7de INTERNATIONAAL BIJLMERDAMTOERNOOI
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Tsjizjov slaat toe in de vroege uurtjes
de Volkskrant, Denksport, 22 november 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Vorige week liet ik zien hoe Alexeï Tsjizjov in de openingsronde van het Bijlmer-toernooi van Van Ballegooijen won. Zijn onbetwist beste prestatie leverde de oud-wereldkampioen echter in de achtste ronde, en ik zal proberen uit te leggen waarom ik dat vind.
Welnu. Bij het krieken van die voorlaatste speeldag (er werd in Amsterdam-Zuidoost ongehoord vroeg begonnen) stond Tsjizjovs toernooizege nog lang niet vast. In weerwil namelijk van zijn voortvarende start van 8 uit 5 bedroeg Tsjizjovs voorsprong op het duo Van den Akker/Sijbrands op dat moment niet meer dan één punt.
Bovendien moest de koploper ernstig rekening houden met de mogelijkheid dat Sijbrands, die de dag tevoren zowel van Ndjofang als van Samb had gewonnen, in één moeite door óók van Goloebjeva zou winnen. (Als zelfs ÃÂk dat al zo voorvoelde, moet de nuchtere buitenstaander het helemaal hebben zien aankomen.)
De kans was dus reëel dat Tsjizjov bij een remise tegen Van den Akker zijn ongedeelde eerste plaats kwijt zou raken. Daar het programma voor de twee dagen later te verspelen slotronde (de tussenliggende 'rustdag' stond voor negen van de tien deelnemers - alleen Goloebjeva bleef aan de kant - in het teken van de nationale clubcompetitie) de ontmoetingen Tsjizjov-Sijbrands en Virni-Van den Akker vermeldde, was er in dat geval nog van alles mogelijk geweest: zelfs een met de beide Nederlanders gedeelde toernooizege mocht niet geheel worden uitgesloten!
Zo ver zou Tsjizjov het echter niet laten komen. Ondanks het feit dat hij bij twee eerdere gelegenheden (Nijmegen 2000 en Salou 2002) tegen Van den Akker geen vuist had kunnen maken, boekte Tsjizjov ditmaal een overtuigende overwinning! Daarmee schudde hij Van den Akker definitief van zich af en handhaafde hij zijn voorsprong op ondergetekende, in welke situatie de negende en laatste ronde geen verandering meer zou brengen.
Van den Akker-Tsjizjov
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.30-25 16-21 9.31-26 11-16 10.46-41
Tot de scherpe varianten die na 10.32-28 18-22 kunnen ontstaan (zie onder meer één van de matchpartijen tussen Schwarzman en Tsjizjov om het WK 1998), voelt Van den Akker zich blijkbaar niet aangetrokken.
10...21-27 11.32x21 16x27 12.50-44 6-11 13.37-31 1-6 14.31x22 18x27 15.39-34 13-18 16.44-39 17-22 17.41-37 8-13 18.34-30 19-23 19.33-29 23x34 20.40x29 18-23 21.29x18 12x23 22.39-33 14-19 23.25x14 19x10
Om wit geen gelegenheid tot het terugruiltje 23.33-29 23x34 24.30x39 (met een min of meer 'hangend' stuk op 15) te geven.
Desondanks zou Van den Akker zeker niet slechter hebben gestaan (ik baseer mij op commentaren van Tsjizjov, die zo vriendelijk was de onderhavige partij aan mij vóór te spelen) wanneer de witspeler nu het actieve 45-40-34 en aansluitend 26.33-29 had gedaan. In plaats daarvan schakelt hij echter op de verdediging over, met alle gevolgen van dien:
24.30-25(?)
Onnodig passief.
24...10-14 25.35-30 13-18 26.33-29 23x34 27.30x39 14-19 28.37-31 9-14
29.38-32?!
En met het afruilen van de vijandelijke voorpost had wit - volgens Tsjizjov - beter kunnen wachten.
29...27x38 30.42x33 7-12 31.43-38 11-17 32.45-40 6-11 33.48-43 15-20 34.49-44 18-23 35.47-42 2-7 36.31-27 22x31 37.36x27 12-18 38.27-21 7-12 39.21-16 3-8 40.16x7 12x1 41.33-28 23x32 42.38x27 8-12 43.39-33 1-7 44.43-38 20-24!
45.42-37 19-23!
Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10698919875.png">
Ondanks het sterk gereduceerde materiaal slaagt Tsjizjov erin de druk steeds verder op te voeren. Het laat zich - zeker zonder diepgravende analyse - moeilijk vaststellen waar wit zijn laatste kans op redding heeft laten liggen, aangenomen tenminste dat het evenwicht niet al verbroken ÃÂs.
46.27-21
Ook 46.37-32 17-22! 47.44-39 22x31 48.26x37 18-22! zag er uiterst zorgelijk uit. In een partij Fjedoroek-Davidov, Coupe USSR 1981, volgde daarop 49.37-31 12-18 50.32-27 4-9 51.31-26 22x31 52.26x37 7-12 53.40-35 9-13! 54.39-34 18-22! 55.38-32 13-18! (met de bedoeling 56.34-30 24-29! en 57...23-28 +) 56.33-29 24x33 57.35-30 23-28 58.32x23 18x40 en zwart won door overmacht.
46...4-9 47.37-31 9-13 48.31-27 17-22 49.40-34
Van den Akker heeft begrijpelijkerwijs weinig vertrouwen in de uitkomst van 49.21-16 22x31 50.26x37. Toch had hij dat maar moeten proberen: de bezetting van veld 34, waarmee zwart een nieuw aanknopingspunt in handen wordt gespeeld, blijkt kansloos te verliezen.
49...22x31 50.26x37 13-19!
Versmaadt terecht de aangeboden schijfwinst 50...23-28 51.33x22 18x16, die wit na
52.38-33! (52...24-30 enz.) onnodig veel tegenspel zou hebben gelaten.
51.44-39 18-22! 52.38-32
Niet beter is 52.21-16 22-27! +.
52...22-27! 53.21-17 27x40 54.17x8 7-12! 55.8x17 40-45 56.39-34
Op onmiddellijk 56.17-12 was 56...24-30(!!) en 57...45-50 + gevolgd.
56...45-50 57.17-12 23-28!
Wit geeft het op. Behalve 58...28-32 + dreigt er ook 58...50-45 +, en na 58.34-30 24x35 59.37-31 kan bijvoorbeeld al 59...28-32 en nu ofwel 60.12-7 50-45 +, ofwel 60.12-8 50-17! 61.8-3 17-26 +.
Overigens: hoewel zijn nederlaag tegen Tsjizjov hem van een nog hogere klassering afhield, kon het toernooi voor Jeroen van den Akker nauwelijks meer stuk. Doordat hij namelijk al van Goloebjeva (4de ronde) en Samb (6de ronde) had gewonnen, finishte de voormalige junioren-wereldkampioen op een score van 10 uit 9, wat voldoende was voor een grootmeesterresultaat!
Ter afsluiting geef ik, zonder expliciet commentaar, de partij die Tsjizjov in de vierde ronde tegen Jean-Marc Ndjofang speelde en waarin de Kameroener slechts op het nippertje remise wist te maken.
Ndjofang-Tsjizjov
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.31-26 7-12 4.26x17 12x21 5.36-31 2-7 6.31-27 21x32 7.38x27 11-17 8.43-38 19-23 9.49-43 17-21 10.37-32 6-11 11.33-28 7-12 12.28x19 14x23 13.39-33 11-17 14.44-39 10-14 15.50-44 21-26 16.41-37 4-10 17.46-41 17-21 18.33-28 12-17 19.28x19 14x23 20.39-33 10-14 21.33-28 5-10 22.28x19 14x23 23.44-39 10-14 24.39-33 17-22 25.41-36 22x31 26.36x27 23-28 27.32x12 21x41 28.47x36 8x17 29.35-30 17-22 30.30-25 1-7 31.38-32 22-27 32.32x21 16x27 33.34-29 20-24 34.29x20 15x24 35.40-34 7-12 36.43-38 13-18 37.45-40 9-13 38.33-29 24x33 39.38x29 18-22 40.34-30 12-18 41.30-24 3-8 42.40-34 8-12 43.34-30 12-17
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10698923971.png">
44.24-20 27-31 45.36x27 22x31 46.20x9 13x4 47.42-37 31x42 48.48x37 17-21 49.30-24 21-27 50.24-19 27-31 51.37-32 31-36 52.32-28 36-41 53.29-23 18x29 54.19-13 41-46 55.28-22 46-23 56.13-8 26-31 57.8-2 31-37 58.22-17 37-41
59.2-24!! 29x20 60.25x14 23x10 61.17-12 4-9(!) 62.12-7 9-13(!) 63.7-2!!
Remise.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 22 november 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Vorige week liet ik zien hoe Alexeï Tsjizjov in de openingsronde van het Bijlmer-toernooi van Van Ballegooijen won. Zijn onbetwist beste prestatie leverde de oud-wereldkampioen echter in de achtste ronde, en ik zal proberen uit te leggen waarom ik dat vind.
Welnu. Bij het krieken van die voorlaatste speeldag (er werd in Amsterdam-Zuidoost ongehoord vroeg begonnen) stond Tsjizjovs toernooizege nog lang niet vast. In weerwil namelijk van zijn voortvarende start van 8 uit 5 bedroeg Tsjizjovs voorsprong op het duo Van den Akker/Sijbrands op dat moment niet meer dan één punt.
Bovendien moest de koploper ernstig rekening houden met de mogelijkheid dat Sijbrands, die de dag tevoren zowel van Ndjofang als van Samb had gewonnen, in één moeite door óók van Goloebjeva zou winnen. (Als zelfs ÃÂk dat al zo voorvoelde, moet de nuchtere buitenstaander het helemaal hebben zien aankomen.)
De kans was dus reëel dat Tsjizjov bij een remise tegen Van den Akker zijn ongedeelde eerste plaats kwijt zou raken. Daar het programma voor de twee dagen later te verspelen slotronde (de tussenliggende 'rustdag' stond voor negen van de tien deelnemers - alleen Goloebjeva bleef aan de kant - in het teken van de nationale clubcompetitie) de ontmoetingen Tsjizjov-Sijbrands en Virni-Van den Akker vermeldde, was er in dat geval nog van alles mogelijk geweest: zelfs een met de beide Nederlanders gedeelde toernooizege mocht niet geheel worden uitgesloten!
Zo ver zou Tsjizjov het echter niet laten komen. Ondanks het feit dat hij bij twee eerdere gelegenheden (Nijmegen 2000 en Salou 2002) tegen Van den Akker geen vuist had kunnen maken, boekte Tsjizjov ditmaal een overtuigende overwinning! Daarmee schudde hij Van den Akker definitief van zich af en handhaafde hij zijn voorsprong op ondergetekende, in welke situatie de negende en laatste ronde geen verandering meer zou brengen.
Van den Akker-Tsjizjov
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.30-25 16-21 9.31-26 11-16 10.46-41
Tot de scherpe varianten die na 10.32-28 18-22 kunnen ontstaan (zie onder meer één van de matchpartijen tussen Schwarzman en Tsjizjov om het WK 1998), voelt Van den Akker zich blijkbaar niet aangetrokken.
10...21-27 11.32x21 16x27 12.50-44 6-11 13.37-31 1-6 14.31x22 18x27 15.39-34 13-18 16.44-39 17-22 17.41-37 8-13 18.34-30 19-23 19.33-29 23x34 20.40x29 18-23 21.29x18 12x23 22.39-33 14-19 23.25x14 19x10
Om wit geen gelegenheid tot het terugruiltje 23.33-29 23x34 24.30x39 (met een min of meer 'hangend' stuk op 15) te geven.
Desondanks zou Van den Akker zeker niet slechter hebben gestaan (ik baseer mij op commentaren van Tsjizjov, die zo vriendelijk was de onderhavige partij aan mij vóór te spelen) wanneer de witspeler nu het actieve 45-40-34 en aansluitend 26.33-29 had gedaan. In plaats daarvan schakelt hij echter op de verdediging over, met alle gevolgen van dien:
24.30-25(?)
Onnodig passief.
24...10-14 25.35-30 13-18 26.33-29 23x34 27.30x39 14-19 28.37-31 9-14
29.38-32?!
En met het afruilen van de vijandelijke voorpost had wit - volgens Tsjizjov - beter kunnen wachten.
29...27x38 30.42x33 7-12 31.43-38 11-17 32.45-40 6-11 33.48-43 15-20 34.49-44 18-23 35.47-42 2-7 36.31-27 22x31 37.36x27 12-18 38.27-21 7-12 39.21-16 3-8 40.16x7 12x1 41.33-28 23x32 42.38x27 8-12 43.39-33 1-7 44.43-38 20-24!
45.42-37 19-23!
Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10698919875.png">
Ondanks het sterk gereduceerde materiaal slaagt Tsjizjov erin de druk steeds verder op te voeren. Het laat zich - zeker zonder diepgravende analyse - moeilijk vaststellen waar wit zijn laatste kans op redding heeft laten liggen, aangenomen tenminste dat het evenwicht niet al verbroken ÃÂs.
46.27-21
Ook 46.37-32 17-22! 47.44-39 22x31 48.26x37 18-22! zag er uiterst zorgelijk uit. In een partij Fjedoroek-Davidov, Coupe USSR 1981, volgde daarop 49.37-31 12-18 50.32-27 4-9 51.31-26 22x31 52.26x37 7-12 53.40-35 9-13! 54.39-34 18-22! 55.38-32 13-18! (met de bedoeling 56.34-30 24-29! en 57...23-28 +) 56.33-29 24x33 57.35-30 23-28 58.32x23 18x40 en zwart won door overmacht.
46...4-9 47.37-31 9-13 48.31-27 17-22 49.40-34
Van den Akker heeft begrijpelijkerwijs weinig vertrouwen in de uitkomst van 49.21-16 22x31 50.26x37. Toch had hij dat maar moeten proberen: de bezetting van veld 34, waarmee zwart een nieuw aanknopingspunt in handen wordt gespeeld, blijkt kansloos te verliezen.
49...22x31 50.26x37 13-19!
Versmaadt terecht de aangeboden schijfwinst 50...23-28 51.33x22 18x16, die wit na
52.38-33! (52...24-30 enz.) onnodig veel tegenspel zou hebben gelaten.
51.44-39 18-22! 52.38-32
Niet beter is 52.21-16 22-27! +.
52...22-27! 53.21-17 27x40 54.17x8 7-12! 55.8x17 40-45 56.39-34
Op onmiddellijk 56.17-12 was 56...24-30(!!) en 57...45-50 + gevolgd.
56...45-50 57.17-12 23-28!
Wit geeft het op. Behalve 58...28-32 + dreigt er ook 58...50-45 +, en na 58.34-30 24x35 59.37-31 kan bijvoorbeeld al 59...28-32 en nu ofwel 60.12-7 50-45 +, ofwel 60.12-8 50-17! 61.8-3 17-26 +.
Overigens: hoewel zijn nederlaag tegen Tsjizjov hem van een nog hogere klassering afhield, kon het toernooi voor Jeroen van den Akker nauwelijks meer stuk. Doordat hij namelijk al van Goloebjeva (4de ronde) en Samb (6de ronde) had gewonnen, finishte de voormalige junioren-wereldkampioen op een score van 10 uit 9, wat voldoende was voor een grootmeesterresultaat!
Ter afsluiting geef ik, zonder expliciet commentaar, de partij die Tsjizjov in de vierde ronde tegen Jean-Marc Ndjofang speelde en waarin de Kameroener slechts op het nippertje remise wist te maken.
Ndjofang-Tsjizjov
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.31-26 7-12 4.26x17 12x21 5.36-31 2-7 6.31-27 21x32 7.38x27 11-17 8.43-38 19-23 9.49-43 17-21 10.37-32 6-11 11.33-28 7-12 12.28x19 14x23 13.39-33 11-17 14.44-39 10-14 15.50-44 21-26 16.41-37 4-10 17.46-41 17-21 18.33-28 12-17 19.28x19 14x23 20.39-33 10-14 21.33-28 5-10 22.28x19 14x23 23.44-39 10-14 24.39-33 17-22 25.41-36 22x31 26.36x27 23-28 27.32x12 21x41 28.47x36 8x17 29.35-30 17-22 30.30-25 1-7 31.38-32 22-27 32.32x21 16x27 33.34-29 20-24 34.29x20 15x24 35.40-34 7-12 36.43-38 13-18 37.45-40 9-13 38.33-29 24x33 39.38x29 18-22 40.34-30 12-18 41.30-24 3-8 42.40-34 8-12 43.34-30 12-17
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10698923971.png">
44.24-20 27-31 45.36x27 22x31 46.20x9 13x4 47.42-37 31x42 48.48x37 17-21 49.30-24 21-27 50.24-19 27-31 51.37-32 31-36 52.32-28 36-41 53.29-23 18x29 54.19-13 41-46 55.28-22 46-23 56.13-8 26-31 57.8-2 31-37 58.22-17 37-41
59.2-24!! 29x20 60.25x14 23x10 61.17-12 4-9(!) 62.12-7 9-13(!) 63.7-2!!
Remise.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
de Volkskrant, 29 november 2003
Tegen Ndjofang begint de opmars
de Volkskrant, Denksport, 29 november 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Mijn start in het door Tsjizjov gewonnen Bijlmer-toernooi stak schril af bij die van de oud-wereldkampioen. Waar Tsjizjov namelijk na vijf ronden al drie winstpartijen op zijn naam had staan, was ikzelf niet verder gekomen dan vijf remises. En wat zo mogelijk nog erger was: met uitzondering van het openingsduel met Kees Thijssen waren die puntendelingen - ik schreef het eerder - het aanzien nauwelijks waard.
Maar donderdag 16 oktober, de laatste van de twee dagen waarop er een dubbele ronde geprogrammeerd stond, zou het toernooi voor mij een wending ten goede nemen. In de ochtendronde, die om tien uur begon maar pas 's middags om vier uur eindigde, versloeg ik - voor de tweede maal binnen een halfjaar - de Kameroener Jean-Marc Ndjofang. En in de avondronde (aanvang: half vijf) won ik van Ndiaga Samb.
Daarmee kon mijn 'debuut' in het Bijlmer-toernooi eigenlijk al niet meer stuk. Mede doordat ik de volgende dag - maar dat was toen nauwelijks een verrassing meer - óók voormalig wereldkampioene Zoja Goloebjeva een nederlaag wist toe te brengen, finishte ik alsnog onbedreigd op de tweede plaats, één punt slechts achter winnaar Tsjizjov.
Van mijn drie winstpartijen-oprijwaren die tegen Samb en Goloebjeva speltechnisch wellicht het interessantst. Maar de eerste, die tegen Ndjofang, was in psychologisch opzicht veruit de belangrijkste. Bovendien hangt het er maar van af hoe men het begrip 'interessant' wenst te definiëren.
