunnen profiteren van elkaars sterke punten. Wetenschappers maken elkaar sterker door te laten weten waar iemand met een onderzoek de mist inging en verbeteringen voor te stellen. Zo help je elkaar verder en draag je vruchtbaarder bij aan het historisch onderzoek dan met dat eenzijdige en amateuristische gedoe van Govert.
Wat mij niet alleen als dammer maar ook als persoon irriteert, is Goverts gevraag naar dingen die ik allang heb uitgezocht. "Als dammen in de middeleeuwen zo populair was, waarom is er dan geen middeleeuws dammanuscript?", vraagt hij bijvoorbeeld. Natuurlijk heb ik gezocht naar een antwoord op die vraag. Indien Govert een beter antwoord heeft dan ik, moet hij uitleggen waarom ik fout zit inplaats van te suggereren dat ik te stom ben om die vraag zelf te bedenken.
Zo, ik heb nu wel genoeg gekankerd. Goverts onderzoek in Spanje heeft waardevolle vondsten opgeleverd. Maar er zit dus ook een andere kant aan, zal ik maar netjes zeggen.
Onderzoek naar de geschiedenis van het damspel vraagt vanzelfsprekend ook een benadering van verschillende kanten.
Op een Nederlands 100-ruitenbord staat het jaartal 1696. Is dit jaartal betrouwbaar? Volgens experts in hout en verf en bordversiering wel, Gerhard Bakker heeft dat indertijd laten onderzoeken door een gespecialiseerd laboratorium. Daarom mogen we dit bord een plaats geven bij ons onderzoek naar de oorsprong van het 100-ruitendammen.
Waar komt de Spaanse spelnaam juego de damas vandaan? Het Spaans heeft deze ontleend aan het Frans, leert ons comparatistisch (taalvergelijkend) onderzoek. Dus moeten we de oorsprong van het damspel eerder in Frankrijk dan in Spanje zoeken.
Wat betekent de spelnaam juego de damas letterlijk? Spel der dijken, volgens etymologisch onderzoek. En in geen geval spel der schaakkoninginnen. We mogen dus twijfelen aan de gangbare voorstelling van zaken dat het damspel is voortgekomen uit het schaakspel. (Dat het schaakspel de moeder van het damspel is valt daarmee nog niet uit te sluiten. Maar mijn onderzoek wijst uit dat het damspel ouder moet zijn dan het schaakspel en dat het schaakspel althans in Europa altijd onder invloed van het damspel heeft gestaan).
Er is een manuscript met de beginstelling van een dampartij op het lijnenbord (het alquerquebord) waarvan werd gedacht dat het Italiaans was. Filologisch onderzoek door Roger Garzón (filologie is manuscriptkunde) levert volgens Govert Westerveld Spanje 1502 op. Indien Garzóns onderzoek zuiver filologisch was, dat wil zeggen indien hij de resultaten van Goverts pseudo-etymologische onderzoek niet heeft meegewogen, heeft hij bijgedragen aan de damgeschiedenis.
Westervelds benadering gebaseerd op documenten, dat wil zeggen dammanuscripten, leidt tot onjuiste conclusies over de oorsprong van het damspel. Bovendien blokkeert hij voortgaand onderzoek, zodat we niet kunnen profiteren van elkaars sterke punten. Wetenschappers maken elkaar sterker door te laten weten waar iemand met een onderzoek de mist inging en verbeteringen voor te stellen. Zo help je elkaar verder en draag je vruchtbaarder bij aan het historisch onderzoek dan met dat eenzijdige en amateuristische gedoe van Govert.
Wat mij niet alleen als dammer maar ook als persoon irriteert, is Goverts gevraag naar dingen die ik allang heb uitgezocht. "Als dammen in de middeleeuwen zo populair was, waarom is er dan geen middeleeuws dammanuscript?", vraagt hij bijvoorbeeld. Natuurlijk heb ik gezocht naar een antwoord op die vraag. Indien Govert een beter antwoord heeft dan ik, moet hij uitleggen waarom ik fout zit inplaats van te suggereren dat ik te stom ben om die vraag zelf te bedenken.
Zo, ik heb nu wel genoeg gekankerd. Goverts onderzoek in Spanje heeft waardevolle vondsten opgeleverd. Maar er zit dus ook een andere kant aan, zal ik maar netjes zeggen.
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Zo help je elkaar verder en draag je vruchtbaarder bij aan het historisch onderzoek dan met dat eenzijdige en amateuristische gedoe van Govert.
