De tien mooiste zetten aller tijden
-
- Posts: 24
- Joined: Mon Oct 13, 2003 19:05
-
- Posts: 4245
- Joined: Tue Sep 30, 2003 22:11
-
- Posts: 24
- Joined: Mon Oct 13, 2003 19:05
-
- Posts: 4245
- Joined: Tue Sep 30, 2003 22:11
-
- Posts: 24
- Joined: Mon Oct 13, 2003 19:05
Het gezichtsbedrog van Bronstring
(Hermelink??)-Bronstring, NK 1975, zwart aan zet
Hermelink schreef hierover in Zeven jaar Suikerdamtoernooi:
"Bronstring speelde het gambiet 13-18 en 10-15. Een beginneling denkt nu: dadelijk speel ik 3-9 en als wit niet oplet win ik twee schijven. Het verbluffende is dat als wit wel oplet er na 3-9 toch twee schijven verloren gaan. Wrijf herhaaldelijk de ogen uit. Optredend verminderd gezichtsvermogen mag geen beletsel zijn deze uiterst spannende partij op de voet te volgen."
(Hermelink??)-Bronstring, NK 1975, zwart aan zet
Hermelink schreef hierover in Zeven jaar Suikerdamtoernooi:
"Bronstring speelde het gambiet 13-18 en 10-15. Een beginneling denkt nu: dadelijk speel ik 3-9 en als wit niet oplet win ik twee schijven. Het verbluffende is dat als wit wel oplet er na 3-9 toch twee schijven verloren gaan. Wrijf herhaaldelijk de ogen uit. Optredend verminderd gezichtsvermogen mag geen beletsel zijn deze uiterst spannende partij op de voet te volgen."
Leuk fragment inderdaad, Steenslag.steenslag wrote:Het gezichtsbedrog van Bronstring
(Hermelink??)-Bronstring, NK 1975, zwart aan zet
Hermelink schreef hierover in Zeven jaar Suikerdamtoernooi:
"Bronstring speelde het gambiet 13-18 en 10-15. Een beginneling denkt nu: dadelijk speel ik 3-9 en als wit niet oplet win ik twee schijven. Het verbluffende is dat als wit wel oplet er na 3-9 toch twee schijven verloren gaan. Wrijf herhaaldelijk de ogen uit. Optredend verminderd gezichtsvermogen mag geen beletsel zijn deze uiterst spannende partij op de voet te volgen."
Het betreft de partij C. Varkevisser - Bronstring NK 1976
Heaven is no location, but a state of mind
Ik las van de week, bladerend in de krantenknipselrubriek, dat we al eerder in de krant stonden:
http://www.ericsdamsite.com/damrubriek_4_juli_2003.htm
Zo langzamerhand begint het tot de damwereld door te dringen, dat er met ingang van 2004 toch echt heel anders geteld gaat worden in de finale en mogelijk de halve finale van het Nederlands kampioenschap. En zelfs hardnekkige voorstanders van de onlangs ingevoerde Delftse telling blijken nu toch iets te hebben van: "Moet het nu allemaal zo snel?", "Is er geen voorbereidingstijd?" tot zelfs "Voldoet die nieuwe telling eigenlijk wel?". En tegenstanders lijken zich feller te verzetten dan toen er nog daadwerkelijk invloed uitgeoefend kon worden.
En zo kon het gebeuren, dat slechts een tweetal dagen na het besluit van de Bondsraad om de Delftse telling in te voeren enkele aanvankelijke voorstanders weer met nieuwe ideeën op de proppen kwamen. Dat gebeurde op het bekende en inmiddels beruchte DamWeb Forum (www.damweb.nl en dan klikken op de button ‘Forum’).
Wat te denken van dammen op de 10x11 (i.p.v. 10x10) velden. Op dit asymmetrische bord is een drie-om-een dammeneindspel gewonnen, ook al heeft de meerderheidspartij de lange lijn niet in zijn bezit. Sterker nog, er is helemaal geen lange lijn, alleen een soort valse trictrac waarop met drie dammen een winnende vangstelling opgebouwd kan worden . . . Volgens de bedenker van dit idee, damtrainer Tjalling Goedemoed, wordt er op planeet Ktar (halverwege de Grote Beer en dan linksaf) tot ieders tevredenheid op dit honderdtienveldenbord gespeeld. De jonge Fries bracht een en ander met zoveel overtuiging, dat een enkele dammer het nog geloofde ook.