Het is waar: anders dan tegen Samb en Goloebjeva deden zich in het zware positionele duel met Ndjofang géén opsluitingen van hetzij de rechter, hetzij de linker vleugel voor. Maar die constatering op zich maakt de partij nog niet minder inhoudrijk: ik schat dat alleen al met de analytische mogelijkheden die de beide diagramstanden bevatten, dit hele (sport)katern moeiteloos zou kunnen worden gevuld!
Overigens: op het moment dat onderstaand treffen plaatsvond, stond Ndjofang, die van Samb en Van Ballegooijen had gewonnen, met 7 punten op de (ongedeelde) tweede plaats! Die omstandigheid zou een verklaring kunnen zijn voor de haast timide manier (2.37-32; 4.34-30) waarop mijn tegenstander in dit uitzonderlijke geval de openingsfase behandelde.
Ndjofang-Sijbrands (Bijlmer-toernooi 2003)
1.32-28 16-21 2.37-32 21-26 3.41-37 18-23 4.34-30 12-18 5.30-25 20-24 6.40-34 14-20 7.25x14 9x20 8.34-30 20-25 9.31-27 25x34 10.39x30 10-14 11.44-39 15-20 12.30-25 5-10 13.37-31 26x37 14.42x31 17-22 15.28x17 11x22
Als zwart eerst zijn ontwikkeling voltooit (14...10-15, 15...4-9) komt het niet meer van deze aanvalsmanoeuvre: wit bezet de velden 44 en 42 en staat dan klaar om 17-22x22? met 18/20.33-29! 23x34 19/21.39x30 te bestrijden!
16.50-44 6-11
Ziedaar het verschil: op 17.47-42 heeft zwart nu 17...11-17 bij de hand.
17.31-26 22x31 18.26x37 8-12 19.46-41 11-17 20.36-31 4-9 21.41-36 7-11
22.31-26 10-15 23.37-31 2-7 24.31-27 1-6 25.48-42 3-8
Door zijn kroonschijf op te spelen en de laatste gelegenheid voor de bevrijdende opstoot 24-29x29 onbenut te laten, zet zwart alles op één kaart: de aanval over 22.
26.44-40 17-22 27.47-41 22x31 28.26x37 11-17 29.37-31 6-11 30.31-27 17-22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703470211.png">
Eén van de vele lastige keuzemomenten die deze partij telt. Ik keek ook naar 30...11-16, om pas op 31.41-37 met 31...17-22 te vervolgen: na bijvoorbeeld 32.37-31 (op 49-44 gaat vaak grote kracht uit van 23-29!!) 32...12-17 33.31-26 22x31 34.36x27 8-12! had zwart voortreffelijk gestaan.
Maar wit kan het veel beter doen, en wel door 31.41-37 te vervangen door 31.42-37! Het cruciale verschil komt aan het licht na 31...17-22 32.37-31 12-17? (hier moet maar 32...23-28 33.32x23 19x28) 33.31-26! 22x31 34.36x27! 8-12 35.41-36! 17-22 (hoe wit na 35...24-29 36.33x24 20x29 37.35-30! -met behulp van het Sargindetail nog wel! -uiteindelijk gaat winnen, laat ik volgende week zien) 36.49-44!! (nu pas) 36...22x31 37.36x27! 23-29 38.32-28! 7-11 (opnieuw de enige: 38...18-23? 39.35-30!! 23x21 40.26x8 24x35 41.33x24 met dam op 4 of 3!) 39.39-34! 24-30 (helemaal rampzalig is 39...11-17? 40.34x23 18x29 41.44-39 +) 40.34x23 18x29 41.25x23 16-21 42.27x18 13x22 43.28x17 19x50 44.17-12 50-11 45.43-39 11x50 46.12-7 en zwart gaat een zorgelijk eindspel tegemoet.
31.41-37 22x31 32.37x26!?
Ndjofang geeft blijk van een uitstekend stellingsbegrip. De tekstzet is inderdaad beter dan 32.36x27?!, waarna zwart zijn zin zou hebben gekregen met 32...11-17!, bijvoorbeeld 33.37-31 en nu 33...17-22 of ook 33...17-21 34.27x16 23-28 35.33x22 18x36 36.42-37 13-18.
32...18-22!?
Gespeeld om te voorkomen dat schijf 9 blijft 'hangen', zoals na zowel 32...11-17? 33.32-27! als (zelfs) 32...12-17 33.32-27! 8-12 34.42-37 17-22 35.37-31(!!) het geval was geweest.
33.32-27 22x31 34.26x37 11-17 35.37-31
Wit speelt het zodanig dat hij een ontijdig 34/37...13-18(?) steeds met 40-34! (9-13) en 34-29x30! kan beantwoorden.
35...17-22 36.31-27 22x31 37.36x27 12-17!? 38.42-37
Ndjofang stelt de manoeuvre 38.27-22(?) 17x28 39.33x22 terecht uit: na 39...8-12 kan hij tóch niet 40.38-32? spelen wegens 40...7-11! 41.43-38 12-17! en nu ofwel 42.32-27 17x28 43.38-33 24-29! +, ofwel 42.42-37 17x28 43.38-33 24-30!! gevolgd door 44...19-24!, 45...23-29, 46...24-30 en 47...20x38 +.
38...8-12 39.37-31 7-11 Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703463165.png">
40.27-22(?)
Maar hij had er verstandiger aan gedaan deze opstoot überhaupt achterwege te laten. Realistischer was 40.31-26 of 40.40-34. In beide gevallen overwoog ik overigens serieus om -nu wél -een klaverblad-opsluiting van mijn linker vleugel toe te laten.
40...17x28 41.33x22
De partij gaat, zowel op het bord als op de klok (beide spelers verkeerden inmiddels in hevige tijdnood), naar een climax toe. Maar mijn ruimte is helaas op. Daarom geef ik het slot, dat in werkelijkheid nog een kleine twee(!) uur in beslag nam, zonder commentaar. Volgende week leg ik uit waaruit mijn beste winstkans bestond, hoe Ndjofang vervolgens remise kon maken én waarom de witspeler het 6x6 schijveneindspel dat na de klokcontrole overbleef, altijd moest verliezen. Natuurlijk staat niets de lezer in de weg zélf alvast een antwoord op al die vragen te bedenken!
41...24-29! 42.40-34 29x40 43.35x44 20-24? 44.45-40! 15-20?!! 45.40-35! 24-29 46.35-30? 12-17! 47.30-24(!) 19x30 48.25x34 17x28 49.31-27(!) 29x40 50.44x35 13-18! 51.38-33 28-32! 52.27x38 18-22!
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703464893.png">
53.39-34 22-27! 54.35-30 11-17 55.33-29 27-31! 56.29x18 31-36 57.34-29 36-41 58.43-39 41-47 59.29-24 47x12 60.24x15 14-20 61.15x24 12-34 62.30-25 34x48 Wit geeft het op.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 29 november 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Mijn start in het door Tsjizjov gewonnen Bijlmer-toernooi stak schril af bij die van de oud-wereldkampioen. Waar Tsjizjov namelijk na vijf ronden al drie winstpartijen op zijn naam had staan, was ikzelf niet verder gekomen dan vijf remises. En wat zo mogelijk nog erger was: met uitzondering van het openingsduel met Kees Thijssen waren die puntendelingen - ik schreef het eerder - het aanzien nauwelijks waard.
Maar donderdag 16 oktober, de laatste van de twee dagen waarop er een dubbele ronde geprogrammeerd stond, zou het toernooi voor mij een wending ten goede nemen. In de ochtendronde, die om tien uur begon maar pas 's middags om vier uur eindigde, versloeg ik - voor de tweede maal binnen een halfjaar - de Kameroener Jean-Marc Ndjofang. En in de avondronde (aanvang: half vijf) won ik van Ndiaga Samb.
Daarmee kon mijn 'debuut' in het Bijlmer-toernooi eigenlijk al niet meer stuk. Mede doordat ik de volgende dag - maar dat was toen nauwelijks een verrassing meer - óók voormalig wereldkampioene Zoja Goloebjeva een nederlaag wist toe te brengen, finishte ik alsnog onbedreigd op de tweede plaats, één punt slechts achter winnaar Tsjizjov.
Van mijn drie winstpartijen-oprijwaren die tegen Samb en Goloebjeva speltechnisch wellicht het interessantst. Maar de eerste, die tegen Ndjofang, was in psychologisch opzicht veruit de belangrijkste. Bovendien hangt het er maar van af hoe men het begrip 'interessant' wenst te definiëren.
Het is waar: anders dan tegen Samb en Goloebjeva deden zich in het zware positionele duel met Ndjofang géén opsluitingen van hetzij de rechter, hetzij de linker vleugel voor. Maar die constatering op zich maakt de partij nog niet minder inhoudrijk: ik schat dat alleen al met de analytische mogelijkheden die de beide diagramstanden bevatten, dit hele (sport)katern moeiteloos zou kunnen worden gevuld!
Overigens: op het moment dat onderstaand treffen plaatsvond, stond Ndjofang, die van Samb en Van Ballegooijen had gewonnen, met 7 punten op de (ongedeelde) tweede plaats! Die omstandigheid zou een verklaring kunnen zijn voor de haast timide manier (2.37-32; 4.34-30) waarop mijn tegenstander in dit uitzonderlijke geval de openingsfase behandelde.
Ndjofang-Sijbrands (Bijlmer-toernooi 2003)
1.32-28 16-21 2.37-32 21-26 3.41-37 18-23 4.34-30 12-18 5.30-25 20-24 6.40-34 14-20 7.25x14 9x20 8.34-30 20-25 9.31-27 25x34 10.39x30 10-14 11.44-39 15-20 12.30-25 5-10 13.37-31 26x37 14.42x31 17-22 15.28x17 11x22
Als zwart eerst zijn ontwikkeling voltooit (14...10-15, 15...4-9) komt het niet meer van deze aanvalsmanoeuvre: wit bezet de velden 44 en 42 en staat dan klaar om 17-22x22? met 18/20.33-29! 23x34 19/21.39x30 te bestrijden!
16.50-44 6-11
Ziedaar het verschil: op 17.47-42 heeft zwart nu 17...11-17 bij de hand.
17.31-26 22x31 18.26x37 8-12 19.46-41 11-17 20.36-31 4-9 21.41-36 7-11
22.31-26 10-15 23.37-31 2-7 24.31-27 1-6 25.48-42 3-8
Door zijn kroonschijf op te spelen en de laatste gelegenheid voor de bevrijdende opstoot 24-29x29 onbenut te laten, zet zwart alles op één kaart: de aanval over 22.
26.44-40 17-22 27.47-41 22x31 28.26x37 11-17 29.37-31 6-11 30.31-27 17-22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703470211.png">
Eén van de vele lastige keuzemomenten die deze partij telt. Ik keek ook naar 30...11-16, om pas op 31.41-37 met 31...17-22 te vervolgen: na bijvoorbeeld 32.37-31 (op 49-44 gaat vaak grote kracht uit van 23-29!!) 32...12-17 33.31-26 22x31 34.36x27 8-12! had zwart voortreffelijk gestaan.
Maar wit kan het veel beter doen, en wel door 31.41-37 te vervangen door 31.42-37! Het cruciale verschil komt aan het licht na 31...17-22 32.37-31 12-17? (hier moet maar 32...23-28 33.32x23 19x28) 33.31-26! 22x31 34.36x27! 8-12 35.41-36! 17-22 (hoe wit na 35...24-29 36.33x24 20x29 37.35-30! -met behulp van het Sargindetail nog wel! -uiteindelijk gaat winnen, laat ik volgende week zien) 36.49-44!! (nu pas) 36...22x31 37.36x27! 23-29 38.32-28! 7-11 (opnieuw de enige: 38...18-23? 39.35-30!! 23x21 40.26x8 24x35 41.33x24 met dam op 4 of 3!) 39.39-34! 24-30 (helemaal rampzalig is 39...11-17? 40.34x23 18x29 41.44-39 +) 40.34x23 18x29 41.25x23 16-21 42.27x18 13x22 43.28x17 19x50 44.17-12 50-11 45.43-39 11x50 46.12-7 en zwart gaat een zorgelijk eindspel tegemoet.
31.41-37 22x31 32.37x26!?
Ndjofang geeft blijk van een uitstekend stellingsbegrip. De tekstzet is inderdaad beter dan 32.36x27?!, waarna zwart zijn zin zou hebben gekregen met 32...11-17!, bijvoorbeeld 33.37-31 en nu 33...17-22 of ook 33...17-21 34.27x16 23-28 35.33x22 18x36 36.42-37 13-18.
32...18-22!?
Gespeeld om te voorkomen dat schijf 9 blijft 'hangen', zoals na zowel 32...11-17? 33.32-27! als (zelfs) 32...12-17 33.32-27! 8-12 34.42-37 17-22 35.37-31(!!) het geval was geweest.
33.32-27 22x31 34.26x37 11-17 35.37-31
Wit speelt het zodanig dat hij een ontijdig 34/37...13-18(?) steeds met 40-34! (9-13) en 34-29x30! kan beantwoorden.
35...17-22 36.31-27 22x31 37.36x27 12-17!? 38.42-37
Ndjofang stelt de manoeuvre 38.27-22(?) 17x28 39.33x22 terecht uit: na 39...8-12 kan hij tóch niet 40.38-32? spelen wegens 40...7-11! 41.43-38 12-17! en nu ofwel 42.32-27 17x28 43.38-33 24-29! +, ofwel 42.42-37 17x28 43.38-33 24-30!! gevolgd door 44...19-24!, 45...23-29, 46...24-30 en 47...20x38 +.
38...8-12 39.37-31 7-11 Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703463165.png">
40.27-22(?)
Maar hij had er verstandiger aan gedaan deze opstoot überhaupt achterwege te laten. Realistischer was 40.31-26 of 40.40-34. In beide gevallen overwoog ik overigens serieus om -nu wél -een klaverblad-opsluiting van mijn linker vleugel toe te laten.
40...17x28 41.33x22
De partij gaat, zowel op het bord als op de klok (beide spelers verkeerden inmiddels in hevige tijdnood), naar een climax toe. Maar mijn ruimte is helaas op. Daarom geef ik het slot, dat in werkelijkheid nog een kleine twee(!) uur in beslag nam, zonder commentaar. Volgende week leg ik uit waaruit mijn beste winstkans bestond, hoe Ndjofang vervolgens remise kon maken én waarom de witspeler het 6x6 schijveneindspel dat na de klokcontrole overbleef, altijd moest verliezen. Natuurlijk staat niets de lezer in de weg zélf alvast een antwoord op al die vragen te bedenken!
41...24-29! 42.40-34 29x40 43.35x44 20-24? 44.45-40! 15-20?!! 45.40-35! 24-29 46.35-30? 12-17! 47.30-24(!) 19x30 48.25x34 17x28 49.31-27(!) 29x40 50.44x35 13-18! 51.38-33 28-32! 52.27x38 18-22!
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10703464893.png">
53.39-34 22-27! 54.35-30 11-17 55.33-29 27-31! 56.29x18 31-36 57.34-29 36-41 58.43-39 41-47 59.29-24 47x12 60.24x15 14-20 61.15x24 12-34 62.30-25 34x48 Wit geeft het op.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
de Volkskrant, 6 december 2003
Winst met hulp van het Sargin-detail
de Volkskrant, Denksport, 6 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Vorige week besprak ik de partij die ik in het Bijlmer-toernooi van Jean-Marc Ndjofang won. Ik beloofde toen terug te komen op de beslissende fase, waarvan ik in verband met de ruimte slechts de notatie sec kon geven. Maar voordat ik die toezegging – zij het slechts gedeeltelijk – gestand doe, los ik een andere belofte in. Daartoe neem ik de lezer mee naar een eerder moment in diezelfde partij.
Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10711639012.png">
Ik koos hier voor 30...17-22, omdat ik op 30...11-16 niet zozeer 31.41-37 vreesde (na 31...17-22! 32.37-31 12-17! 33.31-26 22x31 34.36x27 8-12! staat zwart prima) als wel 31.42-37! Het grote voordeel van die zet komt aan het licht na 31...17-22 32.37-31 12-17 33.31-26! 22x31 34.36x27! 8-12.
Wit doet namelijk 35.41-36!, om op 35...17-22? zijn laatste tempo uit te spelen met 36.49-44!! 22x31 37.36x27! Er volgt dan geforceerd 37...23-29 (37...24-29? 38.33x24 20x29 39.39-33! +) 38.32-28! 7-11 (38...18-23? 39.35-30!! +) 39.39-34! 24-30 (39...11-17? 40.34x23 18x29 41.44-39! +) 40.34x23 18x29 41.25x23 16-21 42.27x18 13x22 43.28x17 19x50 met een gunstig eindspel voor wit na 44.17-12 50-11 45.43-39 11x50 46.12-7.
In deze spelgang, die op treffende wijze laat zien dat ook de door Ndjofang gevolgde strategie zeker niet bij voorbaat kansloos was, kan zwart op de 35ste zet nog het beste 23-29 doen. Met betrekking tot het enige andere alternatief schreef ik namelijk: 'Hoe wit na 35...24-29 36.33x24 20x29 37.35-30! – met behulp van het Sargindetail nog wel! – gaat winnen, laat ik volgende week zien.'
Die toevoeging inzake het 'Sargin-detail' was natuurlijk óók bedoeld om de lezer tot zelfwerkzaamheid aan te zetten: die zal zich hebben afgevraagd hoe je vanuit de stand na 37.35-30 in vredesnaam moet uitkomen op een situatie met een zwarte schijf op 45 en een witte op 50! Toch betrof het allerminst een grap. Want het volgende verloop maakt beslist een plausibele indruk:
37...15-20 38.49-44! (verhindert 38...20-24? door dam op 3) 38...29-34 39.40x29 23x34 40.44-40! 18-23 (40...19-23 41.40x29 23x34 42.39-33 +) 41.40x18 13x31 42.36x27! 20-24 43.32-28! 24x35 44.38-33! 19-24 45.45-40! 35x44 46.39x50 (het eerste programmapunt is gerealiseerd) 46...9-13 47.43-39! 12-18 48.39-34! 24-30 49.34-29! 30-35 50.29-24! (wit ontplooit een machtig initiatief) 50..35-40 51.24-20 7-12 52.20x9 13x4 53.25-20 4-9 54.33-29 40-45 (het Sargin-detail is een feit!) en wit heeft de overgangen naar een overmachtseindspel (55.28-23; 55.20-15 9-14 56.28-23) voor het uitzoeken.
Tot zover het fragment rond de 30ste zet. De strategische strijd om de controle over de velden 22, 27 en 28 vormde het hoofdthema van de partij. Maar sinds ik met behulp van de computer de fase tussen de 41ste en 52ste zet ontleed heb, is er voor mij een heus thema bijgekomen.
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10711640119.png">
Dit was de stand nadat Ndjofang naar 22 geruild had. Omdat ik aanvankelijk meende dat zwart niet met 41...24-29 kon reageren wegens 42.39-34 (behalve 42...12-17?? is dan ook 42...20-24? uitgeschakeld, en wel door 43.25-20! en 44.34-30 enz.), was ik van plan 41...24-30 te spelen. Met 35 slaan zou wit dan op schijfverlies komen te staan, zodat er geforceerd volgt 42.25x34 23-29 43.34x23 19x17. Zwart staat dan onmiskenbaar beter, maar winst is wel erg ver weg. . .