“Eenzijdige en amateuristische gedoe van Govert”
TJa, wat moet ik daar nu weer op antwoorden. Misschien is het beter mij maar uit dit strijdgewoel de houden, want ik krijg de indruk dat het allemaal tijdverlies is en ik kan mijn tijd beter besteden.
Iedereen heeft zo zijn eigen mening.
Prof. Torres Fontes, Prof. Francisco Márquez Villanueva van de Harvard University en Prof. Ángel Alcalá van de University of New York hebben een andere mening over mijn historisch research:
http://www.beniel.org/alcala.html
Ach,…het is allemaal niet zo belangrijk wat Van der Stoep van mijn werk vindt en wat ik van het werk van Van der Stoep vind. Het is veel belangrijker wat andere historici van ons werk vinden, want die hebben een veel neutralere mening dan van Van der Stoep en ikzelf.
“Eenzijdige en amateuristische gedoe van Govert”
TJa, wat moet ik daar nu weer op antwoorden. Misschien is het beter mij maar uit dit strijdgewoel de houden, want ik krijg de indruk dat het allemaal tijdverlies is en ik kan mijn tijd beter besteden.
Iedereen heeft zo zijn eigen mening.
Prof. Torres Fontes, Prof. Francisco Márquez Villanueva van de Harvard University en Prof. Ángel Alcalá van de University of New York hebben een andere mening over mijn historisch research:
http://www.beniel.org/alcala.html
Ach,…het is allemaal niet zo belangrijk wat Van der Stoep van mijn werk vindt en wat ik van het werk van Van der Stoep vind. Het is veel belangrijker wat andere historici van ons werk vinden, want die hebben een veel neutralere mening dan van Van der Stoep en ikzelf.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Uit het Friesch Dagblad van maandag 18 april 2011 :
viewtopic.php?f=65&t=631&start=195
Op zoek naar dé Franeker damschakel
Het derde Grutmastertoernooi Fries dammen in Franeker kende donderdag en zaterdag in de burgemeesterskamer van het oude stadhuis wederom een oogstrelend decor. Achter die locatie blijken de laatste jaren steeds meer connecties te schuilen met het damspel zelf. Franeker is daarin de beoogde bakermat van de Friese variant.
Ernst Slagter
In de burgemeesterskamer heerst zaterdag een serene rust tijdens de partijen van de vier kandidaten voor de titel. Terwijl Marten Walinga en Gerben Terpstra elkaar achter het ene bord hoofdbrekens bezorgen, is dat direct daarnaast ook het geval bij Taeke Kooistra en Foeke Tiemensma. Af en toe komen spelleider Liuwe Westra en liefhebbers als Tjalling Goedemoed en Folkert Groenveld een kijkje nemen, dan weer loopt een van de mannen weg om nog maar eens een kopje koffie te halen.
Westra is trots op de omstandigheden die voor de derde editie van het Grutmastertoernooi in Franeker zijn neergezet, mede door de organiserende damclub De Rûge Wolf uit Lollum en Waaksens. Het ontbreekt de vier dammers, zo zegt-ie, aan niets. ,,Ze worden in de watten gelegd, puur omdat we een zo professioneel mogelijk toernooi willen verzorgen. Mensen mogen wel komen kijken, maar absoluut niet praten. We proberen een topsportambiance te creëren en daar zijn de prijzen ook naar”, wijst Westra op het prijzengeld van in totaal 750 euro.
Vierhonderd euro daarvan wordt meegenomen door Tiemensma, die uitgerekend debutant was in Franeker. De 41-jarige Franeker hield achtereenvolgens Walinga, Kooistra en Terpstra achter zich. Tiemensma heeft zich pas sinds twee jaar toegelegd op het Fries dammen, nadat hij bij de ‘Hollandse variant’ op het hoogste niveau voor De Oldehove en Damcombinatie Fryslân uitkwam. Westra en Walinga roemen Tiemensma, wiers overstap ze van harte toejuichen. Een maand geleden verraste hij al vriend en vijand door het persoonlijk kampioenschap sneldammen Fries spel op zijn naam te zetten.
Zelf zei hij gekscherend dat het succes wat hem betreft iets té snel is gekomen. ,,Vooral als je ziet hoelang ik er over heb gedaan om in het ‘gewone’ dammen op hoog niveau te komen”, stelde Tiemensma. ,,Nu speel ik opeens tegen oude rotten in het vak. Kooistra, Walinga en Terpstra hebben met elkaar meer dan honderd jaar ervaring in het spelletje. En dan win ik daar als snotjongen ineens van.”
