Vraagje wrote:Dammen heeft net als schaken het grote voordeel dat het gemengd kan worden beoefend en dat de vrouwen dan relatief veel kans hebben van een man te winnen. Toch blijkt dat voordeel niet te helpen om dames naar de damclub te krijgen.
Donner (volgens mij was die het) schreef ooit dat vrouwen niet kunnen schaken, omdat ze daarvoor te sociaal zijn.(...)
Donner schreef in 1972, op de vrouwenpagina van het Parool:
(...)
Vrouwen kunnen niet schaken, Maar ze kunnen ook niet schilderen, niet schrijven, niet filosoferen en in feite is er eigenlijk nooit iets door een vrouw gedacht of gemaakt dat de moeite van het kennisnemen waard was. Het ligt dus niet aan het schaken, laten we wel wezen.
Hoe het dan wel komt?
In de allereerste plaats natuurlijk omdat vrouwen veel
dommer zjn dan mannen. En daarom is een vrouw geheel niet in staat om
zichzelf te amuseren.
(...)
Dat leidde, in de tijd van de dolle mina's, tot nogal wat protesten. Nog enige citaten uit Donner's reactie:
"Eind augustus vroeg Jeanne Roos van Het Parool mij om een bijdrage voor haar vrouwenpagina over het interessante, maar o zo moeilijke onderwerp 'waarom kunnen vrouwen niet schaken?' Toevallig is dat een onderwerp waar ik erg veel verstand heb en ik haastte mij dan ook om aan het verzoek te voldoen.(...)
Ik werd zelfs van discriminatie beschuldigd. 'Donner heeft vergeten negers aan zijn rijtje toe te voegen. Het zou moeten zijn "vrouwen en negers kunnen niet schaken, want ze zijn dommer dan wij", werd mij door een mevrouw uit Amsterdam in de schoenen geschoven. Deze mevrouw heeft het niet goed begrepen. Negers kunnen best schaken, maar
negerinnen niet. Dat is het nu juist.(...)
Stellig is er geen dommere opmerking denkbaar dan dat vrouwen dommer zouden zijn dan mannen. maar wij moeten wel onze toevlucht nemen tot domheden, want de vrouwen - ze zijn zo anders, zo volkomen anders.
Ook ik kan er weinig verstandigs over zeggen en als ik het toch steeds maar weer probeer, dan is dat misschien alleen maar omdat mijn vrouw er zo verschrikkelijk om moet lachen."
Bron: de Koning, J.H. Donner