Gelukkig viel mijn oog bijtijds op de wending 41...24-29 42.39-34? 12-18!! 43.31-27? (relatief beter is 43.31-26 18x27 44.38-33 29x38 45.43x21 23-28 46.21-16 enz.) 43...29-33! gevolgd door 44...23-28, 45...18-23 en 46....13x31 +. Dankzij die finesse, die ook door mijn tegenstander werd onderkend, kon ik de strijd dus wel degelijk gaande houden: 41...24-29! 42.40-34(!) 29x40 43.35x44 20-24?
Onder meer gespeeld in de hoop dat Ndjofang 44.44-40? zou doen: na 44...24-29! is dan langs een omweg dezelfde stelling als na 41...24-30 42.35x24? 20x29 bereikt! Maar de tekstzet blijkt, vanwege een duivelse tactische manoeuvre die beide spelers zal ontgaan (zie de rubriek van volgende week), ni´et zwarts sterkste zet. Dat is namelijk het door TRUUS aanbevolen 43...19-24!!
De bedoeling van die zet is tot een opstelling met 44...13-19! en 45...9-13! te komen en van daaruit verdere actie tegen de vijandelijke voorpost te ondernemen. Hoe groot de gevaren waren geweest waaraan wit in dat geval had blootgestaan, laten de volgende varianten zien:
1) 44.45-40? 13-19 45.40-35 9-13 en nu:
1.1) 46.31-27 24-29! 47.27-21 29-34!! enz. met dam op 50!
1.2) 46.44-40 24-29! 47.40-34 (niet beter is 47.35-30 20-24! 48.25-20 24x42 49.20x16 42-48 +) 47...29x40 48.35x44 23-29!! (dreigt 49...12-17 +, waartegen 49.44-40 19-23! geen blijvende parade vormt) 49.38-33 29x38 50.43x32 19-23! en wit heeft niet beter dan met 51.32-27 12-17 52.31-26 17x28 53.26-21 13-18! 54.21-16 11-17 55.27-21 17x26 56.16-11 in een -vermoedelijk eveneens verloren -7x5 eindspel te vluchten, want de 'normaal-zet' 51.39-33 verliest zelfs op slag door 51...12-17! 52.33-28 13-18!! +.
2) 44.31-27 13-19 45.44-40 9-13 46.40-35.
Nu zou zwart na 46...24-29(?) 47.39-34(!) 29x40 48.35x44 niet verder komen, bijvoorbeeld 48...12-17 49.44-39 17x28 50.38-33 =. Maar de stand bevat een levensgrote verrassing in de vorm van de terugruil 46...13-18!! 47.22x13 19x8.
Weliswaar lijkt zwart daarmee zijn belangrijkste aanknopingspunt op te geven, maar dat is schijn: de ontruiming van veld 22 stelt hem juist in staat de aanval op 27 te openen en met een doorbraak aan wits ontvolkte linker flank te dreigen! Daarbij bewijst de formatie 15/20/24, ondanks de absentie van de schijven 19 en 13, hem nog steeds uitstekende diensten!
Hoewel ik niet durf te beweren dat zwart na 47...19x8 in álle varianten gewonnen zou staan, ziet de volgende lange spelgang er toch hoogst aannemelijk uit:
48.38-32 11-17! 49.43-38 (wit dirigeert zoveel mogelijk materiaal naar de bedreigde zone) 49...12-18! 50.39-33 (anders 50...18-22 +) 50...24-29! 51.33x24 20x29 52.49-43 8-12! 53.35-30 (het alternatief is 53.43-39 17-22! 54.27-21 22-28! 55.21-16 28x37 56.16-11/38-32 met een zeer slecht eindspel) 53...17-22! 54.45-40 (na 54.27-21 12-17! 55.21x12 18x7 wordt wit overspeeld) 54...22x31 55.32-28 23x32 56.38x36 29-33! (vanaf hier is de winst in elk geval waterdicht!) 57.30-24 12-17! 58.40-34 18-23! 59.24-19 (het inlassen van de zetten 59.36-31 17-22! 60.31-26 22-27! is geen verbetering) 59...23-28! 60.19x10 15x4 61.34-30 28-32 62.30-24 33-38 63.43-39 38-42 en wit gaat kansloos ten onder, zelfs na 64.24-20 42-48(!) 65.39-34 48x30 66.25x34 32-38.
Hiermee is één van de drie vragen die ik de lezer vorige week voorlegde, beantwoord. De twee resterende kwesties: hoe Ndjofang op de 46ste zet remise kon forceren én waarom hij het 6x6 schijveneindspel onvermijdelijk moest verliezen, zullen in de rubriek van 13 december behandeld worden.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 6 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Vorige week besprak ik de partij die ik in het Bijlmer-toernooi van Jean-Marc Ndjofang won. Ik beloofde toen terug te komen op de beslissende fase, waarvan ik in verband met de ruimte slechts de notatie sec kon geven. Maar voordat ik die toezegging – zij het slechts gedeeltelijk – gestand doe, los ik een andere belofte in. Daartoe neem ik de lezer mee naar een eerder moment in diezelfde partij.
Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10711639012.png">
Ik koos hier voor 30...17-22, omdat ik op 30...11-16 niet zozeer 31.41-37 vreesde (na 31...17-22! 32.37-31 12-17! 33.31-26 22x31 34.36x27 8-12! staat zwart prima) als wel 31.42-37! Het grote voordeel van die zet komt aan het licht na 31...17-22 32.37-31 12-17 33.31-26! 22x31 34.36x27! 8-12.
Wit doet namelijk 35.41-36!, om op 35...17-22? zijn laatste tempo uit te spelen met 36.49-44!! 22x31 37.36x27! Er volgt dan geforceerd 37...23-29 (37...24-29? 38.33x24 20x29 39.39-33! +) 38.32-28! 7-11 (38...18-23? 39.35-30!! +) 39.39-34! 24-30 (39...11-17? 40.34x23 18x29 41.44-39! +) 40.34x23 18x29 41.25x23 16-21 42.27x18 13x22 43.28x17 19x50 met een gunstig eindspel voor wit na 44.17-12 50-11 45.43-39 11x50 46.12-7.
In deze spelgang, die op treffende wijze laat zien dat ook de door Ndjofang gevolgde strategie zeker niet bij voorbaat kansloos was, kan zwart op de 35ste zet nog het beste 23-29 doen. Met betrekking tot het enige andere alternatief schreef ik namelijk: 'Hoe wit na 35...24-29 36.33x24 20x29 37.35-30! – met behulp van het Sargindetail nog wel! – gaat winnen, laat ik volgende week zien.'
Die toevoeging inzake het 'Sargin-detail' was natuurlijk óók bedoeld om de lezer tot zelfwerkzaamheid aan te zetten: die zal zich hebben afgevraagd hoe je vanuit de stand na 37.35-30 in vredesnaam moet uitkomen op een situatie met een zwarte schijf op 45 en een witte op 50! Toch betrof het allerminst een grap. Want het volgende verloop maakt beslist een plausibele indruk:
37...15-20 38.49-44! (verhindert 38...20-24? door dam op 3) 38...29-34 39.40x29 23x34 40.44-40! 18-23 (40...19-23 41.40x29 23x34 42.39-33 +) 41.40x18 13x31 42.36x27! 20-24 43.32-28! 24x35 44.38-33! 19-24 45.45-40! 35x44 46.39x50 (het eerste programmapunt is gerealiseerd) 46...9-13 47.43-39! 12-18 48.39-34! 24-30 49.34-29! 30-35 50.29-24! (wit ontplooit een machtig initiatief) 50..35-40 51.24-20 7-12 52.20x9 13x4 53.25-20 4-9 54.33-29 40-45 (het Sargin-detail is een feit!) en wit heeft de overgangen naar een overmachtseindspel (55.28-23; 55.20-15 9-14 56.28-23) voor het uitzoeken.
Tot zover het fragment rond de 30ste zet. De strategische strijd om de controle over de velden 22, 27 en 28 vormde het hoofdthema van de partij. Maar sinds ik met behulp van de computer de fase tussen de 41ste en 52ste zet ontleed heb, is er voor mij een heus thema bijgekomen.
Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10711640119.png">
Dit was de stand nadat Ndjofang naar 22 geruild had. Omdat ik aanvankelijk meende dat zwart niet met 41...24-29 kon reageren wegens 42.39-34 (behalve 42...12-17?? is dan ook 42...20-24? uitgeschakeld, en wel door 43.25-20! en 44.34-30 enz.), was ik van plan 41...24-30 te spelen. Met 35 slaan zou wit dan op schijfverlies komen te staan, zodat er geforceerd volgt 42.25x34 23-29 43.34x23 19x17. Zwart staat dan onmiskenbaar beter, maar winst is wel erg ver weg. . .
Gelukkig viel mijn oog bijtijds op de wending 41...24-29 42.39-34? 12-18!! 43.31-27? (relatief beter is 43.31-26 18x27 44.38-33 29x38 45.43x21 23-28 46.21-16 enz.) 43...29-33! gevolgd door 44...23-28, 45...18-23 en 46....13x31 +. Dankzij die finesse, die ook door mijn tegenstander werd onderkend, kon ik de strijd dus wel degelijk gaande houden: 41...24-29! 42.40-34(!) 29x40 43.35x44 20-24?
Onder meer gespeeld in de hoop dat Ndjofang 44.44-40? zou doen: na 44...24-29! is dan langs een omweg dezelfde stelling als na 41...24-30 42.35x24? 20x29 bereikt! Maar de tekstzet blijkt, vanwege een duivelse tactische manoeuvre die beide spelers zal ontgaan (zie de rubriek van volgende week), ni´et zwarts sterkste zet. Dat is namelijk het door TRUUS aanbevolen 43...19-24!!
De bedoeling van die zet is tot een opstelling met 44...13-19! en 45...9-13! te komen en van daaruit verdere actie tegen de vijandelijke voorpost te ondernemen. Hoe groot de gevaren waren geweest waaraan wit in dat geval had blootgestaan, laten de volgende varianten zien:
1) 44.45-40? 13-19 45.40-35 9-13 en nu:
1.1) 46.31-27 24-29! 47.27-21 29-34!! enz. met dam op 50!
1.2) 46.44-40 24-29! 47.40-34 (niet beter is 47.35-30 20-24! 48.25-20 24x42 49.20x16 42-48 +) 47...29x40 48.35x44 23-29!! (dreigt 49...12-17 +, waartegen 49.44-40 19-23! geen blijvende parade vormt) 49.38-33 29x38 50.43x32 19-23! en wit heeft niet beter dan met 51.32-27 12-17 52.31-26 17x28 53.26-21 13-18! 54.21-16 11-17 55.27-21 17x26 56.16-11 in een -vermoedelijk eveneens verloren -7x5 eindspel te vluchten, want de 'normaal-zet' 51.39-33 verliest zelfs op slag door 51...12-17! 52.33-28 13-18!! +.
2) 44.31-27 13-19 45.44-40 9-13 46.40-35.
Nu zou zwart na 46...24-29(?) 47.39-34(!) 29x40 48.35x44 niet verder komen, bijvoorbeeld 48...12-17 49.44-39 17x28 50.38-33 =. Maar de stand bevat een levensgrote verrassing in de vorm van de terugruil 46...13-18!! 47.22x13 19x8.
Weliswaar lijkt zwart daarmee zijn belangrijkste aanknopingspunt op te geven, maar dat is schijn: de ontruiming van veld 22 stelt hem juist in staat de aanval op 27 te openen en met een doorbraak aan wits ontvolkte linker flank te dreigen! Daarbij bewijst de formatie 15/20/24, ondanks de absentie van de schijven 19 en 13, hem nog steeds uitstekende diensten!
Hoewel ik niet durf te beweren dat zwart na 47...19x8 in álle varianten gewonnen zou staan, ziet de volgende lange spelgang er toch hoogst aannemelijk uit:
48.38-32 11-17! 49.43-38 (wit dirigeert zoveel mogelijk materiaal naar de bedreigde zone) 49...12-18! 50.39-33 (anders 50...18-22 +) 50...24-29! 51.33x24 20x29 52.49-43 8-12! 53.35-30 (het alternatief is 53.43-39 17-22! 54.27-21 22-28! 55.21-16 28x37 56.16-11/38-32 met een zeer slecht eindspel) 53...17-22! 54.45-40 (na 54.27-21 12-17! 55.21x12 18x7 wordt wit overspeeld) 54...22x31 55.32-28 23x32 56.38x36 29-33! (vanaf hier is de winst in elk geval waterdicht!) 57.30-24 12-17! 58.40-34 18-23! 59.24-19 (het inlassen van de zetten 59.36-31 17-22! 60.31-26 22-27! is geen verbetering) 59...23-28! 60.19x10 15x4 61.34-30 28-32 62.30-24 33-38 63.43-39 38-42 en wit gaat kansloos ten onder, zelfs na 64.24-20 42-48(!) 65.39-34 48x30 66.25x34 32-38.
Hiermee is één van de drie vragen die ik de lezer vorige week voorlegde, beantwoord. De twee resterende kwesties: hoe Ndjofang op de 46ste zet remise kon forceren én waarom hij het 6x6 schijveneindspel onvermijdelijk moest verliezen, zullen in de rubriek van 13 december behandeld worden.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Duivels schijnoffer niet op tijd doorzien
de Volkskrant, Denksport, 13 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Voor de derde en laatste maal houden we ons bezig met (de slotfase van) de partij Ndjofang - Sijbrands, Bijlmer-toernooi 2003. Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10714935168.png">
Zo stond het na 43.35x44. Mijn meest kansrijke plan bestond hier uit het fraaie, door het computerprogramma TRUUS aangedragen 43...19-24!!, 44...13-19! en 45...9-13. Ik speelde echter:
43...20-24? 44.45-40!
Niet 44.44-40? wegens 44...24-29! met schijfwinst voor zwart. Het verschil is dat wit 44...24-29 nu met 45.40-34(!) 29x40 46.44x35 beantwoordt.
44...15-20?!!
Objectief bezien had zwart 44...24-30 en 45...23-29 moeten doen. Maar die 2x2 ruil had ik dan beter op de 41ste zet kunnen nemen, toen er nog een extra koppel schijven op het bord stond.
45.40-35! 24-29
De logische consequentie van 44...15-20. Door - gebruikmakend van de finesse 46.39-33? 12-18! 47.33x15 18x36 - voor de tweede maal binnen vijf zetten veld 29 te betreden, stelt zwart opnieuw de dreiging 46...12-17 + aan de orde.
In de partij zal deze winstpoging, mede doordat (ook) de witspeler met hevige tijdnood te kampen had, doel treffen. Maar met voldoende bedenktijd tot zijn beschikking had Ndjofang ongetwijfeld gevonden wat hij bij analyse wél zag, namelijk dat wit het duivelse schijnoffer 46.22-18!! 13x22 47.39-33! had moeten brengen.
Daarop faalt 47...29-34? immers op de combinatie 48.43-39!! 34x32 49.33-29! 23x34 50.44-39 34x43 51.49x16 (het is zelfs de vraag of zwart het 4x3 dammeneindspel na 51...19-23 52.16-11 23-28 53.11-7 28-33 54.7-1! 33-38 55.1-29! wel houdt!), zodat ik niet beter zou hebben gehad dan 47...19-24 48.35-30 24x35 49.33x15 22-28 met remise na 50.44-40 35x44 51.49x40 23-29 enz.
Ziedaar hoe wit zich had kunnen redden, ziedaar ook waarom op de 43ste zet 19-24 de voorkeur boven het gespeelde 20-24 verdiende. Maar zoals gezegd: onder druk van de klok overzagen beide spelers deze verborgen tactische mogelijkheid:
46.35-30? 12-17!
Natuurlijk niet 46...20-24?? (47.22-18! +). Wel schonk ik aandacht aan 46...29-34, maar ik liet die complicerende tussenzet achterwege toen ik - ditmaal wél! - een variatie op het zojuist genoemde slagmechanisme signaleerde: 47.31-26! (niet 47.31-27? 20-24! 48.27-21 24x35 49.39x30 35x24 50.21-16 23-28! +) 47...20-24 48.39-33!! gevolgd door 49.22-17/18!, 50.43-39!, 51.33-29 en 52.44-39 met afwikkeling naar een remise-eindspel.
Los van deze vijandelijke reddingsactie had ik nog een andere reden om voor 46...12-17 te kiezen: in de hectiek van het moment meende ik dat de tekstzet 'gewoon' een schijf won! De behendig opererende Kameroener zal mij echter spoedig uit de droom helpen:
47.30-24(!) 19x30 48.25x34 17x28 49.31-27(!) 29x40 50.44x35
Mooi verdedigd: omdat 50...28-32?? niet gaat (39-33-28! +), moet zwart zijn plusschijf weer teruggeven. Maar hij houdt aan dit intermezzo natuurlijk wél belangrijk voordeel over.
50...13-18!
Ook 50...11-17 51.38-33 28-32 52.22x33 17-22 zag er verleidelijk uit. Maar gelukkig behoedde mijn intuïtie mij (want tijd om wat dan ook te berekenen, was er inmiddels niet meer) voor een plan dat waarschijnlijk slechts een 'plus-remise' had opgeleverd...
51.38-33 28-32! 52.27x38 18-22! Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10714937294.png">
De tijdnood is voorbij. Hoewel ik met tevredenheid op de voorafgaande vier uren terugkeek (van de mogelijkheid 46.22-18!! had ik op dat moment nog geen weet), was ik er tegelijkertijd van overtuigd dat wit het 6x6 schijveneindspel moest kunnen houden. Toen Ndjofang een kleine twee uur later betrekkelijk kansloos verloor, meende ik dan ook dat mijn tegenstander zich maar matig verweerd had.
Pas nadat ik, na afloop van het toernooi, de gelegenheid had gehad het eindspel te analyseren, begreep ik dat Ndjofangs pessimisme ten aanzien van zijn overlevingskansen heel wat terechter was geweest dan het mijne inzake de zwarte winstkansen: het is inderdaad niet te zien hoe wit zich ooit had moeten redden!
53.39-34
Na ruim een halfuur nadenken gespeeld. Voor de tekstzet had wit twee alternatieven die weliswaar hardnekkiger waren geweest maar géén remise hadden gegeven; men ziet:
1) 53.38-32 11-16 54.35-30 (blijft 22-27x27 nog even tegengaan) 54...9-13! 55.39-34 22-27 56.32x21 16x27 57.33-29 23-28! 58.30-24 20-25! en wit is uitgepraat, daar 24-20 steeds met de achterwaartse 2x2 ruil 13-19!, 19-24 en 25x3 + beantwoord wordt.