Overeenkomsten met dammen, zo voegt-ie er snel aan toe, zijn er evenwel veel. Maar het Fries dammen heeft hem zo te pakken gekregen, dat hij zijn oude liefde nu wel verlaten heeft. ,,Puur omdat hier zoveel mogelijkheden te ontdekken zijn. Soms denk ik na een partij dat ik er zonder al te veel problemen hebt kunnen winnen. Als we er dan in een andere kamer met de computer een analyse op loslaten, zie je dat je een hoop oplossingen gemist hebt. Het is de uitdaging om zulke situaties steeds beter onder de knie te krijgen.”
Het succes van Tiemensma past naadloos in het plaatje dat de aandachtige toeschouwers de afgelopen jaren werd voorgeschoteld in Franeker. Zo kroonde Augustinus van der Goot zich tijdens de eerste editie nog tot kampioen, maar de Balkster wist zich de afgelopen twee keer niet eens te plaatsen voor de eindstrijd. Ook Jelle Wiersma, de winnaar in 2010, was donderdag alleen als toeschouwer aanwezig in het stadhuis, daar hij zich via de selectiecriteria evenmin een plekje kon bemachtigen.
Tiemensma verzekerde zich wel van deelname dankzij de winst bij het sneldammen in 2010, terwijl Kooistra als Fries kampioen van dit jaar van de partij mocht zijn. Walinga en Terpstra plaatsten zich respectievelijk via een tweede plek op het Fries kampioenschap en de zege op het plaatsingstoernooi in Lollum. ,,Je ziet dammers met een bepaalde mentaliteit bovendrijven”, meent Westra, die zelf niet in aanmerking kwam voor deelname. ,,Niet goed genoeg. Zo eerlijk moet je zijn.”
Westra en Walinga zijn niet alleen de twee initiators van het geheel, maar steken ook vele uren in het zoekwerk naar de oorsprong van het Fries dammen. De twee ploegen al jaren door papieren en digitale archieven om de in hun ogen schier onvermijdelijke connecties met Franeker te leggen. Fries dammen wordt in de huidige vorm al sinds de zeventiende eeuw gespeeld en Westra en Walinga zochten uit dat het oudste schilderij met een bord van honderd velden uit 1791 van de hand van Willem Bartel van der Kooi kwam.
Van der Kooi werd in 1798 tot Lector in de Tekenkunst aan de Hogeschool van Franeker benoemd en een van zijn andere blikvangers is het schilderij van Eise Eisinga onder zijn Planetarium. Dat meesterwerk werd in 1827 aan het Franeker stadhuis geschonken, uitgerekend de plek waar het Grutmastertoernooi donderdag en zaterdag werd gehouden. In eerste instantie dacht men overigens dat medeleerling Dirk Jacobs Ploegsma in 1790 het oudste schilderij van een bord met honderd velden op zijn naam had staan, maar daarop bleken slechts tachtig velden te ontwaren.
Walinga is de ware historicus van de twee, terwijl Westra zich vooral toelegt op het ontcijferen van de oude talen die met de documenten gepaard gaan. ,,Uiteindelijk zijn we altijd op zoek naar linkjes met Franeker”, zegt Walinga. ,,Het is aannemelijk dat het Fries damspel vanuit Franeker over Europa is verspreid, nadat het in eerste instantie via de Moren en de Spaanse overheersing hier verschenen is. Iedereen zoekt naar zijn oorsprong en bij ons is er nog veel onduidelijk.”
,,Behalve dat willen we ook draagvlak voor deze tak van dammen creëren”, vervolgt hij. ,,Niemand moet ermee aankomen dat dit net bedacht is door ons Friezen. De reacties gaan soms zover dat we dan ook maar aan Fries volleybal moeten beginnen. Het is onze taak om te bewijzen dat zulke woorden de grootst mogelijke onzin zijn. Wij blijven zoeken naar de oorsprong. En die zoektocht is nog lang niet voltooid. Volgend jaar komen er waarschijnlijk weer mooie ontdekkingen boven tafel.”
Damspelers in Herberg (1791) - Willem Bartel van der Kooi
Van het forum van de Friese dambond, http://quebec.messageboard.nl/8179/viewtopic.php?t=5
Sietse Nagel:
Damspelers in Herberg (1791) - Willem Bartel van der Kooi
(geboren in Augustinusga in 1768 en overleden te Leeuwarden in 1836).
Volgens Hiele Walinga (Oudega Wymbritseradiel) staat er een stand op het bord, die komt uit het Molkwerums dammen/Frysk Spul.
Het schilderij (Collectie Groninger Museum) werd gepubliceerd in het Historisch Tijdschrift voor Leeuwarden en omgeving 'Leovardia' (maart 2004) in het artikel 'Arbeiders en middenstanders samen aan het dambord' van Piet Tuik.