Huizer Bert Zwart stelde een verbeterde versie van de Thaise dam voor. In Thailand moet een dam direct plaatsnemen achter het laatstgeslagen stuk (dam of schijf). Dan is zelfs een 1-om-2 dammeneindspel gewonnen: plaats twee dammen op bijvoorbeeld 45 en 50. Het bezwaar is, dat invoering van de Thaise dam het huidige spel behoorlijk verandert. Bij de Zwarte dam (genoemd naar de bedenker) geldt de Thaise regel alleen als er over een dam geslagen wordt. Nu blijft opeens heel veel van het oude vertrouwde spel intact terwijl twee dammen tegen één nog steeds gewonnen is.
Ook de Koningsdam, ooit bedacht door de problemist Geo van Dam rond 1930, kwam weer ter sprake op het Forum. Wanneer een speler zijn derde dam haalt, krijgt die derde dam iets andere rechten waardoor drie tegen één gewonnen is. Eigenlijk is een Koningsdam een Zwarte dam, maar alleen als het een derde dam is. Minder radicaal dus. Vermoedelijk is de Koningsdam objectief gezien de beste optie om het percentage remises daadwerkelijk omlaag te krijgen: aan openings- en middenspel verandert niets, damproblematiek blijft (nagenoeg) ongemoeid en alleen bij sommige eindspelen verandert er wat.
Maar voorlopig doen we het dus op zijn Delfts. Tijdens het in juni verspeelde DuWo Kennisstad Damfestival 2003 werd er weer de nodige ervaring mee opgedaan. Van de in totaal precies 100 partijen die er in de hoofd-, meester- en open groep werden gespeeld, eindigden er welgeteld vijf in een typisch Delftse puntenoverwinning (3-1). Rob Clerc ‘won’ aldus van de Wit-Rus Anatoli Gantwarg.
..........
http://www.ericsdamsite.com/damrubriek_4_juli_2003.htm
Zo langzamerhand begint het tot de damwereld door te dringen, dat er met ingang van 2004 toch echt heel anders geteld gaat worden in de finale en mogelijk de halve finale van het Nederlands kampioenschap. En zelfs hardnekkige voorstanders van de onlangs ingevoerde Delftse telling blijken nu toch iets te hebben van: "Moet het nu allemaal zo snel?", "Is er geen voorbereidingstijd?" tot zelfs "Voldoet die nieuwe telling eigenlijk wel?". En tegenstanders lijken zich feller te verzetten dan toen er nog daadwerkelijk invloed uitgeoefend kon worden.
En zo kon het gebeuren, dat slechts een tweetal dagen na het besluit van de Bondsraad om de Delftse telling in te voeren enkele aanvankelijke voorstanders weer met nieuwe ideeën op de proppen kwamen. Dat gebeurde op het bekende en inmiddels beruchte DamWeb Forum (www.damweb.nl en dan klikken op de button ‘Forum’).
Wat te denken van dammen op de 10x11 (i.p.v. 10x10) velden. Op dit asymmetrische bord is een drie-om-een dammeneindspel gewonnen, ook al heeft de meerderheidspartij de lange lijn niet in zijn bezit. Sterker nog, er is helemaal geen lange lijn, alleen een soort valse trictrac waarop met drie dammen een winnende vangstelling opgebouwd kan worden . . . Volgens de bedenker van dit idee, damtrainer Tjalling Goedemoed, wordt er op planeet Ktar (halverwege de Grote Beer en dan linksaf) tot ieders tevredenheid op dit honderdtienveldenbord gespeeld. De jonge Fries bracht een en ander met zoveel overtuiging, dat een enkele dammer het nog geloofde ook.
Huizer Bert Zwart stelde een verbeterde versie van de Thaise dam voor. In Thailand moet een dam direct plaatsnemen achter het laatstgeslagen stuk (dam of schijf). Dan is zelfs een 1-om-2 dammeneindspel gewonnen: plaats twee dammen op bijvoorbeeld 45 en 50. Het bezwaar is, dat invoering van de Thaise dam het huidige spel behoorlijk verandert. Bij de Zwarte dam (genoemd naar de bedenker) geldt de Thaise regel alleen als er over een dam geslagen wordt. Nu blijft opeens heel veel van het oude vertrouwde spel intact terwijl twee dammen tegen één nog steeds gewonnen is.