2) 53.33-29 23x34 54.39x30 11-17! (zwart doet er verstandig aan zijn doorbraakkansen te koesteren en géén gehoor te geven aan de lokroep van het centrumveld 28!) 55.38-33 (ook na 55.38-32 17-21 56.30-25 20-24! 57.49-44 24-29! gaat wit in het gunstigste geval door overmacht verliezen) 55...20-25! 56.30-24 22-27! 57.33-29 25-30! 58.24-20 14x25 59.35x24 25-30! (dit offer was ook op 57.33-28 gevolgd) 60.24x35 27-31 61.29-24 31-37 62.24-20 37-41 63.35-30 41-46 64.43-38 17-21 65.30-25 21-27 66.49-44 (vlecht de dreiging 67.38-32! 46x50 68.20-14 = in de stand) 66...46-5! 67.44-39 (38-33-29 komt na 67...27-31 en 68...5-32/37! op hetzelfde neer) 67...27-31! 68.39-33 31-36!!
Nu verliest 69.33-28 5x49 70.20-14 9x20 71.25x14 door 71...49-27! 72.14-10 27-32 +. En na 69.33-29 36-41 komt zwart precies op tijd op tweede dam!
53...22-27!
Op mÃÂjn beurt dacht ik hier lang na over het alternatief 53...23-28. Maar de tekstzet leek mij kansrijker. Daarbij hoopte ik vooral op de volgende spelgang, die in een 1x1 oppositie uitmondt:
54.33-29 27-31! 55.29x18 9-13! 56.18x9 14x3 57.35-30 31-36 58.34-29 36-41 59.30-24 20-25 60.43-39/38-33 41-46 61.39-33/43-38 11-17! 62.24-19 46x14 63.33-28 14x43 64.49x38 25-30 65.38-33 17-22! (vanaf dit moment is werkelijk elke zet van zwart de enige die tot winst leidt!) 66.29-23 30-34! 67.33-29 22-28! 68.23x32 34x23 69.32-27 3-8! 70.27-22 23-28! 71.22x33 8-13 +.
54.35-30
Ook 54.34-30 11-17 55.30-24 20x29 56.33x24 is ontoereikend na bijvoorbeeld 56...23-28 57.43-39 27-31 58.38-33 17-22! 59.33-29 31-37! 60.35-30 9-13 61.30-25 37-42! 62.39-33 28x39 63.24-20 42-47 64.20x27 47x15 65.27-21 15-47 66.21-16 39-43 67.49x38 47x33 +.
54...11-17! 55.33-29 27-31! 56.29x18 31-36 57.34-29 36-41 58.43-39
Niet beter is 58.30-25 41-46 (maar onder geen beding 58...41-47?? wegens 59.29-23! 47x24 60.43-38!! enz. =), altijd gevolgd door het consoliderende terugruiltje 59...9-13 +.
58...41-47(!)
Zo forceert zwart een onmiddellijke beslissing. Eén enkel voorbeeldje: 59.39-33 47-36! 60.18-13 9x18 61.29-23 18x29 62.33x15 14-20!! 63.15x24 36-47! 64.38-32 47x20/15 +.
Met zijn vlag (opnieuw) op vallen probeerde Ndjofang nog even
59.29-24, om zich na 59...47x12 60.24x15 14-20 61.15x24 12-34 62.30-25 34x48 gewonnen te geven.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 13 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Voor de derde en laatste maal houden we ons bezig met (de slotfase van) de partij Ndjofang - Sijbrands, Bijlmer-toernooi 2003. Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10714935168.png">
Zo stond het na 43.35x44. Mijn meest kansrijke plan bestond hier uit het fraaie, door het computerprogramma TRUUS aangedragen 43...19-24!!, 44...13-19! en 45...9-13. Ik speelde echter:
43...20-24? 44.45-40!
Niet 44.44-40? wegens 44...24-29! met schijfwinst voor zwart. Het verschil is dat wit 44...24-29 nu met 45.40-34(!) 29x40 46.44x35 beantwoordt.
44...15-20?!!
Objectief bezien had zwart 44...24-30 en 45...23-29 moeten doen. Maar die 2x2 ruil had ik dan beter op de 41ste zet kunnen nemen, toen er nog een extra koppel schijven op het bord stond.
45.40-35! 24-29
De logische consequentie van 44...15-20. Door - gebruikmakend van de finesse 46.39-33? 12-18! 47.33x15 18x36 - voor de tweede maal binnen vijf zetten veld 29 te betreden, stelt zwart opnieuw de dreiging 46...12-17 + aan de orde.
In de partij zal deze winstpoging, mede doordat (ook) de witspeler met hevige tijdnood te kampen had, doel treffen. Maar met voldoende bedenktijd tot zijn beschikking had Ndjofang ongetwijfeld gevonden wat hij bij analyse wél zag, namelijk dat wit het duivelse schijnoffer 46.22-18!! 13x22 47.39-33! had moeten brengen.
Daarop faalt 47...29-34? immers op de combinatie 48.43-39!! 34x32 49.33-29! 23x34 50.44-39 34x43 51.49x16 (het is zelfs de vraag of zwart het 4x3 dammeneindspel na 51...19-23 52.16-11 23-28 53.11-7 28-33 54.7-1! 33-38 55.1-29! wel houdt!), zodat ik niet beter zou hebben gehad dan 47...19-24 48.35-30 24x35 49.33x15 22-28 met remise na 50.44-40 35x44 51.49x40 23-29 enz.
Ziedaar hoe wit zich had kunnen redden, ziedaar ook waarom op de 43ste zet 19-24 de voorkeur boven het gespeelde 20-24 verdiende. Maar zoals gezegd: onder druk van de klok overzagen beide spelers deze verborgen tactische mogelijkheid:
46.35-30? 12-17!
Natuurlijk niet 46...20-24?? (47.22-18! +). Wel schonk ik aandacht aan 46...29-34, maar ik liet die complicerende tussenzet achterwege toen ik - ditmaal wél! - een variatie op het zojuist genoemde slagmechanisme signaleerde: 47.31-26! (niet 47.31-27? 20-24! 48.27-21 24x35 49.39x30 35x24 50.21-16 23-28! +) 47...20-24 48.39-33!! gevolgd door 49.22-17/18!, 50.43-39!, 51.33-29 en 52.44-39 met afwikkeling naar een remise-eindspel.
Los van deze vijandelijke reddingsactie had ik nog een andere reden om voor 46...12-17 te kiezen: in de hectiek van het moment meende ik dat de tekstzet 'gewoon' een schijf won! De behendig opererende Kameroener zal mij echter spoedig uit de droom helpen:
47.30-24(!) 19x30 48.25x34 17x28 49.31-27(!) 29x40 50.44x35
Mooi verdedigd: omdat 50...28-32?? niet gaat (39-33-28! +), moet zwart zijn plusschijf weer teruggeven. Maar hij houdt aan dit intermezzo natuurlijk wél belangrijk voordeel over.
50...13-18!
Ook 50...11-17 51.38-33 28-32 52.22x33 17-22 zag er verleidelijk uit. Maar gelukkig behoedde mijn intuïtie mij (want tijd om wat dan ook te berekenen, was er inmiddels niet meer) voor een plan dat waarschijnlijk slechts een 'plus-remise' had opgeleverd...
51.38-33 28-32! 52.27x38 18-22! Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10714937294.png">
De tijdnood is voorbij. Hoewel ik met tevredenheid op de voorafgaande vier uren terugkeek (van de mogelijkheid 46.22-18!! had ik op dat moment nog geen weet), was ik er tegelijkertijd van overtuigd dat wit het 6x6 schijveneindspel moest kunnen houden. Toen Ndjofang een kleine twee uur later betrekkelijk kansloos verloor, meende ik dan ook dat mijn tegenstander zich maar matig verweerd had.
Pas nadat ik, na afloop van het toernooi, de gelegenheid had gehad het eindspel te analyseren, begreep ik dat Ndjofangs pessimisme ten aanzien van zijn overlevingskansen heel wat terechter was geweest dan het mijne inzake de zwarte winstkansen: het is inderdaad niet te zien hoe wit zich ooit had moeten redden!
53.39-34
Na ruim een halfuur nadenken gespeeld. Voor de tekstzet had wit twee alternatieven die weliswaar hardnekkiger waren geweest maar géén remise hadden gegeven; men ziet:
1) 53.38-32 11-16 54.35-30 (blijft 22-27x27 nog even tegengaan) 54...9-13! 55.39-34 22-27 56.32x21 16x27 57.33-29 23-28! 58.30-24 20-25! en wit is uitgepraat, daar 24-20 steeds met de achterwaartse 2x2 ruil 13-19!, 19-24 en 25x3 + beantwoord wordt.
2) 53.33-29 23x34 54.39x30 11-17! (zwart doet er verstandig aan zijn doorbraakkansen te koesteren en géén gehoor te geven aan de lokroep van het centrumveld 28!) 55.38-33 (ook na 55.38-32 17-21 56.30-25 20-24! 57.49-44 24-29! gaat wit in het gunstigste geval door overmacht verliezen) 55...20-25! 56.30-24 22-27! 57.33-29 25-30! 58.24-20 14x25 59.35x24 25-30! (dit offer was ook op 57.33-28 gevolgd) 60.24x35 27-31 61.29-24 31-37 62.24-20 37-41 63.35-30 41-46 64.43-38 17-21 65.30-25 21-27 66.49-44 (vlecht de dreiging 67.38-32! 46x50 68.20-14 = in de stand) 66...46-5! 67.44-39 (38-33-29 komt na 67...27-31 en 68...5-32/37! op hetzelfde neer) 67...27-31! 68.39-33 31-36!!
Nu verliest 69.33-28 5x49 70.20-14 9x20 71.25x14 door 71...49-27! 72.14-10 27-32 +. En na 69.33-29 36-41 komt zwart precies op tijd op tweede dam!
53...22-27!
Op mÃÂjn beurt dacht ik hier lang na over het alternatief 53...23-28. Maar de tekstzet leek mij kansrijker. Daarbij hoopte ik vooral op de volgende spelgang, die in een 1x1 oppositie uitmondt:
54.33-29 27-31! 55.29x18 9-13! 56.18x9 14x3 57.35-30 31-36 58.34-29 36-41 59.30-24 20-25 60.43-39/38-33 41-46 61.39-33/43-38 11-17! 62.24-19 46x14 63.33-28 14x43 64.49x38 25-30 65.38-33 17-22! (vanaf dit moment is werkelijk elke zet van zwart de enige die tot winst leidt!) 66.29-23 30-34! 67.33-29 22-28! 68.23x32 34x23 69.32-27 3-8! 70.27-22 23-28! 71.22x33 8-13 +.
54.35-30
Ook 54.34-30 11-17 55.30-24 20x29 56.33x24 is ontoereikend na bijvoorbeeld 56...23-28 57.43-39 27-31 58.38-33 17-22! 59.33-29 31-37! 60.35-30 9-13 61.30-25 37-42! 62.39-33 28x39 63.24-20 42-47 64.20x27 47x15 65.27-21 15-47 66.21-16 39-43 67.49x38 47x33 +.
54...11-17! 55.33-29 27-31! 56.29x18 31-36 57.34-29 36-41 58.43-39
Niet beter is 58.30-25 41-46 (maar onder geen beding 58...41-47?? wegens 59.29-23! 47x24 60.43-38!! enz. =), altijd gevolgd door het consoliderende terugruiltje 59...9-13 +.
58...41-47(!)
Zo forceert zwart een onmiddellijke beslissing. Eén enkel voorbeeldje: 59.39-33 47-36! 60.18-13 9x18 61.29-23 18x29 62.33x15 14-20!! 63.15x24 36-47! 64.38-32 47x20/15 +.
Met zijn vlag (opnieuw) op vallen probeerde Ndjofang nog even
59.29-24, om zich na 59...47x12 60.24x15 14-20 61.15x24 12-34 62.30-25 34x48 gewonnen te geven.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Verrast door een zeldzame finesse
de Volkskrant, Denksport, 20 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Volgens voetbalkenners was de topper Ajax - Feyenoord, die drie weken geleden in een 2-0 zege voor de thuisclub eindigde, in feite al na elf minuten beslist. Toen immers prijkte, dankzij de onvolprezen Rafaël van der Vaart, de eindstand al op het scorebord en stond, volgens diezelfde kenners, de nederlaag van de Rotterdammers onomstotelijk vast.
Ten aanzien van de partij die ik in het Bijlmertoernooi van Ndiaga Samb won, zou men iets soortgelijks kunnen beweren. De Senegalees, die het duel met de beste, althans meest agressieve bedoelingen had opgezet (met twee punten uit zes partijen had hij ook wel iets goed te maken. . .), liet zich namelijk al op de zevende zet door een zelden voorkomende finesse verrassen.
Daardoor werd Samb met een stellingstype opgezadeld dat hij nooit gewild had. De vele (positionele én combinatieve) dreigingen die de opsluiting van zijn rechter vleugel met zich meebracht, probeerde hij met kunst-en vliegwerk te pareren, maar dat lukte slechts gedeeltelijk. En toen Samb op de 28ste zet een nieuwe onnauwkeurigheid beging, was materiaalverlies onvermijdelijk. Enkele zetten later aanvaardde hij zijn vijfde nederlaag in dit voor hem zo desastreus verlopen toernooi.
Sijbrands -Samb
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 16-21 2.31-26 11-16 3.37-31 18-22 4.41-37 13-18 5.46-41 6-11?!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722017079.png">
Ik overdrijf niet als ik zeg dat 5...7-11 of 5...9-13 exacter is. De reden komt spoedig aan het licht.
6.35-30! 9-13?
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722016124.png">
De gebruikelijke reactie op 6.35-30. Maar misschien had zwart in dit uitzonderlijke geval beter 6...8-13 annex 7...2-8 kunnen doen. . .
7.28-23!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722018589.png">
Met als clou 7...18x29 8.34x23! 19x28 9.31-27!, waarna zwart zich in verband met het open veld 6 (9...22x31?? 10.33x22! 17x28 11.26x6 +) een situatie met een voorpost op 28 moet laten aanleunen. Weliswaar zou de witspeler in Wesselink -Salomé, NK 1999 (de enige andere partij waarin deze variant zich heeft voorgedaan), weinig concreets bereiken, maar ik kan mij voorstellen dat Samb het geen aantrekkelijk vooruitzicht vond. Na rijp beraad zag hij er dan ook van af:
7...19x28 8.30-24 20x29 9.34x32 14-19
Want 21-27x27 is onverantwoord.
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722019621.png">
Na de tekstzet stond ik voor één van de lastigste en meest tijdrovende keuzes van de partij: moest ik 31-27x27 of 32-27x27 doen? Mede omdat ik in mijn leven al menige hekstellingpartij gespeeld heb (hoewel – echt vervelen gaat dat eigenlijk nooit), koos ik voor de opsluiting:
10.31-27 22x31 11.36x27 1-6 12.41-36 4-9 13.37-31 10-14 14.42-37 18-22 15.27x18 12x23
Het is een positionele eis van de eerste orde dat zwart zich van zijn overtollige stukken op de diagonaal 1/45 ontdoet.
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722021164.png">
16.48-42! 7-12 17.31-27!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722022033.png">
Blaast de opsluiting nieuw leven in, zonder dat zwart de gelegenheid krijgt zich los te werken middels de opstoot 23-28.
17...5-10 18.47-41 19-24 19.40-34 12-18 20.44-40 13-19
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722024236.png">
Met kennis van zaken gespeeld. 20...14-19? had via 21.37-31! 10-14 22.42-37!! 2-7 23.50-44! 7-12 24.33-28! en 25.40-35 in een strategisch fiasco geresulteerd.
21.36-31 8-13 22.34-29
Direct 22.41-36 is onscherp vanwege de vereenvoudiging 22...23-28.
22...23x34 23.40x20 15x24 24.41-36
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722025171.png">
Nu moet zwart voortdurend met de opstoot 27-22 rekening houden. Overigens zal ik in mijn epiloogje op de tekstzet terugkomen.
24...2-8 25.50-44
Om tactisch-psychologische redenen houdt wit zijn belangrijkste troef nog even achter de hand.
25...18-23 26.45-40! 24-30
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722028275.png">
Mét 24-29x30 is dit inderdaad de enige zet die niet geforceerd materiaal verliest. Zo faalde 26...13-18? op 27.27-22! 18x27 28.31x22 17x28 29.33x22 11-17 30.22x11 6x17 31.37-31!, bijvoorbeeld 31...24-29 32.40-34! (32.39-33? 23-28!! +) 32...29x40 33.44x35 23-28 (anders 34.32-27! 21x32 35.38x27 +) 34.32x23 19x28 35.42-37! en 36.38-33 +. En ook na 26...10-15? 27.40-34! had zwart het niet meer gelijk gehouden.
De rechtvaardiging voor de tekstzet schuilt hierin dat zwart zich na de thematische offerwending 27.40-34 30-35 28.27-22(?) 17x28 29.26x17 11x22 30.32-27 via 30...35-40!! enz. een weg naar de damlijn kronkelt. Wel kan wit in deze variant goed 28.33-28 spelen: na de gedwongen vereenvoudiging 28...17-22 29.27x29 13-18 30.26x17 11x24 heeft hij substantieel voordeel. Ik gaf er echter de voorkeur aan op nog groter wild te jagen:
27.40-35!
Nu volgt op 27...10-15? 28.35x24 19x30 wél 29.27-22!, 30.26x17 en 31.32-27 +, zodat zwarts volgende zet gedwongen is.
27...19-24 28.44-40 Zie diagram
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722029606.png">
28...24-29(?)
Hierna kan zwart niet meer onder schijfverlies uit. Nu moet gezegd dat Sambs positie al uitermate kritiek was. Maar het aantal mogelijkheden dat de diagramstand bevat, is dermate groot dat ik er – wat ik voorlopig overigens niet zal doen – een aparte rubriek voor zou moeten inruimen. Ik volsta daarom met de constatering dat van de drie serieuze alternatieven die zwart ter beschikking stonden, ook 28...14-20(?) en 28...13-18(?) hadden verloren. Enkel en alleen met 28...10-15(!) 29.49-44 13-18(!) kon hij nog voor overleving vechten.
29.35x24! 29x20
Zo lijkt Samb het nog te houden. Immers: onmiddellijk 30.27-22?, 31.26x17 en 32.32-27 is uitgeschakeld door 14-19-24! en 34...24x35 +. En op 30.49-44(?) kan zwart zich verdedigen met 30...20-24(!) 31.40-34? 23-28(!) 32.33x22 17x28 33.26x17 11x22 34.27x18 13x22 35.32x23 24-29.
Maar wits volgende zet maakt aan alle illusies een einde:
30.40-34!
Nu is de dreiging 31.27-22! absoluut dodelijk. Dit temeer daar 30...13-18 geen afdoende parade vormt wegens 31.27-22! (tóch) 31...18x27 32.31x22 17x28 33.26x17! (overtuigender nog dan 33.33x22, al lijkt daar na 33...20-24 34.26x17 24-29 35.34-30 29-34 36.38-33! 34x25 37.39-34! evenmin veel aan te mankeren) 33...11x22 34.33-29! 22-27 35.32x21! 16x27 36.29x18 en altijd 37.38-33 + dan wel 37.37-31 +.