Piet Bouma wrote:Wat sneupen via Google op Internet (zie ook de melding van Hanco bij het topic Fries dammen) levert toch het schilderij van Dirk Jacobs Ploegsma op.
Het is te vinden bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (http://www.rkd.nl).
Dirks Jacobs Ploegsma (Leeuwarden, 19-02-1769/21-05-1791) overleed op 22 jarige leeftijd aan TBC.
Het is niet duidelijk of hier Fries wordt gedamd.
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Hier is mijn onderzoek:
Jeu de dames 1300 = spel met de schaakkoninginnen in Frankrijk
(documentaire bewijzen)
1385 dame = schaakkoningin (zwakke dame in Frankrijk)
(documentaire bewijzen)
1475 dama (Spanje) = schaakkoningin (nieuwe sterke koningin)
(woord overgenomen van Frankrijk)
(documentaire bewijzen)
Iew de dame of Jeu de dames 1300 of 1400 heeft niets met het damspel uit te staan, wat nog niet bestond. Het onderzoek gaat door.
Jeu de dames 1300 = spel met de schaakkoninginnen in Frankrijk
(documentaire bewijzen)
1385 dame = schaakkoningin (zwakke dame in Frankrijk)
(documentaire bewijzen)
1475 dama (Spanje) = schaakkoningin (nieuwe sterke koningin)
(woord overgenomen van Frankrijk)
(documentaire bewijzen)
Iew de dame of Jeu de dames 1300 of 1400 heeft niets met het damspel uit te staan, wat nog niet bestond. Het onderzoek gaat door.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
A group of Spanish chess historians round the Spanish chess player and chess historian Ricardo Calvo [see for example Calvo 1990:82-89 or Westerveld 1997:217] put a more earthly claim: the new chess queen was modelled on a female historical figure, namely queen Isabella of Castile. Marilyn Yalom [2004:192] took their side: "It should not surprise us that the chess queen's official transformation into the strongest piece on the board coincided with the reign of Isabelle of Castile (1451-1504)".
Zo blijven de sprookjes in de wereld. Ik was iederéén voor wat betreft Isabella of Castile (Isabella the catholic) and Calvo nam dat van me over, maar ging daar niet mee verder, want de schaak historici vonden de hypothese niet juist. Ik ben en blijf een vrije onderzoeker en moet niets van Universiteiten en Kongressen hebben. Calvo geeft mijn hypothese toe in zijn boek van 1999. De datum 1990 van Calvo is niet juist, dat moet 1991 zijn. Verder vergeet Van der Stoep velen van mijn artikelen, die hierna volgen. Op die manier blijven de sprookjes wel in de wereld en gaan de andere met de eer strijken als iets lukt. Lukt het niet dan ligt het aan Westerveld. Hetzelfde overkwam Moshe Dayan.
CALVO, Ricardo (1991). France, Birthplace in modern chess. In: New in chess, Nº 7, pp. 82-87 and 89.
(In 1991 werden Calvo en ik vrienden en kwam alles van me aan te weet)
NAVARRO BELMONTE, Florentina & WESTERVELD, Govert (1990). Las Damas: Ciencia sobre un tablero. Tomo I. Editor Promociones y Publicaciones Universitarias, S.A. (PPU S.A.) – Barcelona. ISBN 84-7665-697-0.
WESTERVELD, GOVERT (1987). Dutch Draughts Magazine “Het Nieuwe Damspel”, p. 71. I said: “How was it possible that the dama (queen) suddenly
received such a high value in chess and dama?. “We do not know the reason, but we should bear in mind that many Spaniards think of Isabella as their greatest ruler”. As from 1987 I was looking for proofs for my hipothesis.
WESTERVELD, GOVERT (1988). Dutch Draughts Magazine “Het Nieuwe Damspel”, p. 29. Why was Isabelle of Castile such an important person? She convinced her husband to provide money to Columbus to discover the New World. She persuaded her husband of the need of one religion, to baptize or expell the Jews and to conquer Grandada. This queen was visiting on horse-back her soldiers throughout their territory. It was really more a general than a Queen and in any case a more important figure important than her husband, King Ferdinand.
WESTERVELD, Govert (1994). Historia de la nueva dama poderosa en el juego de Ajedrez y Damas. (History of the new powerful Queen in the game of chess and draught), pages 103-225. Homo Ludens: Der spielende Mensch IV, Internationale Beiträge des Institutes für Spielforschung und Spielpädagogik an der Hochschule "Mozarteum" - Salzburg. Herausgegeben von Prof. Mag. Dr. Günther C. Bauer.