Ook de Koningsdam, ooit bedacht door de problemist Geo van Dam rond 1930, kwam weer ter sprake op het Forum. Wanneer een speler zijn derde dam haalt, krijgt die derde dam iets andere rechten waardoor drie tegen één gewonnen is. Eigenlijk is een Koningsdam een Zwarte dam, maar alleen als het een derde dam is. Minder radicaal dus. Vermoedelijk is de Koningsdam objectief gezien de beste optie om het percentage remises daadwerkelijk omlaag te krijgen: aan openings- en middenspel verandert niets, damproblematiek blijft (nagenoeg) ongemoeid en alleen bij sommige eindspelen verandert er wat.
Maar voorlopig doen we het dus op zijn Delfts. Tijdens het in juni verspeelde DuWo Kennisstad Damfestival 2003 werd er weer de nodige ervaring mee opgedaan. Van de in totaal precies 100 partijen die er in de hoofd-, meester- en open groep werden gespeeld, eindigden er welgeteld vijf in een typisch Delftse puntenoverwinning (3-1). Rob Clerc ‘won’ aldus van de Wit-Rus Anatoli Gantwarg.
..........
Heaven is no location, but a state of mind
Is dit alles?
Is dit alles? Het zijn stuk voor stuk mooie zetten, maar het zijn er nog geen tien. Wat een armoe. Waar zijn de eindspelwendingen? Waar zijn de briljante remise-reddingen, de openingsnieuwtjes, de krachtzetten? En trouwens, waar is Kosmos? Ik mis hem.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Algemeen Dagblad Magazine, zaterdag 17 november 2001
Dammen
door Rob Clerc
Een snufje genialiteit. Hét antwoord op de vraag wat het verschil is tussen een grootmeester en een gewone sterveling. Natuurlijk beschikt de modale dammer over minder talent en kennis. En ook het rekenvermogen, dat op zich niet minder hoeft te zijn, wordt minder efficiënt gebruikt. Voor een grootmeester komen immers hooguit twee of drie zetten in aanmerking. Naarmate het speelniveau lager is komen er veel meer zetten in aanmerking en dan kun je natuurlijk rekenen wat je wilt.
Een snufje. Als je 'een beetje dom' kunt zijn, moet ook een snufje genialiteit mogelijk zijn. Iets geniaals laat zich niet makkelijk als zodanig herkennen en daarin schuilt natuurlijk de tragiek van het genie. Vrijwel per definitie is een genie onbegrepen of miskend. Toch zag ik op 29 september van dit jaar iets geniaals, dat verder niemand is opgevallen. We hebben het over een ogenschijnlijk onopvallende zet in de partij R. van der Pal - E. Prosman uit de competitiewedstrijd Hiltex-Rinsumageest.
Rein van der Pal - Erno Prosman
Rinsumageest - Hiltex, 29 september 2001
<applet code="webdam.Viewer.class"codeBase="http://www.damweb.nl/"height="270"name= ... ar"><param name="position"value="BMWP2527283031323536373839424345484950BP0102030406080911121314151619232426"><param name="notation"value="1117393317213329"><param name="options" value="bgcolor: D8D3B0;notation:right"></applet>
De diagramstand toont een alledaagse klassieke positie. Met zwart aan zet liggen normale ontwikkelingszetten als 1-7 of 12-18 voor de hand en agressieve geesten zullen wellicht 12-17 overwegen.
Wat Prosman speelt is ronduit geniaal. De Nederlands kampioen van 1996 (één keer meegedaan aan het NK!) speelde in de diagramstand 17.11-17! Geweldig! Wat is dit mooi! Uitleggen hoeft eigenlijk niet, maar toch een poging: de ruil 27-21 is op zijn minst onaantrekkelijk voor wit.
Hij mist dan een schijf op zijn linker vleugel en in de partij kwam diezelfde vleugel na
18. 39-33 17-21 19. 33-29 later onder zware druk te staan.
Uiteindelijk bereikte Prosman winnend voordeel. De partij haalde de krantenkolommen niet vanwege een triviale reden: het werd remise. Maar ik prijs me gelukkig dat de geniale voortzetting bij deze aan de vergetelheid is ontrukt.
Copyright: Clerc, R.J.