30...20-24 31.27-22! 17x28 32.26x17! 11x22 33.32-27! 13-18
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722031731.png">
Eerst 33...24-29 had geen verschilgemaakt na 34.33x24 13-18 35.38-33! 8/9-13 36.24-19! +.
34.31-26 22x31 35.33x15
En zonder het vervolg 35...24-29 36.36x27 29x40 37.39-34 40x29 38.37-32 af te wachten, gaf Samb het op.
Tot slot dit. De kritische lezer zal zich wellicht afvragen of zwart op de 24ste zet
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722025171.png">
in plaats van 2-8 niet beter 19-23 kon spelen. Na 25.27-22 18x27 26.31x22 17x28 27.33x22 11-17 28.22x11 16x7(!) 29.26x17 7-11 blijft wit weliswaar gunstig staan (hij kan de stelling als het ware 'kneden' zoals hij wil), maar van de opsluiting is zwart in elk geval verlost.
Ik erken volmondig dat ik deze mogelijkheid, wanneer ik haar had onderkend, tot elke prijs zou hebben geëlimineerd. Tenslotte had ik daarvoor alleen maar even mijn 24ste en 25ste zet hoeven om te wisselen: eerst 24.50-44! en dan pas 25.41-36!
Een excuus wil dit niet zijn. Maar ik schroom allerminst om als mogelijke verklaring voor een dergelijk schoonheidsfoutje de omstandigheid aan te voeren dat het mijn tweede partij van die dag betrof: ik had er al een bijna zes uur durend gevecht met Ndjofang op zitten! (Zie de rubriek van 29 november, als ook die van 6 en 13 december.) Twee partijen op één dag: het is niet voor niets dat men er bij titeltoernooien al lang geleden van af is gestapt. Al geef ik toe dat het voor een dammer die binnen tien àtwaalf uur twee collega-grootmeesters verslaat, natuurlijk de leukste vorm van 'overwerk' is die er maar te bedenken valt!
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 20 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Volgens voetbalkenners was de topper Ajax - Feyenoord, die drie weken geleden in een 2-0 zege voor de thuisclub eindigde, in feite al na elf minuten beslist. Toen immers prijkte, dankzij de onvolprezen Rafaël van der Vaart, de eindstand al op het scorebord en stond, volgens diezelfde kenners, de nederlaag van de Rotterdammers onomstotelijk vast.
Ten aanzien van de partij die ik in het Bijlmertoernooi van Ndiaga Samb won, zou men iets soortgelijks kunnen beweren. De Senegalees, die het duel met de beste, althans meest agressieve bedoelingen had opgezet (met twee punten uit zes partijen had hij ook wel iets goed te maken. . .), liet zich namelijk al op de zevende zet door een zelden voorkomende finesse verrassen.
Daardoor werd Samb met een stellingstype opgezadeld dat hij nooit gewild had. De vele (positionele én combinatieve) dreigingen die de opsluiting van zijn rechter vleugel met zich meebracht, probeerde hij met kunst-en vliegwerk te pareren, maar dat lukte slechts gedeeltelijk. En toen Samb op de 28ste zet een nieuwe onnauwkeurigheid beging, was materiaalverlies onvermijdelijk. Enkele zetten later aanvaardde hij zijn vijfde nederlaag in dit voor hem zo desastreus verlopen toernooi.
Sijbrands -Samb
Bijlmer-toernooi 2003
1.32-28 16-21 2.31-26 11-16 3.37-31 18-22 4.41-37 13-18 5.46-41 6-11?!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722017079.png">
Ik overdrijf niet als ik zeg dat 5...7-11 of 5...9-13 exacter is. De reden komt spoedig aan het licht.
6.35-30! 9-13?
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722016124.png">
De gebruikelijke reactie op 6.35-30. Maar misschien had zwart in dit uitzonderlijke geval beter 6...8-13 annex 7...2-8 kunnen doen. . .
7.28-23!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722018589.png">
Met als clou 7...18x29 8.34x23! 19x28 9.31-27!, waarna zwart zich in verband met het open veld 6 (9...22x31?? 10.33x22! 17x28 11.26x6 +) een situatie met een voorpost op 28 moet laten aanleunen. Weliswaar zou de witspeler in Wesselink -Salomé, NK 1999 (de enige andere partij waarin deze variant zich heeft voorgedaan), weinig concreets bereiken, maar ik kan mij voorstellen dat Samb het geen aantrekkelijk vooruitzicht vond. Na rijp beraad zag hij er dan ook van af:
7...19x28 8.30-24 20x29 9.34x32 14-19
Want 21-27x27 is onverantwoord.
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722019621.png">
Na de tekstzet stond ik voor één van de lastigste en meest tijdrovende keuzes van de partij: moest ik 31-27x27 of 32-27x27 doen? Mede omdat ik in mijn leven al menige hekstellingpartij gespeeld heb (hoewel – echt vervelen gaat dat eigenlijk nooit), koos ik voor de opsluiting:
10.31-27 22x31 11.36x27 1-6 12.41-36 4-9 13.37-31 10-14 14.42-37 18-22 15.27x18 12x23
Het is een positionele eis van de eerste orde dat zwart zich van zijn overtollige stukken op de diagonaal 1/45 ontdoet.
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722021164.png">
16.48-42! 7-12 17.31-27!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722022033.png">
Blaast de opsluiting nieuw leven in, zonder dat zwart de gelegenheid krijgt zich los te werken middels de opstoot 23-28.
17...5-10 18.47-41 19-24 19.40-34 12-18 20.44-40 13-19
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722024236.png">
Met kennis van zaken gespeeld. 20...14-19? had via 21.37-31! 10-14 22.42-37!! 2-7 23.50-44! 7-12 24.33-28! en 25.40-35 in een strategisch fiasco geresulteerd.
21.36-31 8-13 22.34-29
Direct 22.41-36 is onscherp vanwege de vereenvoudiging 22...23-28.
22...23x34 23.40x20 15x24 24.41-36
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722025171.png">
Nu moet zwart voortdurend met de opstoot 27-22 rekening houden. Overigens zal ik in mijn epiloogje op de tekstzet terugkomen.
24...2-8 25.50-44
Om tactisch-psychologische redenen houdt wit zijn belangrijkste troef nog even achter de hand.
25...18-23 26.45-40! 24-30
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722028275.png">
Mét 24-29x30 is dit inderdaad de enige zet die niet geforceerd materiaal verliest. Zo faalde 26...13-18? op 27.27-22! 18x27 28.31x22 17x28 29.33x22 11-17 30.22x11 6x17 31.37-31!, bijvoorbeeld 31...24-29 32.40-34! (32.39-33? 23-28!! +) 32...29x40 33.44x35 23-28 (anders 34.32-27! 21x32 35.38x27 +) 34.32x23 19x28 35.42-37! en 36.38-33 +. En ook na 26...10-15? 27.40-34! had zwart het niet meer gelijk gehouden.
De rechtvaardiging voor de tekstzet schuilt hierin dat zwart zich na de thematische offerwending 27.40-34 30-35 28.27-22(?) 17x28 29.26x17 11x22 30.32-27 via 30...35-40!! enz. een weg naar de damlijn kronkelt. Wel kan wit in deze variant goed 28.33-28 spelen: na de gedwongen vereenvoudiging 28...17-22 29.27x29 13-18 30.26x17 11x24 heeft hij substantieel voordeel. Ik gaf er echter de voorkeur aan op nog groter wild te jagen:
27.40-35!
Nu volgt op 27...10-15? 28.35x24 19x30 wél 29.27-22!, 30.26x17 en 31.32-27 +, zodat zwarts volgende zet gedwongen is.
27...19-24 28.44-40 Zie diagram
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722029606.png">
28...24-29(?)
Hierna kan zwart niet meer onder schijfverlies uit. Nu moet gezegd dat Sambs positie al uitermate kritiek was. Maar het aantal mogelijkheden dat de diagramstand bevat, is dermate groot dat ik er – wat ik voorlopig overigens niet zal doen – een aparte rubriek voor zou moeten inruimen. Ik volsta daarom met de constatering dat van de drie serieuze alternatieven die zwart ter beschikking stonden, ook 28...14-20(?) en 28...13-18(?) hadden verloren. Enkel en alleen met 28...10-15(!) 29.49-44 13-18(!) kon hij nog voor overleving vechten.
29.35x24! 29x20
Zo lijkt Samb het nog te houden. Immers: onmiddellijk 30.27-22?, 31.26x17 en 32.32-27 is uitgeschakeld door 14-19-24! en 34...24x35 +. En op 30.49-44(?) kan zwart zich verdedigen met 30...20-24(!) 31.40-34? 23-28(!) 32.33x22 17x28 33.26x17 11x22 34.27x18 13x22 35.32x23 24-29.
Maar wits volgende zet maakt aan alle illusies een einde:
30.40-34!
Nu is de dreiging 31.27-22! absoluut dodelijk. Dit temeer daar 30...13-18 geen afdoende parade vormt wegens 31.27-22! (tóch) 31...18x27 32.31x22 17x28 33.26x17! (overtuigender nog dan 33.33x22, al lijkt daar na 33...20-24 34.26x17 24-29 35.34-30 29-34 36.38-33! 34x25 37.39-34! evenmin veel aan te mankeren) 33...11x22 34.33-29! 22-27 35.32x21! 16x27 36.29x18 en altijd 37.38-33 + dan wel 37.37-31 +.
30...20-24 31.27-22! 17x28 32.26x17! 11x22 33.32-27! 13-18
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722031731.png">
Eerst 33...24-29 had geen verschilgemaakt na 34.33x24 13-18 35.38-33! 8/9-13 36.24-19! +.
34.31-26 22x31 35.33x15
En zonder het vervolg 35...24-29 36.36x27 29x40 37.39-34 40x29 38.37-32 af te wachten, gaf Samb het op.
Tot slot dit. De kritische lezer zal zich wellicht afvragen of zwart op de 24ste zet
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10722025171.png">
in plaats van 2-8 niet beter 19-23 kon spelen. Na 25.27-22 18x27 26.31x22 17x28 27.33x22 11-17 28.22x11 16x7(!) 29.26x17 7-11 blijft wit weliswaar gunstig staan (hij kan de stelling als het ware 'kneden' zoals hij wil), maar van de opsluiting is zwart in elk geval verlost.
Ik erken volmondig dat ik deze mogelijkheid, wanneer ik haar had onderkend, tot elke prijs zou hebben geëlimineerd. Tenslotte had ik daarvoor alleen maar even mijn 24ste en 25ste zet hoeven om te wisselen: eerst 24.50-44! en dan pas 25.41-36!
Een excuus wil dit niet zijn. Maar ik schroom allerminst om als mogelijke verklaring voor een dergelijk schoonheidsfoutje de omstandigheid aan te voeren dat het mijn tweede partij van die dag betrof: ik had er al een bijna zes uur durend gevecht met Ndjofang op zitten! (Zie de rubriek van 29 november, als ook die van 6 en 13 december.) Twee partijen op één dag: het is niet voor niets dat men er bij titeltoernooien al lang geleden van af is gestapt. Al geef ik toe dat het voor een dammer die binnen tien àtwaalf uur twee collega-grootmeesters verslaat, natuurlijk de leukste vorm van 'overwerk' is die er maar te bedenken valt!
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
De vrouw als meest kwetsbare opponent
de Volkskrant, Denksport, 27 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Het is alweer ruim tien jaar geleden dat in de Zwolse schouwburg Odeon een bijeenkomst plaatsvond waarop – als ik mij goed herinner – de 'opkomst van vrouwen en computers in de denksporten' centraal stond.
In elk geval telde het panel een schaakster (Renate Limbach), een schaakprogrammeur (Ed Schröder) en een dammer (ondergetekende). En Tim Krabbé, expert op zowat elk van de genoemde onderdelen, bevond zich eveneens in ons midden. Al kan dat natuurlijk óók betekenen dat zoiets als 'schaken en literatuur' tot de te bespreken thema's behoorde.
Hoe dit ook zij – toen mij gevraagd werd hoe het met de vrouwen in de damsport was gesteld en ik haast als vanzelf over Zoja Goloebjeva, de toenmalige wereldkampioene, kwam te spreken, permitteerde ik mij een opmerking die ik mij nog lang zou heugen. Daarbij moet men weten dat ik destijds volop in training was voor het in de zomer van 1993 te houden Maars-toernooi, een buitengewoon sterk bezette twaalfkamp waaraan ook door Goloebjeva zou worden deelgenomen.
Op de vraag of ik de deelname van een vrouwelijke dammer aan zo'n top-evenement een goede ontwikkeling vond, antwoordde ik uiteraard braaf 'ja'. En ik voegdeer – misschien enigszins vilein – aan toe: 'al was het maar omdat ik dan misschien nog een partij win.'
Dat laatste werd door het progressieve deel van het publiek als een vrouw-onvriendelijke, discriminatoire en derhalve mislukte 'grap' uitgelegd, zodat hoon mijn deel werd. Maar met de sekse van mijn aanstaande tegenstander had mijn uitspraak absoluut niets van doen.
Ik baseerde mij uitsluitend op het beeld dat ik mij van haar speelsterkte gevormd had. En de eerlijkheid gebood nu eenmaal te erkennen dat Goloebjeva, ofschoon onbetwist de sterkste vrouwelijke dammer ter wereld, binnen het selecte gezelschap dat in Harderwijk achter de borden zou verschijnen tot de meest kwetsbare spelers behoorde!
Overigens: in werkelijkheid moest Goloebjeva op het laatste moment verstek laten gaan; haar plaats zou door Johan Krajenbrink worden ingenomen. En mijn voorgevoel dat ik het in het Maars-toernooi wel eens erg zwaar kon krijgen, bleek niet ongegrond: ik won alleen van Vermin, verloor van Schwarzman en zou het slechtste resultaat uit mijn carrière boeken!
Het voorval in de Zwolse schouwburg schoot mij weer te binnen toen ik onlangs, in de achtste en voorlaatste ronde van het Bijlmer-toernooi, daadwerkelijk tegenover Goloebjeva kwam te zitten. Hoewel zij sinds enkele jaren geen wereldkampioene meer is, mag Goloebjeva, met haar in totaal tien (!!) wereldtitels, gerust als de sterkste damster uit de geschiedenis worden beschouwd. En de staat van dienst die zij in ontmoetingen met haar mannelijke collega-dammers heeft opgebouwd, is indrukwekkend.
Zo zou er een ellenlange lijst kunnen worden opgesteld van meesters en grootmeesters tegen wie zij in de loop der jaren remise heeft gespeeld. En onder de vele dammers die ooit van Goloebjeva verloren, bevinden zich evenmin de minsten. Zo bracht zij in 1990 (Brink-toernooi) oud-wereldkampioen Jannes van der Wal een hardhandige nederlaag toe, terwijl zij in de halve finales van het WK 1996 zelfs Harm Wiersma in een prachtige aanvalspartij versloeg! (Zie de Volkskrant van 16 november van dat jaar.)
Desondanks koesterde ik de illusie dat ik van Goloebjeva moest kunnen winnen. Tenslotte had zij van alle deelnemers de op-één-na laagste rating. Bovendien had ik de vorige dag zowel Ndjofang als Samb verslagen; in zulk soort situaties vallen alle twijfels en zwaarmoedigheid van je af en krijg je als dammer het gevoel dat the sky zo'n beetje the limit is. . .
Sijbrands - Goloebjeva Bijlmer-toernooi 2003
1.31-27 17-21 2.37-31 21-26 3.32-28 26x37 4.41x32 11-17 5.46-41 19-23 6.28x19 14x23 7.33-28 9-14 8.28x19 14x23 9.39-33 10-14 10.41-37 13-19
Om te voorkomen dat zij bij de meest voor de hand liggende opbouw (5-10, 14-19 en 10-14) met onaangename druk tegen haar linker flank zou worden geconfronteerd, versterkt Goloebjeva het centrum vanuit de andere vleugel.
11.44-39 8-13 12.50-44 4-9 13.34-29 23x34 14.39x30 18-23
Consequent gespeeld.
15.44-39 12-18 16.30-25 7-12 17.40-34 2-8 18.49-44 1-7
Op 18...6-11 had ik wel degelijk de thematische manoeuvre 34-29x30 gepland. Maar na de zoveel subtielere tekstzet leek mij dat niet kansrijk genoeg, reden waarom ik na intensief rekenwerk met een heel ander plan op de proppen kwam:
19.47-41!? 17-21
Laat zich wijselijk niet tot 19...20-24 (20.34-29), noch tot 19...7-11 (20.34-29) verleiden.
20.33-28!? 21-26 21.36-31 20-24 22.41-36 15-20(!)
Toen ik zo-even tot 19.47-41 besloot,had ik mijn zinnen vooral op de volgende twee spelgangen gezet: 22...7-11(?) 23.34-30! 15-20 24.44-40 5-10 25.39-33 10-15 26.43-39 en nu:
1) 26...12-17? 27.39-34! 24-29?? (maar als zwart zich niet tegen 34-29x29 kan verweren, is het in hogere zin tóch al uit) 28.33x24 20x29 29.30-24! en 31.27-21 +.
2) 26...11-17? (aangewezen is 26...24-29 27.33x24 20x29 28.39-34 en nu het tijdelijke offer 14-20x10 enz.) 27.39-34! (of desgewenst ook eerst 27.27-21) 27...24-29?? (zie boven) 28.33x24 20x29 29.27-21! 16x27 30.31x11 6x17 31.30-24! 19x39 32.28x10 15x4 33.37-31!! 26x28 34.40-34 29x40/39x30 35.35x11 12-17 36.11x22 18x27 37.42-37 en 38.37-32 +.
Maar Goloebjeva voelt de positionele nuances scherp aan en zal zich geen moment aan het verhoopte 7-11 bezondigen. Haar enige 'fout' was dat zij in deze fase dermate veel bedenktijd uittrok dat zij na haar 22ste zet nog maar twintig minuten over had en na haar 26ste zet geen kwartier meer. Daarmee riep zij het onheil indirect over zich af. . .
23.34-30 5-10(!) 24.44-40 10-15(!) 25.39-34?!!
Speculeert nog steeds op 25...7-11? 26.43-39! met winnend voordeel! Tevergeefs evenwel:
25...18-22! 26.27x29 24x22 27.34-29 12-17! 28.30-24 19x30 29.35x24
Neemt de zwarte linker vleugel in een opsluiting. Maar als gevolg van de buitenspel-positie van 45 én – bovenal – de weggevallen controle over veld 44, is er van concreet voordeel voor wit nog lang geen sprake.
Op de ongelooflijk moeilijk te doorgronden fase tussen de 27ste en 37ste zet hoop ik echter bij gelegenheid terug te komen.
29...7-11! 30.31-27?! 22x31 31.36x27 17-22! 32.27x18 13x22 33.38-33 8-13 34.42-38 16-21 35.40-34 13-18 36.45-40 11-16?
Zie diagram
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10733277186.png">
Gespeeld in de (onjuiste) veronderstelling dat wit niet met 37.32-28 zou mogen reageren. Na 36...9-13! of 36...21-27! 37.32x21 26x17 had zwart waarschijnlijk geenszins slechter gestaan!