WESTERVELD, Govert (2004). La reina Isabel la Católica, su reflejo en la dama poderosa de Valencia, cuna de ajedrez moderno y origen del juego de damas. In colaboration with José Antonio Garzón Roger, Valencia. Generalidad Valenciana, Secretaria Autonómica de Cultura.
CALVO, RICARDO (1999). El Poema scachs d’amor (siglo XV). First preserved text about modern Chess. Analysis and comments by Ricardo Calvo. Editorial Jaque XXI, S.L. – Madrid, with a prologue of José Antonio Garzón Roger, p. 65.
Zo blijven de sprookjes in de wereld. Ik was iederéén voor wat betreft Isabella of Castile (Isabella the catholic) and Calvo nam dat van me over, maar ging daar niet mee verder, want de schaak historici vonden de hypothese niet juist. Ik ben en blijf een vrije onderzoeker en moet niets van Universiteiten en Kongressen hebben. Calvo geeft mijn hypothese toe in zijn boek van 1999. De datum 1990 van Calvo is niet juist, dat moet 1991 zijn. Verder vergeet Van der Stoep velen van mijn artikelen, die hierna volgen. Op die manier blijven de sprookjes wel in de wereld en gaan de andere met de eer strijken als iets lukt. Lukt het niet dan ligt het aan Westerveld. Hetzelfde overkwam Moshe Dayan.
CALVO, Ricardo (1991). France, Birthplace in modern chess. In: New in chess, Nº 7, pp. 82-87 and 89.
(In 1991 werden Calvo en ik vrienden en kwam alles van me aan te weet)
NAVARRO BELMONTE, Florentina & WESTERVELD, Govert (1990). Las Damas: Ciencia sobre un tablero. Tomo I. Editor Promociones y Publicaciones Universitarias, S.A. (PPU S.A.) – Barcelona. ISBN 84-7665-697-0.
WESTERVELD, GOVERT (1987). Dutch Draughts Magazine “Het Nieuwe Damspel”, p. 71. I said: “How was it possible that the dama (queen) suddenly
received such a high value in chess and dama?. “We do not know the reason, but we should bear in mind that many Spaniards think of Isabella as their greatest ruler”. As from 1987 I was looking for proofs for my hipothesis.
WESTERVELD, GOVERT (1988). Dutch Draughts Magazine “Het Nieuwe Damspel”, p. 29. Why was Isabelle of Castile such an important person? She convinced her husband to provide money to Columbus to discover the New World. She persuaded her husband of the need of one religion, to baptize or expell the Jews and to conquer Grandada. This queen was visiting on horse-back her soldiers throughout their territory. It was really more a general than a Queen and in any case a more important figure important than her husband, King Ferdinand.
WESTERVELD, Govert (1994). Historia de la nueva dama poderosa en el juego de Ajedrez y Damas. (History of the new powerful Queen in the game of chess and draught), pages 103-225. Homo Ludens: Der spielende Mensch IV, Internationale Beiträge des Institutes für Spielforschung und Spielpädagogik an der Hochschule "Mozarteum" - Salzburg. Herausgegeben von Prof. Mag. Dr. Günther C. Bauer.
WESTERVELD, Govert (2004). La reina Isabel la Católica, su reflejo en la dama poderosa de Valencia, cuna de ajedrez moderno y origen del juego de damas. In colaboration with José Antonio Garzón Roger, Valencia. Generalidad Valenciana, Secretaria Autonómica de Cultura.
CALVO, RICARDO (1999). El Poema scachs d’amor (siglo XV). First preserved text about modern Chess. Analysis and comments by Ricardo Calvo. Editorial Jaque XXI, S.L. – Madrid, with a prologue of José Antonio Garzón Roger, p. 65.
Free book of the game and history of checkers & draughts
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
Libro gratuito sobre el juego y la historia del juego de damas
Livre gratuit sur le jeu et histoire du Jeu de dames
http://www.damasweb.com/dutch/
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Het artikel van Arie uit de laatste Hoofdlijn mag hier niet ontbreken, onder andere omdat Govert niet op Hoofdlijn geabonneerd is.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Voor de overzichtelijkheid twee stukjes die Govert in mei en juli in een ander topic geplaatst heeft.
govert wrote:4000 jaar damhistorie moest door Van der Stoep verbeterd worden en nu hebben plotseling de Egyptenaren, Grieken en Romeinen niet gedamd, maar dat zei ik al in mijn boek van 2004.
Let op voor mij is alquerque-12 geen dammen, voor Van der Stoep wel.