Dammen
door Rob Clerc
Een snufje genialiteit. Hét antwoord op de vraag wat het verschil is tussen een grootmeester en een gewone sterveling. Natuurlijk beschikt de modale dammer over minder talent en kennis. En ook het rekenvermogen, dat op zich niet minder hoeft te zijn, wordt minder efficiënt gebruikt. Voor een grootmeester komen immers hooguit twee of drie zetten in aanmerking. Naarmate het speelniveau lager is komen er veel meer zetten in aanmerking en dan kun je natuurlijk rekenen wat je wilt.
Een snufje. Als je 'een beetje dom' kunt zijn, moet ook een snufje genialiteit mogelijk zijn. Iets geniaals laat zich niet makkelijk als zodanig herkennen en daarin schuilt natuurlijk de tragiek van het genie. Vrijwel per definitie is een genie onbegrepen of miskend. Toch zag ik op 29 september van dit jaar iets geniaals, dat verder niemand is opgevallen. We hebben het over een ogenschijnlijk onopvallende zet in de partij R. van der Pal - E. Prosman uit de competitiewedstrijd Hiltex-Rinsumageest.
Rein van der Pal - Erno Prosman
Rinsumageest - Hiltex, 29 september 2001
<applet code="webdam.Viewer.class"codeBase="http://www.damweb.nl/"height="270"name= ... ar"><param name="position"value="BMWP2527283031323536373839424345484950BP0102030406080911121314151619232426"><param name="notation"value="1117393317213329"><param name="options" value="bgcolor: D8D3B0;notation:right"></applet>
De diagramstand toont een alledaagse klassieke positie. Met zwart aan zet liggen normale ontwikkelingszetten als 1-7 of 12-18 voor de hand en agressieve geesten zullen wellicht 12-17 overwegen.
Wat Prosman speelt is ronduit geniaal. De Nederlands kampioen van 1996 (één keer meegedaan aan het NK!) speelde in de diagramstand 17.11-17! Geweldig! Wat is dit mooi! Uitleggen hoeft eigenlijk niet, maar toch een poging: de ruil 27-21 is op zijn minst onaantrekkelijk voor wit.
Hij mist dan een schijf op zijn linker vleugel en in de partij kwam diezelfde vleugel na
18. 39-33 17-21 19. 33-29 later onder zware druk te staan.
Uiteindelijk bereikte Prosman winnend voordeel. De partij haalde de krantenkolommen niet vanwege een triviale reden: het werd remise. Maar ik prijs me gelukkig dat de geniale voortzetting bij deze aan de vergetelheid is ontrukt.
Copyright: Clerc, R.J.
-
- Posts: 4245
- Joined: Tue Sep 30, 2003 22:11
Wat een ophef over een doodnormale zet. Na (11-17) 27-21 gevolgd door 37-31, x41 etc. is voor wit toch niks aan de hand?Hanco Elenbaas wrote:Algemeen Dagblad Magazine, zaterdag 17 november 2001
Dammen
door Rob Clerc
Een snufje genialiteit. Hét antwoord op de vraag wat het verschil is tussen een grootmeester en een gewone sterveling. Natuurlijk beschikt de modale dammer over minder talent en kennis. En ook het rekenvermogen, dat op zich niet minder hoeft te zijn, wordt minder efficiënt gebruikt. Voor een grootmeester komen immers hooguit twee of drie zetten in aanmerking. Naarmate het speelniveau lager is komen er veel meer zetten in aanmerking en dan kun je natuurlijk rekenen wat je wilt.
Een snufje. Als je 'een beetje dom' kunt zijn, moet ook een snufje genialiteit mogelijk zijn. Iets geniaals laat zich niet makkelijk als zodanig herkennen en daarin schuilt natuurlijk de tragiek van het genie. Vrijwel per definitie is een genie onbegrepen of miskend. Toch zag ik op 29 september van dit jaar iets geniaals, dat verder niemand is opgevallen. We hebben het over een ogenschijnlijk onopvallende zet in de partij R. van der Pal - E. Prosman uit de competitiewedstrijd Hiltex-Rinsumageest.