37.32-28!!
Laat strategie en tactiek hand in hand gaan.
37...21-27?
In tijdnood onderkent Goloebjeva wél de combinatie naar 49, ni´et echter de aansluitende damvangst. Maar nu wit zich toegang tot de centrale velden 28 en 23 had weten te verschaffen, waren de rollen tóch al omgedraaid.
38.28x17 26-31 39.37x26 27-32 40.38x27 18-23 41.29x18 20x49 42.27-22! 49x35 43.34-30! 35x21 44.26x17
Ondanks zijn materiële achterstand is het nu wit die op winst staat!
44...14-19 45.18-12 19-23 46.12-7 16-21 47.17x26 6-11 48.7x16 23-29 49.16-11 29-34 50.11-7 34-40 51.7-2
Na een klein halfuur nadenken gespeeld. Op haar beurt hield Goloebjeva zich gedurende een minuut of 35 met het ontstane 5x4 eindspel bezig, om het vervolgens op te geven.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 27 december 2003
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
Het is alweer ruim tien jaar geleden dat in de Zwolse schouwburg Odeon een bijeenkomst plaatsvond waarop – als ik mij goed herinner – de 'opkomst van vrouwen en computers in de denksporten' centraal stond.
In elk geval telde het panel een schaakster (Renate Limbach), een schaakprogrammeur (Ed Schröder) en een dammer (ondergetekende). En Tim Krabbé, expert op zowat elk van de genoemde onderdelen, bevond zich eveneens in ons midden. Al kan dat natuurlijk óók betekenen dat zoiets als 'schaken en literatuur' tot de te bespreken thema's behoorde.
Hoe dit ook zij – toen mij gevraagd werd hoe het met de vrouwen in de damsport was gesteld en ik haast als vanzelf over Zoja Goloebjeva, de toenmalige wereldkampioene, kwam te spreken, permitteerde ik mij een opmerking die ik mij nog lang zou heugen. Daarbij moet men weten dat ik destijds volop in training was voor het in de zomer van 1993 te houden Maars-toernooi, een buitengewoon sterk bezette twaalfkamp waaraan ook door Goloebjeva zou worden deelgenomen.
Op de vraag of ik de deelname van een vrouwelijke dammer aan zo'n top-evenement een goede ontwikkeling vond, antwoordde ik uiteraard braaf 'ja'. En ik voegdeer – misschien enigszins vilein – aan toe: 'al was het maar omdat ik dan misschien nog een partij win.'
Dat laatste werd door het progressieve deel van het publiek als een vrouw-onvriendelijke, discriminatoire en derhalve mislukte 'grap' uitgelegd, zodat hoon mijn deel werd. Maar met de sekse van mijn aanstaande tegenstander had mijn uitspraak absoluut niets van doen.
Ik baseerde mij uitsluitend op het beeld dat ik mij van haar speelsterkte gevormd had. En de eerlijkheid gebood nu eenmaal te erkennen dat Goloebjeva, ofschoon onbetwist de sterkste vrouwelijke dammer ter wereld, binnen het selecte gezelschap dat in Harderwijk achter de borden zou verschijnen tot de meest kwetsbare spelers behoorde!
Overigens: in werkelijkheid moest Goloebjeva op het laatste moment verstek laten gaan; haar plaats zou door Johan Krajenbrink worden ingenomen. En mijn voorgevoel dat ik het in het Maars-toernooi wel eens erg zwaar kon krijgen, bleek niet ongegrond: ik won alleen van Vermin, verloor van Schwarzman en zou het slechtste resultaat uit mijn carrière boeken!
Het voorval in de Zwolse schouwburg schoot mij weer te binnen toen ik onlangs, in de achtste en voorlaatste ronde van het Bijlmer-toernooi, daadwerkelijk tegenover Goloebjeva kwam te zitten. Hoewel zij sinds enkele jaren geen wereldkampioene meer is, mag Goloebjeva, met haar in totaal tien (!!) wereldtitels, gerust als de sterkste damster uit de geschiedenis worden beschouwd. En de staat van dienst die zij in ontmoetingen met haar mannelijke collega-dammers heeft opgebouwd, is indrukwekkend.
Zo zou er een ellenlange lijst kunnen worden opgesteld van meesters en grootmeesters tegen wie zij in de loop der jaren remise heeft gespeeld. En onder de vele dammers die ooit van Goloebjeva verloren, bevinden zich evenmin de minsten. Zo bracht zij in 1990 (Brink-toernooi) oud-wereldkampioen Jannes van der Wal een hardhandige nederlaag toe, terwijl zij in de halve finales van het WK 1996 zelfs Harm Wiersma in een prachtige aanvalspartij versloeg! (Zie de Volkskrant van 16 november van dat jaar.)
Desondanks koesterde ik de illusie dat ik van Goloebjeva moest kunnen winnen. Tenslotte had zij van alle deelnemers de op-één-na laagste rating. Bovendien had ik de vorige dag zowel Ndjofang als Samb verslagen; in zulk soort situaties vallen alle twijfels en zwaarmoedigheid van je af en krijg je als dammer het gevoel dat the sky zo'n beetje the limit is. . .
Sijbrands - Goloebjeva Bijlmer-toernooi 2003
1.31-27 17-21 2.37-31 21-26 3.32-28 26x37 4.41x32 11-17 5.46-41 19-23 6.28x19 14x23 7.33-28 9-14 8.28x19 14x23 9.39-33 10-14 10.41-37 13-19
Om te voorkomen dat zij bij de meest voor de hand liggende opbouw (5-10, 14-19 en 10-14) met onaangename druk tegen haar linker flank zou worden geconfronteerd, versterkt Goloebjeva het centrum vanuit de andere vleugel.
11.44-39 8-13 12.50-44 4-9 13.34-29 23x34 14.39x30 18-23
Consequent gespeeld.
15.44-39 12-18 16.30-25 7-12 17.40-34 2-8 18.49-44 1-7
Op 18...6-11 had ik wel degelijk de thematische manoeuvre 34-29x30 gepland. Maar na de zoveel subtielere tekstzet leek mij dat niet kansrijk genoeg, reden waarom ik na intensief rekenwerk met een heel ander plan op de proppen kwam:
19.47-41!? 17-21
Laat zich wijselijk niet tot 19...20-24 (20.34-29), noch tot 19...7-11 (20.34-29) verleiden.
20.33-28!? 21-26 21.36-31 20-24 22.41-36 15-20(!)
Toen ik zo-even tot 19.47-41 besloot,had ik mijn zinnen vooral op de volgende twee spelgangen gezet: 22...7-11(?) 23.34-30! 15-20 24.44-40 5-10 25.39-33 10-15 26.43-39 en nu:
1) 26...12-17? 27.39-34! 24-29?? (maar als zwart zich niet tegen 34-29x29 kan verweren, is het in hogere zin tóch al uit) 28.33x24 20x29 29.30-24! en 31.27-21 +.
2) 26...11-17? (aangewezen is 26...24-29 27.33x24 20x29 28.39-34 en nu het tijdelijke offer 14-20x10 enz.) 27.39-34! (of desgewenst ook eerst 27.27-21) 27...24-29?? (zie boven) 28.33x24 20x29 29.27-21! 16x27 30.31x11 6x17 31.30-24! 19x39 32.28x10 15x4 33.37-31!! 26x28 34.40-34 29x40/39x30 35.35x11 12-17 36.11x22 18x27 37.42-37 en 38.37-32 +.
Maar Goloebjeva voelt de positionele nuances scherp aan en zal zich geen moment aan het verhoopte 7-11 bezondigen. Haar enige 'fout' was dat zij in deze fase dermate veel bedenktijd uittrok dat zij na haar 22ste zet nog maar twintig minuten over had en na haar 26ste zet geen kwartier meer. Daarmee riep zij het onheil indirect over zich af. . .
23.34-30 5-10(!) 24.44-40 10-15(!) 25.39-34?!!
Speculeert nog steeds op 25...7-11? 26.43-39! met winnend voordeel! Tevergeefs evenwel:
25...18-22! 26.27x29 24x22 27.34-29 12-17! 28.30-24 19x30 29.35x24
Neemt de zwarte linker vleugel in een opsluiting. Maar als gevolg van de buitenspel-positie van 45 én – bovenal – de weggevallen controle over veld 44, is er van concreet voordeel voor wit nog lang geen sprake.
Op de ongelooflijk moeilijk te doorgronden fase tussen de 27ste en 37ste zet hoop ik echter bij gelegenheid terug te komen.
29...7-11! 30.31-27?! 22x31 31.36x27 17-22! 32.27x18 13x22 33.38-33 8-13 34.42-38 16-21 35.40-34 13-18 36.45-40 11-16?
Zie diagram
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10733277186.png">
Gespeeld in de (onjuiste) veronderstelling dat wit niet met 37.32-28 zou mogen reageren. Na 36...9-13! of 36...21-27! 37.32x21 26x17 had zwart waarschijnlijk geenszins slechter gestaan!
37.32-28!!
Laat strategie en tactiek hand in hand gaan.
37...21-27?
In tijdnood onderkent Goloebjeva wél de combinatie naar 49, ni´et echter de aansluitende damvangst. Maar nu wit zich toegang tot de centrale velden 28 en 23 had weten te verschaffen, waren de rollen tóch al omgedraaid.
38.28x17 26-31 39.37x26 27-32 40.38x27 18-23 41.29x18 20x49 42.27-22! 49x35 43.34-30! 35x21 44.26x17
Ondanks zijn materiële achterstand is het nu wit die op winst staat!
44...14-19 45.18-12 19-23 46.12-7 16-21 47.17x26 6-11 48.7x16 23-29 49.16-11 29-34 50.11-7 34-40 51.7-2
Na een klein halfuur nadenken gespeeld. Op haar beurt hield Goloebjeva zich gedurende een minuut of 35 met het ontstane 5x4 eindspel bezig, om het vervolgens op te geven.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Een haarscherpe openingsvariant
de Volkskrant, Denksport, 3 januari 2004
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
De partij die nationaal kampioen Kees Thijssen in de voorlaatste ronde van het Bijlmer-toernooi van Jean-Marc Ndjofang won, was in tweeërlei opzicht van belang. Om te beginnen was het duel relevant voor de oordeelsvorming inzake een haarscherpe openingsvariant – met mogelijke overgangen naar een wederzijdse rechter vleugelopsluiting – die tot dan toe in slechts twee (!) partijen was voorgekomen.
Maar ook en vooral was er het belang dat voor Thijssen persoonlijk met deze partij gemoeid was. In de eerste zeven ronden namelijk was het hem niet gelukt tot winst te komen. Maar dankzij zijn zege op Ndjofang zou Thijssen op een score van 10 uit 9 eindigen, wat precies voldoende was om zijn zogeheten A-status én het daarbij behorende, door NOC*NSF toegekende stipendium, voor een jaar te continueren.
Ndjofang-Thijssen (Bijlmer-toernooi 2003)
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.40-34 16-21 9.31-26 11-16 10.32-28 20-25 11.45-40 14-20 12.50-45 9-14 13.37-32 3-9!?
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733288836.png[/img]
Dit lijkt logischer dan 13...18-22, waarmee praktijkervaring is opgedaan in de partijen G. Jansen-Virni, EK 1987, en Heusdens-G. Jansen, NK 2002.
De tekstzet werd voor het eerst door (alweer) Vadim Virni gespeeld, en wel tegen Geert van Aalten, Nijmegen 2002. Vervolgens zou (alweer) Gérard Jansen zich van 13...3-9 bedienen in zijn veelbewogen partij tegen Schwarzman uit de voorlaatste ronde van het WK 2003.
Zowel Van Aalten (14.42-37 7-11! 15.46-41 20-24! 16.47-42 4-10! 17.37-31 18-22 18.31-27 22x31 19.36x27 12-18; zie verder de Volkskrant van 5 oktober 2002) als Schwarzman (14.36-31 4-10! 15.31-27 20-24! 16.42-37 18-23!) moesten het antwoord schuldig blijven. En ofschoon Ndjofang zich weer anders opstelt, zal de Kameroener er evenmin uit komen.
14.46-41 20-24(!) 15.41-37 18-23(!)
Thijssen gaat rechtstreeks op zijn doel af. Alleen met 16.34-29 23x34 17.40x20 25x34 18.39x30 14x34 19.49-44 kan wit nu een strategisch echec nog voorkomen.
16.36-31? 14-20!
Gooit de stelling in het slot. De speelwijze met 14-20 en 9-14 biedt zelfs nog bepaalde voordelen boven een opstelling met 15-20 en 4-10, waaraan in de reeds genoemde partij Schwarzman-Jansen evenmin veel bleek te mankeren.
17.31-27 12-18 18.47-41 9-14 19.41-36
Zie diagram 1
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733290433.png[/img]
19...4-9(?)
Hoewel Thijssen sowieso gunstig zal blijven staan, is 19...4-9 annex 20...17-22 niet zwarts scherpste plan. Dat bestond namelijk uit 19...7-12!! 20.37-31 6-11! 21.42-37 1-6. Want in de bijna-symmetrische positie die dan op het bord prijkt (het enige, doch geenszins verwaarloosbare verschil is dat 48 bij zwart op 4 staat), blijkt wit al niet meer aan schijf-of partijverlies te kunnen ontsnappen! Deze bewering wordt door de volgende varianten onderbouwd:
1) 22.48-42 23-29!! (dit is nog dwingender dan 22...4-9 23.28-22 17x28 24.33x22 2-7 25.26x17 12x21 26.31-26 7-12 27.26x17 12x21 28.22-17 11x31 29.37x17 8-12 30.17x8 13x2, zoals -zij het met 36 op 41 en 49 op 44 -in Schwarzman-Jansen gespeeld werd) 23.34x23 18x29 en nu:
1.1) 24.39-34 2-7! en 26...17-22! met dam.
1.2) 24.40-34 29x40 25.45x34 4-10! 26.49-44 2-7! en wit moet een schijf geven.
1.3) 24.49-44 25x34 25.39x30 2-7!! (met deze moeilijk te vinden voortzetting verhindert zwart 26.30-25? door 26...24-30! en 27...17-22 +) 26.44-39 20-25! (nu pas) 27.40-34 (27.39-34 15-20! en 29...17-22 +) 27...29x40 28.45x34 14-20! 29.28-22 17x28 30.32x14 21x41 31.36x47 20x9 32.30x19 13x24 33.34-30 25x34 34.39x19 4-10 en zwart komt een schijf vóór, bijvoorbeeld 35.33-29 12-18! 36.31-27 18-22! en 37...16-21 +.
2) 22.28-22 17x28 23.33x22 2-7! 24.26x17 12x21 25.49-44 (om 25...21-26? met 26.27-21!!, 27.34-29 en 28.31-26! te beantwoorden; maar het is niet voldoende:) 25...7-12! 26.31-26 11-17! 27.22x11 6x17 en na 28.37-31 (of ook 28.48-42) 28...4-9/10 moet wit een volle schijf inleveren!
20.37-31 17-22!
In de gegeven situatie is dit inderdaad het beste. Zo was op 20...7-12? gevolgd 21.42-37! 1-7 22.27-22! 18x27 23.31x11 6x17 24.28-22! 17x28 25.33x22! 23-29 26.34x23! 19x17 27.30x10 15x4 28.37-31!, waarna wit de opsluiting als het ware aan zwart heeft overgedaan. En op 20...7-11(?) was een denkbaar vervolg geweest 21.42-37 (vlecht de dreiging 22.28-22!, 23.26x17! en 24.34-29 + in de stand) 21...17-22 22.26x17!!? 24-29? (veel beter is 22...2-7) 23.33x24 22x42 [op 23...22x44 wint 24.43-39!!, 25.48-43!, 26.37x48 en 27.32-28] 24.27-21!! (de inleiding tot een damzet met een even elegant als ongebruikelijk naslagje) 24...16x38 25.43x32 20x29 26.49-44! 11x22 27.32-28 23x41 28.34x3 25x43 29.36x49 +.
Het was voor zwart dus te laat om, zoals op de vorige zet had gekund (19...7-12), op een frontale botsing aan te sturen. Maar de constatering dat wit als gevolg van de terugruil 20...17-22 iets vrijer kan ademen, betekent nog allerminst dat Ndjofang geen positionele problemen meer zou kennen...
21.28x17 21x12 22.49-44 7-11 23.33-29 24x33 24.39x28 20-24 25.44-39 11-17 26.39-33 1-7! 27.42-37 17-21! 28.26x17 12x21
Zie diagram 2
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733294193.png[/img]
Zonder vrees voor 29.34-29? 23x34! 30.40x20 25x34! +.
29.28-22(?)
Na deze a-positionele voortzetting gaat zwart geforceerd winnen. Relatief beter was 29.27-22 18x27 30.31x22 21-26! en nu ofwel 31.48-42 7-11!
32.33-29 24x33 33.38x18 11-17 34.22x11 13x33 35.43-38 6x17 36.38x29, ofwel 31.37-31 26x37 32.32x41 23x32 33.38x27.
29...7-12!
Natuurlijk niet te snel 29...21-26?? wegens 30.34-29! +.
30.31-26
Het behoeft nauwelijks betoog dat Ndjofang het met 30.33-28 21-26 31.43-39 2-7! 32.39-33 7-11 evenmin had gered. Maar nu creeert Thijssen een niet-alledaagse situatie waarin de zwarte voorpost op 39 zich als een doorn in wits vlees zal manifesteren:
30...23-28!! 31.26x17 28x39 32.37-31
Op 32.27-21 18x27 33.32-28 kan zwart zelfs kiezen tussen het triple-gambiet 33...27-32! 34.38x27 24-29! 35.34x23 25x34 36.40x29 2-7!! 37.43x34 7-11!! + en het eveneens winnende 33...27-31!, bijvoorbeeld 34.36x27 24-29! gevolgd door 36...13-18!, 37...18-22 en 38...2x31 +.
32...12x21 33.31-26 2-7! 34.26x17 7-12! 35.27-21
Want na 35.36-31 12x21 36.31-26 18-23 37.26x17 15/14-20 had wit geen goede zet meer gehad!
35...18x27 36.32-28 24-29!
Thijssen geeft zijn plusschijf terug in ruil voor een kosteloze doortocht naar dam.
37.34x23 25x34 38.40x29 39-44 39.21x32 12x21 40.38-33 44-50
Vooral niet 40...44-49?? wegens 41.28-22!! en 42.23x3 +.
41.43-39 8-12 42.36-31 21-26 43.31-27 13-18 44.35-30 26-31(!) 45.27x36 12-17(!) 46.23x21 16x38 47.33x42 50x35
Wit geeft het op.
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 3 januari 2004
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
De partij die nationaal kampioen Kees Thijssen in de voorlaatste ronde van het Bijlmer-toernooi van Jean-Marc Ndjofang won, was in tweeërlei opzicht van belang. Om te beginnen was het duel relevant voor de oordeelsvorming inzake een haarscherpe openingsvariant – met mogelijke overgangen naar een wederzijdse rechter vleugelopsluiting – die tot dan toe in slechts twee (!) partijen was voorgekomen.