Van der Stoep is specialist en etymologie, ikzelf een leek. Toch ging deze leek niet akkoord met het woord veld voor "punta" uit de damterm "Marro de Punta". Iedereen, Branch, Kruijswijk, Murray en Van der Stoep hadden het over "veld". Ik verzocht Rob Jansen daar een onderzoek naar te doen. Die voelde daar in principe weinig voor want daar was al veel over geschreven. Toch wist ik Jansen zover te krijgen en die kwam toen men grandiose onderzoeken voor de dag.
Zo ziet men maar weer, een leek die de expert verbeterde, in dit geval uiteraard dankzij Rob Jansen.
Ik geloof echt niet alles van wat Van der Stoep zegt, al heb ik bewondering voor zijn vele onderzoek en werk. Ik geloof als leek ook niet alles was mijn scheikundige zeggen en dankzij mijn intuitie kom ik er ook. Ik houd van veel vrijheid in mijn werken (innovatie).
Ondertussen ben ik weer met andere interesante zaken bezig, maar daarover meer op een andere keer.
govert wrote:Wat betreft de geschiedenis van het dammen zoals Van der Stoep dat ziet, eerst even van wat hij als stelling neemt:
Draughts transferred to the chess board: 14th c. In France between 1000 and 1500, may be earlier, draughts was very popular given the dozens of expressions based on the game. This popularity might be responsible for an innovation, made in the 14th c.: a French draughts player started to play draughts on the chess board. This innovation met with approval, so much that draughts on the chequered board was given an own name: French jeu de dames, meaning “game of the dams (dikes)”. Draughts players from other countries on the continent adopted this custom together with its name, but English players preferred the name Checkers, literally “game on the chequered board”.
Dus al dat dammen dan zo populair was in Frankrijk volgens Van der Stoep moeten daar zonder meer bewijzen op tafel komen en daarom vroeg ik in het Forum:
Als inderdaad het dammen veel belangrijker was dan het schaken moeten daar zonder documenten of boeken op tafel komen. Dat is tot op heden nog niet geschied. Men ziet alleen maar documenten van alquerque toestanden in Frankrijk.
Het antwoord van Van der Stoep was:
Vier. In mijn boek uit 2005 (vermeerderde herdruk 2007) ben ik uitvoerig ingegaan op de verhouding tussen dammen en schaken. Alles wijst in dezelfde richting: vroeger was dammen een belangrijk en populair spel, schaken kon niet in de schaduw ervan staan. Govert eist documenten, daarmee bedoelt hij kennelijk middeleeuwse manuscripten waar dat met zoveel woorden staat. Dat is een onmogelijke eis, en dat weet Govert natuurlijk zelf ook. Want hij zal toch accepteren dat Amerika werd bewoond vóór Columbus zonder dat dit in een document is vastgelegd. Niemand uit de tijd van de dinosaurussen en andere sauriërs heeft iets gedocumenteerd, en toch zal Govert accepteren dat die beesten ooit op aarde hebben rondgelopen. Om achter zulke zaken te komen, pas je methodes toe die voor zulk onderzoek zijn ontwikkeld. Trouwens, dat de schaakkoningin naar de Spaanse koningin is genoemd heeft ook niemand opgeschreven, en toch gelooft Govert dat. Daar heeft hij geen document voor nodig, maar als ik zeg dat die naam uit de damtaal komt eist hij ineens documenten. Wat moet ik met die flauwekul, dat is toch geen serieus onderzoek meer? Zo brengt Govert zichzelf in diskrediet, en het hele onderzoek naar damgeschiedenis erbij.
Mijn antwoord hierop is nu:
Document Isabel de Catolica komt voor in mijn boek van 2004. Van der Stoep kan volgens hem niet met bewijzen kan aankomen uit Frankrijk, waar dat spel volgens hem zo populair was. Dus nu ben ik al die tijd al bezig om dat uit te zoeken in Frankrijk. Volgens een geleerde en goede vriend van mij is Van der Stoep een grote expert in Etymylogie. Dus daar twijfel ik niet aan, wel aan de sprookjes die hij regelmatig inlevert.
Dit is op dit moment de huidige gang van zaken.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Re: Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten
Arie heeft me gevraagd dit artikel uit Hoofdlijn 159, oktober 2011, hier te plaatsen, in de hoop dat Govert erop reageert.
Het blijft jammer dat als Arie iets schrijft, Govert zich stilhoudt en als Govert hier iets plaatst Arie niks van zich laat horen. Zo komen we er nooit achter hoe het precies zit (vermoedelijk ongeveer in het midden tussen wat Arie en Govert tot dusver ontdekt hebben).
