Van wie was dit miniatuur ook alweer?Kosmos wrote:
Het is wel een goed idee om auteursnamen bij composities te zetten.
Dat doe ik dan ook als ik de auteur ken. Ik weet het in dit geval niet. Komt uit het boekje Trésor des miniaturistes francais (Fougeret), diagram zonder auteursnaam.Eric van Dusseldorp wrote:Van wie was dit miniatuur ook alweer?Kosmos wrote:
Het is wel een goed idee om auteursnamen bij composities te zetten.
Boze problemisten gaan nu beweren dat de schijf op 10 een figurant is.Kosmos wrote:Dat doe ik dan ook als ik de auteur ken. Ik weet het in dit geval niet. Komt uit het boekje Trésor des miniaturistes francais (Fougeret), diagram zonder auteursnaam.Eric van Dusseldorp wrote:Van wie was dit miniatuur ook alweer?Kosmos wrote:
Het is wel een goed idee om auteursnamen bij composities te zetten.
Ik heb zelf stiekem een zwarte schijf op 10 bijgevoegd.
Arnon Grünberg zou het goedkeuren.Jan Pieter wrote:Waarom niet ook nog een schijfje op 5 erbij? Hoe meer figuranten, hoe meer vreugd.Kosmos wrote:Ik heb zelf stiekem een zwarte schijf op 10 bijgevoegd.
Figuranten is een boektitel van de krullenbol.steenslag wrote:THE HORROR! Eh, Grunberg? Wat heeft die hierover mee te delen? Nee, schijf 10 was er niet. De bedoeling, of in ieder geval mijn bedoeling, is dat iedere extra schijf bijdraagt aan de waarde van een probleem. Schijf 10 kan gemist worden, dus weg ermee. Dan maar geen schijf-evenwicht. Maar ik heb het idee dat een damprobleem op een partijstelling moet lijken allang losgelaten.
Maar bijvoorbeeld Arie van der Stoep, die toch echt niet vies was van een wilde stand, lijkt tegenwoordig weer partijstanden na te streven. Schijf 10 zou denk ik door Arie onmiddelijk verwijderd worden, en schijf 5... getver.
Algemeen Dagblad Magazine, zaterdag 14 september 2002
Dammen
Rob Clerc
'Het visitekaartje van het damspel' noemt de Zwitsers-Nederlandse grootmeester Andreas Kuyken de miniatuur in het laatste nummer van Le Monde Damiste. In het orgaan van de werelddambond schrijft hij dat de miniatuur, een compositie met wederzijds maximaal zeven schijven, bij uitstek geschikt is als propaganda voor ons spel. Omdat het materiaal gelimiteerd is, lijkt ook de moeilijkheidsgraad beperkt, maar dat is schijn. Door het geringe materiaal is de oplossing, zelfs van het blad af, goed te volgen. In het artikel 'Compositiekunde in klein bestek' laat hij een tiental schitterende miniaturen zien. Daaronder zitten echte klassiekers uit de damliteratuur. Het oplossen van de serie heeft mij veel plezier geschonken. Hoewel er allerlei criteria zijn waar een probleem aan moet voldoen blijft het voor mij vooral een kwestie van smaak. De algehele indruk wordt onder andere gevormd door aanvangsstand, afwikkeling en slotmotief, maar laat zich toch nauwelijks ontleden. Kuyken verklapte me zijn persoonlijke favoriet en die laat ik graag zien. Hij beschouwt de compositie van damhistoricus K.W. Kruijswijk als de beste damminiatuur aller tijden. In de afwikkeling zijn diabolische momenten te genieten.
Karel Wendel Kruijswijk
<applet code="webdam.Viewer.class"codeBase="http://www.damweb.nl/"height="270"name= ... ar"><param name="position"value="WMWP33343839424347BP10141819222428"><param name="notation"value="342914202923182939342837340537420528223338292433472920252924"><param name="options" value="bgcolor: D8D3B0;notation:right"></applet>
Wat direct opvalt in de diagramstand is de fraaie scheiding van witte en zwarte schijven, alsof het een partijstand betreft. Wit wint door: 1. 34-29! 14-20 2. 29-23! 18x29 3. 39-34 28x37 4. 34x5 37-42 5. 5-28!! 22x33 Dit is het architectonische hoogtepunt en een compositie op zich. Zes schijven op één diagonaal en wit heeft twee stukken minder. Het vergt iets van het voorstellingsvermogen om de ontleding te bevatten: 6. 38x29 24x33 7. 47x29! En volgens problemisten is deze oppositie scherper dan een zwarte schijf op veld 19, omdat zwart nu maar op één manier kan verliezen: 7...20-25 8. 29-24 25-30 9. 24x35+.
Wie verwacht zoveel magie in deze op het eerste gezicht slechts ogenschijnlijk eenvoudige positie?
Copyright: Clerc, R.J.