Maar ook en vooral was er het belang dat voor Thijssen persoonlijk met deze partij gemoeid was. In de eerste zeven ronden namelijk was het hem niet gelukt tot winst te komen. Maar dankzij zijn zege op Ndjofang zou Thijssen op een score van 10 uit 9 eindigen, wat precies voldoende was om zijn zogeheten A-status én het daarbij behorende, door NOC*NSF toegekende stipendium, voor een jaar te continueren.
Ndjofang-Thijssen (Bijlmer-toernooi 2003)
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.40-34 16-21 9.31-26 11-16 10.32-28 20-25 11.45-40 14-20 12.50-45 9-14 13.37-32 3-9!?
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733288836.png[/img]
Dit lijkt logischer dan 13...18-22, waarmee praktijkervaring is opgedaan in de partijen G. Jansen-Virni, EK 1987, en Heusdens-G. Jansen, NK 2002.
De tekstzet werd voor het eerst door (alweer) Vadim Virni gespeeld, en wel tegen Geert van Aalten, Nijmegen 2002. Vervolgens zou (alweer) Gérard Jansen zich van 13...3-9 bedienen in zijn veelbewogen partij tegen Schwarzman uit de voorlaatste ronde van het WK 2003.
Zowel Van Aalten (14.42-37 7-11! 15.46-41 20-24! 16.47-42 4-10! 17.37-31 18-22 18.31-27 22x31 19.36x27 12-18; zie verder de Volkskrant van 5 oktober 2002) als Schwarzman (14.36-31 4-10! 15.31-27 20-24! 16.42-37 18-23!) moesten het antwoord schuldig blijven. En ofschoon Ndjofang zich weer anders opstelt, zal de Kameroener er evenmin uit komen.
14.46-41 20-24(!) 15.41-37 18-23(!)
Thijssen gaat rechtstreeks op zijn doel af. Alleen met 16.34-29 23x34 17.40x20 25x34 18.39x30 14x34 19.49-44 kan wit nu een strategisch echec nog voorkomen.
16.36-31? 14-20!
Gooit de stelling in het slot. De speelwijze met 14-20 en 9-14 biedt zelfs nog bepaalde voordelen boven een opstelling met 15-20 en 4-10, waaraan in de reeds genoemde partij Schwarzman-Jansen evenmin veel bleek te mankeren.
17.31-27 12-18 18.47-41 9-14 19.41-36
Zie diagram 1
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733290433.png[/img]
19...4-9(?)
Hoewel Thijssen sowieso gunstig zal blijven staan, is 19...4-9 annex 20...17-22 niet zwarts scherpste plan. Dat bestond namelijk uit 19...7-12!! 20.37-31 6-11! 21.42-37 1-6. Want in de bijna-symmetrische positie die dan op het bord prijkt (het enige, doch geenszins verwaarloosbare verschil is dat 48 bij zwart op 4 staat), blijkt wit al niet meer aan schijf-of partijverlies te kunnen ontsnappen! Deze bewering wordt door de volgende varianten onderbouwd:
1) 22.48-42 23-29!! (dit is nog dwingender dan 22...4-9 23.28-22 17x28 24.33x22 2-7 25.26x17 12x21 26.31-26 7-12 27.26x17 12x21 28.22-17 11x31 29.37x17 8-12 30.17x8 13x2, zoals -zij het met 36 op 41 en 49 op 44 -in Schwarzman-Jansen gespeeld werd) 23.34x23 18x29 en nu:
1.1) 24.39-34 2-7! en 26...17-22! met dam.
1.2) 24.40-34 29x40 25.45x34 4-10! 26.49-44 2-7! en wit moet een schijf geven.
1.3) 24.49-44 25x34 25.39x30 2-7!! (met deze moeilijk te vinden voortzetting verhindert zwart 26.30-25? door 26...24-30! en 27...17-22 +) 26.44-39 20-25! (nu pas) 27.40-34 (27.39-34 15-20! en 29...17-22 +) 27...29x40 28.45x34 14-20! 29.28-22 17x28 30.32x14 21x41 31.36x47 20x9 32.30x19 13x24 33.34-30 25x34 34.39x19 4-10 en zwart komt een schijf vóór, bijvoorbeeld 35.33-29 12-18! 36.31-27 18-22! en 37...16-21 +.
2) 22.28-22 17x28 23.33x22 2-7! 24.26x17 12x21 25.49-44 (om 25...21-26? met 26.27-21!!, 27.34-29 en 28.31-26! te beantwoorden; maar het is niet voldoende:) 25...7-12! 26.31-26 11-17! 27.22x11 6x17 en na 28.37-31 (of ook 28.48-42) 28...4-9/10 moet wit een volle schijf inleveren!
20.37-31 17-22!
In de gegeven situatie is dit inderdaad het beste. Zo was op 20...7-12? gevolgd 21.42-37! 1-7 22.27-22! 18x27 23.31x11 6x17 24.28-22! 17x28 25.33x22! 23-29 26.34x23! 19x17 27.30x10 15x4 28.37-31!, waarna wit de opsluiting als het ware aan zwart heeft overgedaan. En op 20...7-11(?) was een denkbaar vervolg geweest 21.42-37 (vlecht de dreiging 22.28-22!, 23.26x17! en 24.34-29 + in de stand) 21...17-22 22.26x17!!? 24-29? (veel beter is 22...2-7) 23.33x24 22x42 [op 23...22x44 wint 24.43-39!!, 25.48-43!, 26.37x48 en 27.32-28] 24.27-21!! (de inleiding tot een damzet met een even elegant als ongebruikelijk naslagje) 24...16x38 25.43x32 20x29 26.49-44! 11x22 27.32-28 23x41 28.34x3 25x43 29.36x49 +.
Het was voor zwart dus te laat om, zoals op de vorige zet had gekund (19...7-12), op een frontale botsing aan te sturen. Maar de constatering dat wit als gevolg van de terugruil 20...17-22 iets vrijer kan ademen, betekent nog allerminst dat Ndjofang geen positionele problemen meer zou kennen...
21.28x17 21x12 22.49-44 7-11 23.33-29 24x33 24.39x28 20-24 25.44-39 11-17 26.39-33 1-7! 27.42-37 17-21! 28.26x17 12x21
Zie diagram 2
[img]http://fmjd.org/dias/save/10733294193.png[/img]
Zonder vrees voor 29.34-29? 23x34! 30.40x20 25x34! +.
29.28-22(?)
Na deze a-positionele voortzetting gaat zwart geforceerd winnen. Relatief beter was 29.27-22 18x27 30.31x22 21-26! en nu ofwel 31.48-42 7-11!
32.33-29 24x33 33.38x18 11-17 34.22x11 13x33 35.43-38 6x17 36.38x29, ofwel 31.37-31 26x37 32.32x41 23x32 33.38x27.
29...7-12!
Natuurlijk niet te snel 29...21-26?? wegens 30.34-29! +.
30.31-26
Het behoeft nauwelijks betoog dat Ndjofang het met 30.33-28 21-26 31.43-39 2-7! 32.39-33 7-11 evenmin had gered. Maar nu creeert Thijssen een niet-alledaagse situatie waarin de zwarte voorpost op 39 zich als een doorn in wits vlees zal manifesteren:
30...23-28!! 31.26x17 28x39 32.37-31
Op 32.27-21 18x27 33.32-28 kan zwart zelfs kiezen tussen het triple-gambiet 33...27-32! 34.38x27 24-29! 35.34x23 25x34 36.40x29 2-7!! 37.43x34 7-11!! + en het eveneens winnende 33...27-31!, bijvoorbeeld 34.36x27 24-29! gevolgd door 36...13-18!, 37...18-22 en 38...2x31 +.
32...12x21 33.31-26 2-7! 34.26x17 7-12! 35.27-21
Want na 35.36-31 12x21 36.31-26 18-23 37.26x17 15/14-20 had wit geen goede zet meer gehad!
35...18x27 36.32-28 24-29!
Thijssen geeft zijn plusschijf terug in ruil voor een kosteloze doortocht naar dam.
37.34x23 25x34 38.40x29 39-44 39.21x32 12x21 40.38-33 44-50
Vooral niet 40...44-49?? wegens 41.28-22!! en 42.23x3 +.
41.43-39 8-12 42.36-31 21-26 43.31-27 13-18 44.35-30 26-31(!) 45.27x36 12-17(!) 46.23x21 16x38 47.33x42 50x35
Wit geeft het op.
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Prachtige studie Hans Jansen op Bijlmer-toernooi
de Volkskrant, Denksport, 10 januari 2004
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
In deze slotaflevering over het Bijlmer-toernooi laat ik eerst de partij zien die Jeroen van den Akker in de zesde ronde van Ndiaga Samb won. Het was de tweede winstpartij van de voormalige junioren-wereldkampioen, die in de vierde ronde ook al Goloebjeva had verslagen. De nederlaag die Van den Akker op de voorlaatste speeldag tegen toernooiwinnaar Tsjizjov moest incasseren (zie de Volkskrant van 22-11), kon hem dan ook nÃÂet meer afhouden van een grootmeesterresultaat!
Samb-Van den Akker
Bijlmer-toernooi 2003
1.31-27 19-23 2.33-28 17-21 3.28x19 14x23 4.39-33 10-14 5.34-30 14-19 6.30-25 20-24 7.44-39 5-10 8.40-34 10-14 9.45-40 11-17 10.34-30 21-26 11.50-45 6-11 12.39-34 17-21 13.34-29 23x34 14.40x20 15x24 15.45-40 18-23 16.40-34 11-17 17.33-29 24x33 18.38x18 13x31 19.36x27 12-18 20.34-29 8-13 21.29-23 19x28 22.32x12 7x18 23.43-39 21x32 24.37x28 2-7 25.42-38 1-6 26.38-33 7-11 27.33-29 17-22 28.28x17 11x22 29.41-37 16-21 30.39-33 21-27 31.30-24 6-11 32.46-41 27-31 33.37-32 22-27 34.32x21 26x17 35.48-42 18-23 36.29x18 13x22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740057955.png">
37.33-28
Samb, die in dit half-open klassieke duel van meet af aan op z'n minst iets(?) lastiger heeft gestaan, neemt zijn toevlucht tot een eindspel dat hij bij correct spel inderdaad moet kunnen houden.
37...22x33 38.24-19 14x23 39.42-37 31x42 40.47x18 11-16 41.35-30 16-21 42.49-43 21-27 43.43-38 9-13 44.18x9 3x14 45.41-36?
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740059566.png">
Maar opgejaagd door de klok vindt de Senegalese grootmeester het juiste vervolg nÃÂet. Remise was 45.41-37! 17-21 46.30-24 21-26 en nu bijvoorbeeld 47.24-20 14-19 48.20-15 19-24 49.37-32! 27-31 50.32-27! 31x22 51.25-20 enz. (51...26-31 52.20x29 31-36 53.29-24 36-41 54.24-19! 41-47 55.15-10! en 56.10-5 =).
45...17-21!
Dit is veel sterker dan 45...17-22? 46.38-33! 27-32 47.36-31 =.
46.30-24(?)
Een tweede fout in successie, al is het kwaad mogelijkerwijs al geschied. Toch had wit hier tot elke prijs 46.38-33(!) 27-32 47.36-31(!) 21-26 48.31-27(!) 32x21 49.33-28 enz. moeten proberen.
46...21-26 47.24-20
Inmiddels was ook 47.38-33 26-31 enz. kansloos.
47...14-19 48.20-15 26-31!
Wit geeft het op: er is inderdaad niets meer wat op redding lijkt.
Evenals Thijssen en Van den Akker finishten Vadim Virni en Hans Jansen op 10 uit 9. Voor Virni, die al na de openingsdag op 'plus-één' stond (hij toonde zich in de tijdnoodfase slagvaardiger dan Goeloebjeva), moet dat een tegenvaller zijn geweest. Jansen daarentegen zal niets te klagen te hebben gehad. In menige remise-partij (Van den Akker, Tsjizjov) was hij door het oog van de naald gekropen, en ook op zijn enige overwinning (Van Ballegooijen) viel wel wat af te dingen.
Jansen maakte echter bij voorbaat alles goed door al bij de start van het toernooi een prachtige studie te tonen, waarin een uitgesproken partij-stand vrijwel naadloos in een aan de problematiek ontleende motiefstand uitmondt. Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740051892.png">
1.36-31!
Met 1.37-31 17-22 komt wit er niet, al moet zwart het na 2.28x17 21x12 3.27-21 16x27 4.31x22 18x27 5.32x21 nog wél even secuur spelen.
1...17-22 2.26x17! 24-29 3.33x24 22x42 4.37x48 11x22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740062142.png">
Wit staat nu dermate goed dat hij zelfs uit twee geheel verschillende winsten kan kiezen. Want behalve de sierlijke afwikkeling uit de hoofdvariant zou ook 5.34-29 tot het gewenste doel leiden. Eén voorbeeldje: 5...23x34 6.30x39 19x30 7.35x24 6-11 8.39-34 11-17 9.48-42 17-21 10.34-29 18-23!? 11.27x9! 23x34 en na bijvoorbeeld nog 12.31-26(!) 34-39 (12...21-27 13.32x21 16x27 14.9-3 +) 13.26x17 39-43 14.17-12 43-48 15.42-38 48-26 16.12-7 26-8 17.7-2 8x35 18.9-3/4 wint wit door overmacht.
5.32-28(!!)
Maar dit is veel mooier.
5...23x21 6.34-29! 25x23 7.31-26 19x30 8.26x8 30-34 9.8-3!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740064074.png">
Verhindert 9...34-39 door 10.3-17 +.
9...18-22
De enige parade tegen de dreiging 10.3-25, waarop nu 10...22-27 = zou volgen.
10.35-30(!)
Het tweede en laatste 'onscherpe' moment: in plaats van 10.35-30 wint ook 10.48-43. Het fraaie motief uit de hoofdvariant zou daarmee echter aan onze neus voorbijgaan.
10...34x25
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740065608.png">
11.3-8!
Maar nu het 4x3-eindspel tot een 4x2 gereduceerd is, klopt het allemaal als een bus: op straffe van puntverlies mag wit geen moment van onderstaande spelgang afwijken!
11...6-11
De taaiste verdediging. Zo wint op 11...22-28 zowel 12.8-19 28-33 13.48-43! (bijvoorbeeld 13...16-21 14.19-24 +) als direct 12.48-43. En 11...22-27 12.8-13! brengt zwart evenmin verder, bijvoorbeeld 12...27-32 13.13-19 16-21 14.19x46 25-30 15.48-43 30-35 16.46-23! 21-27 17.43-39! 27-32 18.23x46 35-40 19.39-34! 40x29 20.46-28! 29-34 21.28-44 +. Waarbij overigens wél bedacht dient te worden dat wit op onmiddellijk 12...16-21 enkel en alleen wint door naar veld 31 te slaan (13.13x36? 25-30! 14.36-18 30-35! enz. =) en 13...25-30 met de dammanoeuvre 14.31-26!! 21-27 15.26-17! (15...27-32 16.48-42 30-34/35 17.17-44 +) te beantwoorden.
12.48-43!!
Alleen zo. Onmiddellijk 12.8-13? faalt op 12...11-17! 13.13x27/36 25-30!, waarna winst voor wit van de baan is.
12...22-27 13.8-13!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740066885.png">
Nu pas.
13...25-30!?
De aanzet tot een buitengewoon spannende ontknoping. Onmiddellijk 13...25-30 geeft veel meer verweer dan eerst 13...27-32 14.13-19 en dan pas 14...25-30, waarop wit immers betrekkelijk simpel 15.19x37/46 30-35 16.37/46-23! en aansluitend 43-39-34 + laat volgen.
De 'tekstzet' is des te giftiger omdat, nu 48 op 43 staat, het 3x2 eindspelletje na 14.13x35? 27-31! 15.43-38 31-36 16.35-19 11-17! (16...16-21? 17.38-32! +) niet meer blijkt te winnen. Maar wit heeft beter:
14.13x31/36! 30-35 15.43-39!!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740067754.png">
En niet het voor de hand liggende 15.31/36-18? wegens 15...11-17 of 15...16-21 met de niet te pareren remise-dreiging 16...17-22/21-27! annex 17...35-40 =.
15...35-40 16.39-34! 40x29 17.36-18!! 29-33 18.18-1!! Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740068486.png">
Er is nu een prachtige, voor zover ik weet uit 1917 daterende motiefstand van de Twentse dampionier G. Mantel ontstaan. Tegen de dreiging 19.1-6 + staat zwart machteloos. Dat wil zeggen: hij kan nog wel 18...16-21 19.1-6 21-27 proberen, maar dan wint wit na 20.6x39/50 27-32 21.39/50-33! 32-37 22.33-47 precies op tempo!
Een indrukwekkend geheel. En ik zou geen zinnige reden kunnen bedenken waarom Jansen de (4x2) stand na 10...34x25 niet gewoon als een fonkelnieuwe (eindspel)compositie zou presenteren!
Copyright: Sijbrands, T.
de Volkskrant, Denksport, 10 januari 2004
Wedstrijdverslag
Ton Sijbrands
In deze slotaflevering over het Bijlmer-toernooi laat ik eerst de partij zien die Jeroen van den Akker in de zesde ronde van Ndiaga Samb won. Het was de tweede winstpartij van de voormalige junioren-wereldkampioen, die in de vierde ronde ook al Goloebjeva had verslagen. De nederlaag die Van den Akker op de voorlaatste speeldag tegen toernooiwinnaar Tsjizjov moest incasseren (zie de Volkskrant van 22-11), kon hem dan ook nÃÂet meer afhouden van een grootmeesterresultaat!
Samb-Van den Akker
Bijlmer-toernooi 2003
1.31-27 19-23 2.33-28 17-21 3.28x19 14x23 4.39-33 10-14 5.34-30 14-19 6.30-25 20-24 7.44-39 5-10 8.40-34 10-14 9.45-40 11-17 10.34-30 21-26 11.50-45 6-11 12.39-34 17-21 13.34-29 23x34 14.40x20 15x24 15.45-40 18-23 16.40-34 11-17 17.33-29 24x33 18.38x18 13x31 19.36x27 12-18 20.34-29 8-13 21.29-23 19x28 22.32x12 7x18 23.43-39 21x32 24.37x28 2-7 25.42-38 1-6 26.38-33 7-11 27.33-29 17-22 28.28x17 11x22 29.41-37 16-21 30.39-33 21-27 31.30-24 6-11 32.46-41 27-31 33.37-32 22-27 34.32x21 26x17 35.48-42 18-23 36.29x18 13x22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740057955.png">
37.33-28
Samb, die in dit half-open klassieke duel van meet af aan op z'n minst iets(?) lastiger heeft gestaan, neemt zijn toevlucht tot een eindspel dat hij bij correct spel inderdaad moet kunnen houden.
37...22x33 38.24-19 14x23 39.42-37 31x42 40.47x18 11-16 41.35-30 16-21 42.49-43 21-27 43.43-38 9-13 44.18x9 3x14 45.41-36?
