Bert Zwart wrote:Inmiddels is dit evenement al weer verleden tijd. Wat zijn de uitslagen en ervaringen?
Bert, je wordt op je wenken bediend.
Persbericht
Verzonden door Henk de Witt
015-2134311
witt@ilse.nl
Delft, 21 februari 2005
ROB CLERC WINT EXPERIMENTEEL DAMTOERNOOI IN DELFT
Veelvoudig Nederlands damkampioen Rob Clerc heeft een experimenteel grootmeestertoernooi in Delft gewonnen. Er werd geëxperimenteerd met een puntentelling waarbij elk materiaalverschil in de slotstand tot uitdrukking komt in de score. In plaats van de gangbare 2-0, 1-1, waren de mogelijke uitslagen in Delft 10-0, 8-2, 7-3, 6-4, 5-5. In dit systeem komt 10-0 overeen met de gangbare 2-0 voor winst en 5-5 met de gangbare 1-1 bij remise. Opmerkelijk was dat van de zes partijen er drie in 5-5 eindigden en de overige drie in 10-0. Er vielen dus geen tussenuitslagen. De drie andere grootmeesters waren de Nederlandse kampioenen Erno Prosman en Hans Jansen en de meervoudige Senegalees kampioen N’Diaga Samb.
Naast het grootmeestertoernooi was er een sterk bezet open toernooi. Dit toernooi werd gewonnen door Europees veteranenkampioen Frank Teer.
Vooraf was al duidelijk dat een dergelijke telling definitief afrekent met het remiseprobleem in het topdammen. Eén schijf voorsprong in de slotstand betekent al een 6-4 overwinning en het komt niet zo vaak voor dat in een (remise)slotstand de materiaalverhouding precies gelijk is. Van belang was vooral of deze telling eventuele nadelige gevolgen voor de inhoud van een dampartij zou hebben. En of er geen praktische nadelen aan waren verbonden, met name problemen bij het vaststellen van de uitslag. Sommige deelnemers voorzagen dat de arbiter handen vol werk zou krijgen en dat menige partij zou eindigen in gekibbel over de uitslag. Deze vrees werd niet bewaarheid. De arbiter had een zeer rustige middag. Net als in het ‘gewone’ dammen was het de spelers snel duidelijk wanneer sprake was van een slotstand, een stand waarin geen verandering meer zou optreden. De enige onwennigheid was in het begin het tellen wanneer er een puntenoverwinning op het bord stond (8-2, 7-3, 6-4). Een dam telde voor twee schijven. Overigens vielen er niet alleen zeer weinig remises, ook zeer weinig puntenoverwinningen. Het overgrote deel van de partijen eindigde in 10-0, gewoon winst dus. Dit verschijnsel is in overeenstemming met eerdere ervaringen. Er zijn al diverse toernooien gehouden met een score tussen winst en remise, de zogenaamde puntenoverwinning. Sinds vorig jaar is het in de KNDB toegestaan deze puntentelling ook toe te passen in officiële titeltoernooien, mits er voldoende draagvlak onder de deelnemers is. In 2004 beet het Westhollands kampioenschap de spits af. Daar kende men drie mogelijke uitslagen: winst 2-0, puntenoverwinning 1½-½ (tenminste drie schijven voor in de slotstand), remise1-1. De ervaring tot nu toe wijst op een ‘aanjaageffect’, dat wil zeggen dat het invoeren van de puntenoverwinning leidt tot aanzienlijk meer gewone winstpartijen. De eerste voorzichtige conclusie na het experimentele toernooi in Delft, met name in het open toernooi, is dat dit aanjaageffect nog wordt versterkt wanneer men meerdere tussenuitslagen hanteert. Van de 147 partijen in dit toernooi eindigden 125 in 10-0 (85%), 6 in 8-2 (4%), 4 in 7-3 (3%), 5 in 6-4 (3%) en 7 in 5-5 (5%).
