Inderdaad een zet, waar ik ook even aan dacht, nadat ik de boel gepost had. De onvolprezen computer heeft het dan over laten slaan met 12-17x31 gevolgd door 8-13 (en 13-18 als het toegestaan wordt). Wanneer wit bv. 38-33 speelt, dan volgt de ruil 17-22. Zwart heeft een enorme ontwikkelingsvoorsprong (als je schijf 15 niet meerekent), dan kun je je wel wat randschijven permitteren. In diverse varianten blijft zwart dreigen met het kenmerkende offer 19-23 gevolgd door het winnen van schijf 27. Wanneer het steunpunt 27 weg is, dan zijn de zwarte problemen meestal over. De meer voor de hand liggende slag 28...18-23 29.33-29 12-17 30.29x18 13x33 31.38x29 (dreigt schijfwinst) 19-23 32.29x18 17-22 33.18-12 is inderdaad wat minder.Casper van der Tak wrote:Frits, kan na 18-23 niet gewoon 33-29?
Zetten als 18-23 zijn nooit bedoeld als serieuze winstpoging. Een correspondentiedammer ziet ze direct. Gewone dammers kijken er niet eens naar. Ook bij de partij Baljakin - v.d. Akker van vorig jaar keek men of men het in Keulen hoorde donderen toen ik 18-23 aangaf. Het voordeel van dergelijke zetten is, dat je een brok in de keel stopt van de witspeler. Als hij het brok niet weg krijgt, dan wint hij niet meer. Heel vervelend als je weinig tijd hebt. Hetzelfde effect zie je wel met de opstelling 29,33,34 (wit) of 17,18,22 (zwart). Het blijkt ontzettend moeilijk om iets te verzinnen tegen een dergelijk schijnbaar zwakke opstelling van de verdediger (zonder de bescherming van een naast gelegen stuk). Vooral voor klassiek georiënteerde spelers is het neerzetten van een klassieke formatie met schijf 23 zonder bescherming vaneen stuk op 24 vloeken in de kerk.