Het blijft jammer dat als Arie iets schrijft, Govert zich stilhoudt en als Govert hier iets plaatst Arie niks van zich laat horen. Zo komen we er nooit achter hoe het precies zit (vermoedelijk ongeveer in het midden tussen wat Arie en Govert tot dusver ontdekt hebben).
Arie van der Stoep wrote: OVER ISABELLA EN ANDERE MUTSEN EN DOZEN
Heeft het zin de lezers van een damblad te bestoken met taalkunde? Met die vraag liep ik rond, toen Herman van Westerloo de knoop voor me doorhakte: in zijn redactionele woord bij Hoofdlijn 158 kondigde hij de bewuste bijdrage doodleuk aan. Nou, dan moet het maar.
Het raadsel van de schaakkoningin
Elke dammer kan wel een beetje schaken. Hij weet dus hoe het machtige stuk naast de koning heet: koningin of dame. En hij kent ook de kracht van dit stuk: het bestrijkt hele rijen, kolommen en diagonalen.
De gangbare laatmiddeleeuwse naam van dit stuk was koningin. In een partij speelde de koningin nauwelijks een rol, want de actieradius was één veld diagonaal in alle richtingen. Omstreeks 1470 waardeerden Spaanse schakers het stuk op door het zijn huidige actieradius toe te staan. Het werd als het ware een nieuw stuk. Dat nieuwe stuk verdiende een eigen naam, vonden de Spanjaarden. Ze kozen voor dama, wat 'aanzienlijke vrouw' betekent.
In de 19e eeuw ontstond er belangstelling voor de geschiedenis van het schaakspel. Schaakhistorici ontdekten de eind 15e-eeuwse spelregelwijziging en toonden zich verbaasd over de naam voor het "nieuwe" stuk. Het zwakste stuk van het bord heette koningin. Toen het werd omgeturnd tot het sterkste stuk kreeg het de naam dama, wat 'aanzienlijke vrouw' betekent. Dat was een degradatie, en om die reden was die nieuwe naam hun een raadsel. Anno 2011 zitten schaakhistorici nog altijd met de handen in het haar.
Het raadsel opgelost
Tja, dat komt ervan als je anderhalve eeuw lang de oplossing in de verkeerde richting zoekt. Het gaat om een benoemingsprobleem, en als zodanig moet je de naamsverandering benaderen. Toevallig weet ik hoe je zo'n probleem in een aantal stappen kunt proberen op te lossen, daar heb ik voor doorgeleerd. Ik laat drie stappen zien zonder in vakjargon te vervallen, zodat elke lezer me kan volgen.
Stap een. Het woord dama = 'schaakkoningin' is hoogstwaarschijnlijk geen nieuw woord: er moet een bestaand Spaans woord dama zijn geweest dat er rond 1470 een betekenis bij kreeg. Dat een woord er een betekenis bij kan krijgen, weten we allemaal. In mijn jeugd, heel lang geleden, zette je in de winter een muts op je hoofd. Nadien ging muts 'vagina' betekenen, en dit leidde weer tot de betekenis 'dommig vrouwspersoon'. Met het woord doos gebeurde iets dergelijks: eerst 'bergplaats', vervolgens 'vagina', daarna 'vrouw'.
Stap twee. Spoor bestaande Spaanse woorden dama uit de periode rond 1470 op. Generaties schakers bleven hardnekkig dezelfde fout maken: ze sloegen een Spaans woordenboek open en vonden een woord dama met de betekenis 'aanzienlijke vrouw'. Het zijn mutsen, die schaakhistorici, want je moet natuurlijk kijken naar de taal van 500 jaar geleden. Welnu, ik vond twee woorden dama. Zeer algemeen was dama in de betekenis 'aanzienlijke vrouw'. In de betekenis 'rij op het schaak- en dambord waar een pion of schijf promoveert', kortweg 'promotierij', werd een woord dama gebruikt door schakers en dammers. Dit woord is ontleend aan het Frans en stamt uit de damtaal.
Stap drie. Een nieuwe betekenis gaat altijd uit van het woord met de meest verwante betekenis. Daarom moet 'schaakkoningin' een nieuwe betekenis zijn van het woord dama met de betekenis 'promotierij', want beide woorden komen uit de bordspelsfeer. Dat dama een nieuwe betekenis is van dama in de betekenis 'aanzienlijke vrouw' mogen we uitsluiten. En dus mogen we evenzeer uitsluiten dat de naam dama is bedacht uit eerbetoon aan Jeanne d'Arc, aan de moeder Gods, aan koningin Isabella van Spanje of aan een andere vooraanstaande vrouw. Maar wanneer schaakhistorici in het grootheidsdenken waar ze allemaal behept mee zijn gelukkig worden door in een houten schaakpoppetje Jeanne of Maria of Isabella te zien, gun ik ze dit graag.