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740059566.png">
Maar opgejaagd door de klok vindt de Senegalese grootmeester het juiste vervolg nÃÂet. Remise was 45.41-37! 17-21 46.30-24 21-26 en nu bijvoorbeeld 47.24-20 14-19 48.20-15 19-24 49.37-32! 27-31 50.32-27! 31x22 51.25-20 enz. (51...26-31 52.20x29 31-36 53.29-24 36-41 54.24-19! 41-47 55.15-10! en 56.10-5 =).
45...17-21!
Dit is veel sterker dan 45...17-22? 46.38-33! 27-32 47.36-31 =.
46.30-24(?)
Een tweede fout in successie, al is het kwaad mogelijkerwijs al geschied. Toch had wit hier tot elke prijs 46.38-33(!) 27-32 47.36-31(!) 21-26 48.31-27(!) 32x21 49.33-28 enz. moeten proberen.
46...21-26 47.24-20
Inmiddels was ook 47.38-33 26-31 enz. kansloos.
47...14-19 48.20-15 26-31!
Wit geeft het op: er is inderdaad niets meer wat op redding lijkt.
Evenals Thijssen en Van den Akker finishten Vadim Virni en Hans Jansen op 10 uit 9. Voor Virni, die al na de openingsdag op 'plus-één' stond (hij toonde zich in de tijdnoodfase slagvaardiger dan Goeloebjeva), moet dat een tegenvaller zijn geweest. Jansen daarentegen zal niets te klagen te hebben gehad. In menige remise-partij (Van den Akker, Tsjizjov) was hij door het oog van de naald gekropen, en ook op zijn enige overwinning (Van Ballegooijen) viel wel wat af te dingen.
Jansen maakte echter bij voorbaat alles goed door al bij de start van het toernooi een prachtige studie te tonen, waarin een uitgesproken partij-stand vrijwel naadloos in een aan de problematiek ontleende motiefstand uitmondt. Zie diagram 1
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740051892.png">
1.36-31!
Met 1.37-31 17-22 komt wit er niet, al moet zwart het na 2.28x17 21x12 3.27-21 16x27 4.31x22 18x27 5.32x21 nog wél even secuur spelen.
1...17-22 2.26x17! 24-29 3.33x24 22x42 4.37x48 11x22
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740062142.png">
Wit staat nu dermate goed dat hij zelfs uit twee geheel verschillende winsten kan kiezen. Want behalve de sierlijke afwikkeling uit de hoofdvariant zou ook 5.34-29 tot het gewenste doel leiden. Eén voorbeeldje: 5...23x34 6.30x39 19x30 7.35x24 6-11 8.39-34 11-17 9.48-42 17-21 10.34-29 18-23!? 11.27x9! 23x34 en na bijvoorbeeld nog 12.31-26(!) 34-39 (12...21-27 13.32x21 16x27 14.9-3 +) 13.26x17 39-43 14.17-12 43-48 15.42-38 48-26 16.12-7 26-8 17.7-2 8x35 18.9-3/4 wint wit door overmacht.
5.32-28(!!)
Maar dit is veel mooier.
5...23x21 6.34-29! 25x23 7.31-26 19x30 8.26x8 30-34 9.8-3!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740064074.png">
Verhindert 9...34-39 door 10.3-17 +.
9...18-22
De enige parade tegen de dreiging 10.3-25, waarop nu 10...22-27 = zou volgen.
10.35-30(!)
Het tweede en laatste 'onscherpe' moment: in plaats van 10.35-30 wint ook 10.48-43. Het fraaie motief uit de hoofdvariant zou daarmee echter aan onze neus voorbijgaan.
10...34x25
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740065608.png">
11.3-8!
Maar nu het 4x3-eindspel tot een 4x2 gereduceerd is, klopt het allemaal als een bus: op straffe van puntverlies mag wit geen moment van onderstaande spelgang afwijken!
11...6-11
De taaiste verdediging. Zo wint op 11...22-28 zowel 12.8-19 28-33 13.48-43! (bijvoorbeeld 13...16-21 14.19-24 +) als direct 12.48-43. En 11...22-27 12.8-13! brengt zwart evenmin verder, bijvoorbeeld 12...27-32 13.13-19 16-21 14.19x46 25-30 15.48-43 30-35 16.46-23! 21-27 17.43-39! 27-32 18.23x46 35-40 19.39-34! 40x29 20.46-28! 29-34 21.28-44 +. Waarbij overigens wél bedacht dient te worden dat wit op onmiddellijk 12...16-21 enkel en alleen wint door naar veld 31 te slaan (13.13x36? 25-30! 14.36-18 30-35! enz. =) en 13...25-30 met de dammanoeuvre 14.31-26!! 21-27 15.26-17! (15...27-32 16.48-42 30-34/35 17.17-44 +) te beantwoorden.
12.48-43!!
Alleen zo. Onmiddellijk 12.8-13? faalt op 12...11-17! 13.13x27/36 25-30!, waarna winst voor wit van de baan is.
12...22-27 13.8-13!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740066885.png">
Nu pas.
13...25-30!?
De aanzet tot een buitengewoon spannende ontknoping. Onmiddellijk 13...25-30 geeft veel meer verweer dan eerst 13...27-32 14.13-19 en dan pas 14...25-30, waarop wit immers betrekkelijk simpel 15.19x37/46 30-35 16.37/46-23! en aansluitend 43-39-34 + laat volgen.
De 'tekstzet' is des te giftiger omdat, nu 48 op 43 staat, het 3x2 eindspelletje na 14.13x35? 27-31! 15.43-38 31-36 16.35-19 11-17! (16...16-21? 17.38-32! +) niet meer blijkt te winnen. Maar wit heeft beter:
14.13x31/36! 30-35 15.43-39!!
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740067754.png">
En niet het voor de hand liggende 15.31/36-18? wegens 15...11-17 of 15...16-21 met de niet te pareren remise-dreiging 16...17-22/21-27! annex 17...35-40 =.
15...35-40 16.39-34! 40x29 17.36-18!! 29-33 18.18-1!! Zie diagram 2
<img src="http://fmjd.org/dias/save/10740068486.png">
Er is nu een prachtige, voor zover ik weet uit 1917 daterende motiefstand van de Twentse dampionier G. Mantel ontstaan. Tegen de dreiging 19.1-6 + staat zwart machteloos. Dat wil zeggen: hij kan nog wel 18...16-21 19.1-6 21-27 proberen, maar dan wint wit na 20.6x39/50 27-32 21.39/50-33! 32-37 22.33-47 precies op tempo!
Een indrukwekkend geheel. En ik zou geen zinnige reden kunnen bedenken waarom Jansen de (4x2) stand na 10...34x25 niet gewoon als een fonkelnieuwe (eindspel)compositie zou presenteren!
Copyright: Sijbrands, T.
- Hanco Elenbaas
- Posts: 18872
- Joined: Tue Apr 22, 2003 14:49
Het Parool Sport, maandag 20 oktober 2003
Mohamedjoesoef werkt het liefst op de achtergrond
door RIM VOORHAAR
Eigenlijk mag ze niet praten. Mavis Mohamedjoesoef heeft een spreekverbod, van de dokter. Ze was haar stem kwijt als gevolg van griep. Toch is ze van de partij in het AC-restaurant nabij het eindstation van de metro in Gaasperplas. Ze is er om haar man te steunen, Achfaaq Mohamedjoesoef, sinds jaar en dag organisator van het Bijlmerdamtoernooi. Hij is er ook altijd voor haar.
AFGELOPEN WOENSDAG viel Achfaaq in voor Mavis in hun kinderdagverblijf in Grubbehoeve, hoewel hij zelf ook niet helemaal lekker was. Het Bijlmerdamtoernooi moest het maar even zonder hem doen. En dat cadeautje namens de organisatie voor de jarige Alexej Tsjizjov moest een ander maar uitreiken. Er waren even belangrijker zaken te regelen.
Sinds augustus runt hij met zijn vrouw het kinderdagverblijf, Achfaaq als directeur. De speelse naam lag voor de hand: JoesBoef. Ze werden door de gemeente, die de ruimte beschikbaar stelt, gekozen uit dertien kandidaten. Binnen een mum van tijd zaten ze vol: 62 boefies. Dat ze hun baan eraan hadden gegeven (hij bij Zwitserleven, zij bij ING) om hun droom te verwezenlijken, was zo slecht nog niet.
Het is precies wat ze willen. Mavis is van oorsprong kleuterleidster, hij was ooit leraar. Een nadeel: werken met kinderen betekent dat je vaak verkouden bent.
Toch laat Mavis zich er niet van weerhouden ook op de finaledag haar man te bezoeken. Juist op zo'n finaledag kan hij haar steun meer dan gebruiken. ''Ik merk het als het einde van de week nadert,'' zegt Mavis. ''Dan wordt Achfaaq enigszins onrustig. Ik vraag dan wat er is en dan zegt hij: ik moet weer.''
Zeven jaar geleden zette Achfaaq Mohamedjoesoef samen met de Antilliaan Raoul Alias het Bijlmerdamtoernooi op. Alias was het gezicht, hij deed de contacten, zodat Mohamedjoesoef zich kon bezighouden met de structuur. Maar toen Alias terugging naar Curaçao, veranderde ook de rol van Mohamedjoesoef. Plotseling werd hij het gezicht van het evenement. Op zich is dat geen probleem, hij hield het toernooi prima op de been, hoewel het elke keer weer een wonder is hoe het deelnemersveld tot stand komt. De middelen zijn immers beperkt. Het probleem: Mohamedjoesoef werkt het liefst achter de schermen. Zorgen dat anderen aan hun trekken komen, is hem op het lijf geschreven.
En hij kijkt vooruit. Zo heeft hij het plan opgevat om samen met Hans van den Heuvel, de nieuwe voorzitter van Hiltex en Pieter Hildering, sinds kort vice-voorzitter van de werelddambond, over twee jaar het WK naar de Bijlmer te halen.
En voor het Bijlmertoernooi van volgend jaar zou hij graag een boetesysteem instellen voor spelers die te laat aan het bord verschijnen. Met name sommige Afrikanen maakten er dit keer soms een potje van. En dergelijk gedrag zou in het vervolg bestraft moeten worden, vindt Mohamedjoesoef.
Dat neemt niet weg dat hij op de slotdag van het evenement de mensen zal moeten toespreken tijdens de prijsuitreiking. En als er iets is waar hij altijd tegenop ziet, is het wel deelnemers en publiek toe te spreken tijdens de uitreiking. Mavis: ''Het enige wat ik zeg is dat het allemaal in orde komt. Het is toch altijd goed gegaan?''
Zo is het maar net. En in de loop der jaren heeft hij er inmiddels de nodige handigheid in gekregen zijn taak tot een minimum te beperken. Hij steekt zich gewoon in een mooi kostuum en zorgt ervoor dat diverse mensen naast hem zitten. Elvira Sweet is er, de voorzitter van het stadsdeel Zuidoost, internationaal hoofdarbiter Henk Fokkink is van de partij en hij is meer dan genegen op te noemen wie op ewlke plaats is geëindigd.
Met het oplezen van alle deelnemers aan de Grootmeestergroep, de Meestergroep, de jeugdgroep en, voor deze keer, alle 24 deelnemers aan het Europees kampioenschap voor veteranen, is hij een behoorlijke tijd zoet.
Ook bereid tot een praatje is Jacek Pawlicki uit Polen en natuurlijk Wouter van Beek, de voormalige voorzitter van de werelddambond present om wat speechwerk te verrichten. En die Van Beek kun je er wel bij hebben. Hij is lekker lang van stof.
Totdat Van Beek plotseling het woord richt tot Mohamedjoesoef en hem in het zonnetje zet vanwege zijn voorbeeldige inzet, als 'benzine in de motor van de damsport in de Bijlmer'. Maar eerst moet Van Beek iets anders van het hart. Hij verhaalt over een boek dat werd geschreven over het vermaarde Suikertoernooi, dat zeven jaar heeft bestaan. Van Beek herinnert zich een jonge deelnemer in 1971: M. Joesoef, 'geëindigd op een eerbiedwaardige plaats', zegt Van Beek en hij bedoelt het aardig. Het was namelijk niet vanwege damkwaliteiten dat M. Joesoef werd herinnerd. ''Sommige dammers waren tegen het besluit dat jonge spelers niet meer uit mochten gaan tijdens het toernooi, waaronder de Surinaamse jeugdspeler Joesoef,'' zegt Van Beek. ''En die werd betrapt omdat hij zich niet aan de huisregel hield.''
Het zweet breekt Mohamedjoesoef uit na dit plagerijtje. ''Ik was naar de bioscoop,'' zegt hij. Hij was gesnapt bij het bekijken van een seksfilm. Hij was zestien jaar, was voor het eerst in Amsterdam en zat met vrienden in de zaal waar hij de grootste lol had.
Het grappige was dat degene die hem had betrapt, zelf ook in die bioscoop had gezeten, maar er toen niets van heeft gezegd. ''Dat deed je in die tijd niet.''
Copyright: Het Parool
Mohamedjoesoef werkt het liefst op de achtergrond
door RIM VOORHAAR
Eigenlijk mag ze niet praten. Mavis Mohamedjoesoef heeft een spreekverbod, van de dokter. Ze was haar stem kwijt als gevolg van griep. Toch is ze van de partij in het AC-restaurant nabij het eindstation van de metro in Gaasperplas. Ze is er om haar man te steunen, Achfaaq Mohamedjoesoef, sinds jaar en dag organisator van het Bijlmerdamtoernooi. Hij is er ook altijd voor haar.
AFGELOPEN WOENSDAG viel Achfaaq in voor Mavis in hun kinderdagverblijf in Grubbehoeve, hoewel hij zelf ook niet helemaal lekker was. Het Bijlmerdamtoernooi moest het maar even zonder hem doen. En dat cadeautje namens de organisatie voor de jarige Alexej Tsjizjov moest een ander maar uitreiken. Er waren even belangrijker zaken te regelen.
Sinds augustus runt hij met zijn vrouw het kinderdagverblijf, Achfaaq als directeur. De speelse naam lag voor de hand: JoesBoef. Ze werden door de gemeente, die de ruimte beschikbaar stelt, gekozen uit dertien kandidaten. Binnen een mum van tijd zaten ze vol: 62 boefies. Dat ze hun baan eraan hadden gegeven (hij bij Zwitserleven, zij bij ING) om hun droom te verwezenlijken, was zo slecht nog niet.
Het is precies wat ze willen. Mavis is van oorsprong kleuterleidster, hij was ooit leraar. Een nadeel: werken met kinderen betekent dat je vaak verkouden bent.
Toch laat Mavis zich er niet van weerhouden ook op de finaledag haar man te bezoeken. Juist op zo'n finaledag kan hij haar steun meer dan gebruiken. ''Ik merk het als het einde van de week nadert,'' zegt Mavis. ''Dan wordt Achfaaq enigszins onrustig. Ik vraag dan wat er is en dan zegt hij: ik moet weer.''
Zeven jaar geleden zette Achfaaq Mohamedjoesoef samen met de Antilliaan Raoul Alias het Bijlmerdamtoernooi op. Alias was het gezicht, hij deed de contacten, zodat Mohamedjoesoef zich kon bezighouden met de structuur. Maar toen Alias terugging naar Curaçao, veranderde ook de rol van Mohamedjoesoef. Plotseling werd hij het gezicht van het evenement. Op zich is dat geen probleem, hij hield het toernooi prima op de been, hoewel het elke keer weer een wonder is hoe het deelnemersveld tot stand komt. De middelen zijn immers beperkt. Het probleem: Mohamedjoesoef werkt het liefst achter de schermen. Zorgen dat anderen aan hun trekken komen, is hem op het lijf geschreven.
En hij kijkt vooruit. Zo heeft hij het plan opgevat om samen met Hans van den Heuvel, de nieuwe voorzitter van Hiltex en Pieter Hildering, sinds kort vice-voorzitter van de werelddambond, over twee jaar het WK naar de Bijlmer te halen.
En voor het Bijlmertoernooi van volgend jaar zou hij graag een boetesysteem instellen voor spelers die te laat aan het bord verschijnen. Met name sommige Afrikanen maakten er dit keer soms een potje van. En dergelijk gedrag zou in het vervolg bestraft moeten worden, vindt Mohamedjoesoef.
Dat neemt niet weg dat hij op de slotdag van het evenement de mensen zal moeten toespreken tijdens de prijsuitreiking. En als er iets is waar hij altijd tegenop ziet, is het wel deelnemers en publiek toe te spreken tijdens de uitreiking. Mavis: ''Het enige wat ik zeg is dat het allemaal in orde komt. Het is toch altijd goed gegaan?''
Zo is het maar net. En in de loop der jaren heeft hij er inmiddels de nodige handigheid in gekregen zijn taak tot een minimum te beperken. Hij steekt zich gewoon in een mooi kostuum en zorgt ervoor dat diverse mensen naast hem zitten. Elvira Sweet is er, de voorzitter van het stadsdeel Zuidoost, internationaal hoofdarbiter Henk Fokkink is van de partij en hij is meer dan genegen op te noemen wie op ewlke plaats is geëindigd.
Met het oplezen van alle deelnemers aan de Grootmeestergroep, de Meestergroep, de jeugdgroep en, voor deze keer, alle 24 deelnemers aan het Europees kampioenschap voor veteranen, is hij een behoorlijke tijd zoet.
Ook bereid tot een praatje is Jacek Pawlicki uit Polen en natuurlijk Wouter van Beek, de voormalige voorzitter van de werelddambond present om wat speechwerk te verrichten. En die Van Beek kun je er wel bij hebben. Hij is lekker lang van stof.
Totdat Van Beek plotseling het woord richt tot Mohamedjoesoef en hem in het zonnetje zet vanwege zijn voorbeeldige inzet, als 'benzine in de motor van de damsport in de Bijlmer'. Maar eerst moet Van Beek iets anders van het hart. Hij verhaalt over een boek dat werd geschreven over het vermaarde Suikertoernooi, dat zeven jaar heeft bestaan. Van Beek herinnert zich een jonge deelnemer in 1971: M. Joesoef, 'geëindigd op een eerbiedwaardige plaats', zegt Van Beek en hij bedoelt het aardig. Het was namelijk niet vanwege damkwaliteiten dat M. Joesoef werd herinnerd. ''Sommige dammers waren tegen het besluit dat jonge spelers niet meer uit mochten gaan tijdens het toernooi, waaronder de Surinaamse jeugdspeler Joesoef,'' zegt Van Beek. ''En die werd betrapt omdat hij zich niet aan de huisregel hield.''
Het zweet breekt Mohamedjoesoef uit na dit plagerijtje. ''Ik was naar de bioscoop,'' zegt hij. Hij was gesnapt bij het bekijken van een seksfilm. Hij was zestien jaar, was voor het eerst in Amsterdam en zat met vrienden in de zaal waar hij de grootste lol had.
Het grappige was dat degene die hem had betrapt, zelf ook in die bioscoop had gezeten, maar er toen niets van heeft gezegd. ''Dat deed je in die tijd niet.''
Copyright: Het Parool