Rein van der Pal - Erno Prosman
Rinsumageest - Hiltex, 29 september 2001
<applet code="webdam.Viewer.class"codeBase="http://www.damweb.nl/"height="270"name= ... ar"><param name="position"value="BMWP2527283031323536373839424345484950BP0102030406080911121314151619232426"><param name="notation"value="1117393317213329"><param name="options" value="bgcolor: D8D3B0;notation:right"></applet>
De diagramstand toont een alledaagse klassieke positie. Met zwart aan zet liggen normale ontwikkelingszetten als 1-7 of 12-18 voor de hand en agressieve geesten zullen wellicht 12-17 overwegen.
Wat Prosman speelt is ronduit geniaal. De Nederlands kampioen van 1996 (één keer meegedaan aan het NK!) speelde in de diagramstand 17.11-17! Geweldig! Wat is dit mooi! Uitleggen hoeft eigenlijk niet, maar toch een poging: de ruil 27-21 is op zijn minst onaantrekkelijk voor wit.
Hij mist dan een schijf op zijn linker vleugel en in de partij kwam diezelfde vleugel na
18. 39-33 17-21 19. 33-29 later onder zware druk te staan.
Uiteindelijk bereikte Prosman winnend voordeel. De partij haalde de krantenkolommen niet vanwege een triviale reden: het werd remise. Maar ik prijs me gelukkig dat de geniale voortzetting bij deze aan de vergetelheid is ontrukt.
Copyright: Clerc, R.J.
Zit er dan niet een zetje in?Eric van Dusseldorp wrote:Wat een ophef over een doodnormale zet. Na (11-17) 27-21 gevolgd door 37-31, x41 etc. is voor wit toch niks aan de hand?Hanco Elenbaas wrote:Algemeen Dagblad Magazine, zaterdag 17 november 2001
Dammen
door Rob Clerc
Een snufje genialiteit. Hét antwoord op de vraag wat het verschil is tussen een grootmeester en een gewone sterveling. Natuurlijk beschikt de modale dammer over minder talent en kennis. En ook het rekenvermogen, dat op zich niet minder hoeft te zijn, wordt minder efficiënt gebruikt. Voor een grootmeester komen immers hooguit twee of drie zetten in aanmerking. Naarmate het speelniveau lager is komen er veel meer zetten in aanmerking en dan kun je natuurlijk rekenen wat je wilt.
Een snufje. Als je 'een beetje dom' kunt zijn, moet ook een snufje genialiteit mogelijk zijn. Iets geniaals laat zich niet makkelijk als zodanig herkennen en daarin schuilt natuurlijk de tragiek van het genie. Vrijwel per definitie is een genie onbegrepen of miskend. Toch zag ik op 29 september van dit jaar iets geniaals, dat verder niemand is opgevallen. We hebben het over een ogenschijnlijk onopvallende zet in de partij R. van der Pal - E. Prosman uit de competitiewedstrijd Hiltex-Rinsumageest.
Rein van der Pal - Erno Prosman
Rinsumageest - Hiltex, 29 september 2001
<applet code="webdam.Viewer.class"codeBase="http://www.damweb.nl/"height="270"name= ... ar"><param name="position"value="BMWP2527283031323536373839424345484950BP0102030406080911121314151619232426"><param name="notation"value="1117393317213329"><param name="options" value="bgcolor: D8D3B0;notation:right"></applet>
De diagramstand toont een alledaagse klassieke positie. Met zwart aan zet liggen normale ontwikkelingszetten als 1-7 of 12-18 voor de hand en agressieve geesten zullen wellicht 12-17 overwegen.
Wat Prosman speelt is ronduit geniaal. De Nederlands kampioen van 1996 (één keer meegedaan aan het NK!) speelde in de diagramstand 17.11-17! Geweldig! Wat is dit mooi! Uitleggen hoeft eigenlijk niet, maar toch een poging: de ruil 27-21 is op zijn minst onaantrekkelijk voor wit.
Hij mist dan een schijf op zijn linker vleugel en in de partij kwam diezelfde vleugel na
18. 39-33 17-21 19. 33-29 later onder zware druk te staan.
Uiteindelijk bereikte Prosman winnend voordeel. De partij haalde de krantenkolommen niet vanwege een triviale reden: het werd remise. Maar ik prijs me gelukkig dat de geniale voortzetting bij deze aan de vergetelheid is ontrukt.
Copyright: Clerc, R.J.
-
- Posts: 2199
- Joined: Tue Sep 30, 2003 01:52
-
- Posts: 4245
- Joined: Tue Sep 30, 2003 22:11