Leo Mous wrote:Even een reactie op de laatste opmerkingen van Piet Bouma. Ik had een iets verstandiger reactie van Piet verwacht. Natuurlijk moet de BR niet opgeheven worden. Met de introductie van de BR zijn veel betere voorwaarden geschapen voor een beter en slagvaardiger bestuur van de KNDB dan voorheen.
Het probleem zit hem niet in de formule, maar in de mensen die hem invullen. Het geldt niet voor iedereen, maar veel (misschien wel de meeste) BR-leden hebben geen benul van hun (nieuwe) rol en positie. Er is te weinig besef van het feit dat de BR de beleidskaders moet stellen, zowel inhoudelijk als financieel. Te veel wordt er door BR-leden achterover geleund en uitsluitend een controlerende pose aangenomen. Zo van: het bestuur mag het werk doen en de BR controleert alleen maar. Dan heb je er niet veel van begrepen. De BR-leden zelf moeten een veel actievere rol vervullen bij de opstelling van de beleidskaders. En veel meer werk maken van hun ledenvertegenwoordigende functie. BR-leden met het land in gaan, zich laten zien op plaatsen waar gedamd wordt, ontwikkelingen volgen en hun oor te luisteren leggen bij mensen die iets interessants te melden hebben.
Verder heb ik al vaker betoogd: een bond met 6000 leden (niet meer dan 5 middelgrote voetbalclubs) moet niet bestuurd worden door een waterhoofd van 35 bondsraadsleden. Ter vergelijking: een gemeente met 30.000 inwoners (wel iets complexer dan een dambond) wordt uitstekend bestuurd door 15 gemeenteraadsleden. Dat is misschien zelfs nog te veel.
Een kleinere BR (maximaal 15 leden, misschien nog wel minder), tot stand gekomen via echte landelijke verkiezingen, biedt veel meer garantie voor bestuurlijke kwaliteit, goede discussie en echte, actieve betrokkenheid. Een veel betere en aantrekkelijker partner voor het bestuur. Nu is de BR een onbeheersbare, bonte verzameling van goedwillende mensen die hun eigen prov. bond maar niet los kunnen laten en voor een deel nog met hun hoofd in de bestuurlijke verhoudingen van ver in de vorige eeuw zitten.
Ik volg de evaluatie van de BR niet, maar wat mij betreft zal die moeten leiden tot afspraken over een actievere rol van de BR-leden (overeenkomstig hun functie), drastische verkleining van de BR, landelijke verkiezingen, gekoppeld aan een verdergaande bestuurlijke reorganisatie die leidt tot opheffing van de provinciale bonden. Zo lang vooral dit laatste niet gebeurt, zal het tobben blijven met BR-leden die het provinciale denken niet zullen overstijgen.
Leo,
Inderdaad was mijn posting een prikkelende, zonder inhoudelijk iets toe te voegen.
Maar zelf onderschrijf je in jouw uitgebreide posting eigenlijk hetzelfde.
Jouw meest opvallende opmerking:
"Nu is de BR een onbeheersbare, bonte verzameling van goedwillende mensen die hun eigen prov. bond maar niet los kunnen laten en voor een deel nog met hun hoofd in de bestuurlijke verhoudingen van ver in de vorige eeuw zitten."
Waar het mij omgaat is dat een grote groep mensen, die uitgesproken heeft vernieuwing na te streven na de eerste periode Bondsraad al weer afscheid heeft genomen.
Ook de populariteit bij de laatste Bondsraadverkiezingen (vrijwel geen kandidaten en vrijwel geen verkiezingen) geeft te denken.
En wat is er in de periode 2003-2007 nu eigenlijk op bepaalde punten bereikt:
Ledenwerving
Er is door de KNDB een ledenwervingsactie en verregaande stimulering van het jeugd(basisschool)dammen ingezet. In het beleidsplan 2006-2010 wordt een gewenste stijging naar 9300 in 2008 nagestreefd.
We zitten nu op 7103 (1-1-2007) waarbij 697 leden van bijzondere bonden meegeteld zijn.
Het zou me niks verbazen, dat na aftrek van alle dubbelleden er maar een schamele 5000 overblijft.
Clubcultuur
Ik zie geen veranderingen.
Nieuwe doelgroepen en breedtesport
- Jeugd
- Ouderen
- Vrouwen
- Nieuwe medelanders
M.i. zitten we hier op een verkeerd spoor. De KNDB, Provinciale bonden en ook individuele toernooiorganisaties hebben in totaal een enorm pakket aan wedstrijden. Maar allemaal gericht op dezelfde doelgroep, de huidige (vaak ook sterke) clubdammer en niet op nieuwe doelgroepen.
Dit betekent dat een groep van veelspelers op zijn wenken bediend wordt.
Alleen op het gebied van jeugd is inzet geweest. Maar wel op de makkelijkste doelgroep: basisschoolkinderen. Het vervolg: voortgezet onderwijs/pubers. Daar is veel te weinig inzet op. En dat is de leeftijd waarop aangehaakt moet worden op de damclub en niet meer bij de jeugdclub.
I.p.v. aangehaakt wordt er afgehaakt.
Ook in opleidingen richten we ons weer op die sterke jeugdspeler etc. Waar zijn de provinciale(club)opleidingen om toekomstige spelers op een recreatief redelijk niveau te krijgen en verder niks. Ja, we hebben kader traint kader. Maar dat nieuwe kader, was dat al niet kader dat nu een diploma heeft?
En waar zijn er provinciale (en club-) vrouwentoernooien, waar wordt specifiek op oudere huisdammers (dus niet KNDB-leden) gericht toernooien georganiseerd, waar wordt iets gedaan aan integratie (via bijv. meedoen interculturele manifestaties om ook Turks, Afrikaans etc. te dammen) van onze dammende medelanders.
En waar zitten we in de Bondsraad over te vergaderen:
- spelregelwijzigingen (bijv. plusjes, Delftse telling, welke klok het eerst ingedrukt moet worden etc., halve finales NK met 10 of 8 spelers)
- incidenten
- intern navelstaren (functioneren Bondsraad en organisatie)
Natuurlijk komen er ook andere zaken aan de orde, zoals resultaten beleid e.d.. Maar inderdaad veeleer in de controlerende sfeer dan in een initiërende setting.
Daarom mijn harde conclusie: Opheffen?
En of door andere afspraken een actievere rol door bondsraadsleden vervuld gaat worden of dat een kleinere bondsraad slagvaardiger zal zijn en of opheffen van provinciale bonden (wat ze overigens zelf niet willen) beter resultaat met zich mee zal brengen? Ik denk het niet Leo.
Met jouw zwakte-analyse ben ik het volstrekt eens Leo.
Bovenstaand verhaal is ook hard negatief. Ik zie eigenlijk geen mogelijkheid tot kentering meer.
Het is al kwart over twaalf en het doemscenario is al lang aan de gang.
En jouw scenario over 50 tot 100 jaar? Dat heb je nog veel te ver weg ingeschat. Ik ben nu midden veertig. Ik denk dat over twintig jaar bij heel veel damclubs het licht is uitgedaan. Zelfs bij bijv. mijn eigen club Huizum, die er nu nog heel florissant lijkt bij te staan.