Drie mutsen
Metonymisch woordgebruik
Onder dit kopje volgt een taalkundig exposé voor gevorderden.
Tussen het woord muts in de betekenis 'hoofddeksel' en het woord muts in de betekenis 'vagina' bestaat een bepaalde relatie. Het gaat om een vorm van beeldspraak die we metonymisch noemen. Het woord doos in de betekenis 'vagina' is ook een voorbeeld van metonymisch taalgebruik.
Metonymisch taalgebruik is niets bijzonder. Integendeel, we hebben er dagelijks mee te maken. Een frequent type metonymie is de spontane betekenisovergang van een woord met de betekenis 'plaats' naar 'iemand of iets op die plaats'. Een voorbeeld is "De stad was in rep en roer". Het woord stad staat hier voor de mensen die zich in die stad bevinden.
De betekenisovergang van dama = 'promotierij' naar 'schaakkoningin' behoort tot hetzelfde type metonymie. De betekenis 'promotierij' is een aanduiding voor plaats. Wat zich op die plaats bevindt is de gepromoveerde pion. Dat was in de 15e eeuw altijd een koningin; in de middeleeuwen kon de pion alleen promoveren tot koningin.
De door taalkundigen bijeen gestudeerde kennis van de metonymische betekenisovergang stelt me in staat méér over de betekenisovergang van 'promotierij' naar 'schaakkoningin' te zeggen. Het verschil tussen de oude en de nieuwe schaakkoningin is de actieradius. Kennelijk, zo is de onontkoombare conclusie, werd dama = 'promotierij' verbonden met het begrip 'grote actieradius'. Hoe? Wel, dama betekende 'promotieplaats voor de damschijf en voor de schaakpion'. En dus kan het niet anders dan dat de gepromoveerde damschijf een grote actieradius bezat. De dam in het Spaanse damspel was met andere woorden een lange dam, die hele diagonalen bestreek. En daaruit volgt weer de conclusie dat Spaanse dammers damden met een lange dam toen Spaanse schakers nog schaakten met de zwakke koningin.
Gebakken lucht
Volgens schaakhistoricus (en damhistoricus) Govert Westerveld was het precies andersom: eerst was er de machtige schaakkoningin en daarna de machtige lange dam. Hij is niet de enige, al zijn voorgangers schaakhistorici zeiden hetzelfde. Waarom dachten ze dat? Omdat, zo stelden ze, het damspel altijd onder invloed van het schaakspel heeft gestaan, het gevolg van de positie van dammen en schaken: dammen weinig populair, schaken een machtig en populair spel, vooral in de betere kringen. Ze brachten het vanuit een absolute zekerheid. Nou, achter een dergelijke uitspraak zal toch gedegen onderzoek zitten naar de positie van dammen en schaken in de Europese cultuur sinds het jaar 1000, veronderstel je dan. Nee hoor, niks onderzoek, de heren schaakhistorici wisten het zo wel. Het grootheidsdenken rispt weer op. Zo'n methodologische misser vind ik onbegrijpelijk. Hoe haalt iemand het in zijn hersens uitspraken te doen over de populariteit van twee bordspelen zonder onderzoek te doen? Gebakken lucht, meer is het niet. Intussen schieten we daardoor al een eeuw lang niet op met de geschiedschrijving van het damspel.
Vanzelfsprekend zou ik weinig recht van spreken hebben indien ik zelf evenmin de positie van dammen en schaken had onderzocht, want dan zou de pot de ketel verwijten. Ik meen dat recht te hebben verworven doordat ik serieus onderzoek heb verricht. Ik onderzocht de positie van schaken en dammen in Spanje, Frankrijk, Engeland en Nederland. Schaken was in de drie eerstgenoemde landen volgens mijn bevindingen helemaal niet machtig en populair, zeven eeuwen lang werd er weinig tot zeer weinig geschaakt, het spel maakte pas in de 18e eeuw opgang. In ons land was het schaakspel tot die tijd zelfs een praktisch onbekend spel. In Het Damspel heb ik eens geschreven over m'n ervaringen in Berlijn, waar ik een gezelschap schaakhistorici bewijzen heb voorgelegd dat dammen een veel populairder bordspel is geweest dan schaken. Misschien wilden ze me wel geloven, maar gevangen als ze waren in hun grootheidsdenken vermocht de werkelijkheid niet tot ze door te dringen.
Literatuur
Arie van der Stoep Draughts in relation to chess and alquerque. Hooge Zwaluwe 2007