Van doorslaggevend belang voor de vraag of de experimentele telling in de (verre) toekomst zal worden ingevoerd in de damwereld is het oordeel van de deelnemers over de invloed op de inhoud van het spel. Er is na afloop geen enquête gehouden. Een eerste indruk is dat de meerderheid van de deelnemers geen negatieve gevolgen heeft ervaren. Hierbij moet bedacht worden dat het toernooi vooral dammers zal hebben aangetrokken die open staan voor veranderingen. De invloed van behoudende dammers binnen de KNDB is nog steeds groot. Niet uitgesloten mag worden dat de in Delft gehanteerde telling wel binnen afzienbare tijd zal worden toegepast in WK-matches. De twee sterkste dammers ter wereld op dit moment, de Russen Alexander Georgiev en Alexei Tsjizjov, hebben reeds een dergelijke telling voor WK matches bepleit. In het najaar van 2004 speelden beide Russen een match om de wereldtitel die zoals gebruikelijk in dit soort matches voornamelijk remises opleverde. Het feit dat beide opponenten in de strijd om de wereldtitel bereid zijn om volgens een dergelijke telling te spelen en geen negatieve gevolgen voor de inhoud van het spel verwachten, maakt het voor de werelddambond FMJD in ieder geval eenvoudiger om eens een dergelijke telling te proberen. De telling lijkt ook aan een ander doel te beantwoorden, namelijk dat de krachtsverhoudingen tussen de twee grootmeesters zuiverder wordt gemeten. De afgelopen WK-match werd bijvoorbeeld na een langdurige barrage, die ook weer vele remises opleverde, uiteindelijk beslist door een blunder van Tsjizjov in een sneldampartijtje.
De zes in Delft gespeelde grootmeesterpartijen zullen zeer binnenkort gepubliceerd worden op de website van de organiserende vereniging DOS,
www.damclub-dos-delft.nl . Dan kan ook een groter dampubliek zich een oordeel vormen over eventuele effecten van de telling op de inhoud van de partijen.
EINDSTANDEN ‘DAMMEN VAN DE TOEKOMST’, GESPEELD OP 21 FEBRUARI 2005
GROOTMEESTERGROEP
Uitslagen
ronde 1 N’Diaga Samb - Erno Prosman 0-10 Rob Clerc - Hans Jansen 10-0
ronde 2 Hans Jansen - N’Diaga Samb 5-5 Erno Prosman - Rob Clerc 0-10
ronde 3 N’Diaga Samb - Rob Clerc 5-5 Erno Prosman - Hans Jansen 5-5
Eindstand
1. Clerc 25 pnt.
2. Prosman 15
3/4 Jansen/Samb 10
Eindstand open toernooi experidammen 2005 Delft
Plaats AW Pt WP SB
1. Frank Teer, Heesch 7 60 297
2 Fred Ivens, Naaldwijk 7 56 329
3 Erik Hoogendoorn, Boskoop 7 56 299
4 Ton Burgerhout, Vlaardingen 7 56 257
5 Krijn ter Braake, Amstelveen 7 55 275
6 Henk de Witt, Delft 7 50 309
7 Peter van Heun, Amsterdam 7 50 296
8 Roep Bhawanibhiek, Uden 7 47 242
9 Guido v.d. Berg, Rotterdam 7 45 291
10 Daouda Soumah, Rotterdam 7 43 292
11 Mehmet Yoney, Rotterdam 7 43 247
12 Waldo Aliar, Delft 7 42 234
13 Wim Bremmer, Leidschendam 7 40 294
14 Anko Baksoellah, Den Haag 7 40 287
15 Robin Vogelaar, Den Haag 7 40 280
16 Martin de Jong, Alphen a/d Rijn 7 40 254
17 Jaap Riesenkamp, Rotterdam 7 40 238
18 Mees v.d. Bosch, Delft 7 40 221
19 Jan Pieter Drost, Amsterdam 7 38 274
20 Jeroen Kos, Den Haag 7 37 299
21 Arjen de Mooij, Rijnsburg 7 36 222
22 Bas Baksoellah, Den Haag 7 35 268
23 Jeremy Pauwels, Delft 7 34 245
24 Johan Pronk, Delft 7 32 193
25 Soender Kalpoe, Uden 7 31 254
26 Mark Hees, Lelystad 7 31 216
27 Andreas Pohan, Rijswijk 7 30 253
28 Roy Liem-Kon-Tja, Den Haag 7 30 239
29 Piet Hofstee, Vlaardingen 7 30 238
30 Ruud van Drunen, Rotterdam 7 30 227
31 Samson Eghaghe, Uden 7 30 216
32 Anthony Keijzer, Rotterdam 7 29 253
33 Jordy v.d. Lugt, De Lier 7 28 152
34 Jan Dekker, Delft 7 23 235
35 Marc Burgers, Delft 7 22 171
36 Soegrin Boedhram, Rotterdam 7 20 230
37 Djin Jharap, Rotterdam 7 20 193
38 Abel Kielema, Delft 7 20 184
39 Judith Rijgersberg, Delft 7 18 156
40 Leen v.d. Kruk, Delft 7 13 256
41 Nafthali Rijgersberg, Delft 7 10 200
42 Amand Keultjes, Delft